display CITROEN DS3 CABRIO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 44 of 384

Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
- zone A
, is de temperatuur in orde,
- zone B, is de temperatuur te hoog. De
waarschuwingslampjes STOPen het koelvloeistoftemperatuurlampje 1gaan rood branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De temperatuur en de druk in het koelcircuitbeginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:) wacht tot de motor is afgekoeld, )
draai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,) ver wijder vervolgens de dop,)
vul bij tot aan het merkteken "MAXI".

Page 45 of 384

43Controle tijdens het rijden
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van deeerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het schema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:


- het aantal a
fgelegde kilometers,

- de verstreken tijd sinds de laatsteonderhoudsbeurt.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km

Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan. Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:

De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgendeonderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enk
ele seconden na het aanzetten van
het contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel brandenom aan te geven dat er binnenkor t onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
Enk
ele seconden na het aanzetten van hetcontact verdwijnt de sleutel; de teller geeft weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.

De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display.

Page 46 of 384

Als het contact wordt aangezet, geeft het display een paar seconden het volgende aan: Enkele seconden na het aanzetten van het contact treedt de
kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel branden
.

De factor tijd kan worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden als het onderhoudsinter val in tijd, zoals aangegeven in het garantie- enonderhoudsboekje, is overschreden.
Op 0 zetten van deonderhoudsindicator

De onderhoudsindicator moet na elkeonderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:)
zet het contact af,)
druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt,)
zet het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
) laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wiltloskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op0 zetten van de onderhoudsindicator zal anders niet worden opgeslagen.


Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven. )Druk op de knop voor nulstelling van dedagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkeleseconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de sleutel knipperen
om aante geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot deeerstvolgende onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.

Page 47 of 384

45
Controle tijdens het rijden
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsintervalindicator weergegeven
en ver volgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Motorolieniveaumeter
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te w e i n i
g olie
Als de aanduiding "OIL"knippert incombinatie met het verklikkerlampje ser vice,
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, is het motorolieniveau
te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olieworden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
m
otorschade ontstaat.


Storing motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL --"
knipper t, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.


Oliepeilstok

Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motort
ype van uw auto.
2 merktekens op de peilstok:
-A= maxi; het oliepeil magnooit boven het niveau A
uitkomen (kans op schade aan de motor), - B= mini; als het oliepeil niet
boven het niveau B uitkomt,
moet het voor de motor van
uw auto voorgeschreven
type motorolie worden
bijgevuld via de vuldop.

Page 49 of 384

47Controle tijdens het rijden
Black-panelfunctie
Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde displays worden uitgeschakeld voor een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft uitsluitend
de wagensnelheid en de informatie van
de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld
als er een waarschuwingsmelding wordt
doorgegeven en bij het wijzigen van functies of
instellingen.
Inschakelen
) Druk als de verlichting brandt meerdere keren op de linkerknop van het
instrumentenpaneel om de lichtsterkte
van de dashboardverlichtin
g geleidelijk te
verminderen. ) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot het minimumniveau tebeperken en de sfeer verlichting uit teschakelen.
)
Druk nogmaals op de knop om deblack-panelfunctie in te schakelen.

Page 50 of 384

Boordcomputer
Monochroom display A
Weergave van de informatie
)Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de verschillende informatie van de
boordcomputer weer te geven.
De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:


- actieradius,

- momenteel brandsto
fverbruik,

- de teller van het
Stop & Start-systeem,

- a
fgelegde afstand,

-
gemiddeld brandstofverbruik,
-
gemiddelde snelheid.
)Druk nogmaals op de toets om terug tekeren naar de oorspronkelijke weergave.
De boordcomputer
geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).


Op 0 stellen
)Druk langer dan 2 seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde snelheid op 0 te zetten.

Page 51 of 384

49Controle tijdens het rijden





Monochroom display C


Weergave van de informatie
)Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaarom de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven:- D
e momentele informatie:

actieradius,

momenteel
brandstofverbruik,

nog af te leggen afstand
of de teller van het Stop & Start-systeem.

- Het tra
ject "1":

afgelegde afstand,

gemiddeld
brandstofverbruik,

gemiddelde snelheid
voor het eerste traject.
-
Het traject "2":●
afgelegde afstand,

gemiddeld
brandstofverbruik,

gemiddelde snelheid
voor het tweede traject.
) Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het vorige scherm.


Kleurendisplay 16 x 9 (eMyWay)


Tr aject op nul zetten
)
Druk de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar langer dan
2 seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"
kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 52 of 384

Enkele definities...

Actieradius
(km of miles)
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde rijstijl of het rijden op een helling, waardoor het momentelebrandstofverbruik aanzienlijk kanwijzigen.

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden de streepjes continu worden weergegeven.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.


Nog af te leggen
afstand
(km of mijlen) De actieradius
geeft aan hoeveel kilometer unog met de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van hetgemiddelde verbruik over de laatste afgelegde
kilometers. Dit is het
gemiddelde brandstofverbruik over de laatste seconden.
Dit is de no
g af te leggen afstand tot de eindbestemming. Deze afstand kan door degebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van cijfers.
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreer t een teller hoelang deSTOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul
gezet.



Afgelegde afstand
(km of miles)
D
eze afstand wordt berekend sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.

Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de
gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
Deze functie wordt alleen weergegevenbij snelheden vanaf 30 km/h.

Page 54 of 384

002
Multifunctionele displays
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u via de ergonomische menu's op uw multifunctionele display instellingen kunt wijzigen of gegevens kunt aflezen.

Page 56 of 384




















Monochroom display A
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur
(de temperatuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep, ...),
- informatie van de autoradio (radio, CD, ...),
- de boordcomputerfuncties (zie het hoofdstuk "Controle tijdens het rijden"). Het display kan tijdelijk
waarschuwingsmeldingen (bijv.: "Storingemissieregeling") of informatie (bijv.:
"Achterklep open") weergeven. Deze kunnen
worden gewist door op de toets "Terug" tedrukken.
Weergave op het display

Druk op het bedieningspaneel van uw
Autoradio:) op de toets "MENU"
voor toegang tot het
hoofdmenu,
) op de toets " 
" of " 
" om door de items ophet display te scrollen, )
op de toets "MODE"
om de permanent
weergegeven toepassing te wijzigen (datum, audio-informatie...), ) op de toets " 
" of "
" om de waarde van een instelling te wijzigen, )
op de toets "OK"om te bevestigen,
of ) op de toets "Te r ug"om de uitgevoerde
handeling af te breken.


Toetsen
)Druk op de toets "MENU"om het
hoofdmenu
weer te geven en op de toets "
" of " " om door de items op het display
te scrollen:
- radio-CD,
- configuratie van de auto,
- opties,
- instellin
gen display,
- talen,
- eenheden
,)Druk op de toets "OK"
om het gewenste menu te selecteren.


Hoofdmenu

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 90 next >