CITROEN DS4 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 402

119Toegang tot de auto












Vulpistoolrestrictie (diesel) * Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde
brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop
ver wijdert.
Wanneer u bi
j een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus nietgetankt kan worden.Probeer in dat geval niet toch te tankenmaar kies een dieseltankpistool.

Werking
Het voorzichtig vullen van debrandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk.Houd de tuit van de jerrycan rechten druk deze niet tegen de klep vande vulpistoolrestrictie, om ervoor tezorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.

Deze uitrusting zal in de loop van het jaar beschikbaar zijn.

*
Vol
gens land van bestemming.



Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tankenvan Diesel per land kunnen verschillen,kan de aanwezigheid van eentankbeveiliging op de auto er toe leidendat tanken niet mogelijk is. Wij adviseren u daarom voordat u naar het buitenland afreist bij hetCITROËN-netwerk te informerenof uw auto geschikt is om in hetdesbetreffende land te kunnen tanken.

Page 122 of 402

005
Zicht

Page 123 of 402

Page 124 of 402











Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
D
e lichtschakelaar heeft verschillende standenom de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht
op wegen waar het omgevingslichtonvoldoende is.

Hoofdverlichting

Uw auto is voorzien van aanvullende verlichtingvoor specifieke rijomstandigheden:


- mistachterlichten,

- mistlampen vóór met statische
bochtverlichting,

- meedraaiende koplampen voor eenoptimaal zicht in bochten,

- dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,

- follow-me-home- / instapverlichting voor een beter zicht bij het in- en uitstappen,

- parkeerlichten om de zijkant van de auto te
markeren als u in het donker parkeert.


Aanvullende verlichting

Het verlichtingssysteem van uw auto heeft
verschillende extra automatische functies dieafzonderlijk kunnen worden ingesteld:


- "follow-me-homeverlichting,

- instapverlichting,

- dagrijverlichting,

- bochtverlichtin
g,

- automatische verlichting.


Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kanzich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de
achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

Page 125 of 402

Zicht
Uitvoering zonder automatischeinschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling

Handbediende functies

De lichtschakelaar bestaat uit de ring A
en de hendel B.
Parkeerlichten (kenmerkende verlichtingsvorm).
Automatische verlichting.
B. Trek de hendel naar u toe om over te
schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken. A. Rin
g voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting: draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichten uit.
P
arkeerlicht.
Dimlicht of
grootlicht.
Verklikkerlampjes

Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat degeselecteerde verlichting is ingeschakeld. Da
grijverlichting is verplicht in sommige
landen en wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestar t zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.

De da
grijverlichting is beschikbaar:


- in landen waar dit volgens de wetgevingverplicht is;
het dimlicht brandt in combinatiemet de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting; deze functie kanniet worden uitgeschakeld.

- in overige landen;
er branden speciale lichtunits in
combinatie met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting; deze functie kan
worden ingeschakeld of uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.

De verlichtin
g van de cockpit (multifunctioneel
display, bedieningspaneel airconditioning, ...) gaat niet branden, behalve wanneer deze bij
donker automatisch wordt ingeschakeld of
wanneer de verlichting wordt ingeschakeld(handmatig of automatisch).




Dagrijverlichting

De lichtschakelaar moet in de stand "0"
of "AUTO"
(dagstand) staan.

Page 126 of 402

Ring voor de selectie van de mistverlichting.
De mistverlichting werkt in combinatie met dimlicht en grootlicht.
Verdraai rin
g C:)
één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
) twee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
) één stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
) twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Uitvoering met mistlampen vóór
en mistachterlichten
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en demistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niettoegestaan.
U moet zelf inschatten wanneer u demistlampen moet inschakelen, omdat mogelijk de lichtsterktesensor vande automatische verlichting ondanks eventueel aanwezige mist tochvoldoende licht kan constateren. Vergeet niet de mistlampen uit te zettenzodra ze niet meer nodig zijn. Mistlam
pen vóór en mistachterlichten
Als de verlichtin
g automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden. ) Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. De parkeerlichten worden dan ookuitgeschakeld.

Page 127 of 402

125
Zicht
Uitschakelen van de verlichting bij afzetten van het contact
Als u het contact afzet, worden alle lichten automatisch uitgeschakeld, behalve als de automatische "follow me home"-verlichting is geactiveerd.
Deze
functie zorgt er voor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
ver
gemakkelijken.
Inschakelen
) Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal"
met de lichtschakelaar. ) Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g
Aanzetten van de verlichting na afzetten vanhet contact gg

Om de verlichting weer aan te zetten, draait u de ring Ain de stand "0"-lichten gedoofd, en kiest u ver volgens de door u gewenste stand. Als het bestuurderspor tier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaalom aan te geven dat de verlichting nogbrandt.
De verlichting gaat vanzelf na enige tijd uit; hoe lang dit duur t is afhankelijk vande laadtoestand van de accu (overgangnaar eco-modus).















Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het inschakelen van de parkeerlichten aan de kant van het verkeer. )
Duw de lichtschakelaar binnen éénminuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichtenaan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de wegparkeren: lichtschakelaar omlaag duwen; parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door eengeluidssignaal en het branden van het
verklikkerlampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen delichtschakelaar in de middelste stand.

Page 128 of 402

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
in
geschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)
Draai de ring in de stand "AU TO "
. Het
inschakelen wordt bevestigd door een
meldin
g op het display.


Uitschakelen
)
Draai de ring in een andere stand. Hetuitschakelen wordt bevestigd door een
melding op het display.


Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home-verlichting aan de automatische
verlichting biedt de volgende extra
mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow me home-verlichting (15, 30 of 60 seconden) via de instelfuncties in het configuratiemenu van de auto,

- automatische inschakeling van de follow me home-verlichting als de
automatische verlichting is ingeschakeld.

Storing

Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als de lichtsensor bij mist of sneeuw voldoende licht waarneemt, wordt deverlichting niet automatisch ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsensor, die zich in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. De aande sensor gekoppelde functies wordendan niet meer bediend.

Page 129 of 402

127Zicht








Instapverlichting


Wanneer u bij duisternis de auto ontgrendelt met de afstandsbediening wordt de verlichting aan de buitenzijde en de interieur verlichting ingeschakeld
om het instappen te vergemakkelijken. De verlichting gaat branden afhankelijk van de lichtsterkte die door de lichtsensor wordt gedetecteerd.

Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichting aan de buitenzijde gaat
na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat
uit bij het aanzetten van het contact of het
vergrendelen van de auto.
De instapverlichting in het interieur gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit bij hetopenen van een van de portieren.


Programmeren
)
Druk op het ontgrendelknopje(open hangslot) van de
afstandsbediening; uw auto
wordt ontgrendeld.

Aan de buitenzijde gaan de dimlichten, de parkeerlichten en de instapverlichting aan de
zijkant (onder de buitenspiegels) branden.
De duur van het branden van de instapverlichting kan worden
in
gesteld via het configuratiemenu
van de auto.

In het interieur gaan de beenruimteverlichtingen de plafonniers branden.

Page 130 of 402









Automatische verstelling van de
xenonkoplampen
Raak de xenonlampen niet aan. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeer t dit systeem automatischen bij stilstaande auto de hoogte van delichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.
In het
geval van een storingverschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combinatie
met een
geluidssignaal en een melding op het
display.
Het systeem zet in dat geval de koplampen inde lage stand.






Halogeen koplampen
handmatig verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen. 0.1 of 2 personen op de voorstoelen. -.3 personen.1. 5 personen.-.Tu s s enstand. 2.
5 personen + maximaal toegestane
belading. -.Tussenstand. 3. Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 410 next >