CITROEN DS4 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 402

199Rijden
SituatiesGevolgen

Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:) parkeer de auto en zet het contact uit,)
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,)
zet het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten: ) zet het contact aan, )
trek aan de hendel, houd deze ongeveer 3 seconden uitgetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de controlelampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeemcontroleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
en eventueel
knipperend

Weergave van de melding " Storing parkeerrem " en de
volgende controlelampjes:

- Alleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en
automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.

- Het handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.

en eventueel
knipperend

Storing accu:

- Als het laadstroomcontrolelampje gaat branden, moet u de auto direct stoppen (rekening houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen
beveiligen (plaats indien nodig de twee wielblokken onder de wielen).

- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.

Page 202 of 402





Handbediende parkeerrem
Aantrekken
)Tr e k d e h efboom van de parkeerrem
volledig aan om uw auto stil te zetten.


Vrijzetten
)
Tr e k d e h efboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag.
Draai bij het parkeren van de autoop een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan, schakel een versnelling in en zet hetcontact uit.

Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display,geeft dit aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.

Page 203 of 402

201Rijden






Handgeschakelde 6-versnellingsbak
)
Trek de ring onder de pookknop omhoogen beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling

Voor uw veiligheid en om het star ten van de motor te vergemakkelijken:


- zet de versnellingshendel altijd inde neutraalstand,

- trap het koppelingspedaal in.

Schakel de achteruitversnelling alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait.


Inschakelen van de 5e
of
de 6e
versnelling
)Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e
of de6 eversnelling in te schakelen.

Page 204 of 402









Opschakelindicator * Dit systeem adviseer t de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen (auto's met handgeschakelde versnellingsbak).
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt.

Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van desituatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalvealtijd zelf verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.

- Het s
ysteem kan u in dit geval advisereneen hogere versnelling in te schakelen.
De in
formatie wordt in de vorm van een pijl
op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.

In rijsituaties waarin veel van de motor wordt gevraagd (diep intrappen van hetgaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven.
Het systeem zal u nooit adviseren om:


- de eerste versnelling in teschakelen,

- de achteruitversnelling in te schakelen,

- terug te schakelen.


*

Afhankelijk van de motoruitvoering.
Voorbeeld:


- U rijdt in de derde versnelling.

-
U trapt het gaspedaal geleidelijk in.

Page 205 of 402

203Rijden

Bij de EGS 6-versnellingsbak kunt u kiezen
tussen automatische bediening en handmatig
schakelen.
Deze transmissie heeft twee gebruiksmogelijkheden:


-
automatischebediening, waarbij het
op- en terugschakelen volledig automatisch
wordt geregeld,-handmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het altijd mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur, bijvoorbeeld om even snel in te halen.










EGS 6-versnellingsbak
R.
Achteruit.)
Tr ap het rempedaal in, trek de selectiehendel omhoog en duw deze naar
voren.
N
.Neutraalstand. ) Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische bediening.)
Duw de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren.M.Handmatig, sequentieel schakelen. )
Duw de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren en schakel
ver volgens met behulp van de flippersachter het stuur.

Selectiehendel
+.Opschakelen (rechts van het stuur wiel). )
Tr e k d e flipper aan de rechterzijde achter het stuur een keer naar u toe "+"om op te schakelen.
-.
Te r ugschakelen (links van het stuur wiel).)
Trek de flipper aan de linkerzijde achter hetstuur een keer naar u toe "-"
om terug teschakelen.


Flippers achter het stuur


Het is niet mogelijk om de neutraalstand of de achteruitversnellingmet behulp van de flippers teselecteren.

Page 206 of 402

Standen van de selectiehendel
N. Neutral (neutraalstand).R.Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5, 6. Versnellingen bij handmatigschakelen. AUTO.
Gaat branden als u kiest voor automatische bediening en gaat uit als
u kiest voor handmatige bediening.
Weergave op het
instrumentenpaneel
gpg
)Trap het rempedaal inals dit
pictogram verschijnt(bijv.: starten van de motor).



Starten van de auto
De aanduiding N
op het displayknipper t als u de motor probeer t testarten zonder dat de selectiehendel inde stand N
staat. Als bij het starten het rempedaal niet wordt ingetrapt, knipper t op het instrumentenpaneel de aanduidingvoet op het rempedaal
in combinatie met een geluidssignaal en een meldingop het multifunctionele display.
)
Selecteer de stand N . )
Houd het rempedaal ingetrapt. )
Start de motor.


Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding N.
)Selecteer de eerste versnelling (stand Mof A) of de achteruitversnelling (stand AR ). R)Zet de handrem vrij als deze niet automatisch wordt bediend. )Neem uw voet van het rempedaal en
geef gas.

Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidin
gen AUTOen 1of R.

Page 207 of 402

205
Rijden
Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor eeninhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.

Handmatig schakelen
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur, bijvoorbeeld omeven snel in te halen. ) Bedien de flippers "+"
of "-"achter hetstuur.De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, als desnelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan. De aanduiding AUTO
blijft op het
display staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer
over op de automatische stand.
Handbediende stand
)Star t de auto en selecteer de stand A
om
de parkeerrem op automatische bediening
te zetten.

Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTO
en de
ingeschakelde versnelling.
De versnellin
gsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- de rijstijl,

- het pro
fiel van de weg.
)
Zet na het starten de selectiehendel in destand M
om de handbediende stand in teschakelen.

De aanduiding AUTO
verdwijnt en de ingeschakelde versnellingen
verschijnen achtereenvolgend op
het display.
Het schakelen naar een andere versnelling is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen vande snelheid schakelt de versnellingsbakautomatisch terug, zodat de juiste versnellingis geselecteerd op het moment dat u hetgaspedaal weer intrapt.


Als bij stapvoets rijden deachteruitversnelling wordt geselecteerd, wordt deze pas ingeschakeld als de auto volledig tot stilstand is gekomen. De aanduiding voet op het rempedaal
kan gaan knipperen op het instrumentenpaneel om aan te geven dat u moet remmen.


Bij krachtig accelereren wordt dehoogste versnelling niet ingeschakeld als de bestuurder de flippers achter het stuur niet bedient. Selecteer de neutraalstand N
nooit tijdens het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling(stand R
) uitsluitend als de auto volledig Rstilstaat en de voet op het rempedaalwordt gehouden.

Page 208 of 402

Stilzetten van de auto
Storing

Als de aanduiding AUTO
bij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, duidt dit op een storingin de versnellingsbak.
Laat dit zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Houd bij het starten van de motor altijd het rempedaal ingetrapt.Trek de parkeerrem stevig aan om deauto volledig te blokkeren, behalve wanneer de parkeerrem automatischwordt bediend.

Selecteer wanneer u de auto met draaiende motor stilzet altijd de neutraalstand N.
Controleer voordat u werkzaamhedenonder de motorkap uitvoer t altijd of deselectiehendel in de neutraalstand Nstaat en de handrem is aangetrokken.
Voordat u de motor a
fzet, kunt u:
- de selectiehendel in de stand N
bewegen
om de neutraalstand te selecteren,
- een versnellin
g ingeschakeld laten. In dat geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen altijd de handrem aan om de auto volledig stil te zetten (als de handrem niet in de automatischestand staat ingesteld).

Page 209 of 402

Rijden










Automatische versnellingsbak


Schakelpatroon

Bij de 6 -traps automaat kunt u kiezen uit
automatische bediening, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw. U kunt met deselectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier gebruiksmogelijkheden:


- automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,

- programma Sport
: dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijl mogelijk, -programma Sneeuw
: dit schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip,

- handmatig schakelen
: deze stand maakthet zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.
1.
Selectiehendel. 2.To ets "S"(Sport).
3.To ets "7"(Sneeuw).
Selectiehendel
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
- Starten van de motor.R.
Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
t
oerental.
N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
-
Starten van de motor.D.
Automatische werking. M+ / -. Zelf schakelen tussen de zesversnellingen. )
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of ) Beweeg de selectiehendel kor t naar
achteren om terug te schakelen.

Weergave op het instrumentenpaneelgpg
Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P. Parking (parkeerstand).
R.Reverse (achteruitversnelling). N.
Neutral (neutraalstand). D.Drive (automatisch schakelen).S.
Programma Sport
. 7. Programma Sneeuw. w1 t /m 6.
Ingeschakelde versnellingen bijhandmatig schakelen. -.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen.

Page 210 of 402

)Tr ap het rempedaal in en selecteer de stand P of N
. )Star t de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het multifunctionele display.)Trap bij draaiende motor het rempedaal in. )Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de automatische stand staat. )Selecteer de stand R, Dof M.)Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
Als tijdens het rijden per ongeluk de stand Nwordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de stand Den trap het gaspedaal weer in.

Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de stand R
, D
of M
is geselecteerd, zet de auto zichzelfs al in beweging als het gaspedaal niet is ingetrapt. Laat bij draaiende motor daarom geen kinderen alleen in de auto achter.Trek de parkeerrem aan enselecteer de stand P
indien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.



Automatisch
schakelpro
gramma
)Selecteer de stand D om automatisch
te laten schakelen tussen de zes
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de wegen de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen, moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Zet de selectiehendel nooit in de standN
als de auto rijdt. Zet de selectiehendel nooit in de standP
of R
als de auto niet volledig stilstaat.

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 410 next >