CITROEN DS5 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 191 of 348

189Praktische informatie
Demonteren van het wiel

Stilzetten van de auto

Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale,stabiele en stroeve ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan (tenzij dezegeprogrammeerd is in de automatischestand), zet het contact af en schakel de eerste versnelling *
in om de wielen teblokkeren. Controleer of het verklikkerlampjeremsysteem en het controlelampje Popde parkeerremhendel branden. Controleer of de inzittenden de autohebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden. Ga nooit onder een auto liggen diealleen op de krik steunt; gebruik een bok.


Werkwijze
)
Ver wijder de sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3
(volgens uitvoering) of ver wijder
de naafdop met behulp van gereedschap 4.) Bevestig de dop 5
op de wielsleutel 1
en draai de slotbout een omwenteling los (volgens uitvoering). )
Draai de overige wielbouten niet meer dan een kwartslag los met alleen de wielsleutel 1 .

*

Stand R
van de EGS-versnellingsbak of stand Pvan de automatische transmissie.

Page 192 of 348

)Plaats de krik 2onder één van de tweesteunpunten aan de voorzijde Aof achterzijde B(bij het te ver wisselen wiel).
)Krik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het(niet lekke) reservewiel te monteren.)Ver wijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.)Ver wijder het wiel.


)
Draai de krik 2
uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk
zich loodrecht onder het gebruikte
steunpunt Aof B bevindt.

Page 193 of 348

191Praktische informatie

Monteren van het wiel
Bevestiging van het noodreservewielgggg
Indien uw auto is voorzien vanlichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van hetnoodreservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt hetconische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het op de juiste manier in de bagageruimte op te bergen (niet
in deopbergruimtevan het reser vewiel). Rijd met een noodreser vewiel niet sneller dan 80 km/h.Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van het reser vewielcontroleren door het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en ver wissel hem met het reservewiel.


Procedure
)
Plaats het wiel op de naaf. )
Draai de wielbouten met de hand vast. )
Draai de slotbout met de wielsleutel 1ende dop 5
enigszins vast. )
Draai de overige wielbouten enigszins vast met alleen de wielsleutel 1.

Page 194 of 348

)Laat de krik zakken.)Vouw de krik 2op en verwijder hem.) Draai de slotbout vast met de wielsleutel 1en de dop 5.)
Draai de overige wielbouten vast metalleen de wielsleutel 1.)
Bevestig de doppen op de overige
wielbouten (volgens uitvoering). ) Berg het gereedschap op in de houder.

Page 195 of 348

193Praktische informatie










Een lamp vervangen
Koplampen
Uitvoering met xenonlampen
1.Grootlicht (H1- 35W).2.Dimlicht/bochtverlichting
(D1S-35W).3.Verlichting overdag/parkeerlicht (LED's).4.Richtingaanwijzers (HY21-21W).5.Mistlampen en bochtverlichting(H11).
Uitvoering met halogeenlampen
1.Grootlicht (H1- 55W).2.
Dimlicht (H7-55W).3.Verlichting overdag/parkeerlichten

(LED).4.Richtingaanwijzers (HY21-21W).5.Mistlampen,meedraaiende koplampen
(H11).
Let er bij het monteren van onder andere H7-lampen met nokjes op datdeze nokjes goed in de uitsparingen komen, zodat het licht in de juisterichting schijnt.

Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijdevan de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.


Elektrocutiegevaar

Het vervangen van een xenonlamp (D1S -35W) moet worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 196 of 348

xenonlampen)
) Trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te ver wijderen. ) Verwijder de stekker met de lamp door op de pal aan de onderkant te drukken. )
Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.


De koplampunits zijn voorzien van glasvan polycarbonaat met een speciale vernislaag:)reinig de koplampen nooit meteen droge of schurende doek engebruik geen oplosmiddelen,)gebruik een spons met zeepwater,)wanneer u met een hogedrukspuithardnekkig vuil probeert tever wijderen, richt dan nimmer de straal op de koplampen,de achterlichten en de randenervan, om lakbeschadigingen enbeschadiging van de afdichtrubberste voorkomen.)Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek. Bij het ver vangen van lampen moet deverlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn (risico van ernstigeverbranding). In verband met het behoud van de kwaliteit van de koplampen mogen uitsluitend anti-UV-lampen worden gebruikt.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
Dimlicht (uitvoering met xenonlampen)

Het vervangen van D1S-xenonlampen dient vanwege elektrocutiegevaar te worden uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats.
Het is raadzaam om beide D1S-lampengelijktijdig te laten vervangen als één ervan defect is.

Page 197 of 348

Praktische informatie
Dimlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
)
Trek aan de borglip om de plastic beschermkap te ver wijderen.







Grootlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
)Trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te ver wijderen.)Ver wijder de stekker met de lamp door opde pal aan de onderkant te drukken.)Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
) Duw op de bovenzijde van de stekker en
kantel het geheel vervolgens omlaag.) Verwijder de stekker met de lamp.)
Trek aan de lamp om deze te ver vangen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde, maar begin bij het aanbrengen bij het
onderste deel van de lamp.

Page 198 of 348

Verlichting overdag / parkeerlicht
Neem voor het ver vangen van dit type lamp met LED’s en lichtgeleiders contact op methet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het
CITROËN-netwerk kan u voor de LED'seen vervangingsset leveren.
Richtingaanwijzers

Als een controlelampje (rechts of links) van de richtingaanwijzers sneller knippert, is een van de lampen aan dedesbetreffende zijde defect.

De lamp van de richtingaanwijzers bevindt zich
onder de koplamp. ) Draai de lamphouder een kwar tomwenteling links- of rechtsom en
ver wijder deze.) Ver vang de defecte lamp. Voer voor de monta
ge dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
U kunt voor het vervangen van deze
lampen ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.

Page 199 of 348

Praktische informatie
Mistlampen
) Verwijder de spatplaat aan de onderzijde
van de carrosserie. ) Neem de stekker van de lamp los.)
Draai de lamp een kwart omwenteling en
ver vang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het ver vangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Geïntegreerde zijknipperlichten
Voor het ver vangen van deze lampen dient u het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats te raadplegen.

Instapverlichting in de
buitenspiegels
Voor het ver vangen van de LED dient u het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.

Page 200 of 348

1.Parkeerlichten(LED).2.Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).3. Achteruitrijlichten (P21W).4.Remlichten (P21W).5.Mistachterlichten (P21W).
Achterlichten
Richtingaanwijzers en remlichten(op de schermen)
) Open de achterklep en ver wijder
ver volgens het afdekplaatje. ) Neem de stekker van de lamp los. )
Draai de twee bevestigingsmoeren van delamp los.
)Verwijder de lamp voorzichtig via de buitenzijde van de auto. De
bevestigingsklemmen gaan automatisch
l
os.)Draai de lamphouder een kwar t
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.

LED's vervangen

Neem voor het ver vangen van LED'scontact op met het CITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats.

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 350 next >