CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 91 of 348

89Comfort
Uitschakelen van het
s
ysteem
)Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot alle lampjes uitgaan.
Ver mijd het te lang rijden met ingeschakelde luchtrecirculatie of een uitgeschakeld systeem, om te voorkomen dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert. Alle
functies van de airconditioning en het
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroomgehandhaafd. ) Wijzig de instellingen (temperatuur, luchthoeveelheid en luchtverdeling) of druk
op de toets "AUTO"
om het systeem weer
met de laatst ingestelde waarden in teschakelen.

9. "REST"-functie: maximaleairconditioning
)
Als u de interieurlucht snel wiltkoelen, druk dan op deze toets: "LO"wordt weergegeven.

Om vorige instellingen te her vatten, drukt u
opnieuw op deze toets.

Page 92 of 348

) Schakel, zodra de omstandigheden het toelaten, de achterruit- en buitenspiegelverwarming uit,omdat een geringer stroomverbruik leidt tot een verlaging van het brandstofverbruik.


Ontwasemen -
Ontdooien vóór








Achterruit- en buitenspiegelverwarming
)U kunt de achterruitver warmingook eerder uitschakelen door
nogmaals op de toets te drukken. Het controlelampje
van de toets gaat uit.
Automatisch programma "Zicht"

Aan

De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang devoorruitontwaseming in werking is, de STOP-functie niet beschikbaar is.


UIT

De achterruitver warming wordt automatisch uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
)Selecteer dit programma om de
voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Het systeem werkt volledig automatischen regelt de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchttoevoer; het stelt
de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en
de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.)Druk nogmaals op de toets "Zicht"of op
"AU TO "om deze functie uit te schakelen;het controlelampje in de toets gaat uit en dat van de toets "AUTO"
gaat branden.
Het systeem keer t terug naar dezelfde
instellingen als die van vóór het uitschakelen.
)Druk op deze toets (ophet bedieningspaneel van
de airconditioning) om de
achterruit en de buitenspiegels
te ontwasemen. Hetcontrolelampje van de toets gaat branden.

Page 93 of 348

91Comfort

Page 94 of 348

004
Rijden

Page 95 of 348

Page 96 of 348









Starten - afzetten van de motor
)Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd het rempedaal ingetrapt (auto's met automatische transmissie of
EGS -versnellingsbak) of houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto'smet handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel
Starten met het ke
yless
entry and start-systeem
Als aan een van de voorwaarden voor het starten niet wordt voldaan, wordtter herinnering een melding op hetdisplay van het instrumentenpaneel weergegeven. In sommige gevallenmoet het stuurwiel heen en weer wordenbewogen terwijl de knop "STA R T/STOP" wordt ingedrukt om het stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via eenmelding op de hoogte gebracht.
Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. EGS-versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
of N
.


Bij zeer lage temperaturen wordt bij auto's met een dieselmotor de motor pasna het doven van het verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u opde knop "STA R T/STOP" hebt gedrukt, moet u het rempedaal ingetrapt houden tot het lampje weer uitgaat.
)
Houd, als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt (u hoeft hem niet in de lezer testeken), het rempedaal ingetrapt bij auto's
met automatische of EGS-versnellingsbakof houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
) Druk op de knop "
START/STOP". De motor wordt gestart.
)Druk op de knop "START/STOP
".
De motor wordt gestart.


De elektronische sleutel van het Keyless entry and star t-systeem moetzich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen dezezone niet ter wijl de motor nog draait.

Page 97 of 348

95
Rijden

Afzetten met de
elektronische sleutel
)Zet de auto stil.


Als u de elektronischesleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten, wordt u bij het openen van het bestuurdersportier gewaarschuwd door een melding.


Afzetten met het keyless
entry and start-systeem
)Zet de auto stil.


Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.

Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
)
Druk ter wijl de elektronischesleutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.
)
Druk op de knop " START/STOP".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.











Diefstalbeveiliging


Elektronische startbeveiliging

In de sleutels is een chip aangebracht die over een geheime code beschikt. Om te kunnenstarten, moet bij het aanzetten van het contactde code van de sleutel worden herkend door destartbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeer t het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo hetstarten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het displayvan het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk.

Druk, met de elektronische sleutel van hetkeyless entry and star t-systeem in de lezer of inhet interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "START/STOP" om hetcontact aan te zetten en zo de verschillendeaccessoires te activeren.
)Verwijder de elektronische sleutel uit delezer.
)
Druk op de knop "STA R T/STOP": de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt
gestart. ) Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto tekunnen vergrendelen.

Wanneer u de accessoirestandlangdurig gebruikt, loopt u het risico datde accu ontladen raakt.

Page 98 of 348

Noodprocedure voor het
starten met het ke
yless entry and
start-systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "STA R T/STOP" drukt: )Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd bij auto's met automatische of EGS-
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt
of houd bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt. )Druk op de knop "START/STOP".
De motor wordt gestart.
In nood
gevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeldzodra de auto stilstaat.

Als de elektronische sleutel zich niet meer inhet detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.

Noodprocedure voor het afzetten
van de motor
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless entry and start-systeem
)Houd de knop "STA R T/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
worden).

Page 99 of 348

97
Rijden

Wij raden u aan de parkeerrem niet te gebruiken bij zeer lage temperaturen(vorst) en bij het trekken van eenaanhanger (slepen, caravan, enz.).
Zet in dat geval bij aangezet contact de parkeerrem handmatig vrij en voer,voordat u het contact afzet, de volgendehandeling uit:)Handgeschakelde versnellingsbak:schakel de 1e
versnelling of de achteruitversnelling in. )EGS-versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Aof R.)Automatische versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Pof R.
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:-Automatisch aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem wordt automatischaangetrokken bij het afzetten van de motor en automatisch vrijgezet bij het wegrijden(standaard geactiveerde functies),
-
Handmatig aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem kan handmatig worden aangetrokken door aan de hendel A tetrekken.
U kunt de parkeerrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en gelijktijdig aan de hendel te
trekken
en deze ver volgens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en
het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een melding
op het display.
Programmeren van deautomatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kande functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de functie weer
te activeren.
De functie wordt in dat gevalgeprogrammeerd via het configuratiemenu.









Elektrische parkeerrem


Als de functie is uitgeschakeld, dientu de parkeerrem dus handmatig tebedienen.
Als dit verklikkerlampje brandt
op het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u zichervan hebt verzekerd dat de parkeerremis aangetrokken.
Dit verklikkerlampje blijft permanent branden.
Sticker op het portierpaneel

Page 100 of 348

Om bij aangezet contact of draaiende motor de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt
u aan de hendel Ain enlaat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aan
gegeven door:

Handmatig vrijzetten



- het uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje Pop de
hendel A,
- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder hetrempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel. U kunt, indien nodig, de parkeerrem
extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de hendel A langer te bedienen
, tot de melding"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:

- wanneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bedienin
g is geactiveerd, terwijl u de parkeerrem handmatig bedient,

- wanneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren terwijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).


Extra stevig aantrekken


In het geval van een aangekoppelde aanhanger, wanneer de auto beladen is of op een steile helling staat, dient u de parkeerrem extra stevig aan te trekken, bij het parkerende voor wielen naar de stoeprand te sturen eneen versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van deparkeerrem duur t het langer voordat de parkeerrem weer is vrijgezet.

Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerremop het instrumentenpaneel en op de hendel A
constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bi
j draaiende of afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A.
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:


- h
et branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op dehendel A
,

- de melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bijdraaiende motor ter wijl de parkeerrem nietis aangetrokken, klinkt er een geluidssignaalen verschijnt er een melding op het display(behalve bij auto's met automatische
transmissie, als de selectiehendel in de stand
P(Park) staat).

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 350 next >