key CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 62 of 348

Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
w
eer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op deschakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar nahet sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkering van de ruitbedieningachter

Resetten van de
ruitbedienin
g

Wanneer tijdens het bedienen van deruit iets tussen de ruit en de sponningbekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk daar voor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aanpassagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets hetcorrecte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van deelektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de buurt van de auto tijdens het sluiten vande ruiten met de elektronische sleutel of het "keyless entry and star t"-systeem. Als de accu los
gekoppeld is geweest, moet deruitbediening gereset worden. Tijdens deze handelingen is de
ant
iklemvoorziening uitgeschakeld:


- open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoo
g wordt getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hemopnieuw omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,

- houd de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
Druk, voor de veiligheid van uwkinderen, op de schakelaar 5om deruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevesti
ging gaat het controlelampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolangde kinderbeveiliging is ingeschakeld.De binnenportiergrepen van de achterportieren
worden in dat geval ook geblokkeerd.
Het bli
jft mogelijk om de portieren van buitenaf
te openen en de achterpor tierruiten via het
bedieningspaneel op het bestuurderspor tier te bedienen.

Page 96 of 348









Starten - afzetten van de motor
)Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd het rempedaal ingetrapt (auto's met automatische transmissie of
EGS -versnellingsbak) of houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto'smet handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel
Starten met het ke
yless
entry and start-systeem
Als aan een van de voorwaarden voor het starten niet wordt voldaan, wordtter herinnering een melding op hetdisplay van het instrumentenpaneel weergegeven. In sommige gevallenmoet het stuurwiel heen en weer wordenbewogen terwijl de knop "STA R T/STOP" wordt ingedrukt om het stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via eenmelding op de hoogte gebracht.
Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. EGS-versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
of N
.


Bij zeer lage temperaturen wordt bij auto's met een dieselmotor de motor pasna het doven van het verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u opde knop "STA R T/STOP" hebt gedrukt, moet u het rempedaal ingetrapt houden tot het lampje weer uitgaat.
)
Houd, als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt (u hoeft hem niet in de lezer testeken), het rempedaal ingetrapt bij auto's
met automatische of EGS-versnellingsbakof houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
) Druk op de knop "
START/STOP". De motor wordt gestart.
)Druk op de knop "START/STOP
".
De motor wordt gestart.


De elektronische sleutel van het Keyless entry and star t-systeem moetzich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen dezezone niet ter wijl de motor nog draait.

Page 97 of 348

95
Rijden

Afzetten met de
elektronische sleutel
)Zet de auto stil.


Als u de elektronischesleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten, wordt u bij het openen van het bestuurdersportier gewaarschuwd door een melding.


Afzetten met het keyless
entry and start-systeem
)Zet de auto stil.


Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.

Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
)
Druk ter wijl de elektronischesleutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.
)
Druk op de knop " START/STOP".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.











Diefstalbeveiliging


Elektronische startbeveiliging

In de sleutels is een chip aangebracht die over een geheime code beschikt. Om te kunnenstarten, moet bij het aanzetten van het contactde code van de sleutel worden herkend door destartbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeer t het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo hetstarten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het displayvan het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk.

Druk, met de elektronische sleutel van hetkeyless entry and star t-systeem in de lezer of inhet interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "START/STOP" om hetcontact aan te zetten en zo de verschillendeaccessoires te activeren.
)Verwijder de elektronische sleutel uit delezer.
)
Druk op de knop "STA R T/STOP": de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt
gestart. ) Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto tekunnen vergrendelen.

Wanneer u de accessoirestandlangdurig gebruikt, loopt u het risico datde accu ontladen raakt.

Page 98 of 348

Noodprocedure voor het
starten met het ke
yless entry and
start-systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "STA R T/STOP" drukt: )Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd bij auto's met automatische of EGS-
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt
of houd bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt. )Druk op de knop "START/STOP".
De motor wordt gestart.
In nood
gevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeldzodra de auto stilstaat.

Als de elektronische sleutel zich niet meer inhet detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.

Noodprocedure voor het afzetten
van de motor
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless entry and start-systeem
)Houd de knop "STA R T/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
worden).

Page 141 of 348

Zicht





Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting wordt afhankelijk van dedoor de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheidlicht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.

Inschakelen

Uitschakelen


De instapverlichting buitenzijde gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het
afzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.
Programmeren

De duur van het branden
van de instapverlichting kan
worden geselecteerd via het configuratiemenu van de auto.
De duur van het branden van de instapverlichting is gekoppeld en gelijkaan die van de automatische follow mehome verlichting.
) Druk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening of op
de portierhandgreep met het
Keyless entry and star t-systeem.








Ver lic ht ing
buitenspiegels

Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld:


- bij het ontgrendelen,

- bij het ver wijderen van de elektronischesleutel uit de lezer,

- bij het openen van een portier,

- bij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.

Uitschakelen

De verlichting dooft na een bepaalde tijdautomatisch.
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:


- het opper vlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,

- het oppervlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.

Page 337 of 348

335
Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
Controlelampjes...............................29, 33,34Controlelampjes (status).........................31, 35Controles .............................220,221, 226-228
Dagrijverlichting..................135,193, 196,197Dagteller........................................................r42Dagteller resetten......................................... 42Dashboardverlichting .................................... 42Dashboardverlichting (dimmer) .................... 42Datum (display)...........................................289Datum (instellen).................................288,323Datum instellen..........................288, 289,323Derde remlicht.............................................200Diesel............................................................31Dieselmotor..........................r65,221, 222, 235Dimlicht.................................30, 132,193, 194Display instrumentenpaneel ................. 44,107Dynamische noodrem ...................97,100,102
Follow-me-home-verlichting...............136,138Follow-me-home verlichting.......................136Functie snelweg (richtingaanwijzers) ..........164
Geheugen instellingenbestuurder...................................................r70Gereedschap..............................................186Gevarendriehoek..........................................83Gewichten ...........................................233,236Gewichten, overzicht ..........................233,236Gordelverstelling .........................................171GPS.............................................................254Grootlicht.......................30,132, 193-195, 197
D
EF
Identificatie (stickers) ..................................239Identificatie auto..........................................239Identificatiegegevens .................................. 239Identificatieplaatjes constructeur................239Instapverlichting..........................................139Instrumentenpanelen....................................28Intelligente tractiecontrole..........................168Interieurfilter................................................r227Interieurfilter (ver vangen)...........................227Interieurindeling ............................................78Interieur ontgrendelen ...................................55Interieurverlichting .............................. 147, 148ISOFIX (bevestigingen)...............................158ISOFIX bevestigingen.................................158ISOFIX kinderzitjes..............................158-160
Eco-modus..................................................207Eco-rijden (adviezen)....................................24Electronic Stability Program (ESC).....................33, 36, 167,169Elektronische remdrukregelaar (REF).......167Elektronische sleutel ......................... 48-50,52eMyWay ................................................43,245ESP uitschakelen........................................169
G
H
Halogeenlampen .........................................193Handrem .....................................................228Handrem, elektrischbediend.......................................97, 100, 102Handsfree set ......................................268, 313Head-up display..........................120,123,125Hill Start Assist............................................105Hoofdsteunen achter....................................r75Hoofdsteunen verstellen.........................68, 71Hoofdsteunen vóór..................................r68, 71Hulpoproep..........................................165, 243Hulpoproep gelokaliseerd............................................243
I
J
JACK-aansluiting ..................................80,311
K
Kaartleeslampjes........................................147Kentekenplaatverlichting............................200Keyless entrée and start.........................49,54Kilometerteller...............................................r42Kinderbeveiliging ................................156,161Kinderen ......................................156, 159, 160Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)......152,156,158-160, 173Kinderzitjes.................................152, 155,157

Page 341 of 348

339Zoeken op afbeelding
Exterieur

Elektronische sleutel/Keyless entry and start 48 -54, 94-95


- openen / sluiten

- diefstalbeveiliging

- batterij

- startenInstapverlichting 13 9Dynamische bochtverlichting 141Statische bochtverlichting 142 Koplampverstelling 140Lampen vervangen 193-197- koplampen- mistlampen vóór - zijknipperlichten

Ruitenwissers 143-145 Ruitenwisserbladen ver vangen 146, 208
Portieren 48 -52, 55 - Keyless entry and star t - openen/sluiten- centrale vergrendeling- noodbediening Alarmsysteem 57-58
Brandstoftank, tankbeveiliging 63-65

Cockpit roof 61- 62
Allesdragers 212
Accessoires 213-214


ESC: ABS, BAS, ASR, CDS 167-169
Detectie te lage bandenspanning 166
Bandenspanning 239
Wiel ver wisselen 186 -192


- gereedschap

- demonteren/monteren
Bandenreparatieset 18 0 -185


Bagageruimte 48, 56


- openen / sluiten

- noodbediening


Lampen vervangen 198- 200


- achterlichten

- derde remlicht

- kentekenplaatverlichting

- mistachterlichten
Parkeerhulp 127-128 Slepen 209 Tr e k h a a k 210 - 211

Buitenspiegels 76 Ver lichting buitenspiegels 139

Page:   < prev 1-10 11-20