display CITROEN DS5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 66 of 348

Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveauis bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje branden, in
combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6 liter brandstof in de tank.Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomendat u zonder brandstof komt te staan.
Onderbreking
brandstoftoevoer

Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.

Het vullen van de brandstoftank metbehulp van een jerrycan is wel mogelijk.Houd de tuit van de jerrycan recht, druk deze niet tegen de klep van de vulpistoolrestrictie en giet voorzichtig om ervoor te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
















Vulpistoolrestrictie (diesel) *
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is ombenzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde
brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die inde tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop ver wijdert.

Wanneer u bij een dieseluitvoering eenbenzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus nietgetankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tankenmaar kies een dieseltankpistool.

Werking



Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van
Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwez
igheid van een tankbeveiliging op de
auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar het
buitenland afreist bij het CITROËN-netwerk
te in
formeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.


*
Vol
gens land van bestemming.

Page 72 of 348

Opslaan van zitposities in
het
geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel en het head-up display
op. U kunt twee standen opslaan met de
toetsen aan
de zijkant van de bestuurdersstoel.

Opslaan van een zitpositie met
de toetsen M / 1 / 2
)
Zet het contact aan. )
Zet uw stoel en de head-up display in degewenste stand. )
Druk op de toets Men vervolgens binnen
4 seconden op de toets 1 of 2.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.


Oproepen van een opgeslagen
zitpositie)Druk kor t op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de toets M, 1of 2te drukken of door een van de schakelaars van destoelverstelling te bedienen. U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagenzitpositie is tot 45 s na het afzetten van het contact mogelijk.

Page 82 of 348












USB-box

Deze aansluitmodule, die bestaat uit eenJACK-aansluiting en een USB-poort, bevindtzich in de armsteun vóór (onder het deksel).
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,zoals een iPod®
of een USB-stick.®

Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uwautoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
de autoradio en ze weergeven op het display
van het instrumentenpaneel.
Ti
jdens het gebruik van de USB-poor t kan de draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.


Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting het hoofdstuk"Audio en Telematicasysteem". Voor het com
fort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.













Middenarmsteun
Opbergvakken
)To egang tot het grote opbergvak: druk op
de knop 1en til het deksel op.
)To egang tot het kleine opbergvak (onder
de klep van de armsteun
): druk op de knop2en til de klep op.In deze opbergvakken kunt u draagbareapparatuur (telefoon, MP3 -speler, ...) opbergen
die op de USB-/Jack-aansluiting kan worden aangesloten.
Het grote opbergvak is voorzien van een regelbare ventilatieopening zodat gekoelde
lucht het vak in kan stromen.

Page 89 of 348

87
Comfort
4. Automatisch programma "zicht"

Om het interieur maximaal te verkoelen of te ver warmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 te overschrijden.)
Draai de knop 2 of 3
naar linkstotdat "LO"
verschijnt of naar rechts totdat "HI"
verschijnt.
Zie "Voorruitontwasemin
g -Ontdooien".


2-3. Regeling bestuurder-
passagier
De bestuurder en de voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
De op het display weergegeven
waarde heeft betrekking op een bepaaldcomfortniveau en niet op de werkelijke
temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
)Draai de knop 2of 3naar links of naar rechts om deze waarde te verlagen of te
verhogen.
Voor een o
ptimaal comfor t wordt de waarde
21 aanbevolen. Niettemin is afhankelijk
van uw wensen een afstelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.
Voor een optimaal comfor t is het raadzaam
dat het verschil in instellin
g links en rechts nietmeer dan 3 bedraagt.

Handmatig verstellen
Als u dat wenst, kunt u de automatische bediening van het systeem handmatig
aanpassen. De controlelampjes in de toets "AUTO"
gaan uit; de overige functies blijven
automatisch geregeld, met uitzondering van de
airconditionin
g.) Druk op de toets "AU TO "om het systeem
weer volledig automatisch te laten
functioneren.
Bij auto's met een Stop & Star t-systeem geldt dat zolang de voorruitontwaseming in werking is, deSTOP-functie niet beschikbaar is.

Page 96 of 348









Starten - afzetten van de motor
)Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd het rempedaal ingetrapt (auto's met automatische transmissie of
EGS -versnellingsbak) of houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto'smet handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel
Starten met het ke
yless
entry and start-systeem
Als aan een van de voorwaarden voor het starten niet wordt voldaan, wordtter herinnering een melding op hetdisplay van het instrumentenpaneel weergegeven. In sommige gevallenmoet het stuurwiel heen en weer wordenbewogen terwijl de knop "STA R T/STOP" wordt ingedrukt om het stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via eenmelding op de hoogte gebracht.
Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. EGS-versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
of N
.


Bij zeer lage temperaturen wordt bij auto's met een dieselmotor de motor pasna het doven van het verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u opde knop "STA R T/STOP" hebt gedrukt, moet u het rempedaal ingetrapt houden tot het lampje weer uitgaat.
)
Houd, als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt (u hoeft hem niet in de lezer testeken), het rempedaal ingetrapt bij auto's
met automatische of EGS-versnellingsbakof houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
) Druk op de knop "
START/STOP". De motor wordt gestart.
)Druk op de knop "START/STOP
".
De motor wordt gestart.


De elektronische sleutel van het Keyless entry and star t-systeem moetzich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen dezezone niet ter wijl de motor nog draait.

Page 97 of 348

95
Rijden

Afzetten met de
elektronische sleutel
)Zet de auto stil.


Als u de elektronischesleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten, wordt u bij het openen van het bestuurdersportier gewaarschuwd door een melding.


Afzetten met het keyless
entry and start-systeem
)Zet de auto stil.


Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.

Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
)
Druk ter wijl de elektronischesleutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.
)
Druk op de knop " START/STOP".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.











Diefstalbeveiliging


Elektronische startbeveiliging

In de sleutels is een chip aangebracht die over een geheime code beschikt. Om te kunnenstarten, moet bij het aanzetten van het contactde code van de sleutel worden herkend door destartbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeer t het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo hetstarten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het displayvan het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk.

Druk, met de elektronische sleutel van hetkeyless entry and star t-systeem in de lezer of inhet interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "START/STOP" om hetcontact aan te zetten en zo de verschillendeaccessoires te activeren.
)Verwijder de elektronische sleutel uit delezer.
)
Druk op de knop "STA R T/STOP": de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt
gestart. ) Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto tekunnen vergrendelen.

Wanneer u de accessoirestandlangdurig gebruikt, loopt u het risico datde accu ontladen raakt.

Page 98 of 348

Noodprocedure voor het
starten met het ke
yless entry and
start-systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "STA R T/STOP" drukt: )Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd bij auto's met automatische of EGS-
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt
of houd bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt. )Druk op de knop "START/STOP".
De motor wordt gestart.
In nood
gevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeldzodra de auto stilstaat.

Als de elektronische sleutel zich niet meer inhet detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.

Noodprocedure voor het afzetten
van de motor
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless entry and start-systeem
)Houd de knop "STA R T/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
worden).

Page 99 of 348

97
Rijden

Wij raden u aan de parkeerrem niet te gebruiken bij zeer lage temperaturen(vorst) en bij het trekken van eenaanhanger (slepen, caravan, enz.).
Zet in dat geval bij aangezet contact de parkeerrem handmatig vrij en voer,voordat u het contact afzet, de volgendehandeling uit:)Handgeschakelde versnellingsbak:schakel de 1e
versnelling of de achteruitversnelling in. )EGS-versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Aof R.)Automatische versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Pof R.
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:-Automatisch aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem wordt automatischaangetrokken bij het afzetten van de motor en automatisch vrijgezet bij het wegrijden(standaard geactiveerde functies),
-
Handmatig aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem kan handmatig worden aangetrokken door aan de hendel A tetrekken.
U kunt de parkeerrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en gelijktijdig aan de hendel te
trekken
en deze ver volgens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en
het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een melding
op het display.
Programmeren van deautomatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kande functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de functie weer
te activeren.
De functie wordt in dat gevalgeprogrammeerd via het configuratiemenu.









Elektrische parkeerrem


Als de functie is uitgeschakeld, dientu de parkeerrem dus handmatig tebedienen.
Als dit verklikkerlampje brandt
op het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u zichervan hebt verzekerd dat de parkeerremis aangetrokken.
Dit verklikkerlampje blijft permanent branden.
Sticker op het portierpaneel

Page 100 of 348

Om bij aangezet contact of draaiende motor de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt
u aan de hendel Ain enlaat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aan
gegeven door:

Handmatig vrijzetten



- het uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje Pop de
hendel A,
- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder hetrempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel. U kunt, indien nodig, de parkeerrem
extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de hendel A langer te bedienen
, tot de melding"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:

- wanneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bedienin
g is geactiveerd, terwijl u de parkeerrem handmatig bedient,

- wanneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren terwijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).


Extra stevig aantrekken


In het geval van een aangekoppelde aanhanger, wanneer de auto beladen is of op een steile helling staat, dient u de parkeerrem extra stevig aan te trekken, bij het parkerende voor wielen naar de stoeprand te sturen eneen versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van deparkeerrem duur t het langer voordat de parkeerrem weer is vrijgezet.

Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerremop het instrumentenpaneel en op de hendel A
constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bi
j draaiende of afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A.
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:


- h
et branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op dehendel A
,

- de melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bijdraaiende motor ter wijl de parkeerrem nietis aangetrokken, klinkt er een geluidssignaalen verschijnt er een melding op het display(behalve bij auto's met automatische
transmissie, als de selectiehendel in de stand
P(Park) staat).

Page 101 of 348

99Rijden
Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerrem op het instrumentenpaneel en op dehendel Aconstant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de autowanneer het contact is aangezet: ze zouden de parkeerrem kunnenvrijzetten.



Automatisch aantrekken,
motor afgezet



- het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje P op de hendel A ,

- de melding "Parkeerremaangetrokken". W
anneer de auto stilstaat en u de motor afzet, wordt de parkeerrem automatisch aangetrokken. De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatischgeleidelijk vrijgezet bij het wegrijden
: )Handgeschakelde versnellingsbak
: trap
het koppelingspedaal volledig in en schakel de 1e versnelling of de achteruitversnelling
in; geef gas en laat het koppelingspedaal
opkomen tot de parkeerrem wordt vrijgezet. )EGS-versnellingsbak : selecteer de stand A
, M
of Ren geef gas. )Automatische versnellingsbak
: selecteer de stand D
, M
of Ren geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door:


- h
et doven van het
verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje P op de hendel A ,

- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.



Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerrem op het instrumentenpaneel en op dehendel Aconstant branden.


Parkeerrem aantrekken,
bi
j draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligendoor de parkeerrem handmatig aan te trekken. Trekdaarvoor aan de hendel A. De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het branden van het
verklikkerlampje parkeerremen het verklikkerlampje P op de
hendel A,
- de melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurderspor tier opent om
uit te stappen terwi
jl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display(behalve bij auto's met automatische
versnellingsbak, als de selectiehendel in destand P(Park) staat).

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 80 next >