CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 359

Page 102 of 359









Starten - afzetten van de motor
)Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd het rempedaal ingetrapt (auto's met automatische transmissie of
EGS-versnellingsbak) of houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto'smet handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel
Starten met het ke
yless
entry and start-systeem


Als aan een van de voorwaarden voor het starten niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een melding op het display vanhet instrumentenpaneel weergegeven. In sommige gevallen moet het stuur wiel heenen weer worden bewogen terwijl de knop "STA R T/STOP" wordt ingedrukt om hetstuurslot te ontgrendelen; u wordt hier vanvia een melding op de hoogte gebracht.
Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. EGS-versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
of N
.


Bij temperaturen onder
0 graden wordt bij auto's met een dieselmotor de motor pas na het doven van het verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart. Als dit lampje gaat branden nadat u op STA R T/STOP-knop hebt gedrukt, moet u het rem- of koppelingspedaalingetrapt houden tot dit lampje uitgaaten niet opnieuw op de "STA R T/STOP-knop drukken, tot de moter is aangeslagen.
)Houd, als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt (u hoeft hem niet in de lezer testeken), het rempedaal ingetrapt bij auto's
met automatische of EGS-versnellingsbakof houd het koppelingspedaal volledig
ingetrapt bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
)Druk op de knop " START/STOP". De motor wordt gestart (zie de
navolgende waarschuwing, die geldt voor dieseluitvoeringen).) Druk op de knop " START/STOP".
De motor wordt gestart (zie de
navolgende waarschuwing, diegeldt voor dieseluitvoeringen).
De elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem moetzich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen dezezone niet terwijl de motor nog draait.

Page 103 of 359

101Rijden

Afzetten met de
elektronische sleutel
)Zet de auto stil.


Als u de elektronische sleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten, wordt u bij het openen van het bestuurdersportier gewaarschuwd door een melding.


Afzetten met het keyless
entry and start-systeem
)Zet de auto stil.


Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.

Contact aan zonder starten
van de motor
(accessoirestand)
)
Druk ter wijl de elektronischesleutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.
)Druk op de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.











Diefstalbeveiliging


Elektronische startbeveiliging

In de sleutels is een chip aangebracht die over een geheime code beschikt. Om te kunnenstarten, moet bij het aanzetten van het contactde code van de sleutel worden herkend door destartbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeer t het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo hetstarten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het displayvan het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk.
Druk, met de elektronische sleutel van het
keyless entry and star t-systeem in de lezer of inhet interieur van de auto, zonder een pedaal in
te trappen op de knop "START/STOP" om hetcontact aan te zetten en zo de verschillendeaccessoires te activeren.
)Verwijder de elektronische sleutel uit delezer.
)
Druk op de knop "STA R T/STOP":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel
gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart. ) Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.

Wanneer u de accessoirestand te langgebruikt, gaat het systeem automatischover op de eco-mode om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.

Page 104 of 359

Noodprocedure voor het
starten met het ke
yless entry and
start-systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "STA R T/STOP" drukt: )Steek de elektronische sleutel in de lezer. )Houd bij auto's met automatische of EGS-
versnellingsbak het rempedaal ingetrapt
of houd bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledi
g ingetrapt. )Druk op de knop "STA R T/STOP".
De motor wordt gestart.
In nood
gevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeldzodra de auto stilstaat.

Als de elektronische sleutel zich niet meer inhet detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.

Noodprocedure voor het afzetten
van de motor
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless entry and start-systeem
)Houd de knop "STA R T/STOP" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op: zonder
de sleutel kan de motor niet meer gestart
worden).

Page 105 of 359

103Rijden

Wij raden u aan de parkeerrem niet te gebruiken bij zeer lage temperaturen(vorst) en bij het trekken van eenaanhanger (slepen, caravan, enz.).
Zet in dat geval bij aangezet contact de parkeerrem handmatig vrij en voer,voordat u het contact afzet, de volgendehandeling uit:)Handgeschakelde versnellingsbak:schakel de 1e
versnelling of de achteruitversnelling in. )EGS-versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Aof R.)Automatische versnellingsbak:zet de selectiehendel in de stand Pof R.
De elektrische parkeerrem kan op tweemanieren worden bediend:

-
Automatisch aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem wordt automatischaangetrokken bij het afzetten van de motor en automatisch vrijgezet bij het wegrijden(standaard geactiveerde functies), -Handmatig aantrekken/vrijzettenDe parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken door aan de hendel Ate trekken. A U kunt de parkeerrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en
gelijktijdig aan de hendel te
trekken
en deze ver vol
gens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er eengeluidssignaal en verschijnt er een melding op het display.
Programmeren van deautomatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kande functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en het automatisch vrijzetten van de parkeerrembij het wegrijden worden uitgeschakeld.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om de functie weer
te activeren.
De functie wordt in dat
gevalgeprogrammeerd via het configuratiemenu.









Elektrische parkeerrem
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
parkeerrem dus handmatig te bedienen.
Als dit verklikkerlampje brandt op het
instrumentenpaneel, is de automatische
functie uit
geschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u zichervan hebt verzekerd dat de parkeerremis aangetrokken.

Dit verklikkerlampje blijft permanent branden.
Sticker op het portierpaneel

Page 106 of 359

Om bij aangezet contact of draaiende motor de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt
u aan de hendel Ain enlaat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aan
gegeven door:

Handmatig vrijzetten



- het uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,

- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".

Als u aan de hendel A trekt zonder hetrempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel. U kunt, indien nodig, de parkeerrem
extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de hendel A langer te bedienen
, tot de melding"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:

- wanneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bedienin
g is geactiveerd, terwijl u de parkeerrem handmatig bedient,

- wanneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren terwijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).


Extra stevig aantrekken


In het geval van een aangekoppelde aanhanger, wanneer de auto beladen is of op een steile helling staat, dient u de parkeerrem extra stevig aan te trekken, bij het parkerende voor wielen naar de stoeprand te sturen eneen versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van deparkeerrem duur t het langer voordat de parkeerrem weer is vrijgezet.

Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerremop het instrumentenpaneel en op de hendel A
constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bi
j draaiende of afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A.
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:


- h
et branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlamp
je P op de hendel A ,

- de melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bijdraaiende motor ter wijl de parkeerrem nietis aangetrokken, klinkt er een geluidssignaalen verschijnt er een melding op het display(behalve bij auto's met automatische
transmissie, als de selectiehendel in de stand
P(Park) staat).

Page 107 of 359

105
Rijden
Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerrem op het instrumentenpaneel en op dehendel Aconstant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de autowanneer het contact is aangezet: ze zouden de parkeerrem kunnenvrijzetten.



Automatisch aantrekken,
motor afgezet



- het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het verklikkerlampje P op de hendel A ,

- de melding "Parkeerremaangetrokken". W
anneer de auto stilstaat en u de motor afzet, wordt de parkeerrem automatisch aangetrokken. De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatischgeleidelijk vrijgezet bij het wegrijden
: )Handgeschakelde versnellingsbak
: trap
het koppelingspedaal volledig in en schakel de 1e versnelling of de achteruitversnelling
in; geef gas en laat het koppelingspedaal
opkomen tot de parkeerrem wordt vrijgezet. )EGS-versnellingsbak : selecteer de stand A
, M
of Ren geef gas. )Automatische versnellingsbak
: selecteer de stand D
, M
of Ren geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem wordt aangegeven door:


- het doven van het verklikkerlamp
jeparkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,

- de melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.



Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerrem op het instrumentenpaneel en op dehendel Aconstant branden.


Parkeerrem aantrekken,
bi
j draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligendoor de parkeerrem handmatig aan te trekken. Trekdaarvoor aan de hendel A. De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het branden van het
verklikkerlampje parkeerremen het verklikkerlampje P op de
hendel A,
- de melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurderspor tier opent om
uit te stappen terwi
jl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display (behalve
bij auto's met automatische versnellingsbak, alsde selectiehendel in de stand P (Park) staat).

Page 108 of 359

Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt of bijuitzonderlijke situaties (bijv. wanneer de
bestuurder onwel wordt), kan de auto worden
gestopt door aan de hendel Ate trekken endeze vast te houden.De dynamische stabiliteitsregeling zorgter voor dat de auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
)Neem het wielblok en de slinger voor het ontgrendelen van de handrem uit de
ba
gageruimte (onder de vloerbekleding). )Als de auto op een helling staat, beveiligdeze dan tegen wegrollen door wielblokken
vóór (auto hellingafwaarts geparkeerd) of achter (auto hellingopwaarts geparkeerd)de voor wielen te plaatsen.
De noodremfunctie mag uitsluitend in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Bi
j een storing aan het CDS,
aangegeven door het branden van dit
verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij hetremmen niet worden gegarandeerd.
In dat gevalmoet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.










Noodontgrendeling

Bij een defect aan de elektrische parkeerrem of een lege accu kan de parkeerrem door middel
van een mechanische noodontgrendeling
worden ont
grendeld. ) Beveilig de auto tegen wegrollen:


- door de eerste versnelling in teschakelen (handgeschakelde
versnellingsbak),

- bij draaiende motor, door het selecteren
van de stand P (automatische
versnellingsbak) of M of R(EGS-
versnellingsbak). )
Zet de motor af en zet het contact
weer aan. Als de auto niet tegen
wegrollen kan worden beveiligd, mag de
noodontgrendeling niet worden uitgevoerden moet zo snel mogelijk contact worden opgenomen met het CITROËN-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.

Page 109 of 359

Rijden

Neem in verband met de veiligheidna deze handeling altijd en zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk om het deksel te laten vervangen. De auto kan wegrollen nadat demechanische noodontgrendeling isuitgevoerd. Als dit gereedschap isaangebracht, kan de handrem niet meer worden aangetrokken.
De hendel A
mag niet worden bedienden de motor mag niet worden uitgezet of gestar t als het ontgrendelgereedschapaangebracht is. Houd de opening vrijvan stof en vocht. Om de elektrisch bediende handrem weer te activeren (na het oplossen van de storing of als de accu op spanning of vervangen is) dient u dehendel Aaangetrokken te houden tot het controlelampje van de handrem op het instrumentenpaneel knippert.Houd de hendel ver volgens nogmaals aangetrokken tot het controlelampje permanent brandt. Zet de linker voorstoel in de achterste stand
.
)Schuif de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar achteren.)Til het onder de stoel in de vloerbekledinguitgesneden gedeelte Bop.)Maak het deksel Cvan de opening D open met behulp van de slinger (die zich in de
bagageruimte bevindt).)Plaats de slinger in de opening D.)Draai de slinger meerdere tientallen
omwentelingen met de wijzers van deklok mee.
Vanwege deveiligheid moetu zo lang aan de slinger te draaien tot u niet verder
kunt. Nu is de handrem ontgrendeld.
) Ver wijder de slinger en berg deze op. )
De werking van de handrem wordt weer geactiveerd als u het contact af- en weer aanzet. Als het activeren van de handrem
niet mogelijk is, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. ) Het kan de keer erna langer dan normaal
duren voor de handrem is aangetrokken.

Page 110 of 359

Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Situaties

Gevolgen
Weer
gave van de melding "Storing parkeerrem" en branden van devolgende verklikkerlampjes:

- De automatische bediening is uitgeschakeld.

- De hill holder is niet beschikbaar.

- De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weer
gave van de melding "Storing parkeerrem" en branden van devolgende verklikkerlampjes:

- De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet door het rempedaal in te trappen en aan de hendel te trekken.

- De hill holder is niet beschikbaar.

- De automatische bediening en het handmatig aantrekken van de parkeerrem blijven mogelijk.
Weer
gave van de melding "Storing parkeerrem" en branden van devolgende verklikkerlampjes:

- De automatische bediening is uitgeschakeld.

- De hill holder is niet beschikbaar.

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 360 next >