CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 359

119Rijden

Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.
Als u de motor probeer t te star tenzonder dat de selectiehendel in de standN
staat, knipper t de aanduiding N
op hetinstrumentenpaneel in combinatie meteen geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Als bij het star ten het rempedaalniet wordt ingetrapt, knippert op hetinstrumentenpaneel de aanduiding voetop het rempedaal
in combinatie meteen geluidssignaal en een melding ophet display van het instrumentenpaneel.

Als de motor stationair draait, u niet
remt, de parkeerrem is vrijgezet en destand R
, A
of M
is geselecteerd, rijdt deauto zonder dat u gas hoeft te geven.


Weergave op het
instrumentenpaneel
N Neutral (neutraalstand).
R Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5, 6.Ver snellingen bij handmatig schakelen.
AUTO Gaat branden als u kiest voor
automatische bediening en gaat uit als u kiest voor handmatige bediening.SSport (Sport-stand).
)Trap het rempedaal in
als een melding wordt weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel.

Starten van de auto
)
Selecteer de stand N.)
Houd het rempedaal ingetrapt.)
Start de motor.

Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N.
) Selecteer een versnelling (stand M
of A
) of Ade achteruitversnelling (stand R).R)
Zet de handrem vrij als deze nietautomatisch wordt bediend. )
Neem uw voet van het rempedaal engeef gas.
Op het displa
y van het instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidingen AUTO
en 1of R.


Automatische bediening
)
Star t de auto en selecteer de stand A
omde parkeerrem op automatische bedieningte zetten.
Op het displa
y van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduidin
g AUTO
en de ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- de ri
jstijl,

- het profiel van de weg.


Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.

Page 122 of 359

Handmatig schakelen
) Zet na het starten de selectiehendel in destand M
om de handbediende stand in te schakelen. )
Bedien de flippers +
of -.
De aanduidin
g AUTO
verdwijnten de achtereenvolgensingeschakelde versnellingen worden
weergegeven op het display van hetinstrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere versnelling is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnellingis geselecteerd op het moment dat u hetgaspedaal weer intrapt.
Bi
j de automatische bediening blijft het altijdmogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen. )Bedien de flippers "+"of "-"achter het stuur. De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, mitsde snelheid van de auto en het motortoerental
dit toestaan. De aanduiding AUTOblijft op het
display staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer
over op de automatische stand.



Handmatig schakelen


Als bij stapvoets rijden de achteruitversnelling wordt geselecteerd,wordt deze pas ingeschakeld als de auto volledig tot stilstand is gekomen(rempedaal ingetrapt). Op het displayvan het instrumentenpaneel wordt eenpictogram weergegeven.

In de handbediende stand wordt bij krachtig accelereren de hoogste versnelling niet ingeschakeld als debestuurder de flippers achter het stuur wiel niet bedient. Selecteer de neutraalstand Nnooit tijdens het rijden. Selecteer de achteruitversnelling (stand R
) RRuitsluitend als de auto volledig stilstaat ende voet op het rempedaal wordt gehouden.

Page 123 of 359

121Rijden

Houd bij het starten van de motor altijd het rempedaal ingetrapt.
Trek de handrem stevig aan om de autovolledig te blokkeren, behalve wanneer de handrem automatisch wordt bediend.
Selecteer wanneer u de auto metdraaiende motor stilzet altijd de neutraalstand N.Controleer voordat u werkzaamheden onder de motorkap uitvoert altijd of de selectiehendel in de neutraalstand Nstaat en de handrem is aangetrokken.
Stilzetten van de auto

Als dit waarschuwingslampje
bij het aanzetten van het contact gaat knipperen,in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het display
van het instrumentenpaneel, duidt dit op een
storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. Voordat u de motor a
fzet, kunt u:
- de selectiehendel in de stand Nbewegen
om de neutraalstand te selecteren,
- een versnellin
g ingeschakeld laten. In datgeval kan de auto niet worden verplaatst. Trek in beide gevallen de handrem aan om de auto volledig stil te zetten (als de handrem nietin de automatische stand staat ingesteld).


Storing

Sport-stand
)
Druk na het selecteren van de handbediende of deautomatische stand op deknop S
om de Spor t-stand in
te schakelen. Deze stand is bijuitstek geschikt voor een meer dynamische rijstijl.
Naast de ingeschakelde
versnellin
g wordt de letter Sweergegeven op het display van
het instrumentenpaneel.
)Druk nogmaals op de knop S om de stand uit te schakelen.
De letter S wordt niet meer weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
Als het contact wordt afgezet, wordt de Sport-stand uitgeschakeld.

Page 124 of 359












Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO"op het instrumentenpaneel gaat brandenen de motor wordt automatisch in de STOP-stand gezet:
- als u,
bij een EGS-versnellingsbak,bij een snelheid lager dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de selectiehendel in de stand N
zet.

Als uw auto is uitgerust met een teller, wordt de
duur van de momenten dat de motor afgezet is,
opgeteld en weergegeven. Elke keer als u het contact opnieuw aanzet met de knop "START/STOP", wordt deze teller op 0 gezet.
Tank nooit als de motor door het Stop &Start-systeem in de STOP-stand isgezet. Zet in dat geval altijd het contactaf met de knop "STA R T/STOP".
Het systeem werkt de eerste10 seconden na het inschakelen van deachteruitversnelling niet. Als de motor door het systeem in deSTOP-stand wordt gezet, blijven alleandere componenten zoals de remmenen de stuurbekrachtiging normaalfunctioneren.


Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:


- het bestuurderportier geopend is,

- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,

- de auto sinds de laatste star t met de knop
"START/ST
OP" niet sneller dan 10 km/hheeft gereden,

- de elektrische parkeerrem wordt/is
aangetrokken,

- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,

- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,

- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zi
jn (laadtoestand accu, motor temperatuur, rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knipper t het verklikkerlampje
"ECO"
een
paar seconden, waarna
het uitgaat. Het
Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestar t(STA R T- s t a n d) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeur t direct, snel en stil.
Het Stop & Star t-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.

Page 125 of 359

123Rijden

Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO"gaatuit en de motor wordt automatischgestart (EGS-versnellingsbak):



m
et de selectiehendel in de stand A
of M,laat het rempedaal los,


met de selectiehendel in de stand Nen het rempedaal niet ingetrapt, zet de selectiehendel in de stand A
of M,


of schakel de achteruit in.
D
e STA R T-stand wordt automatischgeactiveerd als:
- het bestuurderpor tier geopend is,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder losgemaakt is,
- de snelheid van de auto hoger is dan
11 k m / h (EGS -versnellingsbak),
- de elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
- er bepaalde bijzondere omstandighedenzijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,rembekrachtiging, instellingairconditioning...).
Bijzonderheden: automatischactiveren van de START-stand


Als het systeem in de STOP-stand wordt uitgeschakeld, dan wordt demotor direct weer gestart.
U kunt deze
functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het display.

Uitschakelen
Het verklikkerlampje "ECO"
knippert een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de
START-stand wordt geactiveerd, is
volkomen normaal
.

Page 126 of 359


Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra u het contactopnieuw aanzet met de knop"STA R T/STOP".
Inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF".Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een meldin
g op het display weergegeven.

Storing
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar "ECO OFF"knipperen en vervolgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat.
Alle verklikkerlampjes gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er daarnaasteen waarschuwingsmelding verschijnen,
waarbij verzocht wordt om de schakelhendel in de stand Nte zetten en opnieuw het rempedaal
in te trappen.
In dat
geval moet u het contact uitzetten en
opnieuw starten door op de START/STOP-knop
te drukken.

Schakel omwille van de veiligheid hetStop & Star t-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wilt uitvoeren.
Dit s
ysteem heeft specifieke kenmerken en maakt gebruik van een speciale 12V-accu (raadpleeg
voor meer informatie het CITROËN-netwerk).
Het gebruik van een andere dan de door CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Maak voor het opladen van de 12V-accu gebruik van een 12V-acculader. De polariteitenmogen hierbij niet worden omgekeerd.


Onderhoud


Het Stop & Start-systeem maaktgebruik van geavanceerde technologie.Laat eventuele werkzaamhedenuitvoeren bij een gekwalificeerdewerkplaats, bijvoorbeeld een servicepunt van het CITROËN-netwerk,die over alle deskundigheid en speciale
gereedschappen beschikt.

Page 127 of 359

125
Rijden





Lane Departure Warning System (LDWS)
Dit systeem signaleert, met behulp van eencamera die doorgetrokken of onderbroken strepen herkent, het onvrijwillig overschrijden
van een rijstrookmarkering.
Om de actieve veiligheid te verhogen
analyseert de camera de beelden en activeer t een waarschuwing, wanneer de aandacht vande bestuurder verslapt en de auto de markering
overschrijdt (bij een wagensnelheid hoger dan 80 km/h).
Dit systeem werkt optimaal op snelwegen en
autowegen.
Activering
) Druk op de knop: het lampje gaat branden.


Het Lane Depar ture Warning System is
een hulpmiddel voor de bestuurder, diedesondanks waakzaam moet blijven enverantwoordelijk is.
Uitschakelen
U wordt gewaarschuwd door het trillen van de zitting van de bestuurdersstoel:
- rechts: als de rechter rijstrookmarkering
wordt overschreden,
- links: als de linker ri
jstrookmarkering wordtoverschreden.
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
en ongeveer 20 seconden nadat deze is uitgeschakeld, wordt er geen enkele waarschuwing gegeven.
Signalering - waarschuwing


Storing


Er kunnen storingen in de signalering optreden:


- als de rijstrookmarkeringen weggesleten zijn,

- als er weinig contrast is tussen hetwegdek en de markeringen,

- als de voorruit vuil is,

- onder bepaalde extremeweersomstandigheden: mist,zware neerslag, sneeuw, sterkezonnestraling of bij direct zonlicht (zeer laagstaande zon, uitrijden van een tunnel, ...) en schaduw.

)
Druk opnieuw op de knop: het
lampje gaat uit. In het
geval van een storing knipper t het lampje
van de knop.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De status van het s
ysteem blijft na het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen.

Page 128 of 359






Head-up display
Systeem dat bepaalde informatie op een
doorzichtig scherm projecteer t, in het directegezichtsveld van de bestuurder, zodat deze zijn
ogen niet van de weg hoeft af te wenden.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en de
instellingen worden opgeslagen bij het afzetten
van het contact.

1
.Inschakelen/uitschakelen head-up display.
2. Hoogteverstelling weergave. 3.
Regeling lichtsterkte.


Als de head-up display is ingeschakeld, geeft
deze de volgende informatie weer:
A.De snelheid van uw auto.
B.De informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.

Informatie op het head-up
display
C.De aanwijzingen van het navigatiesysteem(volgens uitvoering).

Raadpleeg voor meer informatie over het navigatiesysteem de rubriek "Audio en telematica".

Page 129 of 359

127Rijden
)Druk bij draaiende motor op de knop 1.De head-up display blijft ingeschakeld/
uitgeschakeld als de motor na het afzetten
weer wordt gestart.
Het scherm wordt automatisch ongeveer 3 seconden na het uitzetten van de motor ingeklapt, behalve in
de STOP-stand van het Stop & Start-systeem.


Inschakelen / uitschakelen
)
Stel bij draaiende motor de lichtsterkte van
de head-up display in met de knop 3 :


- naar achteren om de lichtsterkte teverhogen,

- naar voren om de lichtsterkte te
verlagen.
Regelen van de lichtsterkte
Het is raadzaam de knoppen uitsluitend bij stilstaande auto te bedienen.
Leg nooit voor werpen rondom het projectiescherm (of op de afdekking)zodat het uitklappen en de goedewerking van het scherm niet verhinderd wordt.


Bij bepaalde weersomstandigheden(regen en/of sneeuw, zeer zonnig, ...) kan de informatie op het head-up display tijdelijk minder goed leesbaar zijn.
Sommige zonnebrillen kunnen het lezenvan de informatie hinderen. Gebruik een schone en zachte doek (bijvoorbeeld een brillendoekjeof microfiber doekje) om hetprojectiescherm te reinigen. Gebruiknooit een droge doek, een schuurspons,schoonmaak- of oplosmiddel om tevoorkomen dat er krassen ontstaanop het scherm of de anti-reflecterende functie beschadigd raakt.



Hoogteverstelling
)Stel de head-up display bij draaiende motor
op de gewenste hoogte af met de knop 2:
- naar achteren om de head-up display hoger af te stellen,
- naar voren om de head-up display lager af te stellen.

Page 130 of 359









Snelheden opslaan
)Selecteer het menu "Persoonlijke instellingen - configuratie" en bevestig uw keuze. )Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze. )Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestiguw keuze.)Selecteer "Geprogrammeerde snelheden"
en bevestig uw keuze.
)Wijzig de snelheid.)Selecteer " OK
" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.

Voer deze handelingen omwille van deveiligheid alleen uit als de auto stilstaat, via het display van de autoradio. U kunt vi
jf snelheden opslaan in het geheugen van het systeem.
Standaard zijn er al enkele snelheden opgeslagen.
) Selecteer het menu "Configuratie" en
bevestig uw keuze.) Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze.) Selecteer het item "Hulp bij het rijden" enbevestig uw keuze.)
Selecteer het item "Geprogrammeerdesnelheden" en bevestig uw keuze.
)
Wijzig de snelheid.)
Selecteer "OK
" en bevestig uw keuze om
de wijzigingen op te slaan.

Via de Autoradio Via de eMyWay
)Ga naar het hoofdmenu
door op de toets
"MENU"
te drukken.
)
Ga naar het hoofdmenu
door op de toets "SET
UP"
te drukken.


To egang
)Druk op de toets "MEM"
op het stuur wiel
om de lijst met opgeslagen snelheden weer
te geven.



Selecteren
Selecteren van een opgeslagen snelheid: )Druk op de toets "+" of "-" en houd deze
ingedrukt; het systeem stopt bij de
eerstvolgende opgeslagen snelheid.)Druk nogmaals op de toets "+" of "-" enhoud deze ingedrukt om een andere
opgeslagen snelheid te selecteren.
De ingestelde snelheid en de status van het
systeem (aan/uit) worden weergegeven op het
instrumentenpaneel.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 360 next >