CITROEN DS5 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 359

179Veiligheid
Airbags


De airbags zijn speciaal ontworpen om de veiligheid
van de inzittenden (uitgezonderd de middelste passagier achter) bij ernstige aanrijdingen te
verbeteren. Ze vormen een aanvulling op de werking
van de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de
frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
bloot
gesteld:

- bij een ernstige aanrijding gaan deairbags onmiddellijk af om de inzittenden
van de auto (uitgezonderd de middelste passagier achter) te beschermen. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordtbelemmerd en de inzittenden de auto eventueel kunnen verlaten,

- bij een minder ernstige aanrijding of een aanrijding van achteren en in bepaalde gevallen waarbij de auto over de kop slaat,
treden de airbags niet in werking. De
veiligheidsgordels zorgen in deze situaties
voor een afdoende bescherming.
De airbags werken alleen als hetcontact aan is. De airbags werken slechts eenmaal.Als er een tweede aanrijding plaatsvindt(tijdens hetzelfde of een volgendongeval), worden de airbags niet meer opgeblazen.
Het activeren van de airbags gaatgepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activeringvan de pyrotechnische lading die in hetsysteem is geïntegreerd.De rook is niet schadelijk, maar kanvoor personen die hier gevoelig voor zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt geproduceerd, kan het gehoor gedurende een korte periode enigszins verminderen.
Registratiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór.B.
Impactzone opzij.
Frontair bags


Activering
De airbags worden gelijktijdig opgeblazen,
behalve als de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone vóór (A), in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde richting
de achterzijde van de auto, die zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen datdeze naar voren wordt geslingerd. De frontairba
gs beschermen de bestuurder en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.

Page 182 of 359

Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld: )steek de sleutel in de schakelaar
voor uitschakelen van de airbag aanpassagierszijde, )draai deze in de stand "OFF" , )ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Afhankeli
jk van de uitvoering van uw
auto brandt dit waarschuwingslampje
hetzij op het instrumentenpaneel,
hetzij op het display voor de
waarsc
huwingslampjes van de autogordels en de airbag aan passagierszijde, bij aangezetcontact en zolang de airbag is uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uitals u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Plaats geen kinderzitje op de voorstoel als minimaal één van beide waarschuwingslampjes van de airbagspermanent blijft branden.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.


Opnieuw inschakelen

Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan met afgezet contactde schakelaar weer op
"ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van uw passagier te garanderen.

Als het contact is aangezet en de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld, gaat dit
waarschuwingslampje op het display
van de waarschuwin
gslampjes van
de autogordels en de airbag aanpassagierszijde gedurende ongeveer
1 minuut branden.

Storing

Als dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden in
combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het instrumentenpaneel, laat het systeem dan controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. De kans bestaatdat de airbags bij een ernstige aanrijding niet
worden geactiveerd.

Als dit lampje knippert, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. De kans bestaat dat de airbag aan
passagierszijde bij een ernstige
aanri
jding niet wordt geactiveerd.

Page 183 of 359

181Veiligheid
Zijairbags

Activering

De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende portierpaneel.
De zijairbags beschermen de bestuurder en de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zi
jairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de por tierzijde.
Detectiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.


Windowairbags
De windowairbags beschermen de bestuurder
en passagiers (uitgezonderd de middelstepassagier achter) bij een ernstige zijdelingseaanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
van het hoofd te verkleinen. De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen
en in de hemelbekleding.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding wordt de windowairbag niet geactiveerd.



Activering

De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Als dit waarschuwin
gslampje gaatbranden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel,
raadpleeg dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren. De kans bestaat dat de airbags
bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.

Storing

Page 184 of 359

Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgesteldeautogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goedewerking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemenmogen uitsluitend door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriftenworden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbagwordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkelemilliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via dedaarvoor bestemde openingen naar buitenstromen.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zichwenden tot het CITROËN-netwerk. Raadpleeg de rubriek "Accessoires". Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver wondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.



Airbags vóór

Houd het stuur wiel niet aan de spakenvast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten. De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als deairbag wordt opgeblazen, kunnen brandendesigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.

Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:


Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;dit zou bij het afgaan van de window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uit vande bevestiging van de window-airbags.

Page 185 of 359

183Veiligheid

Page 186 of 359

008
Praktische informatie

Page 187 of 359

Page 188 of 359

Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
De volledige set voor de reparatie van een
band bestaat uit een com
pressor en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band
tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijndegarage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich inhet loopvlak of de hiel van de band bevindt.




















Bandenreparatieset
To egang tot de set







Overzicht gereedschap
Al het gereedschap is specifiek bestemd
voor uw auto; gebruik het niet voor andere
doeleinden. Afhankelijk van de uitvoering is uw
auto voorzien van het volgende gereedschap.
1. 12V- c ompressor.
De compressor bevat eenafdichtingsproduct voor het tijdelijk repareren van een band en regelt de
bandenspanning. 2.Wielblokken * om de wielen te blokkeren,
zodat de auto niet weg kan rollen. 3.Sleutel voor wielboutdoppen * .
Voor het ver wijderen van de
wielboutdoppen op lichtmetalen velgen. 4. Wieldopsleutel.
Voor het ver wijderen van wieldoppen van
lichtmetalen velgen.
5
. Afneembaar sleepoog.
Zie paragraaf "Slepen van de auto".
6.Gereedschap voor de noodontgrendeling
van de elektrische parkeerrem.
Zie para
graaf "Elektronischbediende parkeerrem" ver volgens"Noodontgrendeling van de parkeerrem".



*
Vol
gens land van bestemming of uitvoering.

Page 189 of 359

187
Praktische informatie
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen".
B. Aan/uit schakelaar "I/O" . C.
Knop voor leeg laten lopen.D.
Manometer (bar of psi). E.
Opbergvak met:


- kabel + adapter voor 12V-aansluiting,

- diverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ...
Beschrijving van de set
F.Flacon met afdichtmiddel. G.Witte slang met dop voor de reparatie.
H. Zwar te slang voor het op spanningbrengen.I.
Sticker met snelheidslimiet.


De sticker met snelheidslimiet Imoet op het stuur wiel worden geplakt om ute herinneren aan het feit dat de bandtijdelijk is gerepareerd.

Rijd na het repareren met behulp van de bandenreparatieset niet sneller dan80 km/h.

Op deze sticker staat de bandenspanningaangegeven.

Page 190 of 359

)Zet het contact af.

)
Rol de witte slang Gvolledig uit. )
Draai de dop van de witte slang los. )
Sluit de witte slang aan op het ventiel vande lekke band.
)Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto. )Start de motor en laat deze draaien.

Let op: dit product is schadelijk(ethyleenglycol, colofonium...) bijinname en irriterend voor de ogen. Houd het middel buiten het bereik vankinderen.

Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is aangesloten op hetventiel van de band: het afdichtmiddelwordt anders buiten de band gespoten.


Ver wijder het voor werp dat de lekkageheeft veroorzaakt niet uit de band.
1. Afdichting van het lek
)Zet de schakelaar A
in de stand "Reparatie".)Controleer of de schakelaar B
inde stand "O"staat.

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 360 next >