CITROEN DS5 HYBRID 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 358

149Zicht
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkteen geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld. Als de dimlichten bij afgezet contact blijven branden, gaat de auto over inde ECO-mode om het ontladen van de accu te voorkomen.
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

De verlichting overdag kan worden ingeschakeldof uitgeschakeld via hetconfiguratiemenu.


Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u deverlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.

Verlichting overdag
(LED-verlichting)
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming en
de plaatselijk geldende wetgeving doet deze
verlichting dienst als:
- verlichting overdag en als parkeerlicht 's
nachts (bij de verlichting overdag is de lichtsterkte groter),of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.

Page 152 of 358

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichtin
g wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)Draai de ring in de stand "AUTO":
de automatische verlichting wordtingeschakeld en er wordt ter bevestiging
een melding weergegeven op het display.

Uitschakelen
)Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt bevestigd door eenmelding op het display.

Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home-verlichting aan de automatische
verlichting biedt, nadat het contact is afgezet,
de volgende extra mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow
me home-verlichting (15, 30 of 60 seconden) via de instelfuncties in het configuratiemenu van de auto,

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichtin
g is ingeschakeld.

Storing
Bij een storing in de
lichtsensor gaat de
verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatisch ingeschakeld.Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor die zich inhet midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies wordendan niet meer bediend.

Page 153 of 358

151Zicht
Automatische schakeling
grootlicht/dimlicht
Inschakelen
Dit systeem schakelt automatisch om
tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van
de omstandigheden en de aanwezigheid
van overig verkeer op de weg dat wordt geregistreerd door een camera op de binnenspiegel.
) Zet de ring van de
lichtschakelaar in de stand
"AUTO".
Activeren
Het automatische omschakelsysteem is eenhulpsysteem bij het rijden. De bestuurder
blijft zelf verantwoordelijk voor de verlichting van zijn auto, voor de aanpassing vande verlichting aan de lichtsterkte van de omgeving, het zicht en het verkeer en voor het naleven van de verkeersregels.
)Geef een lichtsignaal (beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt) zodat wordt omgeschakeldtussen dimlicht en grootlicht. Het controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat
branden om het activeren tebevestigen.
)
Druk op de toets; het lampje van de toets gaat branden.



Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lampje van
de toets gaat uit. De status van
de koplampen blijft onveranderd.



Onderbreken

De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf de verlichting omschakelen:
)Geef een lichtsignaal
(beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt)
om het systeem tijdelijk uit
te schakelen, zodat wordt
om
geschakeld naar dimlicht.
)Geef opnieuw eenlichtsignaal om het
systeem weer teactiveren.

Het systeem wordt geactiveerd vanaf 25 km/h.
Als de snelheid lager dan 15 km/h wordt, schakelt het systeem om naar dimlicht.

Page 154 of 358

Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer. )Duw de lichtschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichten aan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de weg parkeren: lichtschakelaar omlaag duwen;parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een geluidssignaal en het branden van het controlelampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middenstand of zet het contact aan. Deze
functie zorgt er voor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g

Inschakelen
)
Geef binnen 1 minuut na het afzetten
van het contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar. ) Geef nogmaals een "lichtsignaal" om defunctie uit te schakelen.


Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichtingna een bepaalde tijd (deze tijd kan wordengeprogrammeerd in het configuratiemenu)automatisch uitgeschakeld.
Er kunnen storingen in de werking vanhet systeem optreden:


- als het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij sneeuwval, zware regenval of dichte mist, ...),

- als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen of bedekt is (bijvoorbeeld met eensticker),

- als de verlichting van uw auto wordt weerkaatst door spiegelende of reflecterende panelen (bijvoorbeeld verkeersborden).


Het systeem signaleert geen:


- weggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voetgangers,

- weggebruikers van wie de verlichting wordt afgeschermd (bijvoorbeeld door een vangrail opde snelweg),

- weggebruikers die zich aan de top of de voet van een steile helling, in een bocht of op een zijwegbevinden.

Page 155 of 358

Zicht





Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting wordt afhankelijk van dedoor de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheidlicht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.

Inschakelen

Uitschakelen


De instapverlichting buitenzijde gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het
afzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.
Programmeren

De duur van het branden
van de instapverlichting kan
worden geselecteerd via het configuratiemenu van de auto.
De duur van het branden van de instapverlichting is gekoppeld en gelijkaan die van de automatische follow mehome verlichting.
) Druk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening of op
de portierhandgreep met het
Keyless entry and star t-systeem.








Ver lic ht ing
buitenspiegels

Inschakelen

De instapverlichting wordt ingeschakeld:


- bij het ontgrendelen,

- bij het ver wijderen van de elektronischesleutel uit de lezer,

- bij het openen van een portier,

- bij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.

Uitschakelen

De verlichting dooft na een bepaalde tijdautomatisch.
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:


- het opper vlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,

- het opper vlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.

Page 156 of 358








Halogeen
koplampen
handmatig verstellen





Automatische koplamphoogteverstelling bij
xenonlampen
Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
v
oorkomen. 0.1 of 2 personen op de voorstoelen. -.Tussenstand. 1. 5 personen + maximaal toegestane
belading. -.Tussenstand. 2. Bestuurder + maximaal toegestane belading.-.Tussenstand. 3.
5 personen + maximaal toegestane
belading in de koffer.
Stand "0"
: basisinstelling.In het
geval van een storing
verschijnt dit pictogram ophet instrumentenpaneel,in combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand.
Om verblinding van andere weggebruikers
te voorkomen corrigeert dit systeem bij
stilstaande auto automatisch de hoogte van de lichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.

Raak in het geval van een storing dexenonlampen niet aan. Raadpleeghet CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 157 of 358

155
Zicht
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld,
vol
gen de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richting van de weg.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatiemet xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk beter zicht in bochten.








Meedraaiende koplampen
met meedraaiende koplampen
zonder meedraaiende ko
plampen

Programmeren

Storin
g
U kunt deze functie
desgewenst uitschakelen viahet configuratiemenu op het multifunctionele display.Standaard is deze functie ingeschakeld.
Bij het afzetten van het contact
blijven de instellingen gehandhaafd.

Deze functie werkt niet:


- bij stilstand of zeer lage snelheden,

- als de achteruit is ingeschakeld.
In het
geval van een storing knippert
dit pictogram op het display incombinatie met een melding op het multifunctionele display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.

Page 158 of 358









Statische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de
binnenkant van de bocht extra te verlichten bijsnelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op
bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages enz.).
met statische bochtverlichting
zonder statische bochtverlichting

Statische bochtverlichting
ingeschakeld

De bochtverlichting wordt in de volgendegevallen ingeschakeld:


- bij het inschakelen van een
richtingaanwijzer,
of

- als het stuur wiel ver genoeg wordt
verdraaid.

Statische bochtverlichting
werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen niet:


- bij een geringe stuuruitslag,

- bij snelheden boven 40 km/h,

- als de achteruit is ingeschakeld.

Programmeren
U kunt de statische bochtverlichtingdesgewenst uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.Standaard is de statische
bochtverlichting ingeschakeld.

Page 159 of 358

157
Zicht








Ruitenwisserschakelaar


Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:


- automatische werking van de ruitenwissers vóór,

- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.

Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.

Ruitenwissers vóór

Wissnelheid:
ho
ge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit,
automatisch
(omlaag duwen en
loslaten),
één keer
(de hendel even naar u toe trekken).

Page 160 of 358

Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage vaneen fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerd via hetconfiguratiemenu. uit,
interval,
wissen en sproeien (gedurende enige
tijd).
Achteruitversnelling

Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnellinginschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
D
eze functie kan wordengeactiveerd of gedeactiveerd via hetconfiguratiemenu.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Instellen
)Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.

De koplampsproeiers worden alleengeactiveerd als de dimlichten branden.
Ruitensproeiers vóór en
ko
plampsproeiers Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 360 next >