CITROEN DS5 HYBRID 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 358

Praktische informatie
Na het monteren van de accu kan het, afhankelijk van deweersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren(tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken.
)Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B.)Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B.


Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
)
Maak indien nodig de accupoolklemmen los.)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader. )
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. )
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.


Laden met behulp van een
acculader
)
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwar te kabel aan op het massapunt C
van uw auto (motorsteun). )
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien. ) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.

Page 222 of 358

Accu's bevatten schadelijke stoffen,zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuil terechtkomen. Lever lege batterijen en accu's inbij een speciaal afvalstoffendepot.

Keer de polariteiten niet om en gebruikuitsluitend een 12V-accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bijdraaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accupoolklemmen los te nemen.
Het aanduwen van een auto met een EGS 6 -versnellingsbak of eenautomatische versnellingsbak om de motor te starten is niet toegestaan.


Het is raadzaam de accu los tekoppelen als uw auto langer dan eenmaand buiten gebruik is.


Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorensde motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor
het zelf opnieuw initialiseren van:


- de sleutel met afstandsbedienin
g,

- het zonnescherm van het panoramadak,

- het
GPS-navigatiesysteem.










Spaarfase

De spaarfase stuur t de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatischingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.
Laad de tractiebatterij niet op.

Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
contact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.

Page 223 of 358

221Praktische informatie
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u eenaantal elektrische functies zoals het audio-en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, pla
fonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.







Eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Ver volgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de
eco-mode is in
geschakeld en worden deactieve functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uwautoradio.

Uitschakelen van de
eco-mode

De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt. ) Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functiesongeveer vijf minuten te kunnen
gebruiken,
- m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer der tig minuten te kunnengebruiken.

Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de paragraaf "Ac cu").

Page 224 of 358









Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.)
Maak het wisserblad los en ver wijder het.



Monteren
)
Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast. )
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.


Na het monteren van een
wisserblad vóór
) Zet het contact aan. )
Bedien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.







Uw auto op
een oprijwagen
ver voeren
Werkwijze voor ver voer van uw auto op een
oprijwagen.
Laat uw auto bij pech altijd op eenoprijwagen vervoeren.Sleep de auto nooit met de vier wielen of met alleen de voor- of de achterwielen op de grond. De aandrijving van de autokan dan beschadigd raken. Zet de selectiehendel in de stand Nenzet altijd de motor af (verklikkerlampje Readyuit).
)Bedien de ruitenwisserschakelaar binnenéén minuut na het afzetten van het contactom de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.

Page 225 of 358

223Praktische informatie
Aan de voorzijde
Aan de achterzijde





To egang tot het gereedschap



Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
)open de achterklep,)pak het sleepoog uit de gereedschapsset.

)
Maak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant ervan te drukken.
) Draai het sleepoog vast tot de aanslag.)
Bevestig de sleepkabel of -stang. )
Schakel de alarmknipperlichten in.
)
Trek het klepje in de achterbumper aan de
linkerkant los via de punt van de ring. ) Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )
Bevestig de sleepkabel of -stang.)
Schakel de alarmknipperlichten in.
)Zet de selectiehendel in de stand N.Het niet opvolgen van deze bijzonderheid kan er toe leidendat bepaalde onderdelen van het remsysteem beschadigd rakenen dat de rembekrachtiger na hetstarten mogelijk niet meer werkt.

Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- enstuurbekrachtiging uitgeschakeld.

Page 226 of 358





Trekken van een
aanhanger, ...

De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een
aanhanger en een elektrische aansluiting voor de verlichting en signalering.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het ver voer
van personen en bagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger.
Ga wanneer geen aanhanger isaangekoppeld niet rijden zonder dat deafneembare kogel is verwijderd, omdat
deze anders voor het mistachterlicht zit.
Maximaal
aanhangergewicht

Het maximale aanhangergewicht bedraagt 500 kg.








Slepen
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zetde selectiehendel in de stand N
en schakelver volgens het hybridesysteem uit.
De auto ma
g niet worden gesleept met de voor- of
achterwielen op de grond, de auto mag uitsluitend
worden ver voerd op een bergingsauto of trailer.
Gebruik de sleepogen uitsluitend voor het lostrekken van de auto of om de auto op een bergingsauto te ver voeren. De auto mag maximaal 10 meter worden verplaatst met een snelheid van maximaal 10 km/h als de omstandigheden (bijvoorbeeld eenslechte toegankelijkheid) dit vereisen.

Page 227 of 358

225
Praktische informatie
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CITROËN geteste en goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren. Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk behoort, moet de montagealtijd volgens de voorschriften van defabrikant worden uitgevoerd.
Adviezen
Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Raadplee
g het hoofdstuk "Technischegegevens" voor de gewichten en aanhangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.
Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.

Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.De koelventilator wordt elektrisch bediend en isniet afhankelijk van het motortoerental.
) Pas uw snelheid aan om het toerental tebeperken.
)Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP , Pstop dan zo snel mogelijk en zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen over verhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.

Banden
)
Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indiennodig op de juiste waarde.


Verlichting
)Controleer de verlichting van de aanhanger.

De parkeerhulp wordt automatisch uitgeschakeld als bij het aankoppelenvan een aanhanger een originele
CITROËN-trekhaak wordt gebruikt.


Het rijden met een aanhanger heeft veelinvloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder. Het maximale aanhan
gergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk
geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.

Page 228 of 358












Allesdragers monteren
op allesdrager, bij een maximale laadhoogte van 40 cm (m.u.v. fietsendrager): 70kg. Pas bij een belading hoger dan
40 cm de rijsnelheid aan aan de rijomstandigheden om schade aan de allesdragers en de bevestigingsplaatsenop het dak te voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land met betrekking tot het ver voeren vanvoor werpen die langer zijn dan de auto.
Houd u bij het monteren van de dwarsdragers
aan hun montageplaats: Gebruik door CITROËN goedgekeurdeaccessoires en houd u aan de aanwijzingen en instructies in de montagehandleiding van de fabrikantom beschadiging van de carrosserie (ver vorming, krassen, ...) te voorkomen.
)Verwijder de dop met behulp van een inbussleutel.)Zet de dwarsdragers in de juiste stand en
draai de bevestigingsbouten vast.

Page 229 of 358

227Praktische informatie





Accessoires

Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CITROËN-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over degarantie van CITROËN.



"Comfort":

windgeleiders, rolgordijnen zijruiten, rolgordijn
achter, koelbox, kleerhanger aan hoofdsteun,leeslamp, caravanspiegels, parkeerhulp enz.


"Transportmiddelen":

bekleding bagageruimte, bagagebak,
bagagenet, stutten, allesdragers,
fietsendrager, skidragers, dakkoffer, trekhaak,
trekhaakbedrading enz.
Bij montage van een trekhaak en bedrading door een andere dan een dealer van het CITROËN-netwerk, moeten de voorschriften
van de fabrikant worden opgevolgd en moet de
bedrading aangesloten worden op de daar voor
bestemde aansluitingen van de auto.
"Styling":
pookknop, aluminium voetensteun, lichtmetalen
velgen, verchroomde spiegelhuizen, chromen portierlijsten...

*

Om te vookromen dat pedalen blijvenhangen:
- let erop dat vloermatten op de juiste plaats liggen en goed zijn vastgemaakt,
- leg nooit meerdere matten op elkaar.

"Veiligheid":
alarminstallatie, anti-takelmodule, car tracking
system, zitverhogingen en kinderzitjes,alcoholtester, verbanddoos, brandblusser,gevarendriehoek, veiligheidsvest, wielbouten
met slot, sneeuwkettingen, sneeuwsokken...

"Bescherming":

vloermatten * , stoelhoezen, dorpellijsten,spatlappen, stootstrips op portieren, stootstrips op de bumpers, beschermhoes voor de auto...
De carosserielementen achterin de auto zijn
zo ontworpen dat geen loszittende delen
naar voren
geworpen kunnen worden bij sterk afremmen.

Page 230 of 358

Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van CITROËN voorkomen,kan leiden tot storingen in het elektronischsysteem van uw auto en een verhoogdstroomverbruik veroorzaken.
Houdt u rekening met deze te nemen voorzorgmaatregel. Wij raden u aan contact op te nemen met een ver tegenwoordiger van het merk CITROËN om u te laten informerenover het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.



Installeren vanradiocommunicatiezenders

Voordat u radiozenders als uitrustingachteraf monteert, kunt u bij het CITROËN-netwerk informerennaar de technische gegevens(frequentieband, maximaal uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften) vande voor montage geschikte zenders ter beschikking, volgens de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit(2004/104/EG).




Afhankelijk van de lokale wetgevingkan de aanwezigheid van een veiligheidsvest, een gevarendriehoek en een set reser velampen en -zekeringen in de auto verplicht zijn.
In het CITRO
ËN-netwerk kunt u ook reinigings- en onderhoudsproducten kopen (interieur en buitenkant) - waaronder milieuvriendelijke
producten uit de serie "TECHNATURE" -
bijvulmiddelen (ruitensproeiervloeistof...),
stiften en spuitbussen voor het bijwerken
van lakschades voor de exacte kleur
van uw carrosserie, vulpatronen voor bandenreparatieset....

"Multimedia":
audio-installaties, stuurkolombediening voor de autoradio, luidsprekers, HiFi-module, Bluetooth handsfree-set, losse navigatiesystemenmet houder, radarverklikker, USB-box,achteruitrijcamera, los videoscherm met steun,
230V/50Hz stekker, adapter voor 230V/12Vstopcontact, Wifi...

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 360 next >