CITROEN DS5 HYBRID 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 364

149Rijden





Achteruitrijcamera


De achteruitrijcamera wordt automatisch geactiveerd
wanneer de versnellingsbak in de achteruit staat. De beelden van de camera worden in kleur weergegeven op het scherm van hetnavigatiesysteem. De
groene strepen geven de rijrichting van deauto weer.
De rode strepen geven een ruimte van 30 cmdirect achter de achterbumper van uw auto
weer. Het geluidssignaal wordt continu hoorbaar als een obstakel binnen deze ruimte komt.
De blauwe strepen geven de maximaledraaicirkel weer.


Maak de achteruitrijcamera regelmatigschoon met een spons of een zachtedoek.

Page 152 of 364

005
Zicht

Page 153 of 364

Page 154 of 364















Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
- meedraaiende koplampen: voor een
optimaal zicht in bochten.


Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichtingvoor specifieke rijomstandigheden:


- mistachterlichten: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren bij mist,

- mistlampen vóór: voor extra zicht bij mist en voor een optimale verlichting van kruispunten en tijdens parkeermanoeuvres,

- dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.

Automatische functies

Het verlichtingssysteem van uw auto heeft
verschillende extra automatische functies dieafzonderlijk kunnen worden ingesteld:


- follow me home-verlichting,

- meedraaiende koplampen,

- instapverlichtin
g,

- dagrijverlichting,

- automatische verlichting,-"Automatische schakeling grootlicht/dimlicht".

Page 155 of 364

153Zicht


Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.


Lichten uit.

Automatische verlichting.


Alleen parkeerlicht.

Dimlicht o
f grootlicht.

Grootlichtschakelaar

Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.

Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsi
gnaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes

Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat degeselecteerde verlichting is ingeschakeld.

Page 156 of 364

De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór enmistachterlichten
Verdraai de ring:)één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
)twee standen naar voren om demistachterlichten in te schakelen,
)één stand naar achteren om demistachterlichten uit te schakelen,)twee standen naar achteren om demistlampen vóór uit te schakelen. Als de verlichtin
g automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
)Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. Deparkeerlichten worden dan ook uitgeschakeld.
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en demistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niettoegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en de mistachterlichten uitsluitend bij mist of sneeuwval. Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen en het dimlichthandmatig in te schakelen, omdatde lichtsensor voldoende licht kanwaarnemen. Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.

Page 157 of 364

155
Zicht
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkteen geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld. Als de dimlichten bij afgezet contact blijven branden, gaat de auto over inde ECO-mode om het ontladen van de accu te voorkomen.
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

De verlichting overdag kan worden ingeschakeldof uitgeschakeld via hetconfiguratiemenu.


Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u deverlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.

Verlichting overdag
(LED-verlichting)
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming en
de plaatselijk geldende wetgeving doet deze
verlichting dienst als:
- verlichting overdag en als parkeerlicht 's
nachts (bij de verlichting overdag is de lichtsterkte groter),of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.

Page 158 of 364

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichtin
g wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)Draai de ring in de stand "AUTO":
de automatische verlichting wordtingeschakeld en er wordt ter bevestiging
een melding weergegeven op het display.

Uitschakelen
)Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt bevestigd door eenmelding op het display.

Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home-verlichting aan de automatische
verlichting biedt, nadat het contact is afgezet,
de volgende extra mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow
me home-verlichting (15, 30 of 60 seconden) via de instelfuncties in het configuratiemenu van de auto,

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichtin
g is ingeschakeld.

Storing
Bij een storing in de
lichtsensor gaat de verlichtingbranden, wordt dit pictogram
weergegeven op het instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatisch ingeschakeld.Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor die zich inhet midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies wordendan niet meer bediend.

Page 159 of 364

157
Zicht
Automatische schakeling
grootlicht/dimlicht Inschakelen
Dit systeem schakelt automatisch om
tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van de
omstandigheden en de aanwezigheid van overigverkeer op de weg dat wordt geregistreerd door een camera op de binnenspiegel.
) Zet de ring van de
lichtschakelaar in de stand
"AUTO".
Activeren

Het automatische omschakelsysteem is een hulpsysteem bij het rijden. De bestuurder
blijft zelf verantwoordelijk voor de verlichtingvan zijn auto, voor de aanpassing vande verlichting aan de lichtsterkte van deomgeving, het zicht en het verkeer en voor het naleven van de verkeersregels.
)Geef een lichtsignaal (beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt)zodat wordt omgeschakeld
tussen dimlicht en grootlicht.Het controlelampje op hetinstrumentenpaneel gaatbranden om het activeren tebevestigen.
)
Druk op de toets; het lampje van de toets gaat branden.



Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lampje van
de toets gaat uit. De status van
de koplampen blijft onveranderd.



Onderbreken

De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf de verlichting omschakelen:
)Geef een lichtsignaal(beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt)om het systeem tijdelijkuit te schakelen, zodat
wordt omgeschakeld naar dimlicht.
)Geef opnieuw eenlichtsignaal om het
systeem weer teactiveren.

Het systeem wordt geactiveerd vanaf 25 km/h.
Als de snelheid lager dan 15 km/h wordt, schakelt het systeem om naar dimlicht.

Page 160 of 364

Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het inschakelen van de parkeerlichten aan dekant van het verkeer. )Duw de lichtschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichten aan de kant van het verkeer in teschakelen (voorbeeld: rechts van de weg parkeren: lichtschakelaar omlaag duwen;parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een geluidssignaal en het branden van het controlelampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middenstand of zet het contact aan. Deze
functie zorgt er voor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g
Inschakelen
)
Geef binnen 1 minuut na het afzetten
van het contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar. ) Geef nogmaals een "lichtsignaal" om defunctie uit te schakelen.


Uitschakelen

Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichting na een
bepaalde tijd (deze tijd kan worden geprogrammeerd
in het configuratiemenu) automatisch uitgeschakeld.


Er kunnen storingen in de werking vanhet systeem optreden:


- als het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij sneeuwval, zware regenval of dichte mist, ...),

- als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen of bedekt is (bijvoorbeeld met een sticker),

- als de verlichting van uw auto wordt weerkaatst door spiegelende of reflecterende panelen (bijvoorbeeld verkeersborden).

Het systeem signaleert geen:


- weggebruikers die geen verlichting voeren, zoals voetgangers,

- weggebruikers van wie de verlichting wordt afgeschermd (bijvoorbeeld door een vangrail opde snelweg),

- weggebruikers die zich aan de top of de voet van een steile helling, in een bocht of op een zijweg
bevinden.

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 370 next >