airbag off CITROEN DS5 HYBRID 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 24 of 364

Veiligheid voor de inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.2.
Steek de sleutel (geïntegreerd in de
elektronische sleutel) in de schakelaar. 3.Selecteer de stand: "ON"(inschakelen) wanneer een passagier op
de voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer
met het gezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje voor ver voer met de rug in derijrichting is bevestigd. 4.
Verwijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
194
Veiligheidsgordels voor en
airbag vóór aan passagierszijde
A.
Controlelampje veiligheidsgordel links voor.B.
Controlelampje veiligheidsgordel rechts
voor.C. Controlelampje veiligheidsgordel rechtsachter.D.Controlelampje veiligheidsgordel middenachter.
191
E.
Controlelampje veiligheidsgordel linksachter. F.Controlelampje airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld. G.
Controlelampje airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld.

Page 64 of 364

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen







Automatischeruitenwisserspermanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.



Airbag aanpassagierszijdepermanent op het
display van de
verklikkerlamp
jes voor
de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand "ON
".
De passagiersairbag vóór is geactiveerd. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.Z
et de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit
geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.


Voet op het
rempedaalpermanen
t. Het rempedaal is niet ingetrapt. Trap het rempedaal in om het hybridesysteem in te
schakelen (selectiehendel in stand N ).
Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaalin te trappen blijft dit lampje branden.
knippert. Als u de auto op een helling te langprobeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de
koppeling over verhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrisch bediendehandrem.

Page 65 of 364

63Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.

ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen




Passagiersairbag
permanent, ophet display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.

Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.










Elektronisch stabiliteitsprogramma(CDS/ASR)


permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.

Page 176 of 364

Airbag aan passagierszijde OFF


Raadpleeg het gedeelte "Airbags" van derubriek "Veiligheid" voor meer informatie over het uitschakelen van de airbag.


Raadpleeg de voorschriften op de sticker diezich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kindde airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan vande airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Page 196 of 364

Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld: )zet het contact af , steek de sleutel in defschakelaar voor uitschakelen van de airbag aan passagierszijde,)draai deze in de stand "OFF" , )ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.

Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto brandt dit waarschuwingslampje
hetzij op het instrumentenpaneel,
hetzij op het display voor de
waarsc
huwingslampjes van de autogordels en de airbag aan passagierszijde, bij aangezetcontact en zolang de airbag is uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uitals u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijk gewond raken.

Plaats geen kinderzitje op de voorstoel als minimaal één van beide waarschuwingslampjes van de airbagspermanent blijft branden. Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.


Opnieuw inschakelen

Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan met afgezet contactde schakelaar weer op
"ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van uw passagier te garanderen.

Als het contact is aangezet en de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld, gaat dit
waarschuwingslampje op het display
van de waarschuwin
gslampjes van
de autogordels en de airbag aanpassagierszijde gedurende ongeveer
1 minuut branden.

Storing

Als dit lampje op het instrumentenpaneel gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel, laat
het systeem dan controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
Als dit lampje knippert, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De kans bestaat dat de airbag aan
passagierszijde bij een ernstige
aanrijding niet wordt geactiveerd.

Page 261 of 364

259














URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar dealarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleer.Het groene LED-lampje dooft.

CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE
MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat hetgroene lampje 3 seconden branden. Dit duidtop een goede werking van het systeem.
Het oranje lampje knipper t: er is een storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden. Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk. g
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk lan
ger dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto. Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd. *

WERKING VAN HET SYSTEEMHet groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de verbindingtot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Wanneer u uw auto buiten het CITROËN-netwerk hebt gekocht, raden wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controlerenen eventueel configureren. In een meer talig land kunt u het systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur. Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale die
de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwingkan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.

Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van de
airbags, automatisch een noodoproep gedaan.


*
Deze diensten zi
jn afhankelijk van bepaalde voor waarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elkwillekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.

Page 352 of 364

Kentekenplaatverlichting............................... 221Keuzeschakelaar hybride................................35Keyless entrée and start............................81,86Kilometerteller..................................................72Kinderbeveiliging...................................176, 181Kinderen........................................176,179, 180Kinderen (veiligheidsvoorzieningen).....172,176, 178-180, 193Kinderzitjes ....................................172,175, 177Kinderzitjes (conventioneel).................. 175, 176Klembeveiliging...............................................93Kleurcode lak.................................................254Kleurendisplay met kaartweergave DT..........265Klokje.........................................................74,75Klokje (instellen)................................74, 75, 305Koelvloeistofniveau..................................68, 243Koelvloeistoftemperatuur.................................r68Koelvloeistoftemperatuurmeter........................68Kofferdeksel sluiten .........................................88Koffervloer (verwijderbaar)............................114Koplampsproeiers..................................164, 244Koplampsproeiervloeistofniveau....................244Koplampverstelling........................................160Krik................................................................206
KN
M
Massagefunctie .............................................104Matten.............................................................111Mat verwijderen ..............................................111Menustructuren display.................306, 338,339Milieu.....................................................9, 47, 85Milieubewust rijden..........................................47Mistachterlicht........................................154,219Mistlampen....................................................214Mistlampen vóór............r154, 162,214, 218,220Monochroom display .............................318,338Motoren .................................................250,251Motorenoverzicht ...................................250,251Motorolieniveau, controle ................................71Motorolieniveaumeter..............................r71,242Motorruimte.............................................53,240MP3 (CD)...............................................323,324Multifunctioneel display (met autoradio)........318Multimediaspelers..........................................297
Navigatiesysteem..........................267,268, 275Niveaus controleren.......................242,243, 245Niveaus en controles.............240, 242,243, 245Noodbediening achterklep...............................88Noodoproep gelokaliseerd.............................259Noodprocedure afzetten van de motor............r34
Noodprocedure starten............................34, 226
Oliefi lter.........................................................r246Oliefi lter (vervangen) .....................................246Olieniveau................................................71, 242Oliepeilstok ..............................................71, 242Onderhoudscontroles......................................47Onderhoudsintervalindicator............................69Onderhoudsintervalindicator resetten..............70Ontdooien..............................................108, 122Ontgrendelen .............................................80,81Ontwasemen.................................................122Opbergvakken.................................110, 112-114Oprijwagen ..............................................55, 231Overzicht brandstofverbruik............................. 49
O
Lampen (vervangen) .....................214, 219,221Lampen vervangen ........................ 214, 219,221Lane Departure Warning System (LDWS) ....139Lange voorwerpen vervoeren........................113Lekke band....................................................200Lendensteun..................................................104Lichtschakelaar......................................152,158Lokaliseren van de auto ..................................87Luchtfi lter.......................................................r246Luchtfi lter (vervangen) ...................................246
L
JACK-aansluiting...................................112, 327
J
P
Parkeerhulp achter........................................r147Parkeerhulp vóór...........................................r148Parkeerlichten.........152, 155,158,214, 216-219Passagiersairbag uitschakelen...................... 193