display CITROEN JUMPER MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 126 of 260

124
Niveaus

Koelvloeistofniveau

Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de constructeur
aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken als de
sleutel uit het contactslot is verwijderd en
het koelsysteem onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart omwenteling
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.


Niveau brandstofadditief (diesel met roetfilter)

Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt, komt
dit doordat het roetfilter verstopt dreigt te
raken (uitzonderlijke rij-omstandigheden:
veelvuldig stadsverkeer, lage snelheid,
lange files, ...).
Om het filter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien de
omstandigheden dit toelaten, gedurende
minstens 5 minuten met een snelheid van
60 km/uur of hoger te rijden (totdat de
melding op het display verdwijnt en het
verklikkerlampje service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het roetfilter,
kunnen enkele geluiden van het relais
hoorbaar zijn onder het dashboard.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de melding
niet verdwijnt en het lampje service blijft
branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.

Vloeistofniveau ruiten- enkoplampsproeiers

Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid de producten uit
het CITROËN-gamma te gebruiken.
Inhoud reservoir ruitensproeiers: ongeveer
4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud van
het reservoir 7,5 liter.
Voor een optimale reiniging en om
bevriezing te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.

Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.

Page 131 of 260

DIESEL
129
Brandstof

ONDERHOU
D
6

BRANDSTOFTOEVOERUITGESCHAKELD

Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
HANDOPVOERPOMP DIESEL



In het geval van een lege brandstoftank is
het noodzakelijk het brandstofsysteem te
ontluchten:


- vul de brandstoftank met minimaal vijf
liter diesel,

- bedien de handopvoerpomp van de
ontluchting (onder de beschermkap in
de motorruimte) tot u brandstof in de
transparante slang ziet komen,

- houd de sleutel in de stand "D" (starten)
tot de motor aanslaat. Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een melding
op het display.
Controleer buiten de auto of u geen brandstof
ruikt en of er geen brandstoflekkage is en
herstel de brandstoftoevoer als volgt:


- zet het contact af (stand STOP),

- neem de sleutel uit het contactslot,

- plaats de sleutel in het contactslot,

- zet het contact aan en start de motor.










Brandstofkwaliteit voor dieselmotoren Brandstofkwaliteit voor benzinemotoren

Auto's met dieselmotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen die
aan de huidige en toekomstige Europese
richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de
richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof
die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die
aan de pomp getankt kunnen worden (met
een gehalte aan methyl-estervetzuren
van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde
dat de bijzondere onderhoudsvoorschriften
strikt worden nageleefd. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type
(bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is
nadrukkelijk verboden (kans op schade aan
de motor en het brandstofcircuit).

Auto's met benzinemotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen van
het type E10 en E24 (deze bevatten resp.
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze
bevatten tot 85% ethanol) zijn uitsluitend
geschikt voor auto's die speciaal bestemd
zijn voor dit type brandstof (BioFlex-auto's).
De kwaliteit van de ethanol moet voldoen
aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met
een ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.

Page 134 of 260

132


Accu


ECO-MODUS

Nadat de motor is afgezet wordt bij aangezet
contact na 30 minuten een aantal elektrische
voorzieningen (ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.) automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Op dat moment knippert het verklikkerlampje
voor het laden van de accu en verschijnt er
een melding op het display.
Start de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele
van de tijd dat de motor heeft gedraaid.
Deze tijd zal echter altijd tussen de
5 en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.

Page 149 of 260

147


Zekering vervangen
SNEL WEER OP WE
G
7

ZEKERINGEN DASHBOARD(RECHTERZIJDE)



- Kantel het opbergvak omlaag en trek
het met kracht naar buiten om bij de
zekeringen te komen.

Zekering


A (Ampère)


Functie


1


15
Ruitenwisser achter


2


-
Vrij


3


5
Elektronische eenheid airbags


4


10
Sensor verdraaiing stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor
ESC, handbediende ventilatie, schakelaar koppelingspedaal,
koplampverstelling, pomp roetfilter


5


30
Elektrisch verstelbare buitenspiegels, motor ruitbediening
passagierszijde


6


30
Voeding ruitbediening vóór


7


5
Plafonniers en verlichting dashboardkastje


8


20
Multifunctioneel display, sirene inbraakalarm, autoradio,
CD-wisselaar, autoradio/telefoon, servicecentrale
trekhaakaansluiting (montage achteraf)


9


10
Diagnoseaansluiting 2e zitrij


10


30
Niveauregeling achter, stuurkolomschakelaars,
instrumentenpaneel


11

15
Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot


12


15
Handsfree set, elektronische eenheid airbags, elektronische
eenheid parkeerhulp


13


5
Servicecentrale motor, servicecentrale trekhaakaansluiting


14


15
Regensensor, ventilatie achter, automatische airconditioning,
instrumentenpaneel


15


30
Vergrendeling/ontgrendeling/supervergrendeling te openen
carrosseriedelen


16


-
Vrij


17


40
Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming

Page 165 of 260

9.3

Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.


01 Basisfunctie - Bedieningspaneel

Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.


INHOUD

02 Al
gemene werking

03 Bedienin
g op stuur

04 Audio-instellin
gen

05 Navi
gatie

06 Verkeersinformatie

07 Telefoneren

0
8 Radio

09 Multimedias
pelers

10 Confi
guratie

11 Boordcom
puter blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
9.4
9.6
9.8
9.9
9.10
9.23
9.27
9.
38
9.42
9.48
9.51
eMyWay

12 Menustructuur display blz.9.52

Veelgestelde vragen blz.9.56
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO
/
BLUETOOTH-TELEFOON

Page 168 of 260

9.6
02

Raadpleeg de rubriek "Menustructuur display" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen de
menu's.
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel.
"RADIO"
"
TELEFOON"
(tijdens communicatie)
SETUP
:INSTELLINGEN:
datum en tijd, con
figuratie weergave, geluid.
Geluidsbron veranderen:
RADIO:RADIO als geluidsbron.
MUSIC: MUSIC als geluidsbron. Druk een paar keer achter elkaar op de toets
MODE
om naar de volgende menu's te gaan:

ALGEMENE WERKING


" KAART OP VOLLEDIG
SCHERM " "KAART OP VERKLEIND
SCHER
M"
(tijdens navigatie)

Page 211 of 260

9.49
10CONFIGURATIE















DATUM EN TIJD INSTELLEN

Selecteer het item dat u wilt wijzigen.

Druk op de toets OKom de selectie tebevestigen, verander de instelling en
bevestig de wijziging nogmaals om de nieuwe gegevens op te slaan. Druk o
p SETUPvoor het menu "Configuratie".


Verander de instellingen één voor één.
Selecteer vervol
gens "OK" op het scherm en bevestig de wijzigingen omze in het geheugen op te slaan.
Selecteer "Minuten synchroniseren via GPS" om de instelling van
de minuten automatisch te laten doen door het systeem.
Selecteer " Configuratie display" en bevestig uw keuze.
Selecteer " Datum en tijd instellen"en bevestig uw keuze.

Page 213 of 260

9.51
11BOORDCOMPUTER

BOORDCOMPUTER
Druk meerdere keren op de toetsMODE tot de boordcomputer wordt
weergegeven. Actieradius
:in deze stand geeft de computer aan hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kuntgpgp
rijden, berekend op basis van het gemiddelde verbruik over de gg
laatste afgelegde kilometers.jpj, p
De weergegeven waarde kan sterk variëren door een veranderingin de wagensnelheid of het landschap. gggg
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnenstreepjes op het display. Na het tanken van minimaal 10 liter gjgj
brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegevenpj p p ypj p p y
zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als tijdens het rijden voortdurend streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.

Druk op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
de vol
gende informatie van de boordcomputer op het display weer
te geven.

ENKELE DEFINITIES
- Het tabblad "auto" met:
de actieradius, het huidige
verbruik en de nog af te leggen afstand.
- Het tabblad "1"
(traject 1) met:
de
gemiddelde snelheid, het gemiddelde verbruik en de
afgelegde afstand berekend over het traject "1".
- Het tabblad "2"
(traject 2) met
dezelfde gegevens voor een
tweede traject.
Momenteel verbruik: dit verbruik wordt berekend en weergegeven
vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik: dit is het gemiddelde verbruik sinds de
laatste nulstelling van de boordcomputer.
Af
gelegde afstand: deze afstand wordt berekend sinds de laatstenulstelling van de boordcomputer.
No
g af te leggen afstand: dit is de afstand tot de door degebruiker ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem
in gebruik is, wordt deze afstand op elk moment tijdens het rijdenopnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid:dit is de gemiddelde snelheid sinds de
laatste nulstelling van de boordcomputer (contact aan).

Page 214 of 260

9.52
12MENUSTRUCTUUR DISPLAY
MENU "Navigatie"


Adres invoeren

Een bestemming kiezen


Adresboek

GP
S-coördinaten

Etappes en route


Etappe toevoegen
Adres invoeren
Adresboek
Laatste bestemmingen

Eta
ppes ordenen/wissen

Alternatieve route

Gekozen bestemmin
g


Opties
Definiëren rekencriteria
Laatste bestemmin
gen wissen

Kaartbeheer


Oriëntering van de kaart








BASISFUNCTIE
keuze A1
keuze A2 KEUZE A
KEUZE B...

Ge
gevens van de kaart

De kaart verplaatsen

Carto
grafie en update

Beschrijving van bestand met risicogebieden



Navigatie stoppen/hervatten
1
2
3
1
3
3
2
2
2
2
1
3
1
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
1
Risicozones instellen2
Snelste route2
Kortste route
Afstand / Tijd
Met tolwegen
2
2
2
Met veerpont2
Verkeersinformatie2
Gesproken berichten instellen
Snelste route
Kortste route
3
3
2
Afstand / Tijd
Met tolwegen
3
3
Met veerpont
Verkeersinformatie
3
3
3
3
3
Op noorden georiënteerd
Op auto georiënteerd
Perspectief

Page 215 of 260

9.53
12 MENUSTRUCTUUR DISPLAY

TMC-zender kiezen


TMC automatisch volgen

TMC handmati
g volgen

Li
jst van TMC-zenders


Verkeersinformatie aan/uit
MENU "TRAFFIC"
Geo
grafisch filter


Bewaar alle berichten

Bewaar de berichten
Rondom de aut
o
Op de route
1
2
2
2
1
2
2
3
3
1
Nummer kiezen

Contacten

Bellen

O
penen

Importeren


MENU "Telefoon"
1
2
2
2
1
2
2
2
2
1
2
3
3
3
2
2
2
1
1
1
3
3
3
2
3
2
2
3
Lijst met gekoppelde randapparatuur
Verbinden
Verbreken
Wissen
Alles wisen

Staat van de contacten



Telefoonfuncties


Opties beltonen

De gesprekkenlijst wissen
Bluetooth-functies


Randapparatuur zoeken

Naam van radiotelefoon wi
jzigen


Verbreken
Alle contacten weergeven
Verwijderen
Contacten beheren
Nieuw contact
Alle contacten wissen
Alles importeren
S
ynchronisatie-opties
Contacten van telefoon weer
geven
Geen synchronisatie
Contacten van simkaart weergeven
2Annuleren
2Sorteren op voornaam/achternaam
3Annuleren

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >