CITROEN NEMO 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 180

159
7
SNEL WEER OP WE
G


Motorkap openen



MOTORKAP OPENEN

Binnenzijde

Trek aan de hendel onder het dashboard.


Buitenzijde

Til de motorkap iets op en houd de motorkap
met uw hand omhoog.
Duw de veiligheidshaak naar links en open
de motorkap vervolgens tot het hoogste punt.
Controleer of de vergrendelknop A goed
vast zit door er op te drukken. Houd hierbij
de motorkap steeds omhoog.


Sluiten

Til de motorkap iets op en trek aan
ontgrendelknop A om de motorkap de
deblokkeren.
Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen. Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het hard waait.




Zet het contact altijd met de sleutel
af als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren om letsel door het
automatisch activeren van de START-stand
te voorkomen.

Page 162 of 180

160
Onder de motorkap


Dieselmotor
ONDER DE MOTORKAP




1. Reservoir ruitensproeiers vóór.

2. Zekeringkast.

3. Reservoir koelvloeistof.

4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.

5. Luchtfilter.

6. Oliepeilstok.

7. Motorolie (bij)vullen.

8. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.

Page 163 of 180

161
7
SNEL WEER OP WE
G
Onder de motorkap


Benzinemotor
ONDER DE MOTORKAP



1. Reservoir ruitensproeiers vóór.

2. Zekeringkast.

3. Reservoir koelvloeistof.

4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.

5. Luchtfilter.

6. Oliepeilstok.

7. Motorolie (bij)vullen.

8. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.

Page 164 of 180

162


Niveaus

Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede
staat te houden. Vraag naar de
voorschriften bij het CITROËN-netwerk
of bij een gekwalificeerde werkplaats of
raadpleeg het onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
NIVEAUS

Motorolieniveau

Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5 liter per
1 000 km). De controle dient bij koude
motor en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de oliepeilstok.

Oliepeilstok
2 merktekens op de
peilstok:

A
= maxi.
Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.

B
= mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid
van de motoren en de emissieregelsystemen
mogen in geen geval additieven aan de
motorolie worden toegevoegd.
Olie verversen


Remvloeistofniveau

De remvloeistof dient volgens de door de
constructeur voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI
en MAXI
van het reservoir
te staan.
Indien regelmatig vloeistof moet worden
bijgevuld, duidt dit op een storing die zo
snel mogelijk door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
gecontroleerd moet worden.


Verklikker- en waarschuwingslampjes

Zie in de rubriek 1 het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie over de
verklikker- en waarschuwingslampjes. Dit dient volgens het onderhoudsschema
van de constructeur te worden uitgevoerd.
Het is verplicht uitsluitend olieën te
gebruiken met de door de constructeur
voorgeschreven viscositeit. Vraag naar de
voorschriften bij het CITROËN-netwerk of bij
een gekwalificeerde werkplaats.
Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de
houder.
Controleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag niet boven
het bovenste merkteken uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten.

Page 165 of 180

163
7
SNEL WEER OP WE
G


Niveaus



Koelvloeistofniveau

Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de constructeur
aanbevolen koelvloeistof. Als de motor warm
is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator. Wacht voor
werkzaamheden aan het koelsysteem ten
minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft,
omdat de motorventilateur nog kan (gaan)
werken als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder druk
staat.

Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI
en MAXI
van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.



Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof

Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI
en MAXI
staat.


Niveau ruitensproeiervloeistof

Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en om bevriezing te voorkomen om
deze vloeistof niet bij te vullen met of te
vervangen door water, maar om producten
te gebruiken die verkrijgbaar zijn bij het
CITROËN-netwerk.
Inhoud reservoir: ongeveer 5,5 liter. Draai de dop eerst twee omwentelingen los
om de druk te laten dalen en te voorkomen
dat de hete koelvloeistof uit het koelsysteem
spuit. Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als regelmatig
koelvloeistof moet worden bijgevuld, zo snel
mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.

Afgewerkte producten

Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid en is een erg bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het water
of op de grond, maar deponeer deze in
de daarvoor bestemde containers van
het CITROËN-netwerk of bij een officieel
afvalinzamelpunt.

Page 166 of 180

164


Controles


CONTROLES

Aftappen van water uit het
brandstoffilter
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffilter worden
afgetapt. Om te voorkomen
dat het lampje gaat branden
kan het filter ook op regelmatige basis
worden afgetapt, bijvoorbeeld bij elke
onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug of de sensor water in
brandstoffilter aan de onderzijde van het
filter los. Ga door met aftappen tot al het
water uit het filter is weggelopen. Draai
vervolgens de aftapplug of de sensor weer
vast.
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Laat
werkzaamheden aan deze motoren altijd
uitvoeren door gekwalificeerde technici van
het CITROËN-netwerk.


Accu

Het is raadzaam de accu van uw auto voor
de winter te laten controleren door het
CITROËN-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.


Luchtfilter en interieurfilter

Een verstopt interieurfilter vermindert de
prestaties van de airconditioning en kan
stankoverlast in het interieur veroorzaken.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
informatie over het vervangingsinterval van
de filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen. Raadpleeg in de rubriek 7 het
gedeelte "Motorruimte".


Remblokken

De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles door,
te laten controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is, kan dit
behalve door lekkage van het remsysteem
ook veroorzaakt worden door slijtage van de
remblokken.


Slijtage remschijven/-trommels

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
meer informatie over de controle van de
remschijven/-trommels van uw auto.


Handrem

Als de handrem een te grote slag heeft
of als het systeem minder goed werkt,
moet de handrem zelfs tussen twee
onderhoudscontroles worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.


Oliefilter

Vervang het oliefilterelement regelmatig,
volgens het onderhoudsschema.




Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12 V loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.

Page 167 of 180

165
7
SNEL WEER OP WE
G


Controles







Handgeschakelde versnellingsbak

De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje, die betrekking
hebben op de motoruitvoering van uw auto,
voor het laten controleren van de belangrijkste
niveaus en bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
zoals het remsysteem te optimaliseren,
worden door CITROËN specifieke producten
geselecteerd en aangeboden.
Vanwege de kans op beschadiging van het
elektrisch systeem is het reinigen van de
motorruimte met een hogedrukreiniger niet
toegestaan.





Roetfilter (1.3 HDi 75)

Als aanvulling op de katalysator levert dit
filter een actieve bijdrage aan het verbeteren
van de luchtkwaliteit door het tegenhouden
van onverbrande vuildeeltjes. Ook wordt
zwarte uitlaatrook voorkomen.
Dit filter, dat is opgenomen in het
uitlaatsysteem, slaat roetdeeltjes op.
De motormanagementcomputer regelt
automatisch en periodiek de verbranding
van de opgeslagen roetdeeltjes
(regeneratie).
De regeneratie vindt plaats als aan
bepaalde voorwaarden met betrekking tot
het aantal opgeslagen roetdeeltjes en de
gebruiksomstandigheden van de auto wordt
voldaan. Als er een regeneratie plaatsvindt,
kunt u dit merken aan enkele verschijnselen
(een hoger stationair toerental, inschakelen
van de koelventilator, meer rook uit de
uitlaat en hogere temperatuur van de uitlaat)
die geen gevolgen hebben voor de werking
van de auto en het milieu.
Nadat u langdurig met lage snelheden
hebt gereden of nadat de motor langdurig
stationair heeft gedraaid, kan het in
uitzonderlijke gevallen voorkomen dat
waterdamp bij de uitlaat zichtbaar is bij het
gas geven. Dit is niet van invloed op de
werking van de auto of het milieu.
Verzadiging/regeneratie
Bij het gevaar van verstopping
van het roetfilter gaat dit lampje
branden in combinatie met een
melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Deze waarschuwing wijst op een
beginnende verzadiging van het roetfilter
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden,
verkeersopstoppingen…).
Om het filter te regenereren wordt
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de
verkeerssituatie en -regels dit toelaten,
gedurende ongeveer 15 minuten met
een snelheid van meer dan 60 km/h en
een toerental hoger dan 2000 t/min te
gaan rijden (tot het lampje uitgaat en de
waarschuwing verdwijnt).
Zet de motor niet af voordat de regeneratie
voltooid is: als de regeneratie vaak wordt
onderbroken, kan de motorolie voortijdig
vervuild raken. Het wordt afgeraden om het
regeneratieproces te voltooien terwijl de
auto stilstaat.

Storing
Als deze waarschuwing aanwezig blijft,
negeer deze dan niet. De waarschuwing
duidt op een storing in het uitlaatsysteem/
roetfilter.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.







Elektronisch bediende
versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
Vanwege de hoge uitlaattemperatuur
als gevolg van de normale werking
van het roetfilter is het raadzaam de auto
uit de buurt van brandbaar materiaal (gras,
dorre bladeren, dennenaalden, ...) te
parkeren om brandgevaar te voorkomen.

Page 168 of 180

166

Page 169 of 180

167
8
WEGWIJZER





Exterieur






EXTERIEUR (BESTELWAGEN)


Achterlichten, richtingaanwijzers,
3 e remlicht ................ 41-42, 146-147
Rechterzijde:
tankdop, brandstoftank .................. 156
onderbreking
brandstoftoevoer ..................156-157

Laadruimte..............................108-109
Achterdeuren ..................31, 33, 36-40
180° openen/sluiten ................... 37, 39

Kentekenplaatverlichting ............... 146

Parkeerhulp achter .......................... 72

Reservewiel, wiel verwisselen,
gereedschap ........................138-140

Takelen, slepen.............................. 154
Trekhaak .................................131-132
Afmetingen .................................58-59

Accessoires ............................133-134
Imperiaal ........................................ 133

Sleutel, afstandsbediening,
batterij ......................................31-33
Centrale vergrendeling ........ 31, 37, 39
Ruit voorportier openen/sluiten........ 32
Codekaart ........................................ 34
Alarm ............................................... 35

Ruitenwisserbladen ....................... 148
Buitenspiegels ................................. 46
Zijknipperlichten............................. 145

Koplampen, mistlampen,
richtingaanwijzers .... 41-42, 143-145
Koplampverstelling .......................... 42
Lampen vervangen .................143-147

Portieren openen/
sluiten ..........................31, 33, 36-40
Motorkap openen........................... 159
Menu - autoclose ................. 37, 39, 70

Remmen, remblokken ........... 162, 164
Hill holder......................................... 54
Remhulpsystemen ................. 114-115
Stabiliteitscontrolesystemen ... 115-117
Banden, bandenspanning.............. 155

Page 170 of 180

168





Exterieur






EXTERIEUR (COMBI)


Remmen, remblokken ........... 162, 164
Hill holder......................................... 54
Remhulpsystemen .................. 114-115
Stabiliteitscontrolesystemen ... 115-117
Banden, bandenspanning...... 142, 155
Afmetingen .................................60-63

Accessoires ...........................133-134
Allesdragers................................... 133

Sleutel, afstandsbediening,
batterij .....................................31-33
Centrale vergrendeling ........ 31, 37, 39
Ruit voorportier openen/sluiten........ 32
Codekaart ........................................ 34
Alarm ............................................... 35

Ruitenwisserbladen ....................... 148
Buitenspiegels ................................. 46
Zijknipperlichten............................. 145

Koplampen, mistlampen,
richtingaanwijzers .... 41-42, 143-145
Koplampverstelling .......................... 42
Lampen vervangen .................143-147

Portieren openen/
sluiten ..........................31, 33, 36-40
Kinderbeveiliging ............................. 40
Ruiten achter ................................... 47
Motorkap openen........................... 159
Menu - autoclose ................. 37, 39, 70
Rechterzijde:
tankdop, brandstoftank .................. 156
onderbreking
brandstoftoevoer ....................156-157

Voorzieningen achterin ........... 110-111
Achterdeuren ..................31, 33, 36-40
180° openen/sluiten ................... 37, 39

Kentekenplaatverlichting ............... 146

Parkeerhulp achter .......................... 72

Reservewiel, wiel verwisselen,
gereedschap,
bandenreparatieset .............138-140,
141-142

Takelen, slepen.............................. 154
Trekhaak .................................131-132


Achterlichten, richtingaanwijzers,
3
e remlicht ................ 41-42, 146-147

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 next >