ESP FIAT DUCATO 2007 Instructieboek (in Dutch)
Page 182 of 282
181
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht rechts F12 7,5
Dimlicht links, Koplampverstelling F13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard (+ via contactslot) F31 7,5
Interieurverlichting Minibus (noodverlichting) F32 10
Stekkerdoos achter F33 15
AfwezigF34 –
Achteruitrijlichten, Servotronic-regeleenheid, Waterdetectiesensor in brandstoffilter F35 7,5
Regeleenheid centrale portiervergrendeling (+accu) F36 20
Bediening remlichten (primair), Derde remlicht, Instrumentenpaneel (+ via contactslot) F37 10
Relais zekeringenkast dashboard (+accu) F38 10
EOBD-stekker, Autoradio, Bediening A/C, Alarm, Tachograaf,
Webasto-timer (+accu) F39 10
Achterruitverwarming links, Verwarming spiegel bestuurderszijde F40 15
Achterruitverwarming rechts, Verwarming spiegel passagierszijde F41 15
ABS, ASR, ESP, Bediening remlichten (secundair) (+ via contactslot) F42 7,5
Ruitenwissers (+ via contactslot) F43 30
Aansteker, Stekkerdoos voor F44 20
Page 202 of 282
201
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen
onmiddellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afgespoeld.
Bij inslikken dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat synthe-
tische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het
gebruik van minerale vloeistoffen
moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden be-
schadigd.
ATTENTIEAls het vloeistofniveau lager is dan voor-
geschreven, vul dan bij met een van de
producten uit de tabel “Vloeistoffen en
smeermiddelen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”. Vul als volgt bij:
❒Start de motor en wacht tot het
niveau van de vloeistof in het reser-
voir stabiliseert.
❒Draai bij draaiende motor het stuur-
wiel een aantal malen naar uiterst
rechts en uiterst links.
❒Vul olie bij, totdat het niveau nabij
het MAX-merkteken staat en mon-
teer de dop.
fig. 10F0N0109m
Voorkom dat de olie van de
stuurbekrachtiging in con-
tact komt met warme delen van de
motor: de olie is licht ontvlambaar.
ATTENTIE
Houd bij draaiende motor
het stuurwiel niet langer dan
8 seconden aaneengesloten
tegen het einde van de slag
gedraaid; dit veroorzaakt geluid en
het systeem kan beschadigd worden.
Het olieverbruik van de
stuurbekrachtiging is zeer
laag; als na het bijvullen de
olie binnen korte tijd weer
moet worden bijgevuld, moet het sys-
teem door de Fiat-dealer op eventu-
ele lekkage worden gecontroleerd.
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING fig. 10
Controleer of de olie van de stuurbekrach-
tiging nog op het maximale niveau staat. De
controle moet worden uitgevoerd als de
auto op een vlakke ondergrond staat en bij
een stilstaande koude motor. Controleer
of het niveau nabij het MAX-merkteken
op de peilstok staat. De peilstok is vast met
de dop van het reservoir verbonden
(gebruik voor de controle bij een koude
motor het aangegeven niveau op de zijde
20 °C van de peilstok).
LUCHTFILTER
Laat het luchtfilter vervangen door de
Fiat-dealer.
LUCHTFILTER – STOFFIGE
WEGEN (indien aanwezig)
Het speciale luchtfilter voor een stoffige
omgeving heeft een optische sensor die
aangeeft wanneer het filter verstopt is
A-fig. 11. Daarom moet de sensor
regelmatig worden gecontroleerd (zie
het “Onderhoudsschema” in het hoofd-
stuk “Onderhoud en zorg”).
Page 209 of 282
208
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-
roesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende
delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van
deze garantie wordt verwezen naar de
“Service- en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de
laklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-
den bijgewerkt om roestvorming te voor-
komen. Het bijwerken dient met de origi-
nele lak te worden uitgevoerd (zie
“Plaatje met informatie over de carrosse-
rielak” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de fre-
quentie afhankelijk is van het gebruik van
de auto en van de omgeving. Het is raad-
zaam de auto vaker te wassen bij sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout. De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de
auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen verle-
nen;
❒het gebruik van verzinkte (of voor-
behandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onder-
zijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruim-
tes, met een hoog beschermend ver-
mogen;
❒het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwetsbare
delen: onderzijde van de portieren,
binnenzijde van de spatborden,
naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes
om condensvorming te voorkomen
en binnendringend water af te voe-
ren, waardoor roest van binnenuit
wordt voorkomen.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOS-
FERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elemen-
ten, zoals stoffige omgeving, opwaaiend
zand, modder en steenslag op de lak en
de onderzijde moet niet worden onder-
schat.
Fiat heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de
carrosserie efficiënt tegen roest te
beschermen.
Page 210 of 282
209
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als
u de auto in een wastunnel wast, om
te voorkomen dat deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een water-
straal onder lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale zeep;
spoel daarbij de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht
of een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren/deuren, de motor-
kap en de koplampranden moeten tij-
dens het drogen niet vergeten worden,
omdat daar water kan blijven staan. Het
verdient aanbeveling de auto na het was-
sen niet onmiddellijk binnen te zetten,
maar de auto nog even buiten te laten
staan, zodat waterresten buiten kunnen
verdampen.Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen
op dezelfde wijze worden gewassen als
de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwer-
king de lak kunnen beschadigen, waar-
door de kans op roestvorming wordt
vergroot.
Voor een goede bescherming van de lak,
moet de lak af en toe behandeld worden
met een speciale beschermende was; als
de lak dof is geworden door smog,
behandel de lak dan met polishwas, die
de lak niet alleen beschermd maar ook
licht polijst.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak
verwijderd te worden, omdat door de
agressieve bestanddelen de lak kan
beschadigen.
Schoonmaakmiddelen ver-
ontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen
op een plaats waar het afvalwater
direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de rui-
ten een daarvoor geschikt schoonmaak-
middel. Gebruik een schone, zachte doek
om krassen en beschadigingen te voorko-
men.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden
beschadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de
waterstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed
beschermd worden, om beschadiging van
de ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in
stand STOPstaan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschil-
lende beschermingen (rubber kappen, dek-
sels enz.) nog op hun plaats zitten en niet
beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten
(bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Page 211 of 282
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand
tegen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven
met kledingaccessoires zoals metalen
gespen, sierknopen en klittenband-
sluitingen, moet echter absoluut wor-
den vermeden omdat hierdoor grote
druk ontstaat op een bepaalde plek
op de bekleding, waardoor deze plek
kan slijten en de bekleding bescha-
digd wordt.
210
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
STOELEN EN STOFFEN BEKLE-
DING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige
spons en een oplossing van neutrale
zeep.
Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen van
de interieurdelen van de auto. De
elektrostatische lading die tijdens
het reinigen door het wrijven ont-
staat, kan brand veroorzaken.
ATTENTIE
Bewaar nooit spuitbussen
in de auto: ontploffings-
gevaar. Spuitbussen mogen niet
worden blootgesteld aan tempera-
turen boven 50°. In de zomer kan de
temperatuur in het interieur ver
boven deze waarde oplopen.
ATTENTIE
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de
vloerbedekking geen water is blijven
staan (dooiwater van sneeuwresten aan
schoenen, lekkende paraplu’s enz.),
waardoor roestvorming op de bodem
veroorzaakt zou kunnen worden.visuele effect en de kleur van de compo-
nenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of
benzine om het glas van het instrumen-
tenpaneel schoon te maken.
LEREN STUURWIEL / POOK-
KNOP
Reinig deze componenten uitsluitend
met water en neutrale zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt
voor het reinigen van de interieurdelen,
moet u eerst de aanwijzingen op het eti-
ket van het product lezen en controle-
ren of het geen alcohol en/of substanties
op basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit
met speciaal daarvoor bestemde pro-
ducten, per ongeluk druppels op het leer
van het stuurwiel of de pookknop
terechtkomen, moeten deze onmiddel-
lijk worden verwijderd en het betreffen-
de gebied met water en neutrale zeep
worden afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij
het gebruik van mechanische diefstalbevei-
ligingen op het stuurwiel om beschadiging
van de leren bekleding te voorkomen. KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interi-
eurdelen op de normale manier te reini-
gen met een doek bevochtigd met water
en een neutrale zeep zonder schuurmid-
del. Voor het verwijderen van vet- of
hardnekkige vlekken moeten speciale
schoonmaakmiddelen zonder oplosmid-
delen worden gebruikt, die geschikt zijn
voor het reinigen van kunststof en die het
Page 220 of 282
219
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
VERKLARING VAN DE
CODERING OP DE BANDEN
fig. 4
Voorbeeld: 215/70 R 15 109S
215=Nominale breedte (S, afstand in
mm tussen de flanken).
70 = Hoogte/breedte-verhouding (H/S)
(percentage).
R=Radiaalband.
15=Diameter van de velg (in inch) (Ø).
109=Beladingsindex (draagvermogen).
S=Snelheidsindex.
WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperst stalen of lichtmetalen velgen. Tu-
beless radiaalbanden. Op de typegoed-
keuring zijn bovendien alle goedgekeur-
de banden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in het in-
structieboekje afwijken van die van de
typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de
gegevens van de typegoedkeuring te hou-
den.
Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk
dat alle wielen zijn voorzien van banden
van hetzelfde merk en hetzelfde type.
BELANGRIJK In tubeless banden mogen
geen binnenbanden gebruikt worden.
fig. 4F0N0113m
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg.
Tubelessband, dezelfde als de standaard
gemonteerde band.
WIELUITLIJNING
Toespoor
voor totaal: – 1 ± 1 mm
De waarden zijn van toepassing op een on-
belaste auto in rijklare staat.
Page 262 of 282
261
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
100
Multijet
90 (*)
10/12
11 (▼)
5,88
6,38
2,4
0,6
0,62
1,5
5,5
5,5
VULLINGSTABEL
Brandstoftank: literinclusief een reserve van: liter
Motorkoelsysteem
motor: liter
Carter: liter
Carter en filter: liter
Versnellingsbak/
differentieel: liter
Hydraul. remcircuit met:
ABS: liter
ASR/ESP: liter
Hydraulische stuurbekrachtigingliter
Vloeistofreservoir ruitensproeiers
en achterruitsproeier liter
met koplampsproeiers: liter
(*) Op alle uitvoeringen kan een 120 liter tank worden besteld.
Op “Recreatie”-uitvoeringen kan een 60 liter tank worden besteld.
(▼)Met Webasto: 11,15 liter
Verwarming onder stoel 600cc: 11,6 liter
Verwarming achter 900cc: 11,9 liter
(❏)Uitvoeringen 100 Multijet - 120 Multijet - 130 Multijet
(■)Uitvoeringen 160 MultijetVoorgeschreven brandstof
en originele smeermiddelen
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van water en 50%
PARAFLU UP
SELENIA WR
TUTELA CAR EXPERYA (❏)
TUTELA CAR MATRYX (■)
TUTELA TOP 4
TUTELA CAR GI/E
Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 120
Multijet
90 (*)
10/12
11 (▼)
5,9
6,5
2,7
0,6
0,62
1,5
5,5
5,5130
Multijet
90 (*)
10/12
11 (▼)
5,9
6,5
2,7
0,6
0,62
1,5
5,5
5,5160
Multijet
90 (*)
10/12
11 (▼)
6,0
7,0
2,9
0,6
0,62
1,5
5,5
5,5
Page 271 of 282
270
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
-standaard............................................. 221
-verklaring van bandencodering...... 219
-verwisselen......................................... 159
-winterbanden..................................... 143
Bandenspanning.................................... 222
Bedieningsknoppen.............................. 82
Bekerhouder......................................... 87
Bescherming van het milieu............... 112
Brake Assist
(remregeling bij noodstops)............ 103
Brandstof
-brandstofmeter..................................18
-brandstofnoodschakelaar ................ 84
Brandstofbesparing.............................. 138
Brandstofmeter.................................... 18
Brandstofnoodschakelaar................... 84
Buitenverlichting
-bediening............................................. 74
-gloeilamp achter vervangen............ 173
-gloeilamp op voorspatbord
vervangen............................................ 175
-gloeilamp voor vervangen............... 170Carrosserie
-carrosseriecodes............................... 212
-onderhoud.......................................... 208
Chassisnummer.................................... 213
CO2-emissie.........................................265
Code Card............................................ 8
Cruise-control (snelheidsregelaar) .. 79
Dashboard........................................... 5
Dashboard en bediening..................... 4
Dashboardkastjes................................. 85
Dead-lock (systeem)
-in-/uitschakelen.................................. 94
Derde remlicht..................................... 175
Diefstalalarm......................................... 13
Digitaal display...................................... 20
Dimlicht
-bediening............................................. 74
-gloeilamp vervangen......................... 171
Dop van brandstoftank....................... 111
Dubbele achterdeur............................ 96
Aansteker............................................. 87
Aanwijzingen voor het laden .............137
ABS .........................................................102
Accu
-accu opladen...................................... 185
-acculading controleren..................... 202
-starten met een hulpaccu................ 158
-vervangen............................................ 203
Achteruitrijcamera.............................. 89
Achteruitrijlicht.................................... 173
Afmetingen............................................ 223
Airconditioning, automatisch............ 55
Airconditioning, handbediend........... 51
Armsteun voor..................................... 38
Asbak...................................................... 87
ASR......................................................... 105
-in-/uitschakelen.................................. 105
Auto langere tijd stallen..................... 144
Autonome extra verwarming........... 66
Autoradio.............................................. 108
Banden
A
A A A
L L L L
F F F F
A A A A
B B B B
E E E E
T T T T
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
R R R R
E E E E
G G G G
I I I I
S S S S
T T T T
E E E E
R R R R
Page 272 of 282
271
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hoofdsteunen
-voor..................................................... 40
Hulpverwarming................................... 55
Identificatiegegevens........................... 212
Imperiaal/skidrager.............................. 100
Instrumenten........................................ 17
Instrumentenpaneel............................. 16
Intelligente wis-/wasregeling.............. 77
Interieur................................................. 209
Interieuruitrusting................................ 85
Isofix....................................................... 124
Kentekenplaatverlichting................... 175
Kinderzitjes
(geschiktheid voor gebruik)............ 122
Klimaatregeling..................................... 47
Koel/warmhoudvak............................. 85
Koelvloeistoftemperatuurmeter....... 18
Koplampen............................................ 101
-koplampen afstellen.......................... 101
-koplampverstelling............................ 101
Koplampsproeiers
-bediening............................................. 78
Lade onder stoel................................ 41
Lak.......................................................... 208
Lampjes en berichten.......................... 145
Leestafeltje............................................ 88
Luchtfilter.............................................. 201
Luchtroosters....................................... 47
Mechanische sleutel........................... 11
Ministeriële goedkeuring radiogolf
afstandsbediening.............................. 266
Mistachterlicht
-bedieningsknop.................................. 83
-gloeilamp vervangen......................... 172
-gloeilamp vervangen..............173-174
Mistlampen
-bedieningsknop.................................. 83
-gloeilamp vervangen......................... 172
Motor
-code..................................................... 213
-identificatiecode................................ 214
-specificaties......................................... 216
Motor starten....................................... 134
-dieselmotor starten.......................... 134
-motor opwarmen na het starten... 135
-motor uitzetten................................. 135
EOBD-systeem................................... 106
ESP-systeem.......................................... 103
Extra accessoires................................. 109
Extra airconditioning achter.............. 73
Extra verwarming achter................... 72
Fiat CODE (startblokkering)........... 6
Fix & Go (bandenreparatieset)......... 163
Follow me home (systeem)............... 76
Frontairbags.......................................... 123
Gebruik van de handgeschakelde ver-
snellingsbak.........................................136
Gewichten............................................. 230
Gloeilamp (vervangen van een)
-algemene aanwijzingen..................... 168
-lamptypen........................................... 168
Gordelspanners.................................... 116
Grootlicht
-bediening............................................. 75
-gloeilamp vervangen......................... 171
-grootlichtsignaal................................. 75
Grootlichtsignaal.................................. 75
Handrem.............................................. 136
Page 275 of 282
BEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN
ZIJN LEVENSDUUR
Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de
ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de cliënten de best mogelijke service te garanderen in overeen-
stemming met de milieunormen en conform de verplichtingen die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn voor auto’s die aan het
einde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de mogelijkheid de eigen auto* aan het einde van zijn levensduur in te le-
veren zonder extra kosten.
De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eige-
naar als de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft. In bijna alle EU-landen is tot 1 januari 2007 de inname alleen kosteloos
voor auto’s die vanaf 1 juli 2002 zijn geregistreerd, terwijl vanaf 2007 de inname kosteloos is onafhankelijk van het registratiejaar
op voorwaarde dat de auto nog beschikt over de essentiële onderdelen (met name motor en carrosserie) en vrij is van bijkomen-
de afvalstoffen.
Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kan u zich zonder aanvullende verplichtingen tot de Fiat-dealer wen-
den of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd. Dergelijke bedrijven zijn zorgvuldig uit-
gekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik van onderdelen van buiten gebruik
gestelde auto’s met respect voor het milieu.
Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij de Fiat-dealer of bel het gratis nummer 00800
3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.
* Auto voor personenvervoer met maximaal 9 zitplaatsen, voor een maximaal toelaatbaar totaalgewicht van 3,5 t