key FIAT FREEMONT 2013 Instructieboek (in Dutch)

Page 15 of 384

UW SLEUTELS
Uw auto werkt met een startcontact zonder sleutel.
Dit systeem bestaat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening en Keyless Ignition Node (KIN).
Keyless Enter-N-Go™
Deze auto is uitgerust met de functie Keyless Enter-N-
Go™. Lees de paragraaf "Startprocedures" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer informatie
hierover.
KEYLESS IGNITION NODE (KIN) (Starten
zonder sleutel)
Met deze functie kan de bestuurder de contactschake-
laar bedienen door op een knop te drukken, zolang de
afstandsbediening zich in het passagierscompartiment
bevindt.
Keyless Ignition Node (KIN) kan in vier standen wor-
den gezet. Drie van deze standen worden aangeduid
door een label en door een lampje dat gaat branden
wanneer de stand is gekozen. Deze drie standen zijn
OFF, ACC en ON/RUN. De vierde stand is START.
Tijdens het starten gaat het lampje RUN branden.OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na
het indrukken van een toets niet reageert, is de batterij
van de afstandsbediening (sleutelhouder) mogelijk bijna
leeg of leeg. Als dit het geval is, kan de contactschake-
laar ook op een andere manier worden bediend. Druk
de voorzijde (zijde tegenover de noodsleutel) van de
sleutelhouder tegen de knop ENGINE START/STOP
(Motor aan/uit) om de contactschakelaar te bedienen.
(afb. 4)
(afb. 4) Keyless Ignition Node (KIN)1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
9
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 18 of 384

SENTRY KEY®
De Sentry Key
®startonderbreker voorkomt ongeoor-
loofd gebruik van de auto door derden door de motor
te blokkeren. U hoeft het systeem niet te activeren of
in te schakelen. Dit systeem werkt automatisch, onge-
acht of de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een sleutelhouder met
een afstandsbediening, een Keyless Ignition Node
(KIN) en een draadloze ontvanger om ongeoorloofd
gebruik van uw auto te voorkomen. De auto kan
daardoor alleen bediend en gestart worden met sleu-
telhouders die specifiek voor de desbetreffende auto
zijn geprogrammeerd.
Nadat de contactschakelaar in de stand ON/RUN is
gezet, brandt het controlelampje van het beveiligings-
systeem gedurende drie seconden voor een gloeilamp-
controle. Als het lampje na deze controle blijft bran-
den, is sprake van een storing in de elektronica. Als na
de controle van het gloeilampje het indicatielampje
blijft knipperen, geeft dat aan dat iemand een valse
sleutelhouder heeft gebruikt om de motor te starten.
In beide situaties wordt de motor na twee seconden
uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het beveiligingssysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de auto
(nadat deze langer dan tien seconden heeft gereden),
duidt dat op een storing in de elektronica. Laat in dat geval de storing zo snel mogelijk verhelpen door een
erkende dealer.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto zijn mee-
geleverd zijn geprogrammeerd voor de elektronica van
uw auto.
VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en ge-
start worden met sleutelhouders die specifiek zijn
geprogrammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is geprogram-
meerd, kan deze niet voor een andere auto worden
geprogrammeerd.
 Verwijder altijd de sleutelhouders uit
de auto en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht ach-
terlaat .
 Bij Keyless Enter-N-Go™, mag u niet vergeten
de contactschakelaar in de stand OFF te zetten.
Het dupliceren van sleutelhouders mag uitsluitend
worden uitgevoerd door een erkende dealer. Dit houdt
in dat een blanco sleutelhouder wordt geprogram-
meerd voor de elektronica van uw auto. Een blanco
sleutelhouder is een exemplaar dat niet eerder is ge-
programmeerd.
12
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 19 of 384

OPMERKING:Als het startblokkeersysteem met
de Sentry Key
®moet worden gerepareerd, dient u alle
sleutelhouders van de auto mee te brengen naar de
erkende dealer.
SLEUTELS LATEN PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende dealer.
ALGEMENE INFORMATIE
De startonderbreker Sentry Key
®wordt gebruikt in
de volgende Europese landen waarvoor richtlijn 1999/
5/EG geldt: België, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije,
Ierland, Italië, Joegoslavië, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië,
Rusland, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden en Zwit-
serland.
De werking moet voldoen aan de volgende voorwaar-
den:
 De apparatuur mag geen schadelijke interferentie veroorzaken.
 De apparatuur moet eventuele ontvangen interfe- rentie tolereren, ook interferentie die mogelijk een
ongewenste werking veroorzaakt. AFSTANDSBEDIENING
Met het afstandsbedieningssysteem kunt u vanaf een
afstand van maximaal 10m met behulp van een losse
sleutelhouder met afstandsbediening de portieren en
achterklep vergrendelen of ontgrendelen. U hoeft de
afstandsbediening niet op de auto te richten om het
systeem te activeren.
OPMERKING:
Vanaf een rijsnelheid van 8 km/u
reageert het systeem op geen enkele knop van geen
enkele afstandsbediening meer. (afb. 6)
(afb. 6) Sleutelhouder met afstandsbediening
13
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 20 of 384

PORTIEREN EN ACHTERKLEP
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op de af-
standsbediening om het portier aan de bestuurders-
zijde te ontgrendelen of druk tweemaal binnen vijf
seconden om alle portieren en de achterklep te ont-
grendelen. De richtingaanwijzers knipperen om aan te
geven dat het ontgrendelsignaal is ontvangen. Ook de
instapverlichting wordt ingeschakeld.Als de auto is uitgerust met Passive Entry, raadpleeg dan
"Keyless Enter­N­Go™" (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) onder "Uw auto" voor meer informatie.Afstandsbediening van portiersloten -
bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
ontgrendelknop
U kunt het afstandsbedieningssysteem zodanig pro-
grammeren dat na één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uitsluitend het bestuur-
dersportier of alle portieren worden ontgrendeld.
Raadpleeg voor het veranderen van de huidige instel-
lingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto"
voor meer informatie.
Lichten laten knipperen bij ontgrendelen/
vergrendelen
Met deze functie knipperen de richtingaanwijzers wan-
neer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt met deafstandsbediening. U kunt deze functie in- en uitscha-
kelen. Raadpleeg voor het veranderen van de huidige
instellingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw
auto" voor meer informatie.
Koplampen inschakelen bij ontgrendelen met
afstandsbediening
Met deze functie worden de koplampen ingeschakeld
zodra u de portieren ontgrendelt met de afstandsbe-
diening. De koplampen blijven vervolgens maximaal 90
seconden branden. De tijd van deze functie kan wor-
den geprogrammeerd bij aut
o's met Uconnect
Touch™. Raadpleeg voor het veranderen van de hui-
dige instellingen "Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw auto" voor meer informatie.
PORTIEREN EN ACHTERKLEP
VERGRENDELEN
Druk kort op de afstandsbediening op de vergrendel-
knop om alle portieren en de achterklep te vergrende-
len. De richtingaanwijzers knipperen om aan te geven
dat het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry, raadpleeg dan
"Keyless Enter­N­Go™" (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) onder "Uw auto" voor meer informatie.Extra afstandsbedieningen programmeren
Sleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende dealer.
14
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 23 of 384

ALARMSYSTEEM
Het voertuigbeveiligingsalarm (VSA) bewaakt de por-
tieren, motorkap en achterklep van de auto tegen
toegang door onbevoegden en de contactschakelaar
tegen onbevoegd gebruik. Als het alarm om welke
reden dan ook afgaat, laat het systeem een claxonsig-
naal met tussenpozen klinken, de koplampen en achter-
lichten knipperen, en het indicatielampje van het alarm-
systeem in de instrumentengroep knippert.
ALARM OPNIEUW INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie volgt om het uit te
schakelen, wordt het claxonsignaal na ongeveer 29
seconden uitgeschakeld en de knipperende verlichting
na één minuut. Het systeem schakelt vervolgens auto-
matisch opnieuw de alarmfunctie in.
ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te schake-
len:
1. Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de stand"OFF" staat. (Raadpleeg de paragraaf "Startproce-
dures" in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover.)
2. Sluit de auto op een van de volgende manieren af:  Druk op LOCK op de portiervergrendelingsscha-
kelaar in het interieur terwijl de bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.  Druk op de vergrendelknop op de Passive Entry-
handgreep aan de buitenzijde, terwijl een geldige
sleutelhouder zich ook aan buitenzijde bevindt
(raadpleeg de paragraaf "Keyless Enter­N­Go™" in
het hoofdstuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover).
 Druk op vergrendelknop op de afstandsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende manieren wor-
den uitgeschakeld:
 Druk op de ontgrendelknop op de afstandsbedie- ning.
 Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep vast, ter- wijl er zich ook een sleutelhouder aan de buitenzijde
bevindt (raadpleeg "Keyless Enter­N­Go™" in "Uw
auto" voor meer informatie hierover).
 Draai de contactschakelaar uit de stand OFF. Druk hiertoe op de Start/Stop-knop van Keyless Enter-N-
Go™ (hiertoe dient minimaal één geldige sleutel-
houder in de auto aanwezig te zijn).
OPMERKING:
 Het alarmsysteem kan niet worden in- of uitgescha- keld via de slotcilinder van het bestuurdersportier of
de achterklepknop op de afstandsbediening.
17
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 25 of 384

PREMIUM BEVEILIGINGSSYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Het premium beveiligingssysteem bewaakt de portie-
ren, motorkapvergrendeling en achterklep van de auto
tegen toegang door onbevoegden en de contactscha-
kelaar tegen onbevoegd gebruik. Het systeem maakt
tevens gebruik van een inbraaksensor met dubbele
functie en een voertuigkantelsensor. De inbraaksensor
bewaakt tegen beweging in het interieur van de auto.
De voertuigkantelsensor bewaakt de auto tegen kan-
telbewegingen (wegslepen, wielen verwijderen, veer-
bootvervoer, enz.).
In het geval dat het alarm om welke reden dan ook
afgaat, gaan de koplampen branden en gaan de richting-
aanwijzers en zijknipperlichten knipperen gedurende
34 seconden. Het systeem herhaalt deze procedure bij
maximaal 8 inbraakpogingen in alle standen (portier
open, beweging, motorkap open, etc.), voordat het
systeem weer moet worden geactiveerd. Aan het einde
van elke activeringsgebeurtenis knipperen de lichten
gedurende 26 seconden.ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen voor het inschakelen van het alarm-
systeem:
1. Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de stand
"OFF" staat. (Raadpleeg de paragraaf "Startproce-
dures" in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover.)
2. Sluit de auto op een van de volgende manieren af:  Druk op LOCK op de portiervergrendelingsscha-
kelaar in het interieur terwijl de bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.
 Druk op de vergrendelknop op de Passive Entry-
handgreep aan de buitenzijde, terwijl een geldige
sleutelhouder zich ook aan buitenzijde bevindt
(raadpleeg de paragraaf "Keyless Enter­N­Go™" in
het hoofdstuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover).
 Druk op vergrendelknop op de afstandsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
OPMERKING:
 Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld, blijft het ingeschakeld totdat u het uitschakelt door een van de
beschreven uitschakelmethoden te volgen. Als de
elektrische voeding wegvalt nadat het alarmsysteem
is ingeschakeld, moet u het systeem uitschakelen
19
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 26 of 384

nadat de voeding is hersteld om te voorkomen dat
het alarm afgaat.
 De ultrasone inbraaksensor (bewegingsdetector) be- waakt uw auto actief elke keer wanneer u het alarm-
systeem inschakelt. Indien gewenst kan de ultrasone
sensor en de voertuigkantelsensor worden uitge-
schakeld wanneer het alarmsysteem wordt ingescha-
keld. Om dit te doen, drukt u drie keer op de
vergrendelknop van de afstandsbediening binnen 5
seconden nadat het systeem is ingeschakeld (terwijl
het indicatielampje van alarmsysteem snel knippert).
ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende manieren wor-
den uitgeschakeld:
 Druk op de ontgrendelknop op de afstandsbedie- ning.
 Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep vast, ter- wijl er zich ook een sleutelhouder aan de buitenzijde
bevindt (raadpleeg "Keyless Enter­N­Go™" in "Uw
auto" voor meer informatie hierover).
 Draai de contactschakelaar uit de stand OFF. Druk hiertoe op de Start/Stop-knop van Keyless Enter-N-
Go™ (hiertoe dient minimaal één geldige sleutel-
houder in de auto aanwezig te zijn). OPMERKING:
 Het alarmsysteem kan niet worden in- of uitgescha-
keld via de slotcilinder van het bestuurdersportier of
de achterklepknop op de afstandsbediening.
 Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u de por- tieren niet ontgrendelen met de portiervergrende-
lingsschakelaars in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw auto te beveiligen,
maar er zijn omstandigheden die een ongewenst alarm
veroorzaken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is uitgevoerd,
zal het alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht of
u zich in de auto bevindt. Wanneer u dan in de auto
blijft zitten en vervolgens een portier opent, gaat het
alarm af. Als deze situatie zich voordoet, schakel dan
het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en de accu
wordt losgekoppeld, blijft het alarmsysteem actief na-
dat de accu weer is aangesloten; de buitenlampen
knipperen en de claxon geeft een geluidsignaal. Als
deze situatie zich voordoet, schakel dan het alarmsys-
teem uit.
ALARMSYSTEEM HANDMATIG
ANNULEREN
Het systeem komt niet in waakfunctie als u de portie-
ren vergrendelt via de handbediende vergrendelknop.
20
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 30 of 384

 Left Front Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzerlinksvoor defect) (met één geluidssignaal)
 Left Rear Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer linksachter defect) (met één geluidssignaal)
 Right Front Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer rechtsvoor defect) (met één geluidssignaal)
 Right Rear Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer rechtsachter defect) (met één geluidssignaal)
 RKE Battery Low (batterij van afstandsbediening bijna leeg) (met één geluidssignaal)
 Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (Persoonlijke instellingen niet beschikbaar - Auto
staat niet in PARK) (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
 Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portieren
geopend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden bo-
ven 1,6 km/u)
 Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portieren
geopend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden bo-
ven 1,6 km/u)
 Door(s) Ajar (Portier[en] open) (met één geluidssig- naal als de auto rijdt)  Liftgate Ajar (Achterklep open) (met één geluidssig-
naal)
 Low Washer Fluid (Ruitensproeiervloeistof bijna op) (met één geluidssignaal)
 Ignition or Accessory On (contactschakelaar in ON of ACC)
 Vehicle Not in Park (auto niet in parkeerstand, voor bepaalde uitvoeringen/landen)
 Key Left Vehicle (sleutel niet in auto)
 Key Not Detected (sleutel niet aangetroffen)
 Low Tire Pressure (Lage bandenspanning) (met één geluidssignaal). Raadpleeg "Bandenspanning" en "Ban-
denspanningscontrole" in "Starten en rijden" voor
meer informatie.
 Service TPM System (Onderhoud bandenspannings- controlesysteem) (met één geluidssignaal). Raad-
pleeg "Bandenspanningscontrole" in "Starten en rij-
den" voor meer informatie.
 Check Gascap (Brandstofvuldop controleren) (raad- pleeg "Brandstof bijvullen" in "Technische gegevens")
 Oil Change Required (olie verversen - met een ge- luidssignaal)
 Brandstofvuldop controleren (raadpleeg "Brandstof tanken" in "Starten en rijden")
24
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 43 of 384

OPMERKING:Wanneer de auto is uitgerust met
Keyless Enter­N­Go™ (Passive Entry) en het EVIC is
geprogrammeerd om alle portieren na eenmaal druk-
ken te ontgrendelen, dan zullen alle portieren worden
ontgrendeld, ongeacht welke portierhandgreep wordt
vastgepakt. Als "Driver Door 1st Press" (Ontgrendel
bestuurdersportier na één keer drukken) is gepro-
grammeerd, wordt alleen het bestuurdersportier ont-
grendeld wanneer dit wordt vastgepakt. Wanneer bij
Passive Entry de functie "Driver Door 1st Press" (Ont-
grendel bestuurdersportier na één keer drukken) is
geprogrammeerd en de handgreep meer dan één keer
wordt aangeraakt, wordt het bestuurdersportier ge-
opend. Als eerst de bestuurdersportier is geopend, dan
kunnen de overige portieren ontgrendeld worden met
behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in de
auto (of met de afstandsbediening).  Passive Entry (Keyless Enter-N-Go™)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Passive Entry om dit scherm
te veranderen. Met deze functie kunt u portieren van
uw auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u op
de vergrendel- en ontgrendelknoppen van de afstands-
bediening hoeft te drukken. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Passive Entry. Druk vervol-
gens op de schermtoets met de pijl naar links. Zie de
paragraaf "Keyless Enter­N­Go™" in het hoofdstuk
"Uw auto".
Stoelverwarming (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
 Auto Heated Seats (Automatische stoelverwar-
ming) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Auto Heated Seats (automa-
tische stoelverwarming) om dit scherm te veranderen.
Als deze functie is ingeschakeld, zal de verwarming van
de bestuurdersstoel automatisch inschakelen wanneer
de temperatuur lager dan 4,4°C is. Druk om deze
functie te selecteren op de schermtoets Auto Heated
Seats (automatische stoelverwarming), kies On (Aan)
of Off (Uit) en druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
37
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page 52 of 384

 1st Press of Key Fob Unlocks (Ontgrendelen
door eenmaal te drukken op de sleutelhouder)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Als uUnlock Driver Door Only On 1st Press
(alleen bestuurdersportier na eerste keer drukken ont-
grendelen) selecteert, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste druk op de ont-
grendeltoets op de afstandsbediening. Als u Driver
Door 1st Press (bestuurdersportier bij eerste keer
drukken) selecteert, moet u twee keer op de ontgren-
delknop van de afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wanneer de optie
Unlock All Doors On 1st Press (alle portieren
ontgrendelen bij eerste keer drukken) is geselecteerd,
wordt alle portieren ontgrendeld bij de eerste druk op
de ontgrendelknop van de afstandsbediening. OPMERKING:
Wanneer de auto is uitgerust met
Keyless Enter­N­Go™ (Passive Entry) en het EVIC is
geprogrammeerd om alle portieren na eenmaal druk-
ken te ontgrendelen, dan zullen alle portieren worden
ontgrendeld, ongeacht welke portierhandgreep wordt
vastgepakt. Als "Driver Door 1st Press" (Ontgrendel
bestuurdersportier na één keer drukken) is gepro-
grammeerd, wordt alleen het bestuurdersportier ont-
grendeld wanneer dit wordt vastgepakt. Wanneer bij
Passive Entry de functie "Driver Door 1st Press" (Ont-
grendel bestuurdersportier na één keer drukken) is
geprogrammeerd en de handgreep meer dan één keer
wordt aangeraakt, wordt het bestuurdersportier ge-
opend. Als eerst de bestuurdersportier is geopend, dan
kunnen de overige portieren ontgrendeld worden met
behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in de
auto (of met de afstandsbediening).
 Passive Entry
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Met deze functie kunt u portieren van uw auto ver-
grendelen en ontgrendelen zonder dat u op de
vergrendel- en ontgrendelknoppen van de afstandsbe-
diening hoeft te drukken. Druk, om uw keuze te ma-
ken, op de schermtoets Passive Entry. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links. Zie de
paragraaf "Keyless Enter­N­Go™" in het hoofdstuk
"Uw auto".
46
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD

Page:   1-10 11-20 next >