sensor FIAT TIPO 4DOORS 2019 Instructieboek (in Dutch)
Page 123 of 260
SYMBOLEN EN
BERICHTEN OP HET
DISPLAY
Een er overheen geplaatste
onderbroken middenlijn geeft het
midden van het voertuig aan om
parkeermanoeuvres of het uitlijnen van
een sleepoog te vergemakkelijken. De
verschillende gekleurde zones geven de
afstand aan vanaf de achterkant van
het voertuig.In de volgende tabel worden de
afstanden bij benadering voor elke zone
getoond fig. 102:
ZoneAfstand vanaf de
achterkant van het
voertuig
Rood (1) 0-30 cm
Geel (2) 30-100 cm
Groen (3) 1 m of meer
BELANGRIJK Let tijdens
parkeermanoeuvres in het bijzonder op
obstakels die zich boven of onder het
bereik van de camera kunnen
bevinden.
BELANGRIJK
121)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het
betreffende gebied aanwezig zijn. De
camera dient als hulp voor de bestuurder,
die echter nooit zijn aandacht mag laten
verslappen tijdens potentieel gevaarlijke
manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht. Houd altijd een lage
snelheid aan, zodat meteen geremd kan
worden in geval van obstakels.
BELANGRIJK
48)Voor een correcte werking is het van
extreem belang dat de camera altijd
schoon en vrij van modder, vuil, sneeuw of
ijs wordt gehouden. Zorg ervoor dat de
camera tijdens het reinigen niet gekrast of
beschadigd wordt. Vermijd het gebruik van
droge, ruwe of harde doeken. De camera
moet met schoon water worden gewassen,
waaraan eventueel autoshampoo is
toegevoegd. In wasstraten met
stoomreinigers of hogedrukreinigers
moeten de camera snel gewassen worden
door de spuitmond op minstens 10 cm van
de sensoren te houden. Breng geen
stickers op de camera aan.
10207186J0002EM
121
Page 163 of 260
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem
controleren en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage van remblokken van schijfremmen
voor en achter (waar aanwezig) visueel controleren en de
integriteit van de remblokslijtagesensor controleren
Conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen visueel controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (1.4 16V 95 pk E6-versies/1.4 T-jet 120 pk
LPG E6-versies)(3)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (1.4 16V 95 pk E4-versies)(3)
(3) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
161
Page 166 of 260
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Distributieriem(en) vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies /
1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG
E6-versies)(3)
Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.6 E.TorQ
E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies)
Luchtfilterelement vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies/
1.4 16V 95 pk E4-versies/ 1.4 T-jet 120 pk LPG
E6-versies)(7)
Luchtfilterelement vervangen (1.6 E.TorQ E6-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(7)
Zuurstofsensor vervangen (1.4 16V 95 pk E4-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(2)
Remvloeistof verversen(8)
Filter in drukregelaar vervangen (1.4 T-Jet 120 pk LPG
E6-versies)
Papieren filter vervangen (LPG in gasvorm) (1.4 T-Jet
120 pk LPG E6-versies)
(3) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
(7) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen. (2) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Algerije, Bahrein, Angola, Bolivia, Kameroen, Congo, El
Salvador, Ethiopië, de Filipijnen, Gabon, Ghana, Jordanië, Guatemala, Honduras, Kenia, Libië, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Mozambique, Panama,
Peru, Oeganda, Zambia, Zimbabwe.
(8) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
164
ONDERHOUD EN ZORG
Page 169 of 260
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage van remblokken van schijfremmen voor
en achter (waar aanwezig) visueel controleren en de
integriteit van de remblokslijtagesensor controleren
Conditie en slijtage van de achterste trommelremvoeringen
visueel controleren (voor bepaalde versies/markten)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (1.6 Multijet-versies)(4)
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren(4)
(4) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
167
Page 185 of 260
65)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Als men na
aanschaf van het voertuig accessoires wil
monteren (diefstalbeveiliging, mobiele
telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats
van het Fiat Servicenetwerk, die de meest
geschikte apparaten zal aanraden en zal
controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.
BELANGRIJK
2)De uitgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter bevatten stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu. Het
verdient aanbeveling de olie en de filters te
laten vervangen door het Fiat
Servicenetwerk.
3)Gebruikte versnellingsbakolie bevat
stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk om de
vloeistof te laten vervangen.
4)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
ACCU OPLADEN
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
BELANGRIJK De procedure voor het
opladen van de accu is uitsluitend
bedoeld ter informatie. Neem contact
op met het Fiat Servicenetwerk om
deze handeling te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
startinrichting op STOP is gezet en het
bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding weer op de accu wordt
aangesloten, controleer dan of de
startinrichting in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
de accu langzaam en met een laag
amperage gedurende ongeveer 24 uur
op te laden. De accu langer opladen,
kan de accu beschadigen.
BELANGRIJK De kabels van het
elektrische systeem moeten weer
correct worden aangesloten op de
accu, d.w.z. de pluskabel (+) op de
plusklem en de minkabel (–) op de
minklem. De accuklemmen zijn
gemarkeerd met de symbolen plus (+)
en min (–), en zijn weergegeven op hetdeksel van de accu. De kabelklemmen
moeten ook corrosievrij zijn en stevig
aan de klemmen bevestigd worden. Als
een acculader van het "snelle" type
wordt gebruikt terwijl de accu in het is
voertuig gemonteerd, moeten eerst
beide kabels van de accu losgemaakt
worden alvorens de acculader aan te
sluiten. Gebruik geen "snellader" voor
de levering van startspanning.
VERSIES ZONDER
STOP/START-SYSTEEM
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak de klem van de minpool van
de accu los;
sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
schakel de acculader in;
schakel na het opladen eerst de
acculader uit voordat deze wordt
losgekoppeld van de accu;
sluit de klem weer op de minpool van
de accu aan.
VERSIES MET STOP/
START-SYSTEEM
(indien aanwezig)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
Koppel de stekker 1 fig. 168 los van
de accusensor 3 op de minklem 4 (–)
van de accu los (door op de knop 2 te
drukken);
183
Page 186 of 260
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de plusklem 5 van de
accu en de minkabel (–) op de klem van
de sensor 4 zoals aangegeven in de
figuur;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen de acculader uit;
sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker 1 terug op de
sensor 3 aan zoals aangegeven in de
figuur.
ONDERHOUDS-
PROCEDURES
66) 67) 68)
De volgende pagina's bevatten de
voorschriften voor hetvereiste
onderhoud die voorzien zijn door het
technische personeel dat het voertuig
heeft ontworpen.
In aanvulling op deze specifieke
onderhoudsinstructies die
gespecificeerd zijn voor het
geprogrammeerde routine-onderhoud,
zijn er andere componenten die
reparatie of vervanging vereisen tijdens
de gebruikscyclus van het voertuig.
MOTOROLIE
Motorolieniveau controleren
69)
Om een juiste smering van de motor te
garanderen, moet de olie altijd op het
voorgeschreven niveau worden
gehouden (zie "Motorruimte" in dit
hoofdstuk).
MOTOROLIEFILTER
Het motoroliefilter vervangen
Het motoroliefilter moet elke keer dat de
motorolie ververst wordt vervangen
worden.Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
LUCHTFILTER
164)
Luchtfilter vervangen
Zie het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
ONDERHOUD
AIRCONDITIONING
70) 71)
Om de beste prestaties te garanderen,
moet de airconditioning gecontroleerd
en onderhouden worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk,
bij het begin van de zomer.
RUITEN
Wees bij het reinigen van de verwarmde
achterruit voorzichtig als de
ontdooifunctie ingeschakeld is,
vanwege de temperatuur van het glas;
zorg er ook voor dat kinderen het
verwarmde oppervlak niet aanraken.
Het glas kan heet zijn.
16809036J0001EM
184
ONDERHOUD EN ZORG
Page 243 of 260
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
"Brakes"(waar aanwezig): met deze
functie kunnen de volgende submenu's
geselecteerd worden:
- "Remservice" (waar aanwezig):
hiermee kunt u de procedure activeren
om het onderhoud van het remsysteem
uit te voeren;
- "Autom. Parkeerrem" (waar
aanwezig): hiermee kunt u de
inschakeling van de automatische
parkeerrem in- of uitschakelen.
NAVIGATIE(alleen UConnect™ 5" Nav)
Een route plannen
WAARSCHUWING In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie
(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar lengte-
en breedtegraadcoördinaten, of door
het selecteren van een punt op de
kaart.
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming.
Terwijl u de informatie ingeeft, toont de
lijst de overeenkomende adressen en
POI's in twee verschillende lijsten. Het
overeenkomende adres en plaats
worden weergegeven in de
Adressenlijst en de POI, het type van
POI's en de locaties worden
weergegeven in de Point of Interest-lijst.
Om een route te plannen naar de
bestemming, de "Gids" knop
selecteren.
Er wordt een route gepland en u wordt
dan naar uw bestemming geleid aan de
hand van gesproken instructies en
aanwijzingen op het scherm.
Kaart update
Voor optimale prestaties moet het
navigatiesysteem regelmatig worden
geüpdatet. Daarom biedt de dienst
Mopar Map Care eens per drie
maanden een nieuwe kaartupdate.
De updates kunnen worden
gedownload van de website
maps.mopar.eu en rechtstreeks in hetnavigatiesysteem van uw auto worden
geïnstalleerd. Alle updates zijn gratis
gedurende 3 jaar na de datum waarop
de garantie van de auto ingaat.
Het navigatiesysteem kan ook worden
geüpdatet door het Fiat
Servicenetwerk.
Opmerking De dealer kan kosten in
rekening brengen voor het updaten van
het navigatiesysteem.
SPRAAKOPDRACHTEN
OpmerkingenVoor talen die niet door
het systeem worden ondersteund, zijn
geen spraakopdrachten beschikbaar.
Om gebruik te maken van
spraakopdrachten, op de toets
op
het stuurwiel drukken (toets "Spraak")
en de spraakopdracht die u wilt
activeren uitspreken.
Algemeen
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Help
Annuleren
Herhalen
Spraakbegeleiding
241
Page 256 of 260
motorcode..............194
typeplaatje met
identificatiegegevens........193
Instapverlichting..............22
Interieur (reiniging)............191
Interieurverlichting.............23
ISOFIX-kinderzitje (montage)......91
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System)..........77
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............138
Kinderen veilig vervoeren........87
Kinderslot..................12
Kinderzitjes.................87
Klimaatregeling...............26
Koplampen (reiniging)..........190
Koplampen met Xenon
gasontladingslampen
grootlicht/dimlicht (lamp
vervangen)...............137
Lakwerk (reiniging en onderhoud) . .189
Lamp buitenverlichting vervangen......................135
Lampen
Soorten lampen...........133
Lampjes en berichten...........49
Loslaten hendel (automatische
transmissie)..............155
Luchtroosters in interieur.........26
Mistlampen................20
Mistlampen (lamp vervangen).....135Mopar Connect.............242
Motor....................195
code..................194
Motorkap..................32
Motorolie (niveau controleren).....180
Motorolie (verbruik)...........180
Motorruimte................171
Motorruimte (uitspuiten)........190
Multifunctioneel display..........41
Niveaus controleren..........171
Noodstart.................151
Officiële typegoedkeuringen.....243
Onderhoudsprocedures........184
Onderhoudsschema..........160
Parkeerlichten...............21
Parkeerrem................108
Parkeersensoren.............118
Passieve/actieve veiligheid
(LPG-systeem).............36
PBA (systeem)...............70
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........170
Plafondverlichting voor..........23
Portieren...................12
Prestaties (topsnelheid).........215
Regensensor...............25
Remlichten (lamp vervangen).....137
Remmen..................189Richtingaanwijzers............21
Richtingaanwijzers achter (lamp
vervangen)...............137
Richtingaanwijzers zijkant (lamp
vervangen)...............136
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........217
Rijhulpsystemen..............73
Ruiten (reinigen).............190
Ruitenwisser
wisserbladen vervangen......185
Ruitenwisser/-sproeier..........24
"Intelligente" wis-/wasfunctie....24
SBR (Seat Belt Reminder).......82
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder)................82
Slepen van het voertuig........157
Sleutel verwijderen (automatische
versnellingsbak)............155
Sleutels....................9
sleutel met afstandsbediening....9
Sneeuwkettingen............187
Snelheidsbegrenzer...........114
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem)..........99
Stadslicht achter (lamp
vervangen)...............137
Starten met hulpaccu..........151
Stoelen....................14
Stop/Start-systeem...........113
ALFABETISCH REGISTER