Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)
Page 211 of 377
136
4
Kenmerken van uw auto
1. Toets RANDOM
2. Toets REPEAT
3. Toets SEEK/TRACK
4. Toets iPod
5. Toets AST
6. Display
7. Toets FOLDER
8. Toets TUNE/FILE
9. Toets INFO
iPod (CD-wisselaar: PA760BKG)
BK_PA760BKG_iPod
Page 212 of 377
4137
Kenmerken van uw auto
Gebruik van een iPod
Gebruik een iPod met het aparte kabeltje
dat wordt aangesloten op de multimedia-
aansluiting in de console rechts van debestuurdersstoel.
1. Toets RANDOM
Druk de toets maximaal 0,8 seconden in
om het afspelen in willekeurige volgorde
van de muziekstukken in de actuele
categorie in of uit te schakelen. Druk detoets ten minste 0,8 seconden in om alle
muziekstukken in een album op de iPod
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de toets om de functie
uit te schakelen.
2. Toets REPEAT
Druk op de toets om het muziekstuk dat
op dat moment wordt afgespeeld teherhalen.3. Toets SEEK/TRACK
• Druk maximaal 0,8 seconden op de
toets [SEEK/TRACK ] om het
actuele muziekstuk vanaf het begin af
te spelen. Druk maximaal 0,8
seconden op de toets en druk
vervolgens binnen 1 seconde opnieuw
op de toets om het vorige muziekstukaf te spelen.
Druk gedurende ten minste 0,8 seconden op de toets om het
muziekstuk versneld terug te spoelen.
Druk maximaal 0,8 seconden op de toets [SEEK/TRACK ] om naar het
volgende muziekstuk te gaan. Drukgedurende ten minste 0,8 seconden
op de toets om het muziekstuk
versneld vooruit te spoelen.
4. Toets iPod
Als er een iPod is aangesloten, wordt
hiermee naar de weergave van de
muziekbestanden op de iPod
overgeschakeld. 5. Toets AST (AUTO STORE)
Hiermee worden de eerste 10 seconden
van elk muziekstuk op het USB-apparaat
afgespeeld. Druk opnieuw op de toets
om de scanfunctie te annuleren.
6. Display Geeft de actuele tijd, de stand, het
nummer van het muziekstuk dat wordtafgespeeld, de afspeeltijd en de status
van RDM, RPT en AST weer.
7. Toets FOLDER
Druk op de toets [FOLDER ] om
naar de categorie te gaan en het
eerste muziekstuk in de categorie
weer te geven. Druk op de toets
[ENTER] om naar de weergegeven
categorie te gaan. Het eerste
muziekstuk in de map zal wordenafgespeeld.
Druk op de toets [FOLDER ] om naar de categorie te gaan en het
eerste muziekstuk in de categorie
weer te geven. Druk op de toets
[ENTER] om naar de weergegeven
categorie te gaan. (PLAYLISTS(afspeellijsten) ➟ARTISTS (artiesten)
➟ ALBUMS (albums) ➟GENRES
(genres) ➟SONGS (muziekstukken)
➟ COMPOSERS (auteurs) ➟
PLAYLIST (afspeellijst)...)
Page 213 of 377
138
4 8. Toets TUNE/FILE
• Druk op de toets [TUNE/FILE ] om het
volgende muziekstuk te selecteren en
druk op de toets [ENTER] om het af tespelen.
Druk op de toets [TUNE/FILE ] om het vorige muziekstuk te selecteren en
druk op de toets [ENTER] om het af tespelen.
9. Toets INFO
Geeft de informatie van het bestand dat
op dat moment wordt afgespeeld weer in
de volgorde TITLE (titel) ➟ARTIST
(artiest) ➟ALBUM (album) ➟NORMAL
DISPLAY (normale weergave ➟TITLE
(titel)... (Geeft geen informatie weer als
het bestand niet over deze gegevensbeschikt.)
✽✽ AANWIJZING VOOR
GEBRUIK VAN iPod
Page 214 of 377
4139
Kenmerken van uw auto
(Vervolg) Schakel de equalizerfunctie van de iPod uit wanneer u degeluidssterkte van hetaudiosysteem aanpast en zet de
equalizer van het audiosysteemuit wanneer u die van de iPodgebruikt.
Wanneer alleen het iPod-kabeltje is aangesloten, kan het systeemin de stand AUX worden gezet enruis veroorzaken. Neem het iPod- kabeltje los wanneer u de iPod
niet langer gebruikt.
Haal het iPod-kabeltje los van de iPod wanneer u de iPod niet methet audiosysteem van de autogebruikt. Als u dit niet doet, blijft
de iPod mogelijk in deaccessoire-modus en werktmogelijk niet goed.
Page 215 of 377
5
Vóór het rijden / 5-3
Standen contactslot / 5-5
Toets ENGINE START/STOP / 5-8Handgeschakelde transmissie / 5-13Automatische transmissie / 5-17Remsysteem / 5-24
Cruise control-systeem / 5-35Brandstofbesparing / 5-39
Rijden onder speciale rijomstandigheden / 5-41
Rijden in de winter / 5-45 Massa van de auto / 5-50
Rijden met een aanhanger / 5-51
Rijden met uw auto
Page 216 of 377
Rijden met uw auto
2
5
E010000ABK
WAARSCHUWING - WAARSCHUWING - UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN!
Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Draai onmiddellijk de ruiten open als u in de auto uitlaatgas ruikt. • Inhaleer uitlaatgassen niet.
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas dat bewusteloosheid en dood door verstikking kan
veroorzaken.
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties worden
gecontroleerd. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van
de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Het is gevaarlijk de motor van uw auto in de garage te laten draaien, ook al staat de garagedeur open. Laat de motor niet
langer draaien in uw garage dan de tijd die u na het starten nodig heeft om de garage uit te rijden.
Als het noodzakelijk is de auto gedurende langere tijd stationair te laten draaien terwijl er mensen in de auto aanwezig zijn,
doe dat dan alleen in een open ruimte, zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT en schakel een van de hogere
ventilatorsnelheden in zodat er frisse lucht naar het interieur wordt toegevoerd.
Als u moet rijden met de achterklep open omdat de lading het sluiten van de achterklep onmogelijk maakt:
1. Sluit alle ruiten.
2. Open de uitstroomopeningen opzij.
3. Zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT, kies voor de luchtregeling " " of " " en zet de aanjager in een van de hogere standen.
Voor een goede werking van het ventilatiesysteem is het noodzakelijk dat de luchtinlaat onder de voorruit vrij blijft van sneeu w,
ijs, bladeren en andere obstructies.
Page 217 of 377
53
Rijden met uw auto
E020100AUN Vóór het instappen
Zorg ervoor dat alle ruiten,buitenspiegel(s) en lampen schoon zijn.
Controleer de toestand van de banden.
Controleer of er geen sporen van lekkage onder de auto te zien zijn.
Controleer of er zich geen obstakels achter de auto bevinden wanneer u
achteruit wilt rijden. E020200AUN
Noodzakelijke controles
De volgende vloeistofpeilen dienen
regelmatig, afhankelijk van het gebruikte
interval gecontroleerd te worden:
motorolie, koelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof. Nadere
informatie vindt u in Hoofdstuk 7,Onderhoud.
E020300AUN
Vóór het starten
Sluit alle portieren.
Verstel de stoel zodanig dat u alle
bedieningsorganen gemakkelijk kunt
bereiken.
Stel de binnen- en buitenspiegels af.
Controleer of alle verlichting werkt.
Controleer alle instrumenten.
Controleer of alle waarschuwingslampjes werken als het contact in stand ON staat.
Ontgrendel de parkeerrem en controleer of het
waarschuwingslampje van hetremsysteem uitgaat.
Voor een veilig gebruik is het
noodzakelijk dat u volledig vertrouwdbent met uw auto en debedieningsorganen.
VÓÓR HET RIJDEN
WAARSCHUWING
Alle inzittenden moeten tijdens het
rijden de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Zie
“Veiligheidsgordels” in hoofdstuk 3
voor informatie over het juiste
gebruik van de veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Wanneer u tijdens het rijden wordt
afgeleid, kunt u de controle over de
auto verliezen, waardoor
ongevallen en ernstig letsel
veroorzaakt kunnen worden. De
eerste verantwoordelijkheid voor
de bestuurder is een veilige
bediening van de auto volgens de
geldende verkeersregels. Mobiele apparatuur of systemen in
de auto die de blik, aandacht en
concentratie van de bestuurder
afleiden van een veilige bediening,of die door de wet verboden zijn,
mogen tijdens het rijden nooit
gebruikt worden.
Page 218 of 377
Rijden met uw auto
4
5
WAARSCHUWING -
Rijden onder invloed van alcohol of drugs
Rijden onder invloed is gevaarlijk.
Rijden onder invloed is debelangrijkste doodsoorzaak in het
verkeer. Zelfs een geringe
hoeveelheid alcohol zal het reactie-,waarnemings- en
beoordelingsvermogen verminderen.
Rijden onder invloed van drugs is
minstens even gevaarlijk als rijden
onder invloed van alcohol.
De kans op een ernstig ongeval is
vele malen groter als u gaat rijden
onder invloed van alcohol of drugs.
Ga niet rijden als u gedronken heeft
of drugs heeft gebruikt. Rijd ook
niet mee met een bestuurder die
onder invloed van alcohol of drugs
is. Bepaal van tevoren wie er rijdt ofneem een taxi.
WAARSCHUWING
Wanneer u de auto wilt parkeren of stilzetten terwijl de motor
draait, zorg er dan voor dat u het
gaspedaal niet gedurende
langere tijd ingetrapt houdt.
Anders kan de motor of het
uitlaatsysteem oververhit rakenen brand ontstaan.
Wanneer u een noodstop maakt of als u het stuurwiel snel draait,
kunnen losse voorwerpen op de
vloer vallen en de bediening van
de pedalen hinderen, waardoor
een ongeval kan ontstaan. Berg
alle voorwerpen in de auto op dejuiste manier op.
Als u uw aandacht niet bij het rijden houdt, kunt u een ongeval
veroorzaken. Wees voorzichtig
met het bedienen van systemen
die u kunnen afleiden, zoals hetaudiosysteem of de verwarming.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om altijd veiligte rijden.WAARSCHUWING
Controleer altijd de omgeving rond
de auto op de aanwezigheid van
anderen, in het bijzonder kinderen,
alvorens u de transmissie in stand
D (Drive) of R (Reverse) zet.
Page 219 of 377
55
Rijden met uw auto
E030100AEN
Verlicht contactslot
Ter verhoging van het comfort gaat, als het contact niet in stand ON staat, de
contactslotverlichting branden als één
van de voorportieren wordt geopend.
De verlichting zal onmiddellijk uitgaan
wanneer het contact in stand ON gezet
wordt. De verlichting zal ook ongeveer 30
seconden nadat het portier gesloten isuitgaan.Standen contactslot
E030201AUN
LOCK
Het stuurslot beschermt tegen diefstal. De contactsleutel kan alleen uit het
contact worden verwijderd als hetcontact in stand LOCK staat. Om de contactsleutel in stand LOCK te
zetten, moet deze in stand ACC worden
ingedrukt en vervolgens naar de stand
LOCK worden gedraaid.E030202ABH
ACC (Accessoires)
Het stuurwiel is van het stuurslot en de
elektrische accessoires werken.
✽✽
AANWIJZING
Draai het stuurwiel iets naar links en
naar rechts om het contact
gemakkelijker in stand ACC te kunnenzetten als het verdraaien van decontactsleutel moeilijk gaat.
E030203ABH
ON
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Het contactslot keert na het
starten terug in deze stand.
Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, het contact niet in standON staan als de motor niet draait.
E030204ABK
START
Draai de contactsleutel in stand START
om de motor te starten. De startmotor
draait totdat u de sleutel loslaat. De
sleutel keert vervolgens terug in stand
ON. In deze stand gaat het
waarschuwingslampje van het
remsysteem ter controle branden.
STANDEN CONTACTSLOT
OBK059001NOUN036002
Page 220 of 377
Rijden met uw auto
6
5
Starten van de motor
E040000AUN
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.WAARSCHUWING -
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer voordat u de auto
verlaat altijd of de eerste
versnelling is ingeschakeld bijeen auto met een
handgeschakelde transmissie of
stand P (Park) is ingeschakeld bij
een auto met een automatische
transmissie, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit.
Als deze voorzorgsmaatregelen
niet worden opgevolgd, kan de
auto onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)