Hyundai H-1 (Grand Starex) 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 324

311
Veiligheidsysteem van uw auto
C010304ATQ
Opklappen van de middelste zitplaats(indien van toepassing)
1. Schuif de gordelsluitingen van de veiligheidsgordels achterin in het
opbergvak om te voorkomen dat ze
beschadigd raken.
2. Trek de ontgrendelknop omhoog en klap de rugleuning voorover.
3. Klap de zitting op.OPMERKING -
Veiligheidsgordels achter
Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning de
schoudergordels in de juiste positiete plaatsen. Door de veiligheidsgordel door de geleiderte leiden wordt voorkomen dat ze
achter of onder de achterbank (2e met/of 3e zitrij) bekneld raken.
OPMERKING - Voorkom
beschadiging van de
veiligheidsgordels achter
Plaats de gordelsluiting in de uitsparing tussen de zitting en de rugleuning wanneer u derugleuning voorover klapt of
wanneer u bagage op deachterbank (2e met/of 3e zitrij) plaatst. Hierdoor wordt voorkomendat de gordelsluiting beschadigd
raakt.
WAARSCHUWING - Opklappen van derugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kan oplopen.
OTQ037031

Page 22 of 324

Veiligheidsysteem van uw auto
12
3
C010307ATQ
Opklappen van de achterbank
(4 e
zitrij, indien van toepassing)
De zitting van de achterbank kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten. Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Schuif de gordelsluitingen van de
veiligheidsgordels achterin in het
opbergvak om te voorkomen dat ze
beschadigd raken.
2. Zet de rugleuning van de 3e zitrij omhoog en schuif de 3e zitrij naar
voren, indien nodig.
3. Trek aan de hendel van de zitting enklap de zitting vervolgens in de richting
van de achterzijde van de auto.
4. U kunt de bagageruimte nog verder vergroten door de achterstoel met
behulp van de stoelverstelling verder
naar voren te bewegen.
OTQ037016
OTQ037017
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
achterbank is het vervoer van
langere voorwerpen, waarvoor
anders geen ruimte is, mogelijk te
maken. Laat passagiers nooit
plaatsnemen op bijvoorbeeld de
opgeklapte zitting of op de
laadvloer terwijl de auto rijdt. Dit is
geen veilige positie en de
veiligheidsgordels kunnen niet
gebruikt worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstopernstig letsel ontstaan.
Voorwerpen die in de bagageruimte
vervoerd worden, mogen niet
boven de bovenzijde van de
rugleuning uitsteken. Als dat wel
het geval is kan de lading bij een
noodstop naar voren schuiven en
letsel of schade veroorzaken.

Page 23 of 324

313
Veiligheidsysteem van uw auto
WAARSCHUWING-
Bagage
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat hetbij een aanrijding door de auto
wordt geslingerd, waardoor deinzittenden letsel kunnen oplopen.
Wees extra voorzichtig met het
plaatsen van voorwerpen op de
achterstoelen, omdat ze inzittenden
voorin kunnen raken bij een
frontale aanrijding.
WAARSCHUWING -
Bagage
Zet de motor uit, zet de transmissie in stand P (parkeren) en bedien de
parkeerrem alvorens bagage in of
uit te laden. Het niet opvolgen van
deze stappen kan ertoe leiden dat
de auto zich onbedoeld in
beweging zet als de selectiehendel
per ongeluk in een andere stand
gezet wordt.
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de
achterbank in zijn oorspronkelijkepositie nadat de bank is
neergeklapt:
Let erop dat het materiaal van de
gordel of de gesp niet beschadigd
worden. Zorg ervoor dat de gordel
of gesp niet klem komen te zitten.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage in het
passagierscompartiment terecht
kan komen en de inzittendenernstig letsel zouden kunnenoplopen.
WAARSCHUWING
De hoofdsteunen (vooral die op de
laatste zitrij) moeten zo afgesteld
zijn dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als de ogen van de
inzittende.
Als de achterklep wordt gesloten
terwijl de passagier met zijn hoofd
tegen een niet goed afgestelde
hoofdsteun leunt, kan de
achterklep het hoofd van de
passagier raken, waardoor letselkan ontstaan.
OUN026140

Page 24 of 324

Veiligheidsysteem van uw auto
14
3
C020100AUN
Veiligheidsgordels
VEILIGHEIDSGORDELS
WAARSCHUWING
 Voor een optimale bescherming moeten de veiligheidsgordels
tijdens het rijden altijd gedragen
worden.
 De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als de
rugleuningen rechtop staan.
 Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de
achterbank en de gordel op de
juiste manier dragen. Laatkinderen nooit op de
passagiersstoel meerijden. Als
een kind van 13 jaar of ouder op
de voorpassagiersstoel vervoerd
moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren
worden gezet.
(Vervolg)
(Vervolg)
 Draag nooit de schoudergordelonder de arm door of achter uw
rug. Het niet op de juiste manier
gebruiken van de schoudergordelkan bij een aanrijding resulteren
in ernstig letsel. De
schoudergordel moet over het
midden van uw schouder worden
gedragen, over uw sleutelbeen.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet gedraaid
zitten. Als de gordel gedraaid is,
werkt hij minder effectief. Bij een
aanrijding kan een gedraaide
veiligheidsgordel zelfs
snijwonden veroorzaken. Zorg er
daarom voor dat de gordel niet
verdraaid zit.
 Let erop dat het materiaal van de gordel niet beschadigd wordt.
Laat een beschadigde
veiligheidsgordel vervangen.WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels zijn ontworpen
om aan te liggen tegen de
botstructuur in het lichaam en
moeten daarom zo laag mogelijk
over het bekken of het bekken, de
borst en de schouder, afhankelijk
van het type gordel, gedragen
worden; het dragen van het
heupgedeelte over de onderbuik
moet voorkomen worden.
De veiligheidsgordel moet zo strak
mogelijk tegen het lichaam aan
gedragen worden, voor zover het
comfort het toelaat, om een
maximale bescherming te kunnenbieden.
Een loshangende veiligheidsgordel
biedt veel minder bescherming.
Voorkomen moet worden dat de
gordel in aanraking komt met
polijstmiddelen, olie en
chemicaliën, in het bijzonder
accuzuur. De veiligheidsgordels
kunnen op een veilige manier
gereinigd worden met een milde
zeepoplossing.
(Vervolg)

Page 25 of 324

315
Veiligheidsysteem van uw auto
D150302AEN-EE
Waarschuwingssysteem voor deveiligheidsgordels (indien van toepassing)
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden op, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is nadat het
contact in stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaalsgedurende 6 seconden gaan knipperen.
Waarschuwingszoemerveiligheidsgordel (indien van toepassing)
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is, zal
gedurende ongeveer 6 seconden een
waarschuwingszoemer klinken zodra het
contact in stand ON wordt gezet. Dit
gebeurt ook als de veiligheidsgordel
weer losgemaakt wordt als het contact in
stand ON staat. In dat geval stopt de
zoemer onmiddellijk als de
veiligheidsgordel is vastgemaakt.
1GQA2083
(Vervolg)
De veiligheidsgordel moet worden
vervangen als hij gerafeld,
verontreinigd of beschadigd is. De
veiligheidsgordel moet ook worden
vervangen als hij gedragen is
tijdens een zware aanrijding, ook al
is de gordel niet zichtbaar
beschadigd. Bij het dragen mag de
gordel niet gedraaid zitten. Elke
veiligheidsgordel mag maar door
één persoon gedragen worden; het
is gevaarlijk een kind op schoot te
vervoeren met de gordel om beide
personen heen.
WAARSCHUWING
Er mogen geen wijzigingen aan de
gordel worden aangebracht of
hulpmiddelen worden gebruikt die
voorkomen dat het
gordelmechanisme de gordel strak
tegen het lichaam aan kan trekken
of die het verstellen van de gordel
onmogelijk maken.

Page 26 of 324

Veiligheidsysteem van uw auto
16
3
C020102AEN
Driepuntsgordel
Vastmaken van uw gordel:
Trek de gordel uit de blokkeerautomaat en plaats de metalen gesp (1) in de
gordelsluiting (2). Wanneer de gesp in de
gordelsluiting vergrendelt, is een klik
hoorbaar.
De veiligheidsgordel kan zich alleen automatisch tot de juiste lengte oprollenals u eerst handmatig het heupgedeelte
van de gordel strak over uw heupen trekt.
Als u zich langzaam voorover beweegt,rolt de gordel af en heeft u een maximale
bewegingsruimte. Bij een noodstop of
een aanrijding echter zal de gordel
geblokkeerd worden. Daarnaast zal de
gordel blokkeren wanneer u te snel naar
voren buigt.
✽✽
AANWIJZING
Als het u niet lukt om de veiligheidsgordel uit de
blokkeerautomaat te trekken, trek dankrachtig aan de gordel en laat dezevervolgens los. U kunt dan de gordel
gemakkelijk uittrekken.
B180A01NF-1B200A02NF
WAARSCHUWING
U moet het heupgedeelte van de
veiligheidsgordel zo laag mogelijk
over uw heupen dragen en niet over
uw middel. Als u de gordel te hoog
over uw middel draagt, neemt dekans op letsel bij een aanrijding
toe. Draag de gordel niet onder of
over uw beide armen. De gordel
moet over de ene arm en onder de
andere arm door lopen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Draag nooit de schoudergordel
onder de arm door die zich het
dichtst bij het portier bevindt.

Page 27 of 324

317
Veiligheidsysteem van uw auto
Hoogteverstelling (indien van toepassing)
U kunt de hoogte van het bovenste
bevestigingspunt in 5 standen afstellen
voor maximaal comfort en een maximale
veiligheid. De gordel biedt geen optimale
bescherming als de veiligheidsgordel te
dicht langs de nek loopt. Het
schoudergedeelte van de gordel moet
zodanig zijn aangepast dat het over de
borst en het midden van de schouder
loopt, en nooit over de nek.
Verhoog of verlaag het bovenste
bevestigingspunt van de
veiligheidsgordel tot de juiste hoogte.Trek het bovenste bevestigingspunt (1)
omhoog om het hoger af te stellen. Druk
het bovenste bevestigingspunt omlaag
(3) en houd daarbij de knop (2) ingedrukt
om het bovenste bevestigingspunt lageraf te stellen.
Laat de knop los om het bovenste
bevestigingspunt in de ingestelde positie
te blokkeren. Probeer het bovenste
bevestigingspunt omhoog of omlaag te
schuiven om te controleren of het
geblokkeerd is.
Losmaken van de gordel:
De gordel kan worden losgemaakt door
op de ontgrendelknop (1) van de
gordelsluiting te drukken. Als de gordel
losgemaakt is, moet hij automatischoprollen.
Controleer als dat niet gebeurt of de
gordel niet gedraaid is en probeer het
opnieuw.
OEN036029
Voorstoel
WAARSCHUWING
 Controleer of het bovenste bevestigingspunt op de juiste
hoogte geblokkeerd is. Laat het
schoudergedeelte van de gordel
nooit langs uw nek of over u
gezicht lopen. Een onjuist
gedragen veiligheidsgordel kanbij een aanrijding leiden toternstig letsel.

Als u de veiligheidsgordels na een
aanrijding niet laat vervangen, kan
het gebeuren dat ze u bij een
eventuele volgende aanrijding
niet goed beschermen, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan. Laat
de veiligheidsgordels van uw auto
na een aanrijding zo snel mogelijk
vervangen.
B210A01NF-1

Page 28 of 324

Veiligheidsysteem van uw auto
18
3
C020103AUN
Heupgordel (indien van toepassing)
Vastmaken van uw gordel:
Steek de gesp van de
tweepuntsheupgordel in de
gordelsluiting. Wanneer de gesp in de
gordelsluiting vergrendelt, is een klik
hoorbaar. Controleer of de gordel goed
geblokkeerd is en niet gedraaid zit.
Een tweepuntsheupgordel moet
handmatig zo worden afgesteld dat hij
strak aanligt over uw heupen. Zet de
gordel vast en trek aan het losse uiteinde
om de gordel strak te trekken. De gordel
moet zo laag mogelijk over uw heupen
lopen en niet over uw middel. Als de
gordel te hoog gedragen wordt, neemt
de kans op letsel bij een aanrijding toe.Gebruik voor het bevestigen van de
middelste veiligheidsgordel achter degordelsluiting met de aanduidingCENTER.
OEN036030
B220B01NF
Te hoog
Korter makenCorrect
B220A04NF-1OTQ037020

Page 29 of 324

319
Veiligheidsysteem van uw auto
Losmaken van de gordel:
Druk op de knop (1) van de gordelsluiting
om de gordel los te maken.C020105AUN
Opbergen van veiligheidsgordelsachter
 Als de veiligheidsgordels achterin niet
gebruikt worden, kunnen de
gordelsluitingen in het opbergvak
tussen rugleuning in zitting worden
geschoven.
 De middelste veiligheidsgordel achter kan worden opgerold en ook in het
opbergvak tussen rugleuning en zitten
worden geschoven.
B210A02NF-1
WAARSCHUWING
De vergrendeling van de
heupgordel is anders dan die van
de beide driepuntsgordels. Let er
daarom bij het vastmaken van de
gordels op dat ze in de juiste
gordelsluiting gestoken wordenomdat alleen dan een maximale
bescherming geboden kan worden.
OTQ037021
OTQ037022
OTQ037022G
Type A
Type B
Type C

Page 30 of 324

Veiligheidsysteem van uw auto
20
3
C020200BEN
Gordelspanner veiligheidsgordel
(indien van toepassing)
De veiligheidsgordels van de bestuurder
en voorpassagier zijn uitgerust met
gordelspanners. Het doel van de
gordelspanner is ervoor te zorgen dat de
veiligheidsgordel strak tegen het lichaam
van de inzittende ligt bij bepaalde
frontale aanrijdingen. De gordelspanners
kunnen worden geactiveerd als een
frontale aanrijding ernstig genoeg is. Wanneer plotseling wordt afgeremd of
wanneer de inzittende te snel voorover
probeert te buigen, wordt de gordel door
de blokkeerautomaat vergrendeld. Bij
bepaalde frontale aanrijdingen zal de
gordelspanner echter geactiveerd
worden en zal deze de gordel strakker
om het lichaam van de inzittende
trekken.
Het gordelspannersysteem bestaat
hoofdzakelijk uit de volgende
onderdelen. De plaats hiervan wordt in
de afbeelding aangegeven:
1. Waarschuwingslampje AIRBAG
2. Blokkeerautomaat met gordelspanner
3. Airbagmodule
OEN0363001LDE3100

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 330 next >