Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 211 of 564

3-105
Handige voorzieningen in uw auto
3
Verlichting buitenzijde
Bediening verlichting
Draai, om de verlichting te bedienen,
de knop op het uiteinde van de
combischakelaar naar een van de
volgende standen :(1) Stand OFF (O)
(2) Stand automatische verlichting
(3) Stand parkeerlicht
(4) Stand koplampen
Stand automatische verlichting
Als de lichtschakelaar in stand AUTO
staat, worden de parkeerlichten en
koplampen automatisch in- of
uitgeschakeld, afhankelijk van hoe
donker het buiten is.
VV
EERR LLIICC HH TTIINN GG
OAE046448L
OAE046449L
■Type A
■Type B
OAE046450L
OAE046451L

Type A
■ Type B

Page 212 of 564

3-106
Handige voorzieningen in uw auto
Ook wanneer de stand AUTO is
ingeschakeld, is het raadzaam om
de verlichting handmatig in te
schakelen wanneer u 's nachts of in
de mist rijdt of wanneer u een
donkere omgeving, zoals tunnels en
parkeergarages, inrijdt.
• Dek de sensor (1) in hetdashboard niet af en mors er ook niets op.
Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze kan een
dunne film achterlaten op de
sensor, waardoor deze niet meergoed werkt.
Als de voorruit van uw auto getint glas heeft of is voorzien van eenmetaalhoudende coating,
functioneert het automatische
verlichtingssysteem mogelijk nietgoed.
Stand parkeerlicht ( )
De parkeerlichten, de
kentekenplaatverlichting en de
dashboardverlichting gaan branden.
Stand koplampen ( )
De koplampen, de parkeerlichten, de
kentekenplaatverlichting en de
dashboardverlichting gaan branden.
AANWIJZING
OAE046468L
OAE046469L
■Type A
■Type BOAE046466L
OAE046467L
■Type A
■Type B

Page 213 of 564

3-107
Handige voorzieningen in uw auto
3
Informatie
Om de koplampen in te kunnen
schakelen moet het contact in stand
ON staan.Werking grootlicht
Druk de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen. De hendel
keert terug in zijn oorspronkelijke
positie. Het controlelampje voor het
grootlicht gaat branden wanneer het
grootlicht wordt ingeschakeld.
Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht uit te schakelen. Het
dimlicht gaat branden.
i
Gebruik het grootlicht niet wanneer andere auto's u
naderen. Anders kunt u het zicht
van andere bestuurdersbelemmeren.
WAARSCHUWING
OAE046452L
OAE046453L

Type A
■Type B

Page 214 of 564

3-108
Handige voorzieningen in uw auto
Trek de hendel naar u toe om een
lichtsignaal te geven met het
grootlicht en laat hem vervolgens los.
Het grootlicht blijft branden zolang u
de hendel naar u toe getrokkenhoudt.
Richtingaanwijzers
Als u richting wilt aangeven, beweegde hendel dan omlaag als u linksafslaat en omhoog als u rechtsafslaat, in stand (A).Beweeg de combischakelaargedeeltelijk naar beneden of naar
boven en houd hem vast (B) om een
wisseling van rijstrook aan te geven.Nadat u de hendel hebt losgelaten of
rechts of links bent afgeslagen, keert
de hendel terug naar de stand OFF.
Wanneer een controlelampje blijft
branden, niet knippert of abnormaal
knippert, kunnen één of meer
lampen doorgebrand zijn en dienen
deze vervangen te worden.
OAE046456L
OAE046457L

Type A
■ Type B
OAE046454L
OAE046455L
■Type A
■Type B

Page 215 of 564

3-109
Handige voorzieningen in uw auto
3
Functie one-touch
passeerknipperlicht
Beweeg de hendel iets en laat hem
dan weer los om de functie one-
touch passeerknipperlicht in te
schakelen. De richtingaanwijzers
knipperen 3, 5 of 7 keer. U kunt de functie one-touch
passeerknipperlicht in-/uitschakelen
of het aantal keren knipperenselecteren (3, 5 of 7) met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display.Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Mistachterlicht
(indien van toepassing)
Inschakelen van het mistachterlicht :
Zet de lichtschakelaar in de stand
koplampen en draai hem vervolgens
in de stand mistachterlicht (1). Voer een van de onderstaandehandelingen uit om het
mistachterlicht uit te schakelen :
Schakel de koplampschakelaar uit.
Draai de lichtschakelaar nogmaals
in de stand mistachterlicht.
OAE046458L
OAE046459L
■Type A
■Type B

Page 216 of 564

3-110
Handige voorzieningen in uw auto
Energiebesparingsfunctie
Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem schakelt
automatisch de parkeerlichten uit
wanneer de bestuurder de motor
uitschakelt en het bestuurdersportieropent.
De parkeerlichten worden
automatisch uitgeschakeld als de
auto in het donker langs de kant van
de weg wordt geparkeerd.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven
branden wanneer de motor is
uitgeschakeld:
1) Open het portier aan
bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten UIT en AAN met de lichtschakelaar op de
stuurkolom.
Follow me home-functie
(indien van toepassing)
Als u het contact in stand ACC of
OFF zet met ingeschakelde
koplampen, blijven de koplampen
(en/of parkeerlichten) gedurende
ongeveer 5 minuten branden. Alsechter de motor uit is en het
bestuurdersportier wordt geopend
en gesloten, worden de koplampen
(en/of de parkeerlichten) na 15
seconden uitgeschakeld.
De koplampen (en/of parkeerlichten)
kunnen worden uitgeschakeld door
tweemaal op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening of de Smart
Key te drukken of door de
lichtschakelaar in de stand OFF of
AUTO te zetten. De koplampen
worden echter niet uitgeschakeld
wanneer het donker is en u de
lichtschakelaar in de stand AUTO
zet.
U kunt de Follow me home-functie
in- of uitschakelen met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. Wanneer de bestuurder het
voertuig via een ander portier dan
het bestuurdersportier verlaat,werkt de
energiebesparingsfunctie niet en
wordt de Follow me home-functie
niet automatisch uitgeschakeld.
Hierdoor zal de accu ontladen
raken. Schakel in dit geval de
verlichting uit voordat u de autoverlaat.
AANWIJZING

Page 217 of 564

3-111
Handige voorzieningen in uw auto
3
Dagrijverlichting (DRL)
De dagrijverlichting (DRL) zorgt
ervoor dat medeweggebruikers uw
auto overdag beter zien, met name
na zonsopgang en voor
zonsondergang.
Het DRL-systeem zorgt ervoor dat
de dagrijverlichting wordt
uitgeschakeld als :
1. De koplampen zijn ingeschakeld.
2. De motor is uitgeschakeld.
Koplampverstelling
Handmatig
De koplamphoogte kan worden
afgesteld en worden aangepast aanhet aantal inzittenden en de
hoeveelheid bagage in de auto door
de schakelaar voor de
koplamphoogte te draaien.
Hoe hoger het nummer op de
schakelaar, hoe lager de hoogte van
de lichtbundel. Zorg ervoor dat de
koplampen niet te hoog staan om
verblinding van andere
weggebruikers te voorkomen.Hieronder staan voorbeelden van
een correcte afstelling. Stel bij een
andere mate van belasting dan
hieronder vermeld de koplampen af
volgens de situatie in het overzicht
die zo veel mogelijk aansluit bij de
actuele situatie.
OAE046408
Beladingstoestand
Stand
schakelaar
Alleen bestuurder 0 Bestuurder +
Voorpassagier 0
Alle zitplaatsen bezet 1
Alle zitplaatsen bezet + Maximaal toelaatbarebelading 2
Bestuurder + Maximaaltoelaatbare belading 3

Page 218 of 564

3-112
Handige voorzieningen in uw auto
Automatisch
De koplamphoogte wordt automatisch afgesteld en aangepastaan het aantal inzittenden en de
hoeveelheid bagage in de auto.
Dit systeem zorgt ervoor dat de
koplampen onder verschillendeomstandigheden goed staanafgesteld.
Welkomstsysteem
(indien van toepassing)
Welkomstverlichting (indien van toepassing)
Instapverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
instapverlichting gedurende
ongeveer 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt. Wanneer u op de toets op de
buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
Wanneer de persoon die de Smart Key bij zich heeft, de auto nadert.
(indien van toepassing)
Daarnaast zullen de buitenspiegels
automatisch worden uitgeklapt als
de schakelaar voor de inklapbare
buitenspiegels in stand AUTO staat.
Portiergreepverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
portiergreepverlichting gedurende
ongeveer 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Wanneer u op de toets op de buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
Wanneer u de auto nadert en de Smart Key bij u hebt.OAE046409
Als dit niet correct werkt hoewel
uw auto toch achterover helt als
gevolg van het aantal
passagiers of de lichtbundel in
de hoogste of laagste stand
staat, raden we u aan hetsysteem te laten nakijken door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Probeer de bedrading niet zelf
te controleren of vervangen.
WAARSCHUWING

Page 219 of 564

3-113
Handige voorzieningen in uw auto
3
Koplamp en parkeerlicht
Wanneer de koplampen
(lichtschakelaar in stand koplampen
of AUTO) zijn ingeschakeld en alle
portieren (en de achterklep) zijn
gesloten en vergrendeld, gaan de
parkeerlichten en de koplampen
gedurende 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets drukt, doven de
parkeerlichten en de koplampendirect.
U kunt het welkomstlicht in- of
uitschakelen met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Interieurverlichting
Wanneer de schakelaar
interieurverlichting in stand DOOR
staat en alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
interieurverlichting gedurende 30
seconden branden wanneer het
onderstaande wordt gedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
Wanneer op de toets op de buitenportiergreep wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets van het portier drukt,
dooft de interieurverlichting direct.
Interieurverlichting
Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet
draait, anders zal de accuontladen raken.
AANWIJZING

Page 220 of 564

3-114
Handige voorzieningen in uw auto
Automatisch uitschakeleninterieurverlichting
De interieurverlichting wordt
automatisch na ongeveer 20 minuten
uitgeschakeld nadat het contact is
uitgeschakeld en de portieren zijn
gesloten. Als een portier is geopend,
dooft de verlichting na ongeveer 40
minuten nadat het contact is
uitgeschakeld. Als de portieren
worden vergrendeld met de
afstandsbediening of Smart Key en
het alarm van het
antidiefstalsysteem van de auto
wordt ingeschakeld, dooft de
verlichting vijf seconden later.
Verlichting voor
(1) Kaartleeslampje voor
(2) Verlichting voorportier
(3) Interieurverlichting voor
Kaartleeslampje voor :
Druk op een van deze lampglazen
om het kaartleeslampje in of uit te
schakelen. Dit lampje heeft een
gerichte lichtbundel waarmee de
bestuurder en de voorpassagier in
het donker een kaart of iets anders
kunnen lezen.
Verlichting voorportier ( ) :
De interieurverlichting voor en achter
gaat branden wanneer de voor- of
achterportieren worden geopend
terwijl de motor draait of uit is. Als de
portieren worden ontgrendeld met de
afstandsbediening of de Smart Key,
gaat de interieurverlichting voor en
achter gedurende ongeveer 30
seconden branden zolang er geen
portier wordt geopend. De
interieurverlichting voor en achter
dooft na ongeveer 30 seconden
geleidelijk als het portier wordt
gesloten. Als echter het contact in
stand ON staat of alle portieren zijn
vergrendeld, gaat de
interieurverlichting voor en achter uit.
Als er een portier wordt geopend
terwijl het contact in stand ACC of
OFF staat, blijft de
interieurverlichting voor en achter
ongeveer 20 minuten branden.
OAD045405

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 570 next >