Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 211 of 409

Rijden met uw auto
2
5
E010000AFD
WAARSCHUWING - WAARSCHUWING - UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN!
Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Draai onmiddellijk de ruiten open als u in de auto uitlaatgas ruikt. • Inhaleer uitlaatgassen niet. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas dat bewusteloosheid en dood door verstikking kan
veroorzaken.
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties worden
gecontroleerd. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van
de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Het is gevaarlijk de motor van uw auto in de garage te laten draaien, ook al staat de garagedeur open. Laat de motor niet
langer draaien in uw garage dan de tijd die u na het starten nodig heeft om de garage uit te rijden.
Als het noodzakelijk is de auto gedurende langere tijd stationair te laten draaien terwijl er mensen in de auto aanwezig zijn,
doe dat dan alleen in een open ruimte, zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT en schakel een van de hogere
ventilatorsnelheden in zodat er frisse lucht naar het interieur wordt toegevoerd.
Als u moet rijden met de achterklep open omdat de lading het sluiten van de achterklep onmogelijk maakt:
1. Sluit alle ruiten.
2. Open de uitstroomopeningen opzij.
3. Zet de luchttoevoer op BUITENLUCHT, kies voor de luchtregeling VERWARMEN of VENTILEREN en zet de aanjager in een van de hogere standen.
Voor een goede werking van het ventilatiesysteem is het noodzakelijk dat de luchtinlaat onder de voorruit vrij blijft van sneeu w,
ijs, bladeren en andere obstructies.

Page 212 of 409

53
Rijden met uw auto
E020100AUN Vóór het instappen
Zorg ervoor dat alle ruiten,buitenspiegel(s) en lampen schoon zijn.
Controleer de toestand van de banden.
Controleer of er geen sporen van lekkage onder de auto te zien zijn.
Controleer of er zich geen obstakels achter de auto bevinden wanneer u
achteruit wilt rijden.
E020200AUN
Noodzakelijke controles
De volgende vloeistofpeilen dienen
regelmatig, afhankelijk van het gebruikte
interval gecontroleerd te worden:
motorolie, koelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof. Nadere
informatie vindt u in Hoofdstuk 7,Onderhoud.
E020300AUN
Vóór het starten
Sluit alle portieren.
Verstel de stoel zodanig dat u alle bedieningsorganen gemakkelijk kunt
bereiken.
Stel de binnen- en buitenspiegels af. Controleer of alle verlichting werkt.
Controleer alle instrumenten.
Controleer of alle
waarschuwingslampjes werken als het contact in stand ON staat.
Ontgrendel de parkeerrem en controleer of het
waarschuwingslampje van hetremsysteem uitgaat.
Voor een veilig gebruik is het
noodzakelijk dat u volledig vertrouwdbent met uw auto en debedieningsorganen.
VÓÓR HET RIJDEN
WAARSCHUWING
Alle inzittenden moeten tijdens het
rijden de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Zie
“Veiligheidsgordels” in hoofdstuk 3
voor informatie over het juiste
gebruik van de veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Controleer altijd de omgeving rond
de auto op de aanwezigheid van
anderen, in het bijzonder kinderen,
alvorens u de transmissie in stand
D (Drive) of R (Reverse) zet.WAARSCHUWING
Wanneer u de auto wilt parkeren of
stilzetten terwijl de motor draait,
zorg er dan voor dat u het
gaspedaal niet gedurende langere
tijd ingetrapt houdt. Anders kan demotor of het uitlaatsysteem
oververhit raken en brand ontstaan.
WAARSCHUWING -
Rijden onder invloed van alcohol of drugs
Rijden onder invloed is gevaarlijk.
Rijden onder invloed is debelangrijkste doodsoorzaak in het
verkeer. Zelfs een geringe
hoeveelheid alcohol zal het
reactie-, waarnemings- en
beoordelingsvermogen verminderen.
Rijden onder invloed van drugs is
minstens even gevaarlijk als rijden
onder invloed van alcohol.
De kans op een ernstig ongeval is
vele malen groter als u gaat rijden
onder invloed van alcohol of drugs.
Ga niet rijden als u gedronken heeft
of drugs heeft gebruikt. Rijd ook
niet mee met een bestuurder die
onder invloed van alcohol of drugs
is. Bepaal van tevoren wie er rijdt ofneem een taxi.

Page 213 of 409

Rijden met uw auto
4
5
E030100AFD
Verlicht contactslot
(indien van toepassing)
Ter verhoging van het comfort gaat, als het contact niet in stand ON staat, de
contactslotverlichting branden als één
van de voorportieren wordt geopend. De
verlichting gaat direct uit als het contact
in stand ON wordt gezet of 30 seconden
nadat het portier is gesloten. Standen contactslot
E030201AUN
LOCK
Het stuurslot beschermt tegen diefstal. De contactsleutel kan alleen uit het
contact worden verwijderd als hetcontact in stand LOCK staat. Om de contactsleutel in stand LOCK te
zetten, moet deze in stand ACC worden
ingedrukt en vervolgens naar de stand
LOCK worden gedraaid.E030202AUN
ACC (Accessoires)
Het stuurwiel is van het stuurslot en de
elektrische accessoires werken.
✽✽
AANWIJZING
Draai het stuurwiel iets naar links en
naar rechts om het contact
gemakkelijker in stand ACC te kunnen
zetten als het verdraaien van de
contactsleutel moeilijk gaat.
E030203AUN
ON
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Het contactslot keert na het
starten terug in deze stand.
Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, het contact niet in stand
ON staan als de motor niet draait.
E030204AUN
START
Draai de contactsleutel in stand START
om de motor te starten. De startmotor
draait totdat u de sleutel loslaat. De
sleutel keert vervolgens terug in stand
ON. In deze stand gaat het
waarschuwingslampje van het
remsysteem ter controle branden.
STANDEN CONTACTSLOT
OCM050001OCM050002

Page 214 of 409

55
Rijden met uw auto
E040000ACM
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet op
een storing.
WAARSCHUWING -
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P (Park)
is ingeschakeld bij een auto met
een automatische transmissie,
schakel de parkeerrem in en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.

Page 215 of 409

Rijden met uw auto
6
5
E040100AUN
Starten van de benzinemotor
(indien van toepassing)
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Trap
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en
rempedaal ingetrapt en draai de
contactsleutel naar de stand START.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (Park). Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
3. Draai de contactsleutel in stand START en houd de sleutel in dezestand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
4. Laat bij extreme kou (lager dan - 18°C/0°F) of wanneer de auto een
aantal dagen niet is gebruikt, de motor
warmdraaien zonder het gaspedaal in
te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient
gestart te worden zonder het gaspedaal
in te trappen.
E040101AUN
Starten van de dieselmotor (indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Trap
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en
rempedaal ingetrapt en draai de
contactsleutel naar de stand START.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (Park). Trap
het rempedaal volledig in.
De motor kan ook gestart worden met
de selectiehendel in stand N.
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet instand P te zetten wanneer de motor
tijdens het rijden afslaat. Als hetveilig is met het oog op het overigeverkeer, kunt u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zetten
en kunt u de motor opnieuwproberen te starten door hetcontact in stand START te draaien.
OPMERKING
Laat de startmotor niet langer dan 10seconden achter elkaar draaien.
Wacht als de motor afslaat of nietaanslaat 5 tot 10 seconden alvorensde startmotor opnieuw in te schakelen. Als de startmotor niet op
de juiste manier bediend wordt, kanhij beschadigd raken.

Page 216 of 409

57
Rijden met uw auto
3. Draai de contactsleutel in stand ONom de motor voor te gloeien. Het
controlelampje voorgloeien zal nu
gaan branden.
4. Als het controlelampje voorgloeien uitgaat, draai dan de contactsleutel in
stand START en houd de sleutel in
deze stand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
✽✽
AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden
wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende
10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet.
W-60
Controlelampje voorgloeien
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat
hij zwaar belast is. Dit kan zware schade veroorzaken aan de motorof de turbocompressor.

Page 217 of 409

Rijden met uw auto
8
5
Verlichte toets ENGINE
START/STOP
Wanneer het voorportier wordt geopend,
gaat de verlichting van de toets ENGINE
START/STOP branden. De verlichting
gaat ongeveer 30 seconden nadat het
portier gesloten is uit. De verlichting gaat
ook direct uit wanneer het
antidiefstalsysteem geactiveerd wordt. Positie van de toets ENGINE
START/STOP
UIT
 Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP in terwijl de selectiehendel in stand P staat
om de motor (stand START/RUN) of het
contact (stand ON) uit te zetten. Wanneer
U de toets ENGINE START/STOP
indrukt en de selectiehendel niet in stand
P staat, zal de toets ENGINE START/
STOP niet naar stand OFF gaan, maar
naar stand ACC.
Het stuurwiel wordt ook vergrendeld
wanneer de toets ENGINE START/STOPin stand OFF staat, om de auto tegen
diefstal te beveiligen. Het wordt
vergrendeld wanneer het portier wordt
geopend of wanneer u de Smart Key uit
de Smart Key-houder neemt.
Als het stuurwiel niet correct vergrendeld
is wanneer u het bestuurdersportier
opent, zal er een waarschuwingszoemer
klinken. Probeer het stuurwiel opnieuw te
vergrendelen. Laat het systeem nakijken
door een officiële HYUNDAI-dealer als
het probleem niet verholpen is.Als de toets ENGINE START/STOP in
stand OFF staat wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend, zal
het stuurwiel niet worden vergrendeld en
klinkt de waarschuwingszoemer. Sluit in
dat geval het portier. Het stuurwiel zal
dan worden vergrendeld en de
waarschuwingszoemer stopt.✽✽

AANWIJZING
Als het stuurwiel niet correct wordt
ontgrendeld, zal de toets ENGINE
START/STOP niet werken. Druk de
toets ENGINE START/STOP in terwijl
u het stuurwiel naar rechts en naar links
draait.
TOETS ENGINE START/STOP (INDIEN VAN TOEPASSING)
OCM050005
Niet verlicht

Page 218 of 409

59
Rijden met uw auto
ACC (Accessoires)
 Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand OFF staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld en de
elektrische accessoires kunnen bediend
worden.
Als de toets ENGINE START/STOP
langer dan 1 uur in stand ACC staat,
wordt de toets automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
accu leegraakt.
ON
 Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand ACC staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Laat de toets ENGINE
START/STOP niet lang in stand ON
staan. De batterij kan leegraken, omdat
de motor uitgeschakeld is.
OPMERKING
U kunt de motor (START/RUN) of hetcontact (ON) alleen uitschakelen
wanneer de auto stilstaat. In eennoodsituatie kunt u, terwijl de autorijdt, de motor uitschakelen en het contact in stand ACC draaien door de
toets ENGINE START/STOP langerdan 2 seconden ingedrukt te houdenof 3 keer na elkaar in te drukken
binnen 3 seconden. Als de auto nog rijdt, kunt u de motor opnieuw startenzonder dat u het rempedaal ingetrapthoudt door de toets ENGINE
START/STOP in te drukken met deselectiehendel in stand N (vrijstand).
Oranje
controlelampjeBlauw
controlelampje

Page 219 of 409

Rijden met uw auto
10
5
START/RUN
 Met automatische transmissie
Om de motor te starten trapt u het
rempedaal in drukt u de toets ENGINE
START/STOP in met de selectiehendel in
stand P (parkeren) of N (vrijstand). Start
de motor, voor uw eigen veiligheid, met
de selectiehendel in stand P (parkeren).
✽✽
AANWIJZING
Als u bij een auto met automatische
transmissie de startknop indrukt zonder
het rempedaal in te trappen, zal de motor
niet starten en wijzigt de stand van het
contact als volgt:
OFF ➔

ACC ➔➔
ON ➔➔
OFF or ACC ✽


AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP
lang in stand ACC of ON laat staan, zal
de accu ontladen raken.
WAARSCHUWING
Druk de toets ENGINE START/STOP nooit in terwijl de
auto rijdt. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
en neemt de remkracht af, wat tot
een ongeval kan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P is
ingeschakeld, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit
voordat u de auto verlaat. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Continued)
(Continued)
Steek nooit tijdens het rijden uwhand door het stuurwiel om de
toets ENGINE START/STOP of
andere bedieningsorganen te
bedienen. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
wat kan leiden tot een ongeval enernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
Niet verlicht

Page 220 of 409

511
Rijden met uw auto
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet op
een storing.
Starten van de benzinemotor (indien van toepassing)
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets ENGINE START/STOP in.
5. Laat bij extreme kou (lager dan -18ºC) of wanneer de auto een aantal dagen
niet is gebruikt, de motor warmdraaien
zonder het gaspedaal in te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient
gestart te worden zonder het gaspedaal
in te trappen.
Starten van de dieselmotor (indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
2. Zet de selectiehendel in stand P. Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, hetgaspedaal.

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 410 next >