Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 251 of 729

Kenmerken van uw auto
150
4
✽✽
AANWIJZING
Als de motor wordt uitgeschakeld
terwijl de functie voor het wisselen
tussen links en rechts rijdend verkeer is
ingeschakeld en de motor weer wordt
gestart, verschijnt de bovenstaande
melding. Zo wordt de bestuurder
geïnformeerd dat de functie is
ingeschakeld.Grootlicht
1. Zet de lichtschakelaar in de stand koplampen.
2. Druk de hendel van u af.✽✽ AANWIJZING
 Het controlelampje voor het grootlicht gaat branden wanneer het
grootlicht wordt ingeschakeld.
 Om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, dient u de verlichting
niet gedurende langere tijd te laten
branden terwijl de motor niet draait.
WAARSCHUWING
Gebruik het grootlicht niet wanneer
er andere voertuigen in de buurt
zijn. Het gebruik van grootlicht kan
het zicht van de andere
bestuurders belemmeren.
ODMECO2013

Page 252 of 729

4151
Kenmerken van uw auto
Lichtsignaal
Trek de hendel naar u toe. Als u de
hendel loslaat, keert deze weer terug
naar zijn oorspronkelijke positie. De
verlichting hoeft niet ingeschakeld te zijn
om een lichtsignaal te kunnen geven.Richtingaanwijzers
Om de richtingaanwijzers te laten
werken, moet het contact in stand ON
staan. Beweeg de combischakelaaromhoog of omlaag (A) om de
richtingaanwijzers in te schakelen. De
groene, pijlvormige controlelampjes op
het instrumentenpaneel geven aan welke
richtingaanwijzer in werking is. Na het
nemen van de bocht, worden de lampjes
automatisch uitgeschakeld. Zet de
combischakelaar handmatig terug in de
middenstand als de richtingaanwijzers
na een bocht blijven knipperen.Beweeg de combischakelaar gedeeltelijk
naar beneden of naar boven en houd
hem vast (B) om een wisseling van
rijstrook aan te geven. Als u de
combischakelaar loslaat, keert deze
weer terug naar zijn oorspronkelijke
positie.
Wanneer een controlelampje blijft
branden, niet knippert of abnormaal
knippert, kunnen één of meer lampen
doorgebrand zijn en dienen deze
vervangen te worden.
ODMECO2026ODMECO2014

Page 253 of 729

Kenmerken van uw auto
152
4
Opties autom. Knipperen
(indien van toepassing)
Om de impulsbediening van de
richtingaanwijzers bij rijstrookwisseling te
activeren, beweegt u de
combischakelaar iets en laat hem dan
weer los.
De richtingaanwijzers knipperen 3 keer (5 of 7). U kunt de functie one-touch
passeerknipperlicht in-/uitschakelen of het
aantal keren knipperen selecteren (3, 5 of
7) met de Modus gebruikersinstellingen
op het LCD-display.
✽✽ AANWIJZING
Als de richtingaanwijzer abnormaal
snel of langzaam knippert, duidt dit op
een kapotte lamp of een slecht contact in
het circuit van de richtingaanwijzers.
Mistlampen vóór
(indien van toepassing)
De mistlampen dienen voor een beter
zicht en ter voorkoming van ongevallen
onder omstandigheden waarbij het zicht
sterk verminderd wordt door mist, regen,
sneeuwval enz. 1. Schakel de parkeerverlichting in.
2. Zet de lichtschakelaar (1) in de stand
mistlampen vóór.
3. Zet om de mistlampen vóór uit te schakelen de lichtschakelaar nogmaals in de stand mistlampen
vóór of schakel de parkeerverlichtinguit.
ODMECO2015
OPMERKING
De mistlampen gebruiken zeer veel
stroom. Gebruik de mistlampenalleen bij slecht zicht.

Page 254 of 729

4153
Kenmerken van uw auto
Mistachterlicht
(indien van toepassing)
Voer een van de onderstaande handelingen uit om de mistlampen
achter in te schakelen:
Zet de lichtschakelaar in de standkoplampen en draai de lichtschakelaar
(1) vervolgens in de stand
mistachterlicht.
Zet de lichtschakelaar (1) in de stand parkeerverlichting, draai hem in de
stand mistlampen vóór (indien van
toepassing) en vervolgens in de stand
mistachterlicht. Voer een van de onderstaandehandelingen uit om de mistlampen
achter uit te schakelen:
Zet de lichtschakelaar uit.
Draai de lichtschakelaar nogmaals in
de stand mistachterlicht.
Als de lichtschakelaar in de stand parkeerverlichting staat en u de
mistlampen vóór uitschakelt, wordt ook
het mistachterlicht uitgeschakeld. Motorvoertuigverlichting overdag
(MVO) (indien van toepassing)
Door motorvoertuigenverlichting overdag
(MVO) kunnen medeweggebruikers uw
auto overdag beter zien. MVO kan onder
verschillende rijomstandigheden handig
zijn, maar vooral in de periode rond
zonsopgang en zonsondergang.
De MVO wordt uitgeschakeld wanneer:
1. De mistlampen vóór of koplamp
(dimlicht) worden ingeschakeld.
2. De motor wordt afgezet.
ODMECO2016

Page 255 of 729

Kenmerken van uw auto
154
4
Koplampverstelling
(indien van toepassing)
Handmatig
De koplamphoogte kan worden afgesteld
en worden aangepast aan het aantal
inzittenden en de hoeveelheid bagage in
de auto door de schakelaar voor de
koplamphoogte te verdraaien.
Hoe hoger het nummer op de
schakelaar, hoe lager de hoogte van de
lichtbundel. Zorg ervoor dat de
koplampen niet te hoog staan om
verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen. Hieronder staan voorbeelden van een
correcte afstelling. Stel bij een andere
mate van belasting dan hieronder
vermeld de koplampen af volgens de
situatie in het overzicht die zoveel
mogelijk aansluit bij de actuele situatie.
Automatisch
De hoogte van de lichtbundel wordt automatisch aangepast aan het aantal
passagiers en de hoeveelheid bagage in
de auto. Dit systeem zorg ervoor dat de
lichtbundel onder alle omstandigheden
correct is.
WAARSCHUWING
Als dit niet correct werkt terwijl uw
auto achterover helt als gevolg van
het aantal passagiers of de
lichtbundel in de hoogste of laagste
stand staat, we adviseren u het
systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Probeer de bedrading niet zelf te
controleren of vervangen.
Beladingstoestand Alleen bestuurderBestuurder +
voorpassagier
Alle zitplaatsen bezet
Alle zitplaatsen bezet +Maximaal toelaatbarebeladingBestuurder + Maximaaltoelaatbare belading Stand schakelaar
0 01 2 3
ODMECO2017

Page 256 of 729

4155
Kenmerken van uw auto
Adaptive Front Lighting System
(AFLS) (indien van toepassing)
Het Adaptive Front Lighting System
maakt gebruik van de stuurhoek en de
rijsnelheid om de koplampen verticaal en
horizontaal te verstellen om uw
gezichtsveld breed te houden. Zet de
schakelaar bij draaiende motor in de
stand AUTO. Het Adaptive Front Lighting
System werkt als de koplampen
branden. Zet de schakelaar in eenandere stand om het AFLS uit te
schakelen. Nadat het AFLS
uitgeschakeld is, worden de koplampen
niet langer meer in horizontale richting
versteld maar werkt de
koplamphoogteregeling nog steeds.Als het controlelampje AFLS brandt,
werkt het AFLS niet goed.
Breng uw auto op een veilige plaats tot
stilstand, zet de motor uit en start de
motor weer. Als het controlelampje blijft
branden, adviseren we u het systeem telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
ODM042247
ODM056114

Page 257 of 729

Kenmerken van uw auto
156
4
A : Snelheidsregelknop ruitenwissers
(voor)
· / MIST – Eénmaal wissen · O / OFF – Uit
· --- / INT – Intervalstand wissen AUTO* – Automatisch wissen
· 1 / LO – Lage wissersnelheid· 2 / HI – Hoge wissersnelheid
B : Instelling lengte Interval
C : Sproeien en kort wissen (voor)*
D : Achterruitenwisser en -sproeier* · 2 / HI – Hoge wissersnelheid · 1 / LO – Lage wissersnelheid· O / OFF– Uit
E : Sproeien en kort wissen (achter)
* : indien van toepassing
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS
Ruitenwisser en -sproeier
ODMECO2019 /ODM042252/ODMECO2020/ODM042253
■Type A■Type A
■Type B■Type B
Achterruitenwisser en -sproeier

Page 258 of 729

4157
Kenmerken van uw auto
Ruitenwissers voor
De werking is als volgt als het contact in stand ON staat./ MIST : Zet de hendel voor een
enkele wisbeweging in deze
stand en laat hem los. De
ruitenwissers zullen blijven
werken zolang de
schakelaar in deze stand
wordt gehouden.
O / OFF : Ruitenwisser is uitgeschakeld
--- / INT : De ruitenwissers werken met regelmatige intervallen.
Gebruik deze stand bij
motregen of mist. Draai aan desnelheidsregelknop om desnelheid te wijzigen.
1 / LO : Normale wissersnelheid
2 / HI : Hoge wissersnelheid
✽✽ AANWIJZING
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebruiken
of ontdooi de voorruit gedurende 10
min. Anders werken de ruitenwissers
mogelijk niet goed en kunnen ze
beschadigd raken.
Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwissers en
ruitensproeiers gebruikt, kan er schade
ontstaan aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem.
Auto Control (indien van toepassing)
De regensensor bovenaan op de voorruit
registreert de hoeveelheid regen en
schakelt de ruitenwisser automatisch in
met de juiste snelheid/intervaltijd.Hoe harder het regent, hoe hoger de
wissersnelheid. Als het ophoudt met
regenen, wordt de ruitenwisser
automatisch uitgeschakeld.
Draai aan de snelheidsregelknop om de snelheid te wijzigen (1).
Als de wisserschakelaar in de stand
AUTO is gezet terwijl het contact ON is,
zal de wisser eenmaal werken om een
controle van het systeem uit te voeren.
Zet de schakelaar in stand O (OFF) als
de ruitenwisser niet nodig is.
OPMERKING
Als het contact in stand ON staat en de schakelaar voor de ruiten-
wissers vóór in de stand AUTO, neem dan onderstaande aanwijzin-gen in acht om letsel te voorkomen:
Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensorzich bevindt, niet aan.
Veeg het bovenste deel van de voorruit niet schoon met eenvochtige doek.
Oefen geen druk uit op de voorruit.
ODMECO2022
Regensensor

Page 259 of 729

Kenmerken van uw auto
158
4
Ruitensproeier voorruit
(indien van toepassing)
Trek de hendel naar voren om de
ruitensproeier in te schakelen. Als de
ruitenwisser in stand O (OFF) staat, zal
deze 1-3 wisslagen maken.
Gebruik deze functie om de voorruit te reinigen. De ruitensproeier en de ruitenwissers
blijven werken tot u de hendel loslaat.
Controleer het peil van de
ruitensproeiervloeistof als de
ruitensproeiers niet werken. Vul het
reservoir met een geschikte, niet
schurende ruitensproeiervloeistof
wanneer het peil te laag is.
De vulpijp van het reservoir bevindt zich
vooraan in de motorruimte aan
passagierszijde.OPMERKING
Zet de schakelaar tijdens het
wassen van de auto in stand O
(OFF) om te voorkomen dat deruitenwissers in dat gevalautomatisch worden ingeschakeld.
Als de ruitenwissers tijdens hetwassen worden ingeschakeld, raken ze mogelijk beschadigd.
Verwijder de behuizing van deregensensor bovenaan de voorruit aan passagierszijde niet. Eventuele
schade aan onderdelen diehierdoor kan ontstaan, valt nietonder de fabrieksgarantie.
Zet de ruitenwisserschakelaar 'swinters voor het starten van de
motor in stand O (OFF). Als de ruitenwissers worden ingeschakeldterwijl de wisserbladenvastgevroren zijn, kunnen deze
beschadigd raken. Verwijder allesneeuw en ijs van de voorruitvoordat de ruitenwissers wordeningeschakeld.
ODMECO2021
ODM042257

Type A
■ Type B

Page 260 of 729

4159
Kenmerken van uw auto
Koplampsproeier (indien van toepassing)
Als uw auto is voorzien van een
koplampsproeier, zal deze gelijktijdig met
de ruitensproeier van de voorruit in
werking treden. De sproeier werkt als het
dimlicht is ingeschakeld en het
contact/de startknop in de stand ONstaat.
De sproeiervloeistof wordt op de
koplampen gesproeid.
✽✽ AANWIJZING
 Controleer regelmatig of de ruitensproeiervloeistof nog correct op
de koplampen wordt gesproeid.
 Nadat de koplampsproeiers zijn geactiveerd, duurt het 15 minuten tot
ze opnieuw kunnen worden
geactiveerd.
OPMERKING
Schakel de ruitenwissers niet in
als de ruit droog is om
beschadiging van de wissers ende voorruit te voorkomen.
Gebruik geen benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen
in de buurt van de ruitenwisser- bladen om beschadiging tevoorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen om
beschadiging van de ruiten- wisserarmen en van andereonderdelen te voorkomen.
Gebruik om mogelijke schade aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem tevoorkomen in de winter of bij lagebuitentemperaturen specialeruitensproeiervloeistof.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet wanneer het reservoir leeg is, om
beschadiging van de ruiten-sproeierpomp te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet bij temperaturen onder het vriespunt
zonder eerst de voorruit met behulp
van de voorruitontwaseming te
hebben verwarmd; de vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en
uw uitzicht belemmeren.

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 730 next >