JEEP GRAND CHEROKEE 2011 Instructieboek (in Dutch)

Page 271 of 378


WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Regelmatig onderhoud is een prima be-
scherming tegen koolmonoxide. Laat het
uitlaatsysteem altijd controleren wanneer
de auto op een hefbrug wordt gezet. Laat
afwijkende condities direct repareren. Rij in
de tussentijd altijd met de ramen volledig
open.
• Laat de achterklep dicht tijdens het rijden
om te voorkomen dat koolmonoxide en
andere giftige uitlaatgassen in het voertuig
binnentreden.
BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR
Koop kwaliteitsdieselbrandstof bij een erkende
leverancier. Voor de meeste service het hele
jaar door levert Dieselbrandstof nr. 2, die vol-
doet aan de ASTM-norm D-975 klasse S15,
goede prestaties. Als de auto wordt blootge-
steld aan extreme koude (lager dan -7° C) of
langere tijd gebruikt wordt in omstandigheden
die kouder zijn dan normaal, moet op het
klimaat afgestemde dieselbrandstof nr. 2 wor- den gebruikt of moet de dieselbrandstof nr. 2
met 50 % dieselbrandstof nr. 1 worden ver-
dund. Dit levert betere bescherming tegen
bevriezing van de brandstof of wasvorming op
de brandstoffilters.
Gebruik voor dit voertuig
uitsluitend hoogwaardige diesel welke vol-
doet aan de richtlijnen van EN 590. Meng-
sels van biodiesel welke voldoen aan EN 590
kunnen ook worden toegepast.
LET OP!
De fabrikant eist dat in dit voertuig snelweg-
dieselbrandstof met een ultralaag zwavelge-
halte (maximum 15 ppm zwavel) wordt ge-
bruikt en verbiedt het gebruik van snelweg-
dieselbrandstof met een laag zwavelgehalte
(maximum 500 ppm zwavel) zodat schade
aan de uitlaatregeling wordt voorkomen.
WAARSCHUWING!
Vermeng de brandstof niet met alcohol of
benzine. Deze kunnen onstabiel zijn bij be-
paalde omstandigheden en gevaarlijk of ex-
plosief bij mengen met dieselbrandstof. Dieselbrandstof bevat meestal een kleine hoe-
veelheid water. Om moeilijkheden met het
brandstofsysteem te voorkomen moet het wa-
ter dat zich verzamelt in het brandstof/water-
scheidingsfilter via de bijgeleverde slang wor-
den afgevoerd. Als u hoogwaardige brandstof
koopt en het bovenstaande advies bij koud
weer opvolgt, zijn er geen brandstofconditio-
ners nodig voor de auto. Een
premium diesel-
brandstof met een hoog cetaangetal (indien
verkrijgbaar) kan beter starten bij koud weer en
beter warmdraaien bevorderen.
BRANDSTOF BIJVULLEN
Brandstofvuldop
De tankdop bevindt zich achter het afsluitbare
tankklepje aan de bestuurderszijde van de
auto. Als de tankdop zoekgeraakt of bescha-
digd is, moet de vervangende dop geschikt zijn
voor deze auto.
267

Page 272 of 378


1. Druk op de ontgrendelknop voor het tank-
klepje (onder de schakelaar voor de koplam-
pen).
2. Open het tankklepje en verwijder de tank-
dop.
LET OP!
•Een verkeerd type vuldop kan schade aan
het brandstofsysteem of het emissieregel-
systeem veroorzaken. Door een slecht
passende dop kan er vuil in het brandstof-
systeem terechtkomen. Een slecht pas-
sende vervangende dop kan er ook toe
leiden dat het MIL-lampje (Malfunction In-
dicator Light / storings-/indicatielamp) gaat
branden doordat brandstofdampen uit het
systeem ontsnappen.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
• Wanneer de tankdop niet goed afsluit kan
het storings-/indicatielampje (MIL) gaan
branden.
• Om te voorkomen dat brandstof wordt ge-
morst en de tank te vol wordt, is het beter
de brandstoftank niet tot de rand toe te
vullen.
WAARSCHUWING!
• Houd alle rookwaar en vuur uit de buurt van
het voertuig wanneer de tankdop verwij-
derd is en u de tank vult.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit houdt een overtreding in van de
meeste staats- en federale brandveilig-
heidsvoorschriften en kan er aanleiding
voor zijn dat het storingslampje gaat bran-
den.
(Vervolgd)
Ontgrendelknop voor tankklep
Benzinedop
268

Page 273 of 378


WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
vult met benzine terwijl deze in de auto
staat. U kunt brandwonden oplopen. Zet
een jerrycan altijd op de grond tijdens het
vullen.
OPMERKING:
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
• Draai de vuldop ongeveer een kwart slag
tot u een klik hoort. Deze klik geeft aan dat
de tankdop goed is vastgedraaid.
• Als de vuldop niet goed is dichtgedraaid,
gaat het storingslampje (MIL) aan. Zorg
ervoor dat de tankdop iedere keer dat u
bijtankt goed wordt aangedraaid. Noodontgrendeling voor tankklep
Wanneer het tankklepje zich niet laat openen,
kunt u gebruik maken van de noodontgrende-
ling van de tankklep.
1. Open de achterklep.
2. Verwijder het deksel van de opbergbak
linksachter.
3. Trek aan de ontgrendelkabel.
Melding brandstofvuldop los
Wanneer het voertuigdiagnosesys-
teem detecteert dat de tankdop los
zit, onjuist is aangebracht of is be-
schadigd, verschijnt een melding

Vuldop controleren op het dis-
playvlak van de verklikkerlampjes.
Voor meer informatie raadpleegt u het Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum (EVIC) in De
functies op uw dashboard . Draai de tankdop
stevig vast en druk op de toets SELECTEREN
om het bericht uit te schakelen. Als het pro-
bleem zich opnieuw voordoet, verschijnt de
melding de volgende keer dat de auto wordt
gestart opnieuw.
RIJDEN MET EEN
AANHANGWAGEN
In dit hoofdstuk vindt u veiligheidstips en infor-
matie over wat u redelijkerwijs wel en niet met
uw auto mag trekken. Lees deze informatie
aandachtig door voordat u met een aanhang-
wagen gaat rijden, zodat u deze zo efficiënt en
veilig mogelijk kunt trekken.
Volg de vereisten en adviezen over rijden met
een aanhanger uit deze handleiding op, zodat
de garantie zijn geldigheid behoudt.
Definities met betrekking tot het
rijden met een aanhanger
De onderstaande definities met betrekking op
het trekken van een aanhanger bieden een
verklaring voor de volgende begrippen.
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
(GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaatbare totaal-
gewicht van de auto. Dit is inclusief de bestuur-
der, passagiers, bagage en het disselgewicht.
De totale belasting moet worden beperkt om zo
het GVWR niet te overschrijden.
269

Page 274 of 378


Maximaal Toelaatbaar Aanhangergewicht
(GTW)
GTW betekent het gewicht van de aanhanger
plus het gewicht van alle vracht, verbruiksgoe-
deren en apparatuur (vast of tijdelijk) in of op
de aanhanger ingeladen en gebruiksklare 
staat.
De aanbevolen manier om het GTW te meten is
om de geladen aanhanger op een weegbrug te
plaatsen. Het volledige gewicht van de aan-
hanger moet op de weegbrug rusten.
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht van het
voertuig en de aanhanger samen (GCWR)
GCWR is het totaal toelaatbare gewicht van uw
voertuig met aanhanger als ze samen worden
gewogen. OPMERKING:
In het GCWR-totaal is ruimte gelaten voor
een gewicht van 68 kg voor de bestuurder.
Maximaal toelaatbare asbelasting (GAWR)
Het GAWR is de maximumbelasting op de
vooras en op de achteras. Verdeel de lading
gelijkmatig over de voor- en achteras. Zorg dat
u zowel voor als achter het GAWR niet over-
schrijdt.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR zowel voor als
achter niet wordt overschreden. Als een van
de waarden wordt overschreden, kunnen ge-
vaarlijke rijomstandigheden ontstaan. U kunt
de controle over het stuur verliezen en een
ongeval veroorzaken.Disselgewicht aanhanger
Het disselgewicht (TW) is de neerwaartse
kracht die door de aanhanger op de aanhaak-
kogel wordt uitgeoefend. In de meeste gevallen
mag dit niet meer bedragen dan 5% van het
gewicht van de aanhangerlading. Het dissel-
gewicht moet worden opgeteld bij de belasting
van uw auto.
Voorste gedeelte
Het oppervlak van de voorzijde wordt bepaald
door de maximale hoogte van de aanhanger
vermenigvuldigd met de maximale breedte van
de aanhanger.
270

Page 275 of 378


Lostrek-beveiligingskabelEuropese voorschriften voor geremde aanhan-
gers met een gewicht van max. 3500 kg eisen
dat aanhangers worden uitgerust met een se-
condaire koppelinrichting of een lostrek-
beveiligingskabel.
De aanbevolen plaats voor bevestiging van de
beveiligingskabel voor normale aanhangers
bevindt zich in de gestanste sleuf op de zij-
wand van de aanhaakplek.Met bevestigingspunt

Bij afneembare trekhaken steekt u de kabel
door het bevestigingspunt en haakt u deze
aan zichzelf vast of u bevestigt de haak
rechtstreeks aan het hiervoor bedoelde be-
vestigingspunt. •
Bij een vaste sleepbalk met kogel de klem
direct op het aangeduide punt bevestigen.
Deze alternatieve oplossing moet specifiek
zijn toegelaten door de fabrikant van de
aanhanger, omdat de klem wellicht niet sterk
genoeg is voor gebruik op deze manier.
Klem/lus-methode afneembare kogelKlem/lus-methode vaste kogel
271

Page 276 of 378


Trekgewichten (maximale aanhangergewichten)In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/Transmissie GTW (Maximaal toelaatbaar aanhan-gergewicht) — Met aanhangerrem GTW (Maximaal toelaatbaar aanhan-
gergewicht) — Zonder aanhangerrem Disselgew. (Zie opmerking)
3,6-liter benzine 2268 kg 750 kg 113 kg
5,7-liter benzine 3500 kg 750 kg 175 kg 3,0-liter diesel 3500 kg 750 kg 175 kg
De maximum rijsnelheid met aanhanger bedraagt 100 km/uur tenzij de plaatselijke wetten een lagere snelheid voorschrijven.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en bagage en mag nooit hoger zijn dan de waarde
die is aangegeven op het plaatje met informatie over banden en belading. Raadpleeg “Banden – Algemene informatie” onder “Starten en bedienen” voor nadere informatie.
Aanhanger- en disselgewichtPlaats altijd 60% tot 65% van het gewicht aan
de voorzijde van de aanhanger. Wanneer het
zwaartepunt van de lading boven de wielen of
achter in de aanhanger gelegd is kan de trailer
ernstig zijwaarts gaan slingeren waardoor de
bestuurder de controle over auto en aanhanger
kan verliezen. Het onvoldoende voorin plaat-
sen van vracht vormt een belangrijke oorzaak
van ongevallen met aanhangers. Overschrijd
nooit het maximale disselgewicht dat op uw
trekhaak is gestempeld. Houd rekening met het volgende bij het bere-
kenen van het gewicht op de achteras van het
voertuig:

Het disselgewicht van de aanhanger.
• Het gewicht van alle lading en uitrusting die
in of aan de auto is aangebracht.
• Het gewicht van de bestuurder en alle pas-
sagiers.
272

Page 277 of 378


OPMERKING:
Denk eraan dat alle gewicht dat u in of op de
aanhanger plaatst, bijdraagt aan de belas-
ting van de auto. Extra in de fabriek ge-
plaatste accessoires of door de erkende
dealer geïnstalleerde opties moeten ook
worden meegenomen bij de berekening van
de totale belasting van uw auto.
Vereisten voor het trekken van een
aanhanger
Voor het op juiste wijze inrijden van de aandrijf-
lijn van uw nieuwe voertuig wordt aanbevolen
de onderstaande richtlijnen te volgen.
LET OP!
•Tijdens de eerste 805 km die met uw
nieuwe voertuig worden gereden mag geen
aanhanger worden aangekoppeld. Hier-
door kunnen de motor, de as of andere
onderdelen beschadigd raken.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
• Daarna, tijdens de eerste 805 km die met
een aanhanger worden gereden, mag niet
harder dan 80 km/h worden gereden en
niet met vol gas uit stilstand worden weg-
gereden. Op deze manier kunnen de motor
en overige onderdelen van het voertuig op
juiste wijze worden ingereden onder zwaar-
dere belasting.
Voer het onderhoud uit als omschreven in het
“Onderhoudsschema”. Raadpleeg het “Onder-
houdsschema” voor de juiste onderhouds-
intervallen. Overschrijd bij het trekken van een
aanhanger nooit de limieten van de GAWR
(bruto classificatie asgewicht) en GCWR (bruto
classificatie gecombineerd gewicht).
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger kan leiden
tot ongevallen en letsel. Volg de onder-
staande richtlijnen om uw aanhanger zo veilig
mogelijk te trekken: (Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Zorg dat de vracht stevig is vastgezet en
tijdens het rijden niet kan schuiven. Als u de
vracht niet goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden veranderingen in de gewichtsverde-
ling optreden die u als bestuurder niet kunt
controleren. U kunt de controle over het
stuur verliezen en een ongeval veroorzaken.
• Als u vracht vervoert of een aanhanger
trekt, belaad de auto of de aanhanger dan
nooit te zwaar. Een te zware belading kan
leiden tot verlies van de controle, slechte
prestaties of beschadiging van de remmen,
assen, motor, transmissie, het stuursys-
teem, het chassis of de banden.
• Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen
uw auto en uw aanhanger. Maak de kettin-
gen altijd vast aan de daarvoor bestemde
haken aan de trekhaak. Voer de kettingen
kruiselings onder de dissel door en zorg dat
deze voldoende lang zijn om bochten te
kunnen nemen.
(Vervolgd)
273

Page 278 of 378


WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Parkeer een auto met aanhanger nooit op
een helling. Als u een auto met aanhanger
parkeert, bekrachtig dan altijd de handrem
van de auto. Zet de automatische versnel-
lingsbak van de sleepauto in PARK. Zorg er
bij voertuigen met vierwielaandrijving voor
dat de tussenbak niet in NEUTRAL staat.
Plaats altijd blokken voor de wielen van de
aanhanger.
• Overschrijd nooit het GCWR.
• Het totale gewicht moet worden ver-
deeld tussen de auto en de aanhanger,
zodat de volgende vier waarden niet
worden overschreden:
1. Maximaal voertuiggewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewichtwaarde voor de gebruikte
trekhaak. Vereisten voor het trekken van een
aanhanger – Banden
Voor een comfortabel en veilig gebruik van
uw auto is een juiste bandenspanning abso-
luut noodzakelijk. Zie Banden – algemene
Informatie in Starten en rijden voor de
juiste procedures voor het op spanning
brengen van de banden.
Controleer de bandenspanning van de aan- hanger alvorens deze te gebruiken.
Controleer de banden op slijtage of zicht- bare beschadigingen alvorens de aanhan-
ger te gebruiken. Zie Banden – Algemene
Informatie onder Starten en bedienen voor
de juiste controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van banden het gedeelte Banden – algemene informatie in
 Starten en bedienen voor de juiste proce-
dures bij het verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exemplaren
met een hogere belastingscapaciteit leidt
niet tot verhoging van de GVWR- en GAWR-
limieten van de auto. Vereisten voor het trekken van een
aanhanger – Aanhangerremmen
Sluit het hydraulische remsysteem of va-
cuümsysteem van uw auto nietaan op dat
van de aanhanger. Dit kan leiden tot onjuist
remgedrag en lichamelijk letsel.
Voor het trekken van een aanhanger met elektronisch geregelde remmen is een elek-
tronische remregelmodule voor de aanhan-
ger vereist. Bij het trekken van een aanhan-
ger met hydraulisch geregelde remmen is
geen elektronische remregelmodule voor de
aanhanger vereist.

Aanhangerremmen worden aanbevolen voor
aanhangers van meer dan 454 kg en zijn
verplicht op aanhangers van meer dan 750 kg.
LET OP!
Als de beladen aanhanger meer weegt dan
454 kg moet deze zijn voorzien van eigen
remmen met voldoende capaciteit. Wanneer
dit niet het geval is, slijten de remvoeringen
sneller, is meer pedaalkracht vereist en wordt
de remweg langer.
274

Page 279 of 378


WAARSCHUWING!
•Sluit de remmen van de aanhanger niet
aan op de hydraulische remleidingen van
uw auto. Dit kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. Dan kan het
voorkomen dat u niet kunt remmen wan-
neer dit nodig is en zo een ongeval veroor-
zaakt.
• Bij het trekken van een aanhanger moet u
rekening houden met een langere remweg.
Bij het trekken van een aanhanger dient u
extra afstand te bewaren tot het voorlig-
gende voertuig. Een te kleine afstand tot
uw voorganger kan leiden tot een ongeval.
Vereisten voor het trekken van een
aanhanger — Verlichting en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhanger moet
deze zijn voorzien van remlichten en richting-
aanwijzers.
Inbegrepen in het aanhangerpakket is een
13-pins kabelboom. Gebruik een door de fa-
briek goedgekeurde bedradingsbundel en
stekker. OPMERKING:
Probeer niet om de bedrading van de auto
door splitsing te verbinden met die van de
aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn compleet, u
hoeft alleen de bedradingsbundel aan te slui-
ten op de stekker van de aanhanger.
Aantal
pennen Functie Kleur draad
1 Linkerrichtingaan- wijzer Zwart/Wit
2 Mistlamp achter Wit
Aantal
pennen Functie Kleur draad
3
aAarde/
gemeenschappe-
lijke retourlijn voor contacten (pen-
nen)1en2en4 tot 8 Bruin
4 Rechterrichting- aanwijzer Zwart/Groen
5 Positieverlichting rechtsachter, zij-
markeringsverlich- ting en verlichting kentekenplaat achter.
b
Groen/Rood
6 Remlichten Zwart/Rood
7 Positieverlichting linksachter, zij-
markeringsverlich- ting en verlichting kentekenplaat achter.
b
Groen/Zwart
8 Achteruitrijlichten Blauw/Rood13 - pen koppelstuk
275

Page 280 of 378


Aantal
pennen Functie Kleur draad
9 Vaste voedings- bron (+12V) Rood
10 Door contact- schakelaar be-
diende voedings- bron (+12V) Geel
11
aRetourlijn voor
contact (pen) 10 Geel/Bruin
12 Reserve voor la- tere toewijzing –
13
aRetourlijn voor
contact (pen) 9 Rood/Bruin
Opmerking: de toewijzing van pen 12 is ver-
anderd van Code voor gekoppelde aanhan-
ger in Reserve voor latere toewijzing .
aDe drie retourlijnen mogen niet elektrisch
in de aanhanger worden aangesloten.
bDe verlichting van de kentekenplaat achter
wordt zo aangesloten dat geen enkel lampje
een gemeenschappelijke verbinding heeft
met zowel pen 5 als 7.
Tips voor het trekken van een
aanhanger
Oefen voordat u met de aanhanger de weg op
gaat het nemen van bochten, remmen en ach-
teruitrijden met de aanhanger in een gebied
zonder druk verkeer.
Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij het rijden met een
aanhanger. Als er dikwijls geschakeld moet
worden in dit bereik, moet men de functie
 TOW/HAUL (trekken/slepen), indien aanwe-
zig, of een lagere versnelling kiezen.
OPMERKING:
Door gebruik van de modus TOW/HAUL (in-
dien aanwezig) of door een lagere versnel-
ling te kiezen (met behulp van de functie
Electronic Range Select (ERS)) terwijl u het
voertuig bestuurt onder zware omstandig-
heden, kunt u de prestaties verbeteren en de
levensduur van de versnellingsbak verlen-
gen door warmte-opbouw als gevolg van
overmatig schakelen te verminderen. Hier-
door zal ook de motorremwerking worden
verbeterd. Vervang de transmissievloeistof en het filter
wanneer u REGELMATIG langer dan 45 minu-
ten een aanhanger trekt. Zie
Onderhouds-
schema voor de juiste onderhoudsintervallen.
OPMERKING:
Controleer voor u gaat slepen het peil van de
versnellingsbakvloeistof (5,7L motor).
Bij het trekken van een volledig beladen
aanhanger over steile hellingen, waarbij
veelvuldig teruggeschakeld moet worden,
wordt aanbevolen gebruik te maken van de
ERS-functie op de schakelhendel om de
transmissie van uw voertuig vast te zetten in
de 1e versnelling (uitsluitend op de 5,7l-
modellen). Op deze manier kan een juiste
bedrijfstemperatuur van de transmissie in
stand gehouden worden.
276

Page:   < prev 1-10 ... 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 ... 380 next >