JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)

Page 301 of 414

WAARSCHUWING!
Het gebruik van verschillende bandenma-
ten en -typen (M+S, winterbanden) tussen
de voor- en achteras kan leiden tot onvoor-
spelbaar weggedrag. U zou de macht over
het stuur kunnen verliezen en een aanrij-
ding kunnen veroorzaken.
LET OP!
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan de auto of de
banden te voorkomen:
• Door de beperkte ruimte voor sneeuw-
kettingen tussen de banden en andere
onderdelen van de wielophanging, is het
belangrijk uitsluitend kettingen te ge-
bruiken die in goede staat verkeren. Ge-
broken sneeuwkettingen kunnen ern-
stige schade veroorzaken. Zet de auto
onmiddellijk stil als u een geluid hoort
dat zou kunnen wijzen op kettingbreuk.
Verwijder eerst de beschadigde onderde-
len van de ketting voordat u deze weer
gebruikt.
LET OP!
• Breng de ketting zo strak mogelijk aan
en trek hem opnieuw strak nadat u
0,8 km (0,5 mijl) hebt gereden.
• Rijd niet sneller dan 48 km/u (30 mph).
• Rijd voorzichtig en vermijd scherpe
bochten en oneffenheden, vooral als de
auto zwaar beladen is.
• Rijd niet langdurig op een droog wegdek.
• Houd u aan de instructies van de fabri-
kant van de sneeuwketting voor de juiste
wijze van installatie, de rijsnelheid en de
gebruiksvoorwaarden. Houd u aan de
rijsnelheid die de fabrikant van de
sneeuwkettingen aanbeveelt, mits deze
lager is dan 48 km/u (30 mph).
• Gebruik geen sneeuwkettingen op een
compact reservewiel.
Rouleren van banden
De voorbanden en de achterbanden van uw
voertuig werken onder verschillende belastin-
gen en vervullen verschillende stuur-,
stabiliteits- en remfuncties. Hierdoor slijten
de voor- en achterbanden onevenredig.Dit effect kunt u verminderen door de banden
onderling te rouleren. De voordelen van rou-
leren zijn het grootst bij grove profielen, zoals
het profiel van on-/offroadbanden. Rouleren
zorgt voor een langere levensduur van de
banden en geeft langere tijd goede grip in
modder, sneeuw en op een nat wegdek. Bo-
vendien draagt rouleren bij aan de rijeigen-
schappen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhouds-
intervallen. Frequenter rouleren is toegestaan
indien dat gewenst is. De oorzaken van snelle
of ongewone slijtage moeten verholpen wor-
den voordat u de banden rouleert.
OPMERKING:
Het hoogwaardige bandenspanningscontrole-
systeem geeft automatisch de bandenspan-
ningswaarden op de juiste positie op het
voertuig weer nadat de banden gerouleerd
zijn.
299

Page 302 of 414

De voorgestelde roulatiemethode is kruis-
lings naar achteren, zoals in de volgende
afbeelding is weergegeven.
HET VOERTUIG STALLEN
Als het voertuig langer dan een maand stil
moet blijven staan, neem dan de volgende
veiligheidsmaatregelen in acht:
• Parkeer uw voertuig op een bedekte, droge
en zo mogelijk geventileerde plaats met de
ramen een klein stukje open.
• Controleer of de elektrische parkeerrem
niet is ingeschakeld.• Koppel de negatieve (-) aansluiting los van
de accupool en zorg ervoor dat de accu
volledig is opgeladen. Tijdens de stalling
controleert u de acculading eens per kwar-
taal.
• Indien u niet de accu loskoppelt van het
elektrische systeem, controleert u de ac-
culading iedere 30 dagen.
• Reinig en bescherm de gelakte delen door
het aanbrengen van beschermende was.
• Reinig en bescherm glimmende metalen
onderdelen door het aanbrengen van be-
schermende was.
• Doe talkpoeder op de ruitenwisserbladen
voor en achter en laat ze omhoog staan.
• Bedek het voertuig met een juiste afdek-
king. Zorg ervoor dat u de lak niet bescha-
digt door het slepen van de afdekking over
vuile oppervlakken. Gebruik geen kunst-
stof afdekfolie die de verdamping van het
op het voertuigoppervlak aanwezige vocht
verhindert.
• Pomp de banden op tot een druk die
+0,5 bar (+7,25 PSI) hoger is dan aanbe-
volen op de bandensticker en controleer
de bandenspanning regelmatig.• Tap het motorkoelsysteem niet af.
• Wanneer het voertuig gedurende twee we-
ken of langer stilstaat, laat de motor gedu-
rende ongeveer vijf minuten stationair
draaien, met de airconditioning aan en
hoge ventilatorsnelheid. Dit zorgt voor een
juiste smering van het systeem, waardoor
er minder kans op schade aan de compres-
sor is wanneer het voertuig weer in gebruik
wordt genomen.
OPMERKING:
Wanneer het voertuig niet is gestart en niet
met het voertuig is gereden voor ten minste
30 dagen, is een procedure Starten na lang-
durig parkeren vereist voor het starten van het
voertuig. Raadpleeg de paragraaf "Startpro-
cedures" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.
LET OP!
Voorafgaand aan het verwijderen van de
positieve en negatieve aansluitingen op de
accu, wacht u ten minste een minuut met
de contactschakelaar in de stand OFF en
sluit u het bestuurdersportier. Bij het op-
Banden rouleren
SERVICE EN ONDERHOUD
300

Page 303 of 414

LET OP!
nieuw aansluiten van de positieve en ne-
gatieve aansluitingen op de accu moet u
ervoor zorgen dat de contactschakelaar in
de stand OFF staat en het bestuurderspor-
tier gesloten is.
CAROSSERIE
Behoud van de carosserie
Wassen
• Was uw auto regelmatig. Was uw voertuig
altijd in de schaduw met Mopar Car Wash
of een milde autoshampoo en spoel de
panelen volledig af met schoon water.
• Als insecten, teer of andere kleine veront-
reinigingen zich op uw auto hebben verza-
meld, gebruik dan Mopar Super Kleen Bug
en Tar Remover om deze te verwijderen.
• Gebruik een hoogwaardige was zoals Mo-
par Cleaner Wax om aanslag en vlekken te
verwijderen en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op de lak.• Gebruik geen schurende producten en po-
lijstmiddelen die de glans of de dikte van
de laklaag kunnen aantasten.
LET OP!
• Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
• Het gebruik van een hogedrukreiniger
met een druk van meer dan 1.200 psi
(8.274 kPa) kan de lak en eventuele
stickers beschadigen.
Speciale verzorging
• Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand)
wanneer u op bepekelde of stoffige wegen
of in kuststreken rijdt.

Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten en
in de bagageruimte open worden gehouden.
• Als u steenslag of krassen in de lak be-
speurt, werk dergelijke plekken dan met-
een bij. Voor de kosten van dergelijke repa-
raties is de eigenaar van de auto
verantwoordelijk.
• Wanneer de auto door bijvoorbeeld een
aanrijding schade heeft opgelopen aan de
lak en de beschermende coating, moet u
deze zo spoedig mogelijk laten repareren.
Voor de kosten van dergelijke reparaties is
de eigenaar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let
dan goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
• Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
• Gebruik de retoucheerlak Mopar Touch Up
Paint om krassen zo snel mogelijk bij te
werken. Uw erkende dealer heeft de lak-
stift die overeenkomt bij uw lakkleur.
301

Page 304 of 414

INTERIEUR
Stoelen en bekleding
Gebruik Mopar Total Clean om stoffen bekle-
ding en vloerbedekking te reinigen.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak brand-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten
ruimten ademhalingsproblemen veroorza-
ken.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende rei-
nigingsmiddelen. De gordelband kan hierdoor
worden aangetast. Ook zonnestraling kan de stof
aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan een
lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de gordels
niet uit de auto om ze te wassen. Drogen met
een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels of
slijtplekken vertonen of wanneer de gespsluitin-
gen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik Mopar Total Clean om vinylbekleding
te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
LET OP!
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
• Schade veroorzaakt door dit type pro-
ducten wordt mogelijk niet gedekt door
de standaardgarantie van een nieuw
voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen
geval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.SERVICE EN ONDERHOUD
302

Page 305 of 414

Lederen onderdelen
Mopar Total Clean wordt speciaal aanbevolen
voor lederen bekleding.
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige doek.
Hardnekkige vlekken kunt u gemakkelijk ver-
wijderen met een zachte doek en Mopar Total
Clean. Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan ook. Rei-
nig uw lederen bekleding nooit met polish,
olie, reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen,
afwasmiddelen of schoonmaakmiddelen op
ammoniakbasis. Het gebruik van speciale on-
derhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. De lederen bekleding kan eenvoudig
worden gereinigd. Aanbevolen wordt de lede-
ren stoelen schoon te maken wanneer nodig
met een doek met Mopar Total Care
leerreiniger.
LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
gelijke middelen de stoel kunnen
beschadigen.
303

Page 306 of 414

304

Page 307 of 414

TECHNISCHE SPECIFICATIES
IDENTIFICATIEGEGEVENS. . . .306
Chassisnummer (VIN)...........306
AANHAALMOMENTEN VOOR
WIELEN..................307
Voorgeschreven aanhaalmomenten. . . .307
BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOREN..........308
3,6-liter motor................308
5,7-liter motor................308
6,4-liter motor................308
Methanol...................309
Ethanol....................309
Benzine volgens de nieuwe formule . . .309
Gebruik van E-85 in niet Flex
Fuel-uitvoeringen..............310
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem.........310
Brandstofadditieven............310
Koolmonoxidewaarschuwingen......310
BRANDSTOFVEREISTEN –
DIESELMOTOR..............311
VLOEISTOFINHOUD NIET-SRT . .312
VLOEISTOFINHOUD SRT......313
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LEN NIET-SRT..............313
Motor.....................313
Chassis....................314
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LENSRT ..................315
Motor.....................315
Chassis....................316
MOPAR ACCESSOIRES........317
Originele accessoires van Mopar.....317
TECHNISCHE SPECIFICATIES
305

Page 308 of 414

IDENTIFICATIEGEGEVENS
Chassisnummer (VIN)
Het chassisnummer (VIN) bevindt zich op
een plaatje in de hoek linksvoor op het instru-
mentenpaneel en is van buitenaf door de
voorruit zichtbaar. Dit nummer bevindt zich
ook rechtsvoor op de carrosserie, achter de
rechtervoorstoel. Plaats de rechtervoorstoel
naar voren om het gestempelde VIN beter
zichtbaar te maken. Dit nummer komt ook
voor op het voertuiginformatielabel dat op
een van de ruiten van uw voertuig is geplakt.
Bewaar dit label zodat u eenvoudig het chas-
sisnummer (VIN) van uw voertuig en optio-
nele uitrusting kunt opzoeken.OPMERKING:
Het is verboden om het chassisnummer (VIN)
te verwijderen of te wijzigen.
Plaats van het VINPlaats van VIN rechtsvoor op carrosserieTECHNISCHE SPECIFICATIES
306

Page 309 of 414

AANHAALMOMENTEN
VOOR WIELEN
Het juiste aanhaalmoment voor de wielmoeren/
bouten is van het grootste belang om te verze-
keren dat het wiel juist is gemonteerd op het
voertuig. Telkens wanneer een wiel is verwij-
derd en teruggeplaatst op het voertuig, moeten
de wielmoeren/bouten worden aangehaald met
een juist gekalibreerde momentsleutel.
Voorgeschreven aanhaalmomenten
Standaard voertuigmodel
Aanhaalmoment
moer/bout** moer-/
boutmaatSleutel-
maat moer/
bout
176 Nm (130 Ft-
Lbs)M14 x 1,50 22 mm
SRT-voertuigmodel
Aanhaalmoment
moer/bout** moer-/
boutmaatSleutel-
maat moer/
bout
149 Nm (110 Ft-
Lbs)M14 x 1,50 22 mm
** Gebruik alleen door uw erkende dealer
aanbevolen wielmoeren/bouten en reinig of
verwijder eventueel vuil of olie voordat u deze
aanhaalt.
Inspecteer het wielmontagevlak voordat u de
band monteert en verwijder eventuele roest-
of losse deeltjes.
Trek de wielmoeren/-bouten in stervolgorde
aan totdat iedere moer/bout twee keer aange-
trokken is.
OPMERKING:
Als u twijfelt of de moeren goed zijn vastge-
zet, laat dit dan bij uw dealer of een banden-
servicebedrijf nog eens controleren met een
momentsleutel.
Controleer na 40 km (25 mijl) het aanhaal-
moment van de moeren/bouten om er zeker
van te zijn dat alle moeren/bouten goed tegen
het wiel aanliggen.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Aanhaalpatroon
307

Page 310 of 414

BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOREN
3,6-liter motor
Alle motoren voldoen aan alle emissie-eisen,
hebben een laag brandstofverbruik en bieden
optimale rijeigenschappen als u hoogwaar-
dige loodvrije benzine met een minimum
octaangetal (RON) van 91 gebruikt.
Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist
onmiddellijk onderhoud. Benzine van slechte
kwaliteit kan problemen veroorzaken, zoals
slecht starten, afslaan en haperen van de
motor. Als u last heeft van dergelijke storin-
gen, probeer dan eerst een ander merk ben-
zine voordat u contact opneemt met uw dea-
ler.
Naast loodvrije benzine met het juiste oc-
taangehalte, wordt ook benzine aanbevolen
waaraan reinigingsmiddelen en additieven
voor corrosiepreventie en stabiliteit zijn toe-
gevoegd. Het gebruik van benzine met dezeadditieven heeft een gunstige invloed op het
brandstofverbruik, verlaagt de emissiewaar-
den en handhaaft de motorprestaties.
Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
5,7-liter motor
Deze motoren voldoen aan alle emissie-
eisen, hebben een laag brandstofverbruik en
bieden optimale prestaties als u hoogwaar-
dige loodvrije benzine met een octaangetal
van 91 t/m 95 RON (Research Octane Num-
ber) gebruikt. Voor optimale prestaties raadt
de fabrikant aan benzine met een octaange-
tal van 95 RON (Research Octane Number)
te gebruiken.
Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist
onmiddellijk onderhoud. Benzine van slechte
kwaliteit kan problemen veroorzaken, zoalsslecht starten, afslaan en haperen van de
motor. Als u last heeft van dergelijke storin-
gen, probeer dan eerst een ander merk ben-
zine voordat u contact opneemt met uw dea-
ler.
Naast loodvrije benzine met het juiste oc-
taangehalte, wordt ook benzine aanbevolen
waaraan reinigingsmiddelen en additieven
voor corrosiepreventie en stabiliteit zijn toe-
gevoegd. Het gebruik van benzine met deze
additieven heeft een gunstige invloed op het
brandstofverbruik, verlaagt de emissiewaar-
den en handhaaft de motorprestaties.
Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
6,4-liter motor
Uw voertuig voldoet aan alle emissie-eisen,
hebben een laag brandstofverbruik en biedt
optimale rijeigenschappen als u hoogwaar-
dige loodvrije benzine met een octaangetal
(RON) van 98 of hoger gebruikt. Voor opti-
TECHNISCHE SPECIFICATIES
308

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 420 next >