JEEP GRAND CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)

Page 21 of 410

Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
OPMERKING:
• Als de Sentry Key startonderbreker moet
worden gerepareerd, dient u alle sleutels
van de auto naar de erkende dealer mee te
brengen.
• De sleutels moeten worden voorzien van
een correct geslepen baard om op de sloten
van het voertuig te passen.
OPMERKING:
Zwarte sleutels (6.4L) moeten worden ver-
vangen door zwarte sleutels, en rode sleutels
(6.2L) moeten worden vervangen door rode
sleutels.CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een toets te
drukken, zolang de sleutelhouder zich in de
passagiersruimte bevindt.
Keyless Push Button Ignition biedt verschil-
lende standen, die worden aangeduid door
een label en door een lampje dat gaat bran-
den wanneer de stand is gekozen. Deze stan-
den zijn OFF, ACC, RUN en START.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde (zijde tegenover
de noodsleutel) van de sleutelhouder tegen
de toets ENGINE START/STOP om de con-
tactschakelaar te bedienen.
START/STOP-contactschakelaar
19

Page 22 of 410

De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm, enz. ) zijn nog
steeds beschikbaar.
ACC
• Motor is niet gestart.
• Sommige elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
RUN
• Rijpositie.
• Alle elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
START
• De motor start.WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
WAARSCHUWING!
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20

Page 23 of 410

Melding voertuig op contact
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl het contact in de stand RUN staat (motor
draait niet), klinkt een geluidssignaal om u
eraan te herinneren de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten. Naast dit geluidssig-
naal verschijnt op het display van de instru-
mentengroep ook "Ignition Or Accessory On"
(contactschakelaar in de stand ON of ACC).
OPMERKING:
De schakelaars voor elektrische raambedie-
ning en het elektrisch zonnedak (indien aan-
wezig) blijven gedurende maximaal tien mi-
nuten actief nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. De tijdsduur van deze functie is
programmeerbaar.
WAARSCHUWING!
• Breng het voertuig altijd volledig tot stil-
stand voordat u het verlaat, zet altijd de
automatische versnellingsbak in de
stand PARK, trek de handrem aan, zet
de motor in de stand OFF, verwijder de
WAARSCHUWING!
sleutelhouder uit het voertuig en sluit uw
voertuig af. Als uw voertuig is uitgerust
met Keyless Enter-N-Go, moet u zich
wanneer u het voertuig verlaat er altijd
van verzekeren dat het contact zonder
sleutel in de stand "OFF" staat, verwijder
de sleutelhouder uit het voertuig en sluit
uw voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
WAARSCHUWING!
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de sleu-
telhouder uit het voertuig en vergrendel
alle portieren wanneer u het voertuig zon-
der toezicht achterlaat.
21

Page 24 of 410

STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
• Druk twee keer binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op
de sleutelhouder. Door een derde keer op
de toets remote start (starten op afstand) te
drukken wordt de motor uitgeschakeld.

Met Remote Start (starten op afstand) draait
de motor slechts 15 minuten (time-out), tenzij
het contact in de stand ON/RUN is gezet.
• Het voertuig moet handmatig worden ge-
start door op de toets contact START/STOP
(contact aan/uit) te drukken na twee opeen-
volgende time-outs.
WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING!
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
SENTRY KEY
De Sentry Key startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het
systeem niet te activeren of in te schakelen.
Dit systeem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Sleutels laten programmeren
Sleutelhouders kunnen worden geprogram-
meerd door uw erkende dealer.
Vervangende sleutels
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
•Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wanneer u
de auto zonder toezicht achterlaat.
• Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22

Page 25 of 410

OPMERKING:
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt.
• De richtingaanwijzers knipperen.• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe-
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op de vergrendeltoets op de scha-
kelaar voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
Raadpleeg de paragraaf "Portieren" inhet hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in uw instructieboekje voor meer
informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in uw instructieboekje
voor meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.
23

Page 26 of 410

• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in het voer-
tuig bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
Alarm opnieuw inschakelen
Als het alarm afgaat en er geen actie wordt
ondernomen om het alarm uit te schakelen,
schakelt het voertuigalarmsysteem de claxon
na 29 seconden uit, met een interval van vijf
seconden tussen de cycli, met een maximum
van acht cycli als de trigger actief blijft,
waarna het alarmsysteem zichzelf weer acti-
veert.
PREMIUM ALARMSYSTEEM
— INDIEN AANWEZIG
Het premium alarmsysteem bewaakt de por-
tieren, de motorkapvergrendeling en de ach-
terklep tegen onbevoegde toegang en de con-
tactschakelaar op onbevoegde bediening.
Het systeem maakt tevens gebruik van een
inbraaksensor met dubbele functie en een
voertuigkantelsensor. De inbraaksensor be-
waakt tegen beweging in het interieur van de
auto. De voertuigkantelsensor bewaakt deauto tegen kantelbewegingen (wegslepen,
wielen verwijderen, veerbootvervoer, enz.).
Een sirene met noodstroomvoorziening, die
onderbrekingen van de voeding en communi-
catie detecteert, is tevens inbegrepen.
Als een perimeter wordt overschreden, wordt
het beveiligingssysteem geactiveerd, waarna
de sirene 29 seconden klinkt en de buiten-
verlichting gaat knipperen, gevolgd door vijf
seconden waarin er geen activiteit is. Indien
het alarm niet wordt uitgeschakeld, gaat dit
8 cycli zo door.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contactschake-
laar, raadpleeg de paragraaf "De motor
starten" in het hoofdstuk "Starten en rij-
den" in het instructieboekje voor meer
informatie.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
24

Page 27 of 410

• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry,
controleer dan of de contactschakelaar
in de stand OFF staat.
• Indien uw voertuig niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry,
controleer dan of de contactschakelaar
in de stand OFF staat en de sleutel is
verwijderd uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het in-
terieur terwijl het bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een sleutelhouder zich
ook aan de buitenzijde bevindt. Raad-
pleeg de paragraaf "Portieren" in het
hoofdstuk "Uw voertuig leren kennen"
in uw instructieboekje voor meer infor-
matie.• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
OPMERKING:
• Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld,
blijft het ingeschakeld totdat u het uitscha-
kelt door een van de beschreven uitschakel-
methoden te volgen. Als de elektrische voe-
ding wegvalt nadat het alarmsysteem is
ingeschakeld, moet u het systeem uitscha-
kelen nadat de voeding is hersteld om te
voorkomen dat het alarm afgaat.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegingsde-
tector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone in-
braaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om dit
te doen, drukt u drie keer op de vergrendel-
toets van de sleutelhouder binnen 15 se-
conden nadat het systeem is ingeschakeld
(terwijl het controlelampje van het alarm-
systeem snel knippert).Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in het instructieboekje
voor meer informatie.
• Draai de contactschakelaar uit de stand
OFF.
– Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry,
druk dan op de Start/Stop-
contactschakelaar (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder aanwe-
zig te zijn in het voertuig).
– Wanneer uw voertuig niet is uitgerust
met Keyless Enter-N-Go — Passive En-
try, steek dan een geldige sleutel in de
contactschakelaar en draai de sleutel
naar de stand ON.
25

Page 28 of 410

OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop op
de sleutelhouder.
• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat het
alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegingsde-
tector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone in-
braaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om dit
te doen, drukt u drie keer op de vergrendel-
toets van de sleutelhouder binnen 15 se-
conden nadat het systeem is ingeschakeld
(terwijl het controlelampje van het alarm-
systeem snel knippert).Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen, maar er zijn omstandigheden
die een ongewenst alarm veroorzaken. Als
een van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is uitge-
voerd, zal het alarmsysteem worden inge-
schakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
Alarmsysteem handmatig omzeilen
Het systeem komt niet in waakfunctie als u
de portieren vergrendelt via de handbediende
vergrendelknop.
PORTIEREN
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
Het Passive Entry systeem is een uitbreiding
van de sleutelhouder van het voertuig en is
een functie van Keyless Enter-N-Go — Pas-
sive Entry. Met deze functie kunt u de portie-
ren en de brandstofvulklep van het voertuig
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u
op de vergrendel- en ontgrendelknoppen van
de sleutelhouder hoeft te drukken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" voor meer in-
formatie.
• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
wanneer deze zich naast een mobiele tele-
foon, laptop of ander elektronisch apparaat
bevindt. Dergelijke apparaten kunnen het
draadloze signaal van de sleutelhouder
blokkeren, waardoor het Passive Entry sys-
teem het voertuig niet kan vergrendelen en
ontgrendelen.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
26

Page 29 of 410

• Passive Entry Unlock initieert Illuminated
Approach (dimlicht, kentekenplaatverlich-
ting, positielampen) gedurende de geselec-
teerde tijdsduur van 0, 30 (standaard),
60 of 90 seconden. Passive Entry Unlock
laat ook de richtingaanwijzers twee keer
knipperen.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u de handgreep van het bestuur-
dersportier vastpakt. Raadpleeg de paragraaf
"Uconnect instellingen" in het hoofdstuk
"Multimedia" voor meer informatie over de
keuze tussen "bestuurdersportier ontgrende-
len met eerste druk op de ontgrendelknop" en
"alle portieren ontgrendelen met eerste druk
op de ontgrendelknop".Ontgrendelen vanaf de passagierszijde
Houd een bijbehorende sleutelhouder met
Passive Entry op minder dan 5 ft (1,5 m) van
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier en pak deze handgreep vast om alle vier
de portieren en de achterklep automatisch te
ontgrendelen.
OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier wordt vastgepakt, ongeacht de voorkeurs-
instelling van de portierontgrendeling ("Un-
lock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) of "Unlock All
Doors On 1st Press" (alle portieren ontgren-
delen met één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de sleutelhouder met Passive
Entry per ongeluk in de auto wordt ingesloten
(FOBIK-Safe)
Om te voorkomen dat een sleutelhouder met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten in het
voertuig, is het Passive Entry-systeem uitgerust
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
27

Page 30 of 410

met een automatische portierontgrendelings-
functie, die in werking treedt wanneer de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat.
FOBIK-Safe wordt alleen uitgevoerd in voer-
tuigen met Passive Entry. Er zijn vijf situaties
waarin FOBIK-Safe wordt uitgevoerd in een
voertuig met Passive Entry:
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
een geldige sleutelhouder met Passive En-
try.
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
de portiergreep met Passive Entry.
• Als het portier niet geheel is gesloten, wordt
een vergrendelverzoek gedaan door de
schakelaar in het portierpaneel.
• Wanneer het alarmsysteem is in de status
vooralarm of ingeschakeld is en de achter-
klep overgaat van geopend naar gesloten.
• Wanneer de achterklep overgaat van ge-
opend naar gesloten en starten op afstand
actief is.Als een van deze situaties zich voordoet,
nadat alle geopende portieren zijn gesloten,
wordt FOBIK-Safe uitgevoerd. Als het een
sleutelhouder met Passive Entry in het voer-
tuig detecteert, wordt het voertuig ontgren-
deld en de bestuurder gewaarschuwd.
OPMERKING:
De portieren worden alleen ontgrendeld als
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
in het voertuig is gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de volgende
omstandigheden:
• De portieren zijn handmatig vergrendeld
met de portiervergrendelknoppen.
• U heeft drie keer geprobeerd de portieren te
vergrendelen met de schakelaar in het
bekledingspaneel en vervolgens de portie-
ren te sluiten.
• Er bevindt zich een geldige sleutelhouder
met Passive Entry buiten het voertuig en
binnen 5 ft (1,5 m) van een portiergreep
met Passive Entry.• Als de sleutels in het voertuig worden ach-
tergelaten terwijl de achterklep wordt ge-
opend, en vervolgens alle vier portieren
worden vergrendeld, wordt het voertuig met
de sleutels erin vergrendeld als de achter-
klep wordt gesloten.
Portieren en achterklep van de auto vergrende-
len
Houd een sleutelhouder met Passive Entry op
minder dan 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurders- of passagiersportier en
druk op de vergrendeltoets met Passive Entry
om het voertuig te vergrendelen.
Druk op de knop om de portierkruk te
vergrendelen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
28

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 410 next >