JEEP PATRIOT 2020 Instructieboek (in Dutch)
Page 61 of 294
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Plaats nooit vloermatten of andere vloerbe-
dekkingen die u niet op de juiste wijze kunt
vastmaken en voorkom te allen tijde dat de
matten verschuiven, de baan van de peda-
len belemmeren of de controle over de auto
verstoren.
•Plaats nooit vloermatten of andere vloerbe-
dekkingen over reeds aanwezige vloermat-
ten. Extra vloermatten en andere vloerbe-
dekkingen verkleinen de ruimte voor de
pedalen en belemmeren de baan van de
pedalen.
•Controleer regelmatig of de matten nog
correct zijn bevestigd. Matten die zijn ver-
wijderd om te worden gereinigd, moeten
altijd op de juiste wijze opnieuw worden
geplaatst en vastgemaakt.
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Voorkom te allen tijde dat er tijdens het
rijden voorwerpen kunnen vallen in het
voetengedeelte van de bestuurder. Deze
voorwerpen kunnen beklemd raken onder
het rem- en gaspedaal, waardoor u de
controle over de auto verliest.
•Bevestigingspunten moeten, indien nodig,
op de juiste wijze worden aangebracht als
deze niet af fabriek aanwezig zijn.
Als de vloermatten niet op de juiste wijze
worden geplaatst of bevestigd, kunnen de
banen van het rem- en gaspedaal worden
belemmerd, waardoor u de controle over de
auto verliest.
Periodieke veiligheidscontroles aan
de buitenzijde
Banden
Controleer de banden op overmatige of onge-
lijkmatige slijtage. Controleer de banden op
stenen, spijkers, glas of andere voorwerpen die
in het loopvlak vast zijn blijven zitten. Contro-
leer het loopvlak en de wang op insnijdingen enscheuren. Controleer of de wielmoeren stevig
zijn aangedraaid. Controleer de bandenspan-
ning (met inbegrip van het reservewiel).
Verlichting
Laat iemand de werking van de verlichting
controleren terwijl u in de auto de verlichting
bedient. Kijk naar de controlelampjes voor de
richtingaanwijzers en het grootlicht op het in-
strumentenpaneel.
Portiersloten
Controleer de sloten op juiste afstelling wat
betreft openen, sluiten en vergrendelen.
Vloeistoflekkage
Kijk na een nacht parkeren onder de auto.
Controleer op brandstof-, koelvloeistof-, olie- of
andere vloeistoflekkage. Ook als u een benzi-
nelucht ruikt of lekkage van brandstof of rem- of
stuurbekrachtigingsvloeistof vermoedt, moet
direct de oorzaak worden gevonden en gecor-
rigeerd.
57
Page 62 of 294
58
Page 63 of 294
3
VOORZIENINGEN IN UW AUTO LEREN
KENNEN
•SPIEGELS............................... 64
•Binnenspiegel met dag/nachtstand.............. 64
•Binnenspiegel met automatische dimstand — indien
aanwezig.............................. 64
•Elektrisch bediende buitenspiegels.............. 64
•Buitenspiegel — bestuurderszijde............... 65
•Buitenspiegel — passagierszijde................ 65
•Inklapbare buitenspiegels.................... 66
•Verwarmde buitenspiegels — indien aanwezig........ 66
•Opmaakspiegel — Indien aanwezig.............. 66
•Verstelbare zonnekleppen.................... 66
•Uconnect™ Phone — INDIEN AANWEZIG............. 66
•Compatibele telefoons...................... 68
•Bediening............................. 68
•Functies telefoongesprekken.................. 73
59
Page 64 of 294
•Functies van de Uconnect™Phone............... 75
•Geavanceerde telefoonverbindingen.............. 78
•Wat u moet weten over uw Uconnect™ Phone........ 79
•SPRAAKHERKENNING — INDIEN AANWEZIG.......... 87
•Bediening van het spraakherkenningssysteem....... 87
•Commando’s............................ 88
•Stemtraining............................ 90
•STOELEN................................ 90
•Elektrische stoelverstelling — indien aanwezig....... 90
•Stoelverwarming — Indien aanwezig............. 91
•Voorstoelen handmatig verstellen............... 92
•Handmatig bijstellen van de hoogte van de stoel —
Indien aanwezig.......................... 93
•Handbediende lendensteun — indien aanwezig....... 93
•Rug van de stoel van de bestuurder naar achteren
verstellen.............................. 94
•Neerklapbare voorstoel passagierszijde............ 94
•Hoofdsteunen........................... 95
•Neerklapbare rugleuningen achterbank............ 97
•Naar achteren verstelbare achterbank —
Indien aanwezig.......................... 98
•OPENEN EN SLUITEN VAN DE MOTORKAP........... 98
60
Page 65 of 294
•VERLICHTING............................. 99
•Multifunctionele hendel..................... 99
•Koplampen en contourverlichting............... 99
•Waarschuwing lichten-aan.................... 99
•Mistlampen vóór........................ 100
•Mistachterlichten........................ 100
•Richtingaanwijzers....................... 100
•Lane Change Assist...................... 100
•Dimlicht/grootlichtschakelaar................. 101
•Passeersignaal......................... 101
•Dimmer instrumentenpaneel................. 101
•Systeem voor het afstemmen van de lichtbundelhoogte
— indien aanwezig....................... 101
•Kaart/leeslampjes........................ 102
•RUITENWISSERS EN -SPROEIERS................ 102
•Bediening van ruitenwissers voorruit............ 103
•Intervalstand........................... 103
•Ruitensproeiers......................... 103
•Wasemstand........................... 104
•VERSTELBARE STUURKOLOM.................. 104
•ELEKTRONISCHE SNELHEIDSREGELING — INDIEN
AANWEZIG.............................. 105
61
Page 66 of 294
•In werking stellen........................ 105
•De gewenste snelheid instellen................ 105
•Buiten werking stellen..................... 106
•Weer op ingestelde snelheid komen............. 106
•De snelheid wijzigen...................... 106
•Gas geven om in te halen................... 106
•ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN AANWEZIG....... 107
•Schuifdak openen — snel................... 107
•Schuifdak openen — handmatig............... 108
•Schuifdak sluiten — snel................... 108
•Schuifdak sluiten — handmatig................ 108
•Obstakeldetectie........................ 108
•Ventilatie schuifdak — Snel.................. 108
•Bediening van zonwering................... 108
•Rijwinddruk........................... 108
•Onderhoud schuifdak..................... 108
•Bediening bij afgezet contact................. 109
•ELEKTRISCHE STOPCONTACTEN................ 109
•BEKERHOUDERS.......................... 110
•OPBERGVAKJE........................... 111
•Handschoenenvakje en opbergvakje............. 111
•Opbergruimte portieren.................... 111
62
Page 67 of 294
•FUNCTIES VAN DE MIDDENCONSOLE............. 111
•LAADRUIMTE............................ 112
•Licht in de laadruimte/Verwijderbare zelfopladende
zaklamp.............................. 112
•Afdekpaneel van bagageruimte................ 113
•Verwijderbare laadvloer.................... 114
•Bagagesjorlussen........................ 114
•Neerklapbare luidsprekers — indien aanwezig....... 115
•FUNCTIES ACHTERRUIT...................... 115
•Schakelaar Ruitenwissers/Sproeiers Achterruit...... 115
•Achterruitverwarming..................... 116
•DAKIMPERIAAL — INDIEN AANWEZIG............. 116
63
Page 68 of 294
SPIEGELS
Binnenspiegel met dag/nachtstand
Via een dubbel scharnier kunt u de spiegel
horizontaal en verticaal verstellen. Stel de spie-
gel zo in dat u door het midden van de achter-
ruit kijkt.
Hinderlijke weerspiegeling van koplampen
kunt u verminderen door het hendeltje onder
de spiegel in de nachtstand te zetten (naar de
achterkant van de auto toe). Stel de spiegel af
terwijl deze in de dagstand staat (naar de
voorruit toe).
Binnenspiegel met automatische
dimstand — indien aanwezig
Dit type spiegel dimt automatisch de hinderlijke
weerspiegeling van de koplampverlichting van
achterliggers. U kunt deze functie aan- of uit-
zetten door de knop onder aan de spiegel in te
drukken. Links naast de knop gaat een lampje
branden als de dimfunctie in werking is getre-
den. De sensor rechts van de knop gaat niet
branden.
LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te bescha-
digen mag reinigingsvloeistof nooit recht-
streeks op de spiegel worden gespoten.
Breng de vloeistof aan op een schone doek
en wrijf de spiegel daarmee schoon.
Elektrisch bediende buitenspiegelsDe schakelaars voor de elektrisch bediende
buitenspiegels bevinden zich op het
bekledingspaneel in het bestuurdersportier.
Afstellen van de achteruitkijkspiegel
Binnenspiegel met automatische dimstand
Elektrisch bediende spiegels
64
Page 69 of 294
Om een spiegel bij te stellen moet u het con-
trolepookje bewegen naar de linker- of rechter-
kant van de aangegeven spiegelstand. Draai
het controlepookje in de richting waarin u wilt
dat de spiegel beweegt. Als u klaar bent met
het afstellen van de spiegel, schuif dan het
pookje naar het midden om te voorkomen dat u
per ongeluk een spiegel verschuift.
WAARSCHUWING!
Auto’s en andere voorwerpen lijken in de bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner en verder
weg dan ze in werkelijkheid zijn. Als u te veel
op de passagiersspiegel vertrouwt, kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of
voorwerp. Via uw binnenspiegel kunt u de
grootte of de afstand inschatten van een in de
rechterspiegel gezien voertuig.
Buitenspiegel — bestuurderszijdeVerstel de platte buitenspiegel zodat de rij-
strook naast u goed zichtbaar is en er tevens
een geringe overlapping is met het zicht in de
binnenspiegel.
Buitenspiegel — passagierszijdeVerstel de iets bolle buitenspiegel zodat de
rijstrook naast u goed zichtbaar is en er tevens
een geringe overlapping is met het zicht in de
binnenspiegel.
WAARSCHUWING!
Auto’s en andere voorwerpen lijken in de bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner en verder
weg dan ze in werkelijkheid zijn. Als u te veel
op de passagiersspiegel vertrouwt, kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of
voorwerp. Via uw binnenspiegel kunt u de
grootte of de afstand inschatten van een in de
rechterspiegel gezien voertuig.
Richten buitenspiegel bestuurderszijde
Richten buitenspiegel passagierszijde
65
Page 70 of 294
Inklapbare buitenspiegelsDe buitenspiegels zijn voorzien van een schar-
nier en kunnen handmatig worden naar voren
of achteren worden versteld om beschadiging
te voorkomen. De scharnieren hebben drie
klikstanden: helemaal naar voren, helemaal
naar achteren en normaal.
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter
bescherming tegen aanvriezing. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer u
de achterruitverwarming inschakelt. Raad-pleeg “Bestuurdersstoel met geheugenfunctie”
inLeren over de functies van uw voertuigvoor
meer informatie.
Opmaakspiegel — Indien aanwezigAls u de spiegel wilt gebruiken, trekt u de
zonneklep naar beneden en draait u het spie-
gelkapje omhoog.
Verstelbare zonnekleppenDe zonnekleppen kunnen uitgetrokken worden
voor gebruik voor de ruiten aan de zijkant van
de auto.
Uconnect™ Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect™
Phones in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
de Uconnect™ Phone met navigatie of mul-
timediaradio.
De Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesysteem
voor in de auto. Met de Uconnect™ Phone kunt
u een nummer kiezen op uw mobiele telefoon*
met behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoalsBelJanWerkof
Kies012 34 56 78). Het geluid van de
mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem zet
automatisch de radio zachter wanneer de
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met de Uconnect™ Phone kunt u tijdens het in-
of uitstappen gesprekken doorschakelen tus-
sen de Uconnect™ Phone en uw mobiele tele-
foon, terwijl u ook de microfoon van het
Inklappen van de buitenspiegelsOpmaakspiegel
66