JEEP PATRIOT 2021 Instructieboek (in Dutch)

Page 201 of 294

Aantal
pennenFunctie Kleur draad
1 Linkerrichting-
aanwijzerGeel
2 Mistlamp achter Blauw
3 Aarde/
gemeenschap-
pelijke retourlijnWit
4 Rechterrichting-
aanwijzerGroen
Aantal
pennenFunctie Kleur draad
5 Positieverlich-
ting rechtsach-
ter,
zijmarkering-
sverlichting en
verlichting ken-
tekenplaat ach-
ter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Positieverlich-
ting linksachter,
zijmarkerings-
verlichting en
verlichting ken-
tekenplaat ach-
ter.
b
Zwart
bDe verlichting van de kentekenplaat achter
wordt zo aangesloten dat geen enkel lampje
een gemeenschappelijke verbinding heeft
met zowel pen 5 als 7.
Aantal
pennenFunctie Kleur draad
1 Linkerrichting-
aanwijzerGeel
2 Mistlamp achter Blauw
3
aAarde/
gemeenschap-
pelijke retourlijn
voor contacten
(pennen) 1 en 2
en 4 tot 8Wit
4 Rechterrichting-
aanwijzerGroen
Zevenpens connectorDertienpens connector
197

Page 202 of 294

Aantal
pennenFunctie Kleur draad
5 Positieverlich-
ting rechtsach-
ter,
zijmarkerings-
verlichting en
verlichting ken-
tekenplaat ach-
ter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Positieverlich-
ting linksachter,
zijmarkerings-
verlichting en
verlichting ken-
tekenplaat ach-
ter.
b
Zwart
8 Achteruitrijlich-
tenRood/zwart
9 Vaste voedings-
bron (+12V)Bruin/wit
Aantal
pennenFunctie Kleur draad
10 Door contact-
schakelaar be-
diende voe-
dingsbron
(+12V)Rood
11
aRetourlijn voor
contact (pen) 10Wit
12 Reserve voor
latere toewijzingRood/blauw
13
aRetourlijn voor
contact (pen) 9Wit
Opmerking: de toewijzing van pen 12 is ver-
anderd vanCode voor gekoppelde aanhan-
gerinReserve voor latere toewijzing.
aDe drie retourlijnen mogen niet elektrisch
in de aanhanger worden aangesloten.
bDe verlichting van de kentekenplaat achter
wordt zo aangesloten dat geen enkel lampje
een gemeenschappelijke verbinding heeft
met zowel pen 5 als 7.
Tips voor het trekken van een
aanhanger
Oefen voordat u met de aanhanger de weg op
gaat het nemen van bochten, remmen en ach-
teruitrijden met de aanhanger in een gebied
zonder druk verkeer.
Als u een auto met handgeschakelde versnel-
lingsbak gebruikt voor het trekken van een
aanhanger, moet u altijd in de eerste versnel-
ling wegrijden om te voorkomen dat de koppe-
ling te veel gaat slippen.
Elektronische snelheidsregeling – indien
aanwezig
Niet te gebruiken in heuvelachtige omgevin-
gen of met zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de snel-
heidsregeling regelmatig daalt met meer
dan 16 km/u, schakel het systeem dan uit
totdat u weer een kruissnelheid kunt aanhou-
den.
198

Page 203 of 294

Gebruik de snelheidsregeling in vlak terrein
en bij lichte belading om de brandstofzuinig-
heid te verbeteren.
Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op oververhit-
ting van de motor of de versnellingsbak te
beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u regelmatig kort stilstaat, zet dan de
versnellingsbak in de vrijstand en verhoog het
stationair toerental.
Rijden op de snelweg
Minder snelheid.
Airconditioning
Schakel de airconditioning tijdelijk uit.
TrekhaakbevestigingUw auto heeft extra uitrusting nodig om veilig
en efficiënt een aanhangwagen te trekken. De
trekhaak moet aan uw auto zijn bevestigd metbehulp van de speciale bevestigingspunten
aan het autochassis. In de volgende afbeel-
ding ziet u de correcte bevestigingspunten.
Andere apparatuur, zoals stabilisatoren, hulp-
remmen en extra brede spiegels, zijn eveneens
verplicht, of worden in ieder geval ten zeerste
aanbevolen.
Bevestigingspunten trekhaak en over-
hanglengte
A (montagegaten aan
de zijkant en onder-
zijde van het frame)427,42 mm
B (kan per trekhaak-
type variëren)94,2 cm
C 52,2 cm
199

Page 204 of 294

TREKKEN ACHTER EEN MOTORHOME
Sleepmethode Wielen van de grond Handgeschakelde versnellingsbak Automatische versnellingsbak
Slepen met alle wielen op de
grondGeen
•Transmissie in stand NEUTRAL
•Sleutel in ACCNee
Slepen met behulp van dollyVoorNeeOK(alleen FWD)
AchterNee Nee
Op aanhangerAlleOK OK
LET OP!
•Voertuigen met een automatische versnel-
lingsbak mogen NOOIT worden wegge-
sleept met alle vier de wielen op de grond.
Dit zal beschadiging van de aandrijflijn ver-
oorzaken. Zorg dat geen van de wielen op
de grond rijdt als dit soort auto moet wor-
den gesleept.
•Gebruik geen wiellift voor de voor- of ach-
terwielen. Het gebruik van een wiellift voor
de voor- of achterwielen bij het trekken
achter een motorhome zal resulteren in
interne schade aan de versnellingsbak of
tussenbak.
200

Page 205 of 294

6
WAT U KUNT DOEN IN NOODGEVALLEN
•ALARMKNIPPERLICHTEN..................... 203
•WANNEER DE MOTOR OVERVERHIT RAAKT......... 203
•OVERVERHITTING AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . 204
•WIEL VERWISSELEN BIJ EEN LEKKE BAND.......... 204
•Bergplaats krik......................... 205
•Bergruimte reservewiel..................... 205
•Voorbereidingen voor opkrikken............... 205
•Instructies bij opkrikken.................... 205
•STARTEN MET STARTKABELS.................. 208
•Voorbereiding voor het starten met startkabels...... 208
•Procedures voor starten met startkabels.......... 209
•EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJKRIJGEN....... 210
•SLEEPOOG............................. 211
•Gebruik van het sleepoog voor................ 212
•Gebruik van het sleepoog achter............... 212
•KEUZEHENDEL UITSCHAKELEN................. 212
201

Page 206 of 294

•SLEPEN VAN EEN DEFECTE AUTO............... 213
•Met contactsleutel....................... 213
•Zonder contactsleutel..................... 214
202

Page 207 of 294

ALARMKNIPPERLICHTENDe schakelaar van de alarmknipperlichten be-
vindt zich onder de bedieningsknoppen van de
klimaatregeling op het instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de alarm-
knipperlichten in te schakelen. Zodra u
de schakelaar indrukt, gaan alle rich-
tingaanwijzers knipperen om het ver-
keer te waarschuwen voor een noodsituatie.
Druk nogmaals op de schakelaar om de alarm-
knipperlichten uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor noodsi-
tuaties. Gebruik het systeem niet terwijl u rijdt.
Gebruik het alleen wanneer u panne hebt en
uw auto een gevaar vormt voor andere wegge-
bruikers.
Als u het voertuig moet verlaten om hulp te
zoeken, blijven de alarmknipperlichten ook
werken wanneer het contact is uitgeschakeld
(OFF).
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de alarmknipper-
lichten kan uw accu leeg raken.WANNEER DE MOTOR
OVERVERHIT RAAKT
In elk van de hierna volgende gevallen kunt u
met de passende maatregelen het gevaar op
oververhitting verminderen.
•Rijdend op de snelweg — minder snelheid.
•In stadsverkeer: zet de versnellingsbak in
NEUTRAAL wanneer u stilstaat, maar ver-
hoog het stationair toerental niet.
OPMERKING:
Er zijn verschillende manieren om drei-
gende oververhitting van de motor te voor-
komen:
•Als de airco (A/C) aanstaat, zet hem dan
uit. Het aircosysteem voert warmte af
naar het koelsysteem en dat gebeurt niet
als u de airco uitzet.
•U kunt ook de temperatuurregelknop op
de hoogste stand zetten, de vloer ventila-
tieroosters openen en de aanjager op de
hoogste stand zetten. Zo ondersteunt het
kachelblok de werking van de radiator bij
de afvoer van warmte uit het koelsysteem.
LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit koelsys-
teem kunt u schade aan de auto veroorzaken.
Als de wijzer naar deH(rood) wijst, geeft het
instrumentenpaneel een waarschuwingssig-
naal weer. Als het veilig is, rijdt u het voertuig
aan de kant en brengt het voertuig tot stilstand
met de motor stationair draaiend. Schakel de
airconditioning uit en wacht tot de naald terug-
valt tot de normale waarde. Indien de naald
langer dan een minuut op deH(rood) blijft
staan, zet de motor dan meteen uit en bel om
hulp.
203

Page 208 of 294

WAARSCHUWING!
Zowel u als iemand in uw omgeving kan
ernstige brandwonden oplopen door hete
koelvloeistof (antivries) en stoom uit de radi-
ator. Als u stoom van onder de motorkap hoort
of ziet komen, mag u de motorkap pas ope-
nen nadat de radiator voldoende is afgekoeld.
Open nooit de vuldop van een drukkoelsys-
teem als de radiator of het expansiereservoir
heet is.
OVERVERHITTING AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Als u lang rijdt met hoge snelheid of op hete
dagen aanhangwagens lange hellingen op
trekt, kan de olie in de automatische versnel-
lingsbak te heet worden.
Als dit gebeurt, gaat het lampje
voor oververhitting van de trans-
missie branden en gaat de auto
iets langzamer rijden, totdat de
automatische versnellingsbak ge-
noeg is afgekoeld om terug te
gaan naar de gewenste snelheid. Als de hogesnelheid wordt aangehouden, keert de overver-
hitting cyclusgewijs terug.
WIEL VERWISSELEN BIJ EEN
LEKKE BAND
WAARSCHUWING!
•Verwissel geen wiel aan de wegzijde van
de auto terwijl de auto vlak langs de weg
staat geparkeerd. Zet de auto voor uw
veiligheid altijd zo ver mogelijk van het
verkeer vandaan, zodat u niet geraakt kunt
worden door een langsrijdende auto.
•Het is gevaarlijk zich onder een opgekrikte
auto te bevinden. De auto kan van de krik
glijden en zo op u vallen. U kunt dan ernstig
letsel oplopen. Zorg er daarom voor dat u
met geen enkel lichaamsdeel onder een
opgekrikte auto komt.
•Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik wordt
ondersteund. Als u werkzaamheden onder
de auto moet uitvoeren, zet deze dan op
een hefbrug.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•De krik is uitsluitend bedoeld als gereed-
schap om banden te verwisselen. Gebruik
de krik niet om de auto voor onderhouds-
werkzaamheden omhoog te brengen. De
auto mag alleen op een stevige en vlakke
ondergrond worden opgekrikt. Vermijd een
gladde ondergrond.
204

Page 209 of 294

Bergplaats krikDe krik en de krikhendel zijn opgeborgen onder
de laadvloer in de laadruimte.
Bergruimte reservewielHet reservewiel is opgeborgen onder de laad-
vloer achterin in de laadruimte.
Reservewiel verwijderen
Til de bedekking van de laadvloer op en ver-
wijder deze.
Voorbereidingen voor opkrikken
1. Parkeer de auto op een stevige, vlakke
ondergrond. Vermijd een gladde ondergrond.
WAARSCHUWING!
Verwissel geen wiel aan de wegzijde van de
auto terwijl de auto vlak langs de weg staat
geparkeerd. Zet de auto voor uw veiligheid
altijd zo ver mogelijk van het verkeer van-
daan, zodat u niet geraakt kunt worden door
een langsrijdende auto.
2. Schakel de alarmknipperlichten in.
3. Trek de handrem aan.
4. Zet de versnellingskeuzehendel in de stand
PARK [PARKEREN] (automatische versnel-
lingsbak) of REVERSE [ACHTERUIT] (handge-
schakelde versnellingsbak).
5. Zet het contact uit (OFF).
6. Blokkeer de voor- en
achterkant van het wiel
schuin tegenover het te
vervangen wiel. Wan-
neer u bijvoorbeeld het
rechtervoorwiel ver-
vangt, blokkeert u het
linkerachterwiel.OPMERKING:
Laat geen passagiers in een auto zitten die
wordt opgekrikt.
Instructies bij opkrikken
WAARSCHUWING!
Neem deze waarschuwingen in acht bij het
verwisselen van een band om persoonlijk
letsel of schade aan het voertuig te voorko-
men:
•Parkeer de auto op een stevige en vlakke
ondergrond zo ver van de rijbaan als mo-
gelijk voordat u het voertuig opkrikt.
•Schakel de alarmknipperlichten in.
•Blokkeer het wiel dat zich schuin tegenover
het te vervangen wiel bevindt.
•Trek de handrem stevig aan en zet de
automatische transmissie in PARK (parke-
ren), of zet de handgeschakelde versnel-
lingsbak in REVERSE (achteruit).
•De motor nooit starten of laten draaien als
de auto is opgekrikt.
(Vervolgd)
Bergruimte reservewiel en krik
205

Page 210 of 294

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Er mag niemand in het voertuig zitten ter-
wijl het is opgekrikt.
•Niet onder het voertuig kruipen als het is
opgekrikt.
•Gebruik de krik alleen op de aangegeven
plaatsen en om de auto tijdens het verwis-
selen van een band op te krikken.
•Wees uiterst voorzichtig als u de band
moet verwisselen op of langs de weg.
•Om de reservebanden, plat of opgeblazen,
veilig op te bergen, moeten ze met het
ventiel naar beneden gericht worden opge-
borgen.OPMERKING:
Raadpleeg het hoofdstukNoodreservewiel
inBanden — Algemene informatievoor
informatie over het reservewiel, het gebruik
en de bediening ervan.
LET OP!
Probeer niet om de auto op te krikken op
andere plaatsen dan die aangegeven worden
in de Instructies bij opkrikken voor deze auto.
1. Verwijder de schaarkrik en moersleutel als
één geheel van het reservewiel. Draai de krik-
schroef naar links om de moersleutel los te
maken en verwijder de sleutel van de krik.
2. Draai de wielmoeren één slag los (linksom)
terwijl het wiel nog op de grond staat.
3. Lokaliseer de krikpunten voor en achter aan
iedere zijde van de carrosserie. De voorste
plaatsen worden aangegeven met twee drie-
hoekige openingen, de achterste met twee
rechthoekige openingen.
Waarschuwingslabel krik
Locatie voor het opkrikken van de vooras
Locatie voor het opkrikken van de achteras
206

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 300 next >