adblue JEEP WRANGLER 2DOORS 2018 Instructieboek (in Dutch)

Page 74 of 384

Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:
• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en constante snelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)
• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)• Engine Will Not Restart in XXXX mi
(XXXX km) Adblue Low Refill Soon (Motor
kan niet meer worden gestart na XXXX mijl
(XXXX km) Adblue laag Vul snel bij)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
(XXXX km) Refill Adblue (Motor kan niet
meer worden gestart na XXXX mijl
(XXXX km) Vul Adblue bij)
• Engine Will Not Start Refill Adblue (Motor
kan niet meer worden gestart Vul Adblue
bij)
• Service Adblue System See Dealer (Onder-
houd Adblue-systeem Raadpleeg dealer)
• Incorrect Adblue Detected See Dealer (On-
juiste Adblue gedetecteerd Raadpleeg dea-
ler)
• Engine Will Not Restart in XXX mi (XXX km)
Service Adblue See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart na XXX mijl (XXX km)
Onderhoud Adblue Raadpleeg dealer)
• Engine Will Not Restart Service Adblue
System See Dealer (Motor kan niet meer
worden gestart Onderhoud Adblue-systeem
Raadpleeg dealer)• Engine Will Not Start Service Adblue Sys-
tem See Dealer (Motor kan niet starten
Onderhoud Adblue-systeem Raadpleeg
dealer)
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF)
Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en uit-
laatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroorza-
ken wanneer u boven brandbaar materiaal
parkeert. Denk bijvoorbeeld aan droog gras of
bladeren die in aanraking komen met de hete
uitlaat. Parkeer daarom nooit op een onder-
grond waar uw uitlaat in aanraking kan ko-
men met brandbaar materiaal.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72

Page 81 of 384

WAARSCHUWING!
riaal parkeert, zoals droge planten, hout,
karton enz. Dit ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben voor de bestuur-
der, de passagiers of anderen.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een bran-
dend storingslampje, kan het voertuigre-
gelsysteem beschadigd raken. Het kan ook
van invloed zijn op het brandstofverbruik
en het rijgedrag. Als het lampje knippert,
zal de katalysator vrij snel ernstig defect
raken en zal het motorvermogen afnemen.
Raadpleeg dan onmiddellijk uw dealer.
— Waarschuwingslampje UREUM-
inspuitsysteem defect
Dit waarschuwingslampje gaat branden, sa-
men met een speciale melding op het display
(indien aanwezig) als er een onbekende vloei-
stof die niet voldoet aan aanvaardbare eigen-
schappen is gebruikt, of als een gemiddeldverbruik van AdBlue (UREUM) van meer dan
50% wordt gedetecteerd. Neem dan zo snel
mogelijk contact op met een erkende dealer.
Als het niveau niet wordt aangepast, ver-
schijnt een extra waarschuwing op de vol-
gende afstanden totdat de AdBlue-tank
(UREUM) leeg is: 400 km (249 mijl),
320 km (199 mijl), 240 km (149 mijl).
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren voordat
de AdBlue-tank (UREUM) leeg is, verschijnt
er een continu speciaal bericht op het instru-
mentenpaneel, vergezeld van een zoemerge-
luid (indien aanwezig).
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet worden
nagekeken. Wij raden u aan naar het dichtst-
bijzijnde service center te rijden en de auto
onmiddellijk te laten repareren.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden wan-
neer het Stop/Start-systeem niet correct
werkt en onderhoud noodzakelijk is. Neem
contact op met een erkende dealer voor on-
derhoud.
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem con-
tact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje storing
stabilisatorstang
Dit lampje gaat branden wanneer er een sto-
ring is in het ontkoppelingssysteem van de
stabilisatorstang.
79

Page 158 of 384

BRANDSTOF TANKEN........192
Brandstofvuldop..............192
Bericht brandstofvuldop los.......193
BRANDSTOF TANKEN — DIESEL.193
AdBlue (UREUM)..............194
TREKKEN VAN EEN AANHANGER
.........................199
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten)...........199
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN
CAMPER.................200
Slepen van deze auto achter een ander
voertuig....................200
Slepen achter een camper — modellen met
vierwielaandrijving.............201
STARTEN EN RIJDEN
156

Page 196 of 384

WAARSCHUWING!
• Houd brandende sigaretten en vuur uit
de buurt van de auto wanneer de vulklep
is geopend of tijdens het tanken.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit is in strijd met de richtlijnen
in de meeste landen en kan ertoe leiden
dat het storingslampje gaat branden.
• Breng geen object/dop dat/die niet spe-
cifiek voor de auto is geleverd aan op het
WAARSCHUWING!
uiteinde van de vulleiding. Het gebruik
van niet-compatibele objecten/doppen
kan leiden tot een drukverhoging in de
tank, waardoor gevaarlijke situaties kun-
nen ontstaan.
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
die in een auto staat met brandstof vult.
Dit kan leiden tot brandwonden. Plaats
een jerrycan altijd op de grond alvorens
deze te vullen.
LET OP!
• Bij gebruik van een ongeschikte brand-
stofvuldop kan schade aan het brand-
stofsysteem of aan het emissieregelsys-
teem ontstaan. Door een slecht
passende dop kan vuil in het brandstof-
systeem terechtkomen. Door een slecht
passende, achteraf aangeschafte brand-
stofvuldop kan het storingslampje gaan
branden, omdat er brandstofdampen uit
het systeem ontsnappen.
• Voorkom morsen en overlopen van
brandstof.OPMERKING:
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
• Draai de brandstofvuldop circa een kwart-
slag vast totdat u één klik hoort. De klik
geeft aan dat de dop goed is vastgedraaid.
• Als de brandstofvuldop niet goed is dicht-
gedraaid, gaat het storingslampje branden.
Zorg ervoor dat de dop iedere keer dat u
bijtankt, goed wordt dichtgedraaid.
AdBlue (UREUM)
Uw auto is uitgerust met een systeem voor
selectieve katalytische reductie (SCR-
systeem) om te voldoen aan de zeer strenge
dieselemissienormen volgens de wetgeving
van de Europese Unie.
Het doel van het SCR-systeem is de hoeveel-
heid NOx (stikstofoxiden die motoren uitsto-
ten), dat schadelijk is voor onze gezondheid
en het milieu, tot vrijwel nul terug te brengen.
Kleine hoeveelheden UREUM worden vóór de
katalysator in de uitlaat gespoten waar het na
verdamping de smog veroorzakende stiksto-
foxiden (NOx) omzet in onschadelijke stikstof
(N2) en waterdamp (H2O), twee natuurlijke
Vullocatie brandstof en UREUM
1 — Vulopening dieselbrandstof
2 — Vulopening UREUM
STARTEN EN RIJDEN
194

Page 197 of 384

componenten van de lucht die wij inademen.
U kunt in uw auto rijden met het geruststel-
lende idee dat uw voertuig bijdraagt aan een
schoner en gezonder milieu voor de huidige
én komende generaties.
Systeemoverzicht
Deze auto is uitgerust met een UREUM-
inspuitsysteem en een SCR-katalysator om te
voldoen aan de emissie-eisen.
Het UREUM-inspuitsysteem bestaat uit de
volgende onderdelen:
• UREUM-tank
• UREUM-pomp
• UREUM-verstuiver
• Elektrisch verwarmde UREUM-leidingen
• NOx-sensoren
• Temperatuursensoren
• SCR-katalysator
Het UREUM-inspuitsysteem en de SCR-
katalysator zorgen ervoor dat aan de
dieselemissie-eisen wordt voldaan met be-
houd van een uitstekend brandstofverbruik,
rijgedrag, koppel en vermogen.Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instru-
mentenpaneel leren kennen" voor systeembe-
richten en waarschuwingen.
OPMERKING:
• Uw auto is uitgerust met een UREUM-
inspuitsysteem. Af en toe hoort u mogelijk
een klikkend geluid bij stilstand dat onder
de auto vandaan komt. Dit is normaal.
• De UREUM-pomp blijft gedurende enige
tijd na het uitschakelen van de motor in
werking om het UREUM-systeem door te
spoelen. Dit is de normale werking en het is
mogelijk hoorbaar vanaf de achterkant van
de auto.
Opslag van AdBlue (UREUM)
AdBlue (UREUM) wordt beschouwd als een
zeer stabiel product met een lange houdbaar-
heid. Als AdBlue (UREUM) wordt bewaard bij
temperaturen tussen -12 °C en 32 °C (10 °F
en 90 °F), is het ten minste één jaar houd-
baar.AdBlue (UREUM) kan bij de laagste tempe-
raturen bevriezen. AdBlue (UREUM) kan bij-
voorbeeld bevriezen bij een temperatuur van
of onder -11 °C (12 °F). Het systeem is
ontworpen voor gebruik in deze omgeving.
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue (UREUM) is het
volgende van belang:
• Alle reservoirs of onderdelen die in contact
komen met AdBlue (UREUM), moeten
compatibel zijn met AdBlue (UREUM)
(kunststof of roestvrij staal). Koper, mes-
sing, aluminium, ijzer of niet-roestvrij staal
moet worden vermeden, omdat ze onderhe-
vig zijn aan corrosie door AdBlue (UREUM).
• Als AdBlue (UREUM) wordt gemorst, moet
het volledig worden opgeveegd.AdBlue (UREUM) toevoegen
De AdBlue-meter (UREUM) (op het display in
de instrumentengroep) geeft het niveau van
de AdBlue (UREUM) aan die zich nog in het
reservoir bevindt. Raadpleeg de paragraaf
"Display in de instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie hierover.
195

Page 198 of 384

OPMERKING:
Rijomstandigheden (hoogte, rijsnelheid, be-
lading enz.) zijn van invloed op het verbruik
van AdBlue (UREUM) door uw auto.
UREUM-vulprocedure met pompmondstuk
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor de juiste vloeistofsoort.
1. Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond. Zet de motor uit door de contact-
schakelaar in de stand OFF te draaien.
Open de brandstofvulklep en draai vervol-
gens de dop van de UREUM-vulopening.
2. Steek de UREUM-adapter/het UREUM-
vulpistool in de UREUM-vulopening.
LET OP!
•Om morsen van UREUM en mogelijke
schade aan het UREUM-reservoir als ge-
volg van overlopen te voorkomen, mag u
het reservoir niet overmatig vullen.
LET OP!
• VUL NOOIT TE VEEL VLOEISTOF BIJ.
AdBlue (UREUM) bevriest onder 12 ºF
(-11 ºC). Het UREUM-systeem is ontwor-
pen om te werken bij temperaturen lager
dan het vriespunt van de dieseluitlaat-
vloeistof; als echter het reservoir te ver
wordt gevuld en bevriest, kan het sys-
teem beschadigd raken.
• Als u AdBlue (UREUM) morst, reinig dan
onmiddellijk de plaats met water en ge-
bruik een absorberend materiaal om de
gemorste vloeistof op de grond op te
nemen.
• Probeer niet de motor te starten als u per
ongeluk UREUM in de brandstoftank
heeft bijgevuld, aangezien dit kan leiden
tot ernstige motorschade, met inbegrip
van maar niet beperkt tot storingen in de
brandstofpomp en de verstuivers.
Vullocatie brandstof en UREUM
1 — Vulopening dieselbrandstof
2 — Vulopening UREUM
STARTEN EN RIJDEN
196

Page 199 of 384

LET OP!
• Vul de tank nooit met iets anders dan
UREUM – met name vormen van koolwa-
terstof, zoals dieselbrandstof, brandsto-
fadditieven, benzine of andere produc-
ten op oliebasis. Zelfs een zeer kleine
hoeveelheid hiervan, minder dan
100 deeltjes per miljoen of minder dan
30 ml (1 oz.) per 295 liter (78 gallon)
zal het hele UREUM-systeem dusdanig
verontreinigen dat het moet worden ver-
vangen. Als eigenaars een jerrycan,
trechter of mondstuk gebruiken tijdens
het vullen van de tank, moeten deze
nieuw zijn of alleen zijn gebruikt voor het
vullen met UREUM. Mopar levert een
aansluitbaar mondstuk bij UREUM voor
dit doeleinde.3. Stop direct met het vullen van de
UREUM-tank wanneer een van de vol-
gende dingen gebeurt: er spat UREUM uit
de vulopening of het UREUM-vulpistool
wordt automatisch uitgeschakeld.
4. Na het verwijderen van het mondstuk
brengt u de dop weer aan op de UREUM-
vulopening door deze rechtsom te draaien
totdat deze volledig is vastgedraaid. Zet
het contact in de stand ACC (start de
motor niet).
5. Wacht tot het waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel uitgaat voordat u
met het voertuig gaat rijden; het waar-
schuwingslampje kan enkele seconden tot
een halve minuut blijven branden. In ge-
val van het starten van de motor en bewe-
ging van het voertuig blijft het waarschu-
wingslampje gedurende een langere
periode branden, maar zijn er geen pro-
blemen met de motorfunctionaliteit. Als
het bijvullen is uitgevoerd met de
UREUM-tank leeg, moet u twee minuten
wachten voordat u de motor start.Tijdens het tanken van het additief voor diesele-
missies AdBlue (UREUM) vanuit een fles:
• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
• Zet de motor uit door de contactschakelaar
in de stand OFF te draaien.
• Open de brandstofvulklep en draai vervol-
gens de dop van de UREUM-vulopening.
• Druk de onderkant van de fles naar de
vuldop om de veiligheidsklep van de fles te
ontgrendelen en het bijvullen te starten.
• Stop onmiddellijk met het vullen van de
UREUM-tank wanneer een van de volgende
dingen gebeurt: AdBlue (UREUM) stroomt
niet meer uit de vulfles in de UREUM-
vulopening of er spat het AdBlue (UREUM)
uit de vulopening.
• Als het niveau van AdBlue (UREUM) in de
fles niet daalt tijdens het bijvullen, bete-
kent dit dat u het reservoir hebt gevuld, dus
trek de fles naar u toe om de veiligheidsklep
van de fles weer te sluiten en schroef de
fles van de vuldop.
197

Page 200 of 384

• Na het verwijderen van de fles brengt u de
dop weer aan op de UREUM-vulopening
door deze rechtsom te draaien totdat deze
volledig is vastgedraaid.
• Zet het contact van het voertuig in de stand
ACC (start de motor niet).
• Wacht tot het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel uitgaat voordat u met
het voertuig gaat rijden; het waarschu-
wingslampje kan enkele seconden tot een
halve minuut blijven branden. In geval van
het starten van de motor en beweging van
het voertuig blijft het waarschuwings-
lampje gedurende een langere periode
branden, maar zijn er geen problemen met
de motorfunctionaliteit.
• Als het bijvullen is uitgevoerd met de
UREUM-tank leeg, moet u twee minuten
wachten voordat u de motor start.OPMERKING:
De rijomstandigheden (hoogte, rijsnelheid,
belasting enz.) bepalen de hoeveelheid
UREUM die door het voertuig wordt gebruikt.
AdBlue-tank vullen (UREUM) in koude klimaten
Als het voertuig langdurig stationair draait bij
temperaturen onder de -11 °C (12 °F), kan de
AdBlue (UREUM) in de tank bevriezen. Als
de UREUM in de tank tot boven het maxi-
mumpeil is gevuld en bevriest, kan de tank
beschadigd raken; daarom is het raadzaam
niet hoger dan het hoogste niveau van de tank
bij te vullen.
Besteed extra aandacht om te voorkomen dat
het maximale niveau wordt overschreden
wanneer u draagbare containers gebruikt voor
het bijvullen.Gebruik AdBlue (UREUM) alleen volgens
DIN 70 070 en ISO 22241-1. Andere vloei-
stoffen kunnen schade veroorzaken aan het
systeem: ook de uitstoot zou dan niet meer
voldoen aan de wet. De distributeurs zijn
verantwoordelijk voor de naleving van de wet-
geving door hun product. Neem de voorzorgs-
maatregelen voor opslag en onderhoud in
acht om de kwaliteit in stand te houden. De
fabrikant van het voertuig erkent geen garan-
tie in geval van storingen en beschadiging
van het voertuig door het niet gebruiken van
AdBlue (UREUM) volgens de geldende wet-
en regelgeving.
STARTEN EN RIJDEN
198

Page 249 of 384

Eenmaal per maand of voor een lange rit
• Oliepeil controleren.
• Niveau van de ruitensproeiervloeistof con-
troleren.
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir en de hoofdremcilinder
en vul indien nodig vloeistof bij.
• De werking van alle lampen binnen en bui-
ten controleren.
• Controle en herstel van additiefpeil voor
AdBlue voor dieselemissies (UREUM) (in-
dien aanwezig).Gebruik van de auto onder zware omstandigheden
• Herstel het additiefpeil voor AdBlue voor
dieselemissies (UREUM) (indien aanwe-
zig), wanneer het lampje brandt of het be-
richt wordt weergegeven in het
instrumentenpaneel.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
Onderhoudsschema — Dieselmotor
Vereiste onderhoudsintervallen
Raadpleeg het onderhoudsschema op de vol-
gende pagina's voor de vereiste onderhouds-
intervallen.
Bij iedere olieverversingsinterval, zoals aange-
geven door de indicator voor olie verversen:

Olie verversen en filter vervangen

Banden rouleren
Rouleer de banden bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage, zelfs voordat de in-
dicator voor olie verversen gaat branden
Bij iedere olieverversingsinterval, zoals aange-
geven door de indicator voor olie verversen:
• Accu controleren, indien nodig klemmen
reinigen en vastdraaien

Remblokken, remschoenen, rotoren, rem-
trommels, slangen en handrem controleren
• Bescherming en slangen van motorkoel-
systeem controleren

Uitlaatsysteem inspecteren
• Luchtfilter controleren bij gebruik in een
stoffige omgeving of bij off-road-gebruik
• Alle vergrendelingen controleren op aan-
wezigheid van vet. Indien nodig nieuw vet
aanbrengen.

Inspecteer het koelvloeistofpeil.
OPMERKING:
Nadat u de laatste procedure in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de frequentie aangege-
ven in het schema aanhoudt door markering
van elke werkzaamheid met een stip of spe-
ciale opmerking. Het onderhoud eenvoudig
opnieuw beginnen vanaf het begin van het
schema kan ertoe leiden dat het toegestane
interval wordt overschreden bij sommige
werkzaamheden.
247

Page 250 of 384

Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
162.500
175.000
187.500
Of aantal jaar: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Of kilometer:
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
260.000
280.000
300.000
Extra controles
Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen. (*)
Additief voor emissiereductie (AdBlue/ureum) controleren en zo
nodig bijvullen, indien aanwezig (°), bij elke stopzetting.XXXXXXX XXX X X X X X
Homokinetische koppelingen controleren. X X X X X X X
Ophanging vóór, stofhoezen en spoorstangeinden controleren en
indien nodig vervangen.XXX X X X X
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodemplaatbescher-
ming, pijpen en leidingen (uitlaat - brandstof - remmen), rubber-
delen (hoezen, bussen, manchetten enz.).XXX X X X X
Bij gebruik van de auto in een stoffige omgeving of in het terrein:
luchtfilter inspecteren en indien nodig vervangen.XXXXXXX XXX X X X X X
Remvoeringen en werking van de handrem controleren. X X X X X X X
Vloeistofpeilen controleren en indien nodig bijvullen. X X X X X X X X X X X X X X X
Extra onderhoud
Luchtfilter van motor vervangen. X X X X X X X
Airconditioning-/interieurluchtfilter vervangen. X X X X X X X
Remvloeistof om de 24 maanden verversen bij gebruik van DOT
4-remvloeistof. (**)XXX X X X X
Brandstoffilter van motor vervangen. X X X X X X X
Hulpaandrijf- en distributieriem controleren. X X X
SERVICE EN ONDERHOUD
248

Page:   1-10 11-20 next >