stop start JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021 Instructieboek (in Dutch)
Page 129 of 344
127
(Vervolgd)
Uw  voertuig  is  mogelijk  ook  ontworpen  om
een van deze andere of andere functies uit te
voeren  naar  aanleiding  van  het  uitgebreide
ongelukkenresponssysteem:
De  verwarming  van  het  brandstoffilter
uitschakelen,  de  aanjagermotor  van  de
klimaatregeling  uitschakelen,  de  circula-
tieklep van de klimaatregeling sluiten
De accuvoeding afsluiten naar de:
Motor
Elektromotor (indien aanwezig)
Elektrische stuurbekrachtiging
Rembekrachtiging
Elektrische parkeerrem
Automatische schakelhendel
Claxon
Ruitenwissers vóór
KoplampsproeierpompOPMERKING:
Vergeet  niet  om  na  een  ongeval  het  contact
in  de  stand  STOP  (OFF/LOCK)  te  zetten  en
de sleutel uit de contactschakelaar te verwij
-
deren  om  te  voorkomen  dat  de  accu  leeg -
loopt.  Controleer  zorgvuldig  de  auto  op
brandstoflekkage in de motorruimte en op de
grond in de buurt van de motorruimte en de
brandstoftank voordat u het systeem reset en
de motor te star. Als er na een ongeval geen
brandstoflekkage  of  schade  aan  de  elektri -
sche  apparaten  van  het  voertuig  (bijv.
koplampen)  is,  reset  u  het  systeem  door  de
hierna  beschreven  procedure  te  volgen.
Indien  u  twijfelt,  neem  dan  contact  op  met
een erkende dealer.
Resetprocedure uitgebreid 
ongelukkenresponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk -
kenresponssysteem  na  een  incident  te
resetten,  moet  u  de  contactschakelaar  van
de  stand  contact  START  of  ON/RUN  in  de
stand  contact  OFF  zetten.  Controleer  zorg -
vuldig  de  auto  op  brandstoflekkage  in  de
motorruimte en op de grond in de buurt van
de motorruimte en de brandstoftank voordat
u het systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem 
 WAARSCHUWING!
Wijzigingen  aan  onderdelen  van  het
airbagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat  het  systeem  bij  een  aanrijding  niet
functioneert.  U  kunt  letsel  oplopen
doordat  de  airbag  niet  werkt  en  u  niet
beschermt.  Breng  geen  wijzigingen  aan
de onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterboven -
zijde van het instrumentenpaneel. Breng
geen  wijzigingen  aan  in  de  voorbumper
of  de  carrosseriestructuur  en  monteer
geen treden of treeplanken.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem  te  repareren.  Waarschuw
iedereen  die  aan  uw  auto  werkt  dat  de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 127   
Page 151 of 344
149
(Vervolgd)
DE MOTOR STARTEN 
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen,  de  binnen-  en  buitenspiegels
verstellen en uw autogordel vastmaken.
Normaal starten — benzinemotor  
Motor inschakelen met de knop ENGINE START/
STOP
1. De  schakelhendel  moet  in  de  standPARK (P) of NEUTRAL (N) staan.
2. Houd  het  rempedaal  ingetrapt  terwijl  u één  keer  op  de  knop  ENGINE  START/
STOP drukt.
3. Het  systeem  neemt  het  dan  over  en probeert  de  auto  te  starten.  Als  de  auto
niet  start,  wordt  de  startmotor  automa -
tisch na 10 seconden uitgeschakeld.
4. Als  u  de  startpogingen  wilt  onderbreken voordat  de  motor  aanslaat,  drukt  u
nogmaals  op  de  knop  ENGINE  START/
STOP. OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor  hoeft  u  het  gaspedaal  niet  te
bedienen.
Motor  uitschakelen  met  de  knop  ENGINE
START/STOP
1. Zet  de  schakelhendel  in  de  stand  PARK
en  druk  vervolgens  kort  op  de  knop
ENGINE START/STOP (motor aan/uit).
2. Het  contact  keert  terug  naar  de  stand OFF.
3. Als  de  schakelhendel  niet  in  de  stand PARK staat (terwijl het voertuig stilstaat)
en één keer op de knop ENGINE START/
STOP wordt gedrukt, selecteert de trans -
missie  automatisch  de  stand  PARK  en
wordt  de  motor  uitgeschakeld.  Het
contact  blijft  echter  in  de  stand  ACC
(NIET  de  stand  OFF).  Verlaat  een  auto
nooit  als  deze  niet  in  de  stand  PARK
staat, omdat de auto dan kan wegrollen.
4. Als  de  schakelhendel  in  de  stand NEUTRAL staat en de rijsnelheid lager is
dan  8 km/h  (5 mph),  wordt  de  motoruitgeschakeld  als  één  keer  op  de  knop
ENGINE  START/STOP  wordt  gedrukt.
Het contact blijft in de stand ACC.
 WAARSCHUWING!
Verwijder  altijd  de  sleutelhouder  bij  het
verlaten  van  het  voertuig  en  sluit  het
voertuig af.
Laat  nooit  kinderen  alleen  in  een  auto
achter  of  in  de  buurt  van  een  auto  die
niet is afgesloten.
Het  achterlaten  van  kinderen  zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen  gevaarlijk.  Kinderen  of  derden
lopen  dan  het  risico  op  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw  kinderen dat
ze  niet  aan  de  handrem,  het  rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de  buurt  van  de  auto  of  op  een  voor
kinderen bereikbare plaats. Een kind zou
de  knoppen  van  de  elektrische  raambe-
diening  of  andere  schakelaars  kunnen
bedienen of de auto in beweging kunnen
zetten.
Laat  nooit  kinderen  of  dieren  achter  in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte  in  het  interieur  kan  ernstige
gezondheidsproblemen  veroorzaken  en
zelfs dodelijk zijn.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 149   
Page 152 of 344
STARTEN EN RIJDEN
150
5. Als  de  rijsnelheid  hoger  is  dan  8 km/h(5 mph), moet de knop ENGINE START/
STOP  twee  seconden  ingedrukt  worden
gehouden  (of  drie  keer  achtereen  kort
worden  ingedrukt)  om  de  motor  uit  te
schakelen. Het contact blijft in de stand
ACC  (NIET  de  stand  OFF)  als  de  motor
wordt  uitgeschakeld  wanneer  de  trans -
missie niet in de stand PARK staat.
OPMERKING:
Het  systeem  wordt  automatisch  uitgescha -
keld en het contact gaat in de stand OFF na
30 minuten zonder activiteit als het contact
in  de  stand  ACC  of RUN  (motor draait  niet)
is  blijven  staan  en  de  versnellingsbak  in
PARK staat.
Functies  van  knop  ENGINE  START/STOP  —
rempedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De  ENGINE  START/STOP  knop  werkt
hetzelfde  als  een  contactslot.  Er  zijn  drie
standen: OFF, ACC en RUN. Om het contact
in  een  andere  stand  te  zetten  zonder  het voertuig  te  starten  en  om  de  accessoires  te
kunnen  gebruiken,  volgt  u  de  onderstaande
stappen:
1. U  begint  met  het  contact  in  de  stand
OFF.
2. Druk  eenmaal  op  de  knop  ENGINE START/STOP om het contact in de stand
ACC  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "ACC" weer).
3. Druk  nogmaals  op  de  knop  ENGINE START/STOP om het contact in de stand
RUN  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "ON/RUN" weer).
4. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
OFF  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "OFF" weer).
Automatische handremfunctie
De  automatische  handremfunctie  is  een
extra functie voor ondersteuning in het voer -
tuig  in  PARK  mochten  de  situaties  op  de
volgende  pagina's  optreden.  Het  is  een
back-up systeem en is niet de hoofdmethode
waarmee de bestuurder de versnellingsbak in
de stand PARK schakelt. De omstandigheden waaronder de automati
-
sche  handremfunctie  wordt  ingeschakeld
zijn beschreven op de volgende pagina's.
 WAARSCHUWING!
Onoplettendheid  van  de  bestuurder  kan
ertoe  leiden  dat  het  voertuig  niet  in  de
stand PARK wordt gezet. CONTROLEER
ALTIJD  VISUEEL  of  uw  voertuig  in  de
stand PARK staat door te kijken of er een
stabiel brandende (niet-knipperende) "P"
op het display van de instrumentengroep
en  op  de  schakelhendel  staat.  Als  het
"P"-indicatielampje  knippert,  staat  uw
voertuig niet in de stand PARK. Trek als
een  extra  voorzorgsmaatregel  altijd  de
handrem  aan  wanneer  u  het  voertuig
verlaat.
De automatische handremfunctie is een
extra functie. Deze is niet bedoeld om de
noodzaak  weg  te  nemen  dat  u  uw  voer -
tuig in de stand PARK moet zetten. Het
is  een  back-up  systeem  en  is  niet  de
hoofdmethode  waarmee  de  bestuurder
de  versnellingsbak  in  de  stand  PARK
schakelt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 150   
Page 164 of 344
STARTEN EN RIJDEN
162
(viermaal  voor  Rubicon-modellen)  zo  hoog
als  het  motortoerental  in  de  standen  2H  of
4H.  Laat  de  motor  niet  met  te  hoge  toeren-
tallen draaien.
Voor  een  juist  gebruik  van  voertuigen  met
vierwielaandrijving  moeten  alle  banden  van
hetzelfde  type  zijn  en  dezelfde  maat  en
omtrek  hebben.  Het  gebruik  van  verschil -
lende  banden  beïnvloedt  het  schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien  vierwielaandrijving  de  tractie
verbetert,  heeft  men  de  neiging  de  veilige
snelheden  voor bochten  en stoppen  te  over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.
Schakelprocedures
Van 2H naar 4H Auto of van 4H Auto naar 2H
Er  kan  tussen  de  groepen  2H  of  4H  Auto
worden  geschakeld  terwijl  het  voertuig  stil -
staat of rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij
kan  worden  geschakeld  is  tussen  0  en
72 km/u  (45 mph).  Wanneer  het  voertuig
rijdt, zal de tussenbak sneller in- of uitscha -
kelen  als  u  het  gaspedaal  even  los  laat  na
een  schakeling.  Accelereer  niet  tijdens  het
schakelen  van  de  tussenbak.  Houd  een gelijkmatige  druk  aan  bij  het  schakelen  van
de tussenbakhendel.
2H/4H automatisch naar inschakelbare 4H of 
inschakelbare 4H naar 2H/4H automatisch
Er  kan  tussen  de  groepen  2H/4H  AUTO  en
4H  PART  TIME  (inschakelbare  4H)  worden
geschakeld  terwijl  het  voertuig  stilstaat  of
rijdt.  De  aanbevolen  snelheid  waarbij  kan
worden  geschakeld  is  tussen  0  en  72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak  sneller  in-  of  uitschakelen  als  u
het  gaspedaal  even  los  laat  na  een  schake
-
ling.  Accelereer  niet  tijdens  het  schakelen
van  de  tussenbak.  Houd  een  gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer  niet  te  schakelen  wanneer  alleen
de  voor-  of  de  achterwielen  doorslippen.
De toerentallen  van  de aandrijfassen  vóór
en  achter  moeten  gelijk  zijn  voordat  er
geschakeld  kan  worden.  Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen  kan  beschadiging  van  de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving  kan  zich  voordoen  als  gevolg  van ongelijkmatige  bandenslijtage,  lage  of
ongelijke  bandenspanning,  een  te  hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen  kost  meer  moeite  bij  een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens  koud  weer  kan  het  schakelen  moei -
zamer  verlopen totdat  de  tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
4H Part Time/4H Auto naar 4L of 4L naar 4H Part 
Time/4H Auto
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u (2 tot 3 mph) schakelt  u  de  schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2  en  3 mph),  zet  u  de  tussenbakhendel
stevig in de gewenste stand. Pauzeer niet met
de  tussenbak  in  de  stand  N  (NEUTRAL).
Nadat  de  schakeling  is  voltooid,  zet  u  de
schakelhendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het  is  mogelijk  om  naar  en  uit  4L  te  scha -
kelen  als  de  auto  helemaal  stilstaat;  er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden  dan  mogelijk  niet  goed
zijn  uitgelijnd.  Mogelijk  moet  u  een  aantal
schakelpogingen  doen  om  de  koppe -
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 162   
Page 167 of 344
165
OPMERKING:
Het  koppel  van  de  stabilsatorstang  kan  zijn
vergrendeld vanwege hoogteverschillen in de
linker  en  rechter  ophanging.  Deze  omstan-
digheid  is  het  gevolg  van  verschillen  in  het
rijoppervlak of de belasting van het voertuig.
Om  de  stabilisatorstang  te  kunnen  loskop -
pelen  of  weer  vast  te  koppelen  moeten  de
rechter  en  linker  helft  van  de  stang  zijn
uitgelijnd. Voor deze uitlijning kan het nodig
zijn  dat  het  voertuig  op  een  effen  grondop -
pervlak wordt gereden of heen en weer wordt
bewogen.
Om terug te keren naar de modus voor rijden op
de weg, moet de schakelaar SWAY BAR (stabi -
lisatorstang) nogmaals worden ingedrukt.
STOP/START-SYSTEEM — 
AUTOMATISCHE 
TRANSMISSIE (INDIEN 
AANWEZIG)
De  Stop/Start-functie  is  ontwikkeld  om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan  alle  voorwaarden  is  voldaan.  Door  het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen,  wordt  de  motor  automatisch  weer
gestart.
Voertuigen met Engine Stop/Start (ESS) zijn
geüpgraded  met  een  heavy  duty-startmotor,
een  verbeterde  accu  en  andere  motoronder -
delen om de extra motorstarts aan te kunnen.
OPMERKING:
Het  wordt  aanbevolen  het  Stop/
Start-systeem  uit  te  schakelen  tijdens
terreingebruik.
Secundaire accu
Uw  auto  is  mogelijk  uitgerust  met  een  secun -
daire  accu  die  wordt  gebruikt  om  het  Stop/
Start-systeem en het elektrische 12 V-systeem
van  de auto van stroom te voorzien. De  secun -
daire accu bevindt zich achter de wielkuip voor
het voorwiel aan passagierszijde.
 Accu-locaties
Automatische modus
De  Stop/Start-functie  wordt  inge
-
schakeld  na  elke  normale  motor -
start. Op dat  moment activeert  het
systeem  de  modus  STOP/START
READY  (Stop/Start-systeem  gereed)  en,
wanneer  aan  alle  overige  voorwaarden  is
voldaan,  activeert  het  vervolgens  de  modus
STOP/START  AUTOSTOP  ACTIVE  (Autostop
Stop/Start-systeem actief). WAARSCHUWING!
Als  de  stabilisator/stabilisatorstang  niet  naar
de  stand  voor  rijden  op  de  weg  terugkeert,
knippert  het  controlelampje  van  de
stabilisatorstang  in de  instrumentengroep  en
kan  de  voertuigstabiliteit  afnemen.  Probeer
niet  sneller  dan  29 km/u  (18 mph)  met  de
auto te rijden. Als u met een hogere snelheid
dan  29 km/u  (18 mph)  rijdt  met  een
ontkoppelde  stabilisatorstang,  kan  dit  ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest,
met ernstig letsel als gevolg.
1 — Primaire accu
2 — Secundaire accu
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 165   
Page 168 of 344
STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De  melding  STOP/START  READY  (Stop/
Start-systeem  gereed)  wordt  weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het  gedeelte  Stop/Start.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk  "Uw  instrumentenpaneel  leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het  voertuig  moet  volledig  tot  stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel  moet in een  vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De  motor  wordt  uitgeschakeld,  de  toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje  Stop/Start  gaat  branden  om  aan  te
geven  dat  autostop  is  ingeschakeld.  De
instellingen  van  de  klant  blijven  gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  in  uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet 
automatisch stopt
Voor het  uitschakelen van  de  motor,  contro -
leert  het  systeem  vele  veiligheids-  en
comfortvoorwaarden  om  te  controleren  of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde  informatie  worden  weerge -
geven  over  de  werking  van  het  Stop/
Start-systeem.  In  de  volgende  situaties  zal
de motor niet stoppen:
De  veiligheidsgordel  van  de  bestuurder  is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het  voertuig  bevindt  zich  op  een  steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen  bij  een  hoge  aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het  rempedaal  is  niet  ingedrukt  met
voldoende druk.
Andere  factoren  die  het  gebruik  van  Autostop
verhinderen:  
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek  boven  drempelwaarde.  (Alleen
ESS-modellen)
ACC  is  ingeschakeld  en  snelheid  is  inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem  de  status  STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 166   
Page 169 of 344
167
READY  (Stop/Start  gereed)  aanneemt,
wanneer  de  omstandigheden  extremer  zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In  de  vooruitversnelling  start  de  motor
wanneer  het  rempedaal  niet  is  ingetrapt  of
het  gaspedaal  wordt  ingetrapt.  De  trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden  waarin  de  motor  automatisch
opnieuw start in de stand autostop:  
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De  comfortstand  van  de  temperatuur  in
het interieur wordt gehandhaafd.
De  werkelijke  cabinetemperatuur  bedui -
dend  afwijkt  van  de  temperatuur  die  is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het  klimaatsysteem  in  volle  ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de  aanjagersnelheid  wordt  handmatig
versteld.
De  accuspanning  daalt  naar  een  te  lage
waarde.
Lage  vacuümwaarde  van  remsysteem
(bijv.  na  meerdere  keren  na  elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet  zich  een storing voor  in het  Stop/
Start-systeem.
De  duur  van  modus  STOP/START  AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het  stuur  is  voorbij  de  drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig 
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de  rij  schakelaars).  Het  lampje  in  de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De  melding  STOP/START  OFF  (Stop/ Start-systeem  uit)  wordt  weergegeven  in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de  instrumentengroep.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen"  in  het  instructieboekje  voor
meer informatie.
3. Bij  de  volgende  stop  van  het  voertuig (nadat  het  Stop/Start-systeem  is  uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het  Stop/Start-systeem  schakelt  elke keer  zelfstandig  weer  in  wanneer  het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 167   
Page 170 of 344
STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig 
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg  voor  uitgebreide  informatie  over
het  Stop/Start-systeem  de  paragraaf  "Stop/
Start-systeem"  in  het  hoofdstuk  "Starten  en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem  een
storing  voordoet,  zal  het  systeem  de  motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep  wordt  de  melding  "SERVICE
STOP/START  SYSTEM”  (onderhoud  Stop/
Start-systeem)  weergegeven.  Raadpleeg  de
paragraaf "Display  in de instrumentengroep"
in  het  hoofdstuk  "Uw  Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als  in  het  display  in  de  instrumentengroep
de  melding  "SERVICE  STOP/START
SYSTEM"  wordt  weergegeven,  moet  u  het
systeem  laten  controleren  door  een  erkende
dealer.
ACTIEVE 
SNELHEIDSBEGRENZER - 
INDIEN AANWEZIG 
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De  knop  voor de  actieve  snelheidsbegrenzer
bevindt  zich  aan  de  rechterzijde  van  het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De  actieve  snelheidsbegrenzer  kan  worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer  om  de  functie  te  activeren.  Er verschijnt  dan  een  mededeling  samen  met
een  controlelampje  op  het  display  van  de
instrumentengroep  om  aan  te  geven  dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de  rechterkant  van  het  stuur  om  de  actieve
snelheidsbegrenzer  te  verhogen  en  te
verlagen  tot  de  gewenste  waarde.  Door  de
SET  (+)  of  SET  (-)  toetsen  ingedrukt  te
houden,  neemt  de  snelheid  toe/af  met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke  keer  dat  actieve  snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst  geprogrammeerde  waarde  van  de
vorige activering.
OPMERKING:
De  cruisecontrol  (indien  aanwezig)  en  de
adaptieve  cruisecontrol  (indien  aanwezig)
functies  zijn  niet  beschikbaar  terwijl  de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door  het  gaspedaal  volledig  in  te  drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden  overschreden  terwijl  het  apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 168   
Page 178 of 344
STARTEN EN RIJDEN
176
PARKSENSE 
PARKEERSENSOREN VOOR 
EN ACHTER — INDIEN 
AANWEZIG
Het  ParkSense  parkeerhulpsysteem  vóór  en
achter  geeft  tijdens  het  achter-  of  vooruit
rijden,  bijvoorbeeld  bij  het  inparkeren,  met
visuele en geluidssignalen de afstand tussen
de achter- en/of voorkant van de auto en een
gedetecteerd  obstakel  aan.  Zie  de  "Voor-zorgsmaatregelen bij gebruik van ParkSense"
in dit hoofdstuk voor de beperkingen van dit
systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa
-
tisch  de  systeemstatus  (ingeschakeld  of
uitgeschakeld)  hersteld  die  actief  was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense  kan  uitsluitend  worden  geacti -
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE  of  DRIVE  staat.  Wanneer  Park -
Sense bij een van deze standen van de scha -
kelhendel  wordt  ingeschakeld,  blijft  het
systeem actief totdat de rijsnelheid is toege -
nomen  tot  ongeveer  11 km/u  (7 mph)  of
hoger.  Als de schakelhendel in REVERSE is
gezet,  verschijnt  een  waarschuwing  op  het
display in de instrumentengroep die aangeeft
dat de rijsnelheid van het voertuig te hoog is
voor  gebruik  van  ParkSense.  Het  systeem
wordt  weer  actief  als  de  rijsnelheid  is
gedaald  tot  minder  dan  ongeveer  9 km/u
(6 mph).
ParkSense sensoren
De  vier  ParkSense  sensoren  die  zich  in  de
achterkant/achterbumper  bevinden,
bewaken  het  gebied  achter  de  auto  dat
binnen het zichtveld van de sensoren valt. De sensoren  kunnen  in  horizontale  richting
obstakels op een afstand van ongeveer 30 tot
200  cm  (12  tot  79 inch)  van  het  achterpa
-
neel/de  achterbumper  detecteren,  afhanke -
lijk van de plaats, het type en de richting van
het obstakel.
De  zes  ParkSense  sensoren  die  zich  in  de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch)
van  het  voorpaneel/de  voorbumper  detec -
teren, afhankelijk van de plaats, het type en
de richting van het obstakel.
ParkSense waarschuwingsscherm
Het  ParkSense  waarschuwingsscherm
bevindt zich op het display in de instrumen -
tengroep.  Het geeft visuele waarschuwingen
om  de  afstand  tussen  de  achterkant/achter -
bumper en/of de voorkant/voorbumper en het
gedetecteerde  obstakel  aan  te  geven.  Raad -
pleeg de paragraaf "Display in de instrumen -
tengroep"  in  het  hoofdstuk  "Uw
Instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie hierover.
 LET OP!
ParkSense  is  uitsluitend  bedoeld  als
hulpmiddel  tijdens  het  parkeren  en  is
niet  in  staat  ieder  voorwerp,  inclusief
kleine  obstakels,  waar  te  nemen.  Stoe-
pranden  worden  mogelijk  tijdelijk  of
helemaal  niet  gedetecteerd.  Op  kleine
afstanden  worden  obstakels  boven  of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
Bij  gebruik  van  ParkSense  moet  u  lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer  een  obstakel  wordt  gedetec-
teerd.  Het  is  raadzaam  om  over  uw
schouder  te  kijken,  ook  wanneer  u
gebruik maakt van ParkSense.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 176   
Page 184 of 344
STARTEN EN RIJDEN
182
(Vervolgd)
Camera"  (achteruitrijcamera)  in  het  menu
"Controls”  (bedieningselementen)  en  de
snelheid  van  het  voertuig  hoger  is  dan  of
gelijk is aan 13 km/h (8 mph), dan wordt een
displaytimer  voor  het  beeld  gestart.  Het
beeld  blijft  weergegeven  totdat  de  display-
timer hoger wordt dan 10 seconden.
OPMERKING:
Als de rijsnelheid lager blijft dan 13 km/u
(8 mph), wordt het beeld van de achteruit -
rijcamera  continu  weergegeven  totdat  het
wordt  uitgeschakeld  via  de  schermtoets
"X",  de  transmissie  in  de  stand  PARK
wordt  geschakeld  of  het  contact  wordt
uitgeschakeld.
ALLEEN als niet in de stand REVERSE is
geschakeld,  is  een  schermtoets  "X"
beschikbaar waarmee de weergave van het
camerabeeld kan worden uitgeschakeld.
Wanneer  ze  zijn  ingeschakeld,  worden
actieve  richtlijnen  op  het  camerabeeld
geprojecteerd  ter  verduidelijking  van  de
breedte  van  het  voertuig  en  de  verwachte
rijrichting  op  basis  van  de  stand  van  het
stuurwiel. Een stippellijn in het midden geeft
het  midden  van  het  voertuig  aan  als  hulp -
middel  bij  parkeren  of  het  uitlijnen  van  het
voertuig voor een aanhanger. Wanneer ze  zijn ingeschakeld,  worden vaste
richtlijnen op het camerabeeld geprojecteerd
ter  verduidelijking  van  de  breedte  van  het
voertuig.
Zones  met  verschillende  kleuren  geven  de
afstand  tot  de  achterzijde  van  het  voertuig
aan.
OPMERKING:
Wanneer  de  cameralens  bedekt  is  met
sneeuw,  ijs,  modder  of  ander  vuil,  moet  de
lens  worden  gereinigd,  met  water  worden
gespoeld  en  met  een  zachte  doek  worden
gedroogd. U mag de lens niet afdekken.BRANDSTOF TANKEN 
Brandstofvuldop  
De  brandstofvuldop  bevindt  zich  aan  de
bestuurderszijde  van  het  voertuig.  Als  de
brandstofvuldop  zoekgeraakt  of  beschadigd
is,  moet  de  vervangende  dop  geschikt  zijn
voor dit voertuig.
 WAARSCHUWING!
Bestuurders  moeten  altijd  voorzichtig
achteruit  rijden,  ook  wanneer  gebruik
wordt  gemaakt  van  de  ParkView
achteruitrijcamera.  Controleer  het  gebied
achter  de  auto  altijd  zorgvuldig,  kijk  naar
achteren en wees bedacht op voetgangers,
dieren,  andere  voertuigen,  obstakels  en
dode  hoeken,  voordat  u  achteruitrijdt.  U
bent  verantwoordelijk  voor  de  veiligheid
van  uw  omgeving  en moet  blijven opletten
als  u  achteruitrijdt.  Anders  bestaat  er  een
risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
 LET OP!
Om  voertuigschade  te  voorkomen  mag
ParkView  alleen  worden  gebruikt  als
parkeerhulp.  De  ParkView  camera  kan
niet elk obstakel of voorwerp zien.
Om voertuigschade te voorkomen moet u
langzaam  rijden  bij  gebruik  van  Park-
View, zodat u tijdig kunt stoppen als een
obstakel  wordt  waargenomen.  Het  is
raadzaam om tijdens het achteruitrijden
over uw schouder te kijken, ook wanneer
u gebruik maakt van ParkView.
 LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 182