airbag Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Page 166 of 290
VEILIGHEID165
2
KNIE-AIRBAG BESTUURDERSZIJDE fig. 9
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor be-
stemde ruimte onder de onderste kap van de stuurkolom is ge-
plaatst, ter hoogte van de knieën van de bestuurder, voor extra
bescherming van de bestuurder bij een frontale aanrijding.FRONTAIRBAG EN SIDEBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passagiersstoel
voor te vervoeren, moeten de frontairbag en de sidebag aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dashboard blijft continu
branden totdat de frontairbag en de zij-airbag (sidebag) aan pas-
sagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Raadpleeg voor het handmatig uitschakelen van
de frontairbag en zij-airbag (sidebag) (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten) aan passagierszijde, de paragrafen “Multi-
functioneel display” en “Instelbaar multifunctioneel display”
in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”.
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel
voor als de airbag aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de airbag wordt
geactiveerd, kan het kind hierdoor dodelijke ver-
wondingen oplopen. Als er geen andere mogelijkheid is,
moet in ieder geval de airbag aan passagierszijde uit-
geschakeld worden als het kinderzitje op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst. Bovendien moet de passa-
giersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aan-
raking komt met het dashboard. Ook als het niet wette-
lijk verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen, de airbag onmiddel-
lijk weer in te schakelen zodra er geen kinderen meer
vervoerd worden.
fig. 9L0E0069m
Page 167 of 290
166VEILIGHEID
ZIJ-AIRBAGS
(Side bags – Window bags)
SIDEBAG fig. 10
De sidebag is een kussen dat zich snel opblaast en bevindt zich
in de rugleuning van de voorstoel. De sidebag heeft tot doel het
bovenlichaam en het bekken van de inzittenden te beschermen
bij middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen.WINDOW BAG fig. 11
De headbags bestaan uit twee “gordijn”-systemen, die zich aan
de zijkanten in de hemelbekleding bevinden en die zijn afgedekt
met een afwerklijst. De headbags bieden bescherming aan het
hoofd van de inzittenden voor en achter tijdens een zijdelingse
botsing, dankzij het grote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij een botsing optimaal door
het systeem beschermd als hij/zij in de juiste positie in de stoel
zit. Hierdoor kan de headbag op de juiste wijze worden opge-
blazen.
fig. 10
L0E0070mfig. 11L0E0071m
Page 168 of 290
VEILIGHEID167
2
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden
geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de car-
rosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of
stoepranden of obstakels op het wegdek of als de auto terecht
komt in grote gaten of verzakkingen in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbag in werking treedt, komt er een klei-
ne hoeveelheid poederachtige rook vrij. Deze poederachige rook
is niet schadelijk en duidt niet op brand; bovendien kan het op-
pervlak van het opgeblazen kussen en het interieur van de au-
to bedekt zijn met een laagje poeder: dit poeder kan de huid en
de ogen irriteren. Als u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen. De geldigheidsduur
van de pyrotechnische lading en die van het spiraalmechanis-
me zijn vermeld op het betreffende plaatje op het bestuurder-
sportier. Laat voor het verstrijken van deze termijn het systeem
door het Lancia Servicenetwerk vervangen.BELANGRIJK Het in werking treden van de gordelspanners, de
frontairbags en de zij-airbags wordt door de elektronische rege-
leenheid bepaald, afhankelijk van het type ongeval. Als een van de-
ze onderdelen niet in werking treedt, dan duidt dat niet op een sto-
ring in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen. Steek nooit het hoofd, de armen
of de ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een of meerdere airbags
zijn geactiveerd, dient u contact op te nemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om de geactiveerde airbags te laten vervangen en
de werking van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging van
de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk worden uit-
gevoerd. Aan het einde van de lange levensduur van uw auto,
moet u contact opnemen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem buiten werking te laten stellen. Bovendien moet bij
verkoop van de auto de nieuwe eigenaar op de hoogte gesteld
worden van het gebruik en de instructies, en moet hij het in-
structieboekje ontvangen.
Page 169 of 290
168VEILIGHEID
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz. in de
mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in wer-
king treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Rijd altijd met beide handen op de stuurwiel-
rand, zodat bij het in werking treden van de air-
bag, het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Rijd
niet met voorover gebogen lichaam maar ga goed recht-
op zitten en steun tegen de rugleuning.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de auto bij een overstroming
onder water is geweest, het airbagsysteem door
het Lancia Servicenetwerk controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het
lampje¬gaat niet branden of blijft branden tij-
dens het rijden, dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden bij een ongeval
of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste
wijze geactiveerd worden. Voordat u verder rijdt, dient u
contact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem direct te laten controleren.
Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met hoezen
of kleden bij aanwezigheid van sidebags.
Page 170 of 290
VEILIGHEID169
2
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de airbags geacti-
veerd kunnen worden als de auto wordt aange-
reden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de
auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiers-
stoel voor worden geplaatst. Als de contactsleutel ech-
ter in stand STOP staat, wordt bij een ongeval geen
enkel beveiligingssysteem (airbag of gordelspanners)
geactiveerd; als een systeem niet in werking treedt,
betekent dit niet dat het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje
“enige seconden branden en
vervolgens enige seconden knipperen, om aan te
geven dat de airbag aan passagierszijde bij een ongeval
wordt geactiveerd. Hierna moet het lampje doven.
De stoelen mogen niet met water worden afgeno-
men of met stoom worden gereinigd (met de hand
of in een automatisch wasapparaat).
De frontairbag treedt in werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd. Bij aanrij-
dingen die tussen die twee drempelwaarden in liggen,
treden alleen de gordelspanners in werking.
Haak geen harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes en aan de steunhandgrepen.
De airbag is geen vervanging voor de veilig-
heidsgordels, maar een aanvulling. Omdat de
frontairbags niet worden geactiveerd bij fronta-
le botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdin-
gen en als de auto over de kop slaat, worden in deze
gevallen de inzittenden uitsluitend door de veiligheids-
gordels beschermd. De gordels moeten dus altijd gedra-
gen worden.
Page 214 of 290
NOODGEVALLEN213
4
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de ze-
kering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer
dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip
A-fig. 37 mag niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval, dan
moet u de zekering vervangen door een exemplaar met dezelf-
de stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje D-fig. 37 voor het vervangen van de ze-
keringen. Dit tangetje is vastgehaakt in het zekeringenkastje
op het dashboard.
De componenten die door de zekeringen worden beveiligd, staan
in de tabellen op de volgende pagina's aangegeven.
fig. 37
L0E0085m
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
Vervang een defecte zekering nooit door ander
materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering
met een hogere stroomsterkte (ampère); BRAND-
GEVAAR.
Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MIDI-
FUSE, MEGA-FUSE) doorbrandt, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt, of de
contactsleutel uit het contactslot is genomen en
alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn uitge-
schakeld.
Als een zekering van de veiligheidssystemen
(airbagsysteem, remsysteem), de aandrijving van
de auto (motormanagementsysteem, regelsysteem
van de versnellingsbak) of de stuurinrichting door-
brandt, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Page 280 of 290
ALFABETISCH REGISTER279
7
Airconditioning, automatisch
met gescheiden regeling ......... 56
Airconditioning,
handbediend.......................... 54
Armsteun voor/achter ........... 76-78
Asbak ....................................... 81
ASR (systeem) ......................... 114
Auto langere tijd stallen ........... 181
Bagageruimte .......................... 91
Bagageruimte
(magic back box)................... 96
Bagageruimteverlichting
(gloeilamp vervangen) ........... 211
Banden
– bandenspanning .................. 264
– Rim Protector ..................... 262
– standaard............................. 262
– verklaring
van bandencodering............. 260
– vervangen............................ 193
– winterbanden....................... 262Bediening.................................. 72
Bekerhouders/
opbergvakken........................ 79
Bescherming van het milieu ..... 148
Bougies .................................... 255
Brandstofsysteem...................... 257
Brandstoftoevoeronderbreking . 75
Brandstofverbruik.................... 273
Buitenspiegels........................... 51
Buitenverlichting ...................... 62
Carrosserie............................... 247
– carrosserie-uitvoeringen ....... 254
Centrale
portiervergrendeling................ 86
CO
2-emissie ............................. 274
Code-card ............................. 39-40
Cornering lights........................ 63
Cruise-Control ......................... 68
Dashboard ............................... 6
Dashboardkastje ...................... 79
Aansteker................................. 80
ABS ......................................... 115
Accu
– opladen ............................... 220
– starten met
een hulpaccu........................ 184
– vervangen............................ 239
Achterruitsproeier .................... 66
Achterruitwisser
– bediening............................. 66
– ruitensproeiers..................... 246
– wisserbladen ........................ 245
Achteruitrijlicht
(gloeilamp vervangen)............ 207
Adaptieve verlichting ..........74-101
Afmetingen .............................. 265
AFS (adaptieve verlichting) ...... 103
Afstandsbediening (sleutel) ...... 41
Airbag
– frontairbags ........................ 163
– sidebags .............................. 166