alarm Lancia Delta 2015 Instructieboek (in Dutch)
Page 140 of 291
138KENNISMAKING MET DE AUTO
Om de kant waaraan gezocht moet worden en de manoeu-
vre die uitgevoerd moet worden te selecteren, moet de be-
s tuurder:
1) DKeuze voor passagiers
zijde als zoek- en inparkeer-
zijde:
❍ de richtingaanwijzer in de middel ste stand;
❍ de alarmknipperlichten inge schakeld;
❍ de alarmknipperlichten inge schakeld en de richting-
aanwijzer in stand passagiers zijde;
❍ de richtingaanwijzer gericht naar de pa ssagierszijde.
2) FKeuze voor bes
tuurderszijde als zoek- en inpar-
keerzijde:
❍ de richtingaanwijzer in stand bes tuurderszijde;
❍ de alarmknipperlichten inge schakeld en de richting-
aanwijzer in stand bes tuurderszijde;
Het systeem zal de be stuurder informeren over de zijde
waar het zoeken en inparkeren plaats zal vinden door mid-
del van s peciale berichten op het dis play van het ins tru-
mentenpaneel en de symbolen (
Fen
D) die vers
chillend
zijn voor de rechter- en linkerzijde.
Het zoeken zal toch uitgevoerd worden aan beide zijden,
daarom i s het mogelijk de keuze te maken met de rich-
tingaanwijzers ook al is het voertuig net een parkeerplaats
voorbij ger
eden die ge schikt leek. Tijdens
het zoeken mag de s nelheid niet meer dan 30 km/h
bedragen; wanneer 25 km/h wordt bereikt, wordt de be-
s tuurder gevraagd langzamer te rijden; als de snelheid van
30 km/h wordt overs chreden, wordt het systeem uitge-
s chakeld; in dit geval moet het systeem weer gestart wor-
den met behulp van de knop
S.
Als de functie Rijbaanwi sseling ingeschakeld is (zie pa-
ragraaf “Buitenverlichting"), vindt het zoeken van
een parkeerplek altijd aan pa ssagierszijde plaats .
Als de parkeers ensoren tijdens het zoeken van een par-
keerplek inges chakeld worden (zie hoofds tuk “Parkeer-
s ens oren voor en achter"), dan wordt het Magic Parking-
systeem uitges chakeld.
Het zoeken en inparkeren moet altijd in over-
eenstemming met de geldende voorschriften
van de wegenverkeerswetgeving worden
verricht.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 138
Page 151 of 291
KENNISMAKING MET DE AUTO149
1
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektroni sche systemen die na aan schaf van
de auto door de afters ales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken zijn voorzien:
Fiat Group Automobiles S . p. A. autori seert de montage
van zend-/ontvangs tapparatuur op voorwaarde dat deze
door een ges pecialiseerd bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkom stig de aanwijzingen van de fabrikant wordt
uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen waar-
bij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, kan
het kentekenbewij s door de bevoegde ins tanties ingeno-
men worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garan-
tie met zich meebrengen voor storingen veroorzaakt door
de wijziging of die direct of indirect hierop terug te voe-
ren zijn. Fiat Group Automobile s S . p. A. wijs t elke aan-
s prakelijkheid af voor schade die het gevolg i s van mon-
tage van acce ssoires die niet door Fiat Group Automobi-
les S . p. A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform
de vers chafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
OPTIONELE ACCESSORIES
Als men na aans chaf van het voertuig acce ssoires wil mon-
teren die cons tante elektrische voeding nodig hebben (ra-
dio, diefs talalarm, satellietbewaking via GPS enz.) of veel
s troom verbruiken, dient men contact op te nemen met
het ges pecialis eerde pers oneel van het Lancia Servicenet-
werk. Zij kunnen de mee st ges chikte apparatuur uit het a s-
s ortiment Lineaccessori Lancia aanbevelen, het totale
stroomverbruik beoordelen en controleren of de elektri-
s che ins tallatie hierop berekend i s en of het noodzakelijk
i s een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Let op bij het monteren van aanvullende
spoilers, lichtmetalen velgen of niet origine-
le wieldeksels: daardoor kan de ventilatie
van de remmen namelijk beperkt worden, wat in-
vloed heeft op de efficiëntie van de remmen bij
noodsituaties waarin geremd moet worden, in om-
standigheden die herhaaldelijk remmen nodig ma-
ken en tijdens lange afdalingen. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door wordt belemmerd
(matten, enz.).
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 149
Page 206 of 291
Verwijder deze sticker nooit en dek hem ook
niet af. Monteer nooit een wieldeksel op
het noodreservewiel. Op de sticker staan
de volgende aanwijzingen in vier talen: WAAR-
SCHUWING! UITSLUITEND VOOR TIJDELIJK
GEBRUIK! MAX. 80 KM/H! ZO SPOEDIG MOGE-
LIJK VERVANGEN DOOR een STANDAARDWIEL.
DEK DEZE WAARSCHUWING NIET AF.
Als het gemonteerde wieltype (met lichtmetalen in
plaats van stalen velgen) wordt vervangen, moeten
ook alle bevestigingsbouten vervangen worden door
bouten met een lengte.
Waarschuw andere weggebruikers voor
de stilstaande auto in overeenstemming met
de plaatselijke voorschriften: alarmknipper-
lichten, gevarendriehoek, enz. Alle inzittenden moe-
ten de auto verlaten, vooral als deze zwaar beladen
is. Passagiers moeten op een veilige afstand van
het verkeer wachten terwijl het wiel wordt verwis-
seld. Indien de auto geparkeerd is op een helling of
onregelmatig wegdek, blokkeer de wielen dan met
wiggen of andere geschikte middelen.
204NOODGEVALLEN
De krik mag uitsluitend gebruikt worden voor
het verwisselen van een wiel van de auto
waarbij de krik geleverd is of bij auto's van
hetzelfde model. Gebruik de krik niet voor andere
doeleinden, zoals het opkrikken van andere model-
len auto’ s. Gebruik de krik nooit voor het uitvoeren
van reparaties onder de auto. Door een verkeerde
plaatsing van de krik, kan de auto van de krik val-
len. Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten dan
is aangegeven op het plaatje op de krik. Er kunnen
geen sneeuwkettingen op het noodreservewiel wor-
den gemonteerd. Dus in geval van een lekke voor-
band (aandrijfwiel) en als er sneeuwkettingen ge-
bruikt moeten worden, moet een achterwiel aan
de voorkant worden gemonteerd en moet het noodre-
servewiel aan de achterkant worden gemonteerd. Op
deze manier, met twee normale aandrijfwielen aan
de voorzijde, kunnen de sneeuwkettingen hierop ge-
monteerd worden, waardoor het noodgeval is opge-
lost.
Als het wieldeksel niet goed gemonteerd is,
kan het tijdens het rijden losraken. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band. Con-
troleer regelmatig de bandenspanning, ook die van
het noodreservewiel, in overeenstemming met de ge-
gevens in hoofdstuk “6”.
195-232 Delta NL 1ed 20/03/14 11:29 Pagina 204
Page 229 of 291
NOODGEVALLEN227
4
F12
F12
F13
F13
F31
F33
F34
F35
F36
F37
F38
F39
F40
F417,515
7,5 15 5
20
20 5
20
7,5 10
10
30
7,539
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
ZEKERINGENTABEL
ELEKTRISCHE APPARATUUR ZEKERING AMPÈRE AFBEELDING
Dimlicht rechts
Dimlicht rechts (Xenon gasontladingslamp)
Dimlicht links, koplampverstelling
Dimlicht links (Xenon gasontladingslamp)
Relaisbobine ventilator klimaatregeling, Body Computer
Elektrische ruitbediening linksachter
Elektrische ruitbediening rechtsachter
Achteruitrijlicht, relaisbobines zekeringenkast motorruimte,
bediening rempedaal (normaal gesloten contact), water in dieselsensor,
debietmeter
Regeleenheid centrale portiervergrendeling, brandstofklepje, dead lock,
opening achterklep
Derde remlicht, instrumentenpaneel, Knooppunt Zelfaanpassende
koplampen, regeleenheid op linker gasontladingskoplamp
Plafondverlichting voor, plafondverlichting midden achter, verlichting
zonnekleppen bestuurders- en passagierszijde, bagageruimteverlichting,
verlichting dashboardkastje (Platinum uitrustingsniveau met
optioneel schuifdak)
Inbouwvoorbereiding radio/Radio/Radio-navigatiesysteem,
Knooppunt Blue&Me
TM, alarmsirene, alarmsysteem op plafondverlichting,
klimaatregeleenheid, regeleenheid bewaking bandenspanning,
stekker diagnoseaansluiting, plafondverlichting achter
Achterruitverwarming
Ontwaseming elektrische buitenspiegels, ontwaseming op ruitensproeiers
195-232 Delta NL 1ed 20/03/14 11:29 Pagina 227
Page 230 of 291
39
39
39
39
39
39
39
39
39
228NOODGEVALLEN
F43
F44
F46
F47
F48
F49
F51
F52
F5330
15
20
20
205
5/7,5 (*)
15
7,5
ELEKTRISCHE APPARATUUR ZEKERING AMPÈRE AFBEELDING
Ruitenwissersysteem op stuurkolomhendel, elektrische tweewegpomp
ruitensproeier/achterruitsproeier op stuurkolomhendel
Aansteker/stopcontact op tunnel, stopcontact bagageruimte
Schuifdak motor
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde voor
Elektrische ruitbediening passagierszijde voor
Bedieningspanelen rechts, links, midden alarmknipperlichten
(verlichting), bedieningstoetsen op het stuurwiel (verlichting),
bedieningstoetsen op plafondverlichting (verlichting), regeleenheid
volumetrisch alarmsysteem, elektrisch schuifdak (regeleenheid,
verlichting bedieningstoetsen), regen-/schemersensor,
elektrochromatische spiegel, bediening verwarming voorstoelen,
AUX-aansluiting (verlichting)
Aansteker (verlichting) inbouwvoorbereiding radio, bediening
cruise-control, knooppunt Blue&Me
TM, knooppunt parkeersensoren,
AQS sensor, klimaatregeling, verstelling elektrische buitenspiegel,
regeleenheid bewaking bandenspanning, knooppunt rijbaanwisseling,
knooppunt geregelde demping wielophanging, Eco-toets
(versies met automatische versnellingsbak), lichtgeleider bediening
automatische versnellingsbak, regeleenheid op
rechter gasontladingskoplamp
Achterruitwissersysteem op stuurkolomhendel
Instrumentenpaneel, richtingaanwijzers achter
195-232 Delta NL 1ed 20/03/14 11:29 Pagina 228
Page 237 of 291
ONDERHOUD EN ZORG235
5
20 40 60 80 100 120 140 160 180 2001 2345678910
● ●●●●●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
● ● ●●●
● ● ●●●
● ● ●●● ●●●● ●km x 1000
Jaren
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading “Fix&Go
Automatic” kit controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(remmen/hydraulische koppeling, ruitensproeiers,
accu, motorkoelsysteem, enz.)
Uitlaatgasemissie controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem te controleren;
emissie en, voor bepaalde versies/markten, verslechtering
motorolie controleren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, starre leidingen en
slangen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen, enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid
van vuil controleren, schoonmaken en mechanismen smeren;
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema vermelde controles, eenmaal 120.000 km/6 jaar is bereikt, moeten periodiek
worden herhaald met inachtneming van dezelfde onderhoudsintervallen als eer\
der uitgevoerd.
233-256 Delta NL 1ed 07/04/14 11:49 Pagina 235
Page 239 of 291
PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis controleren en even-
tueel bijvullen:
❍niveau motorkoelvloeistof;
❍ niveau remvloeistof;
❍ niveau ruitensproeiervloeistof;
❍ conditie en spanning banden;
❍ werking verlichting (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, enz.);
❍ werking van de ruitenwissers/achterruitwisser/
ruitensproeiers, stand en slijtage wisserbladen voor/
achter;
Elke 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: mo-
torolieniveau.
GEBRUIK VAN DE AUTO ONDER
VEELEISENDE OMSTANDIGHEDEN
Als de auto voornamelijk in een van de volgende veeleis-
ende omstandigheden wordt gebruikt:
❍ het trekken van aanhanger of caravan;
❍ stoffige wegen;
❍ talrijke korte ritten (minder dan 7–8 km) en bij bui-
tentemperaturen onder het vriespunt;
❍ vaak lang stationair draaiende motoren of lange af-
standen bij lage snelheden of als de auto lange tijd niet
wordt gebruikt;
ONDERHOUD EN ZORG237
233-256 Delta NL 1ed 07/04/14 11:49 Pagina 237
Page 248 of 291
246ONDERHOUD EN ZORG
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het snel ont-
laden van de accu te voorkomen en de levensduur te ver-
lengen:
❍wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer dan of
de portieren, de achterklep en de motorkap goed ge-
sloten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de interi-
eurverlichting blijft branden;
❍ schakel de plafondverlichting uit, ook al heeft de au-
to een automatisch systeem om de interieurverlichting
uit te schakelen;
❍ houd accessoires (bijv. autoradio, alarmknipperlich-
ten, enz.) niet te lang ingeschakeld wanneer de motor
is uitgezet;
❍ maak voordat er werkzaamheden aan de elektrische
installatie worden uitgevoerd, de kabel van de minpool
op de accu los;
❍ accuklemmen moeten altijd perfect zijn vastgemaakt.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende langere
tijd onder 50% blijft, raakt de accu door sulfatering be-
schadigd. Hierdoor verminderen de capaciteit en het start-
vermogen. De accu is in dit geval ook gevoeliger voor bevriezing (dit
kan reeds bij temperaturen van 10
℃gebeuren). In het ge-
val van langdurig stationair lopende motor de paragraaf
“Langdurige stilstand van de auto” in hoofdstuk “3” raad-
plegen.
Als, na aanschaf van de auto, besloten wordt om elektri-
sche accessoires te installeren die constante elektrische voe-
ding nodig hebben (diefstalbeveiliging, enz.) of accessoi-
res die veel stroom verbruiken, neem dan contact op met
het Lancia Servicenetwerk: het gespecialiseerde personeel
kan de meest geschikte apparaten van de Lancia Line-
accessori aanbevelen en het volledige stroomverbruik be-
rekenen, en controleren of de elektrische installatie van
de auto toereikend is of dat een accu met een grotere ca-
paciteit vereist is.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij afgezette motor
stroom blijven verbruiken en op deze manier de accu ont-
laden.
233-256 Delta NL 1ed 07/04/14 11:50 Pagina 246
Page 285 of 291
ALFABETISCH REGISTER 283
7
Afstandsbediening (sleutel) ... 45
Airbags– frontairbags ..................... 173
– zijairba gs ......................... 178
Alarm ................................... 48
Alarmknipper lichten ............. 78
Armleuning voor/ach ter ..... 81–83
Asbak ................................... 86
ASR (systeem) ..................... 119
Automatic Fix&Go kit ......... 198
Automatische dual–zone klimaatregeling ................... 61
Bagageruimte ....................... 96
Banden – bandenspanning ............... 268
– betekenis bandenindicat ies .............. 264
– Rim Protector (velgbescherming) ............ 266– standaard banden
........... 267
– vervangen ........................ 203
– winterba nden ................... 267
Bedieningselementen ............. 77
Brandstofbesparing ............... 189
Brandstofdop ........................ 151
Brandstoftoevoersysteem ....... 262
Brandstofverbruik ................. 275
Buitenverlichting .................. 67
Carrosserie ........................... 252
– carrosserieversies ............. 260
Centrale portiervergrendeling 90
CO
2emissie ........................... 276
Code card ............................. 44
Contactslot ........................... 51
Cruise Cont rol ...................... 73
Aanhangers trek ken .............191
Aansteker ............................. 85
ABS ...................................... 121
Accu opla den ........................ 230
Accu – opladen ............................ 230
– starten met hulpaccu ........ 196
– vervangen ........................ 244
Achterruitwisser – bedieni ng ......................... 71
– ruitensproeiers ................. 251
– wisserbladen ............ 249–250
Achteruitkijkspiegels ............. 56
Achteruitrijlicht (lamp vervangen) ............... 217
Afmetingen ........................... 269
AFS (zelfaanpassende lichten) ........................ 79–106
Afsluiter van de brandstofto evoer ............ 80
281-288 Delta NL 1ed 21/03/14 15:12 Pagina 283