Lancia Lybra 2004 Instructieboek (in Dutch)

Page 221 of 283

220
2) Als de wisserbladen en de onder-
delen in goede staat zijn, moet de con-
trole worden voortgezet door het in-
schakelen van de ruitenwisser/-
sproeier: als de wisserbladen de voor-
ruit goed reinigen, kunnen ze worden
gehandhaafd, als de ruit niet goed ge-
reinigd wordt, moeten de beide wisser-
bladen worden vervangen.
Wisserbladen vervangen (fig. 21)
Zie voor het vervangen van het wis-
serblad van de achterruitwisser van de
Station Wagon het betreffende hoofd-
stuk.
Wisserbladen vervangen:
1) Trek de arm van de ruitenwisser
omhoog.
2) Druk op de lip van de veerklem
en trek het wisserblad Auit de arm B .
– Verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de voorruit: om de wis-
serbladen te beschermen en over-
verhitting van de ruitenwissermotor
te voorkomen.
– Schakel de ruitenwissers niet in op
een droge ruit.
Wisserbladen controleren
Voordat u de wisserbladen contro-
leert, moeten de voorruit en de rub-
ber delen (wisserbladen) zorgvuldig
gereinigd worden met warm water en
zeep of met ruitensproeiervloeistof
DP1. De voorruit moet helemaal
schoon en vetvrij zijn: als het nodig is,
moet met sterkere vetverwijderende
middelen worden ontvet (op basis van
ammoniak).
Ook de wisserbladen moeten voor de
controle perfect gereinigd zijn: reinig,
indien noodzakelijk, alleen de randen
met warm water en zeep.
1) Controleer of het rubber van het
wisserblad niet vervormd of versleten
is en of alle onderdelen van de wis-
serbladen nog heel zijn: als het rub-
ber vervormd of versleten is, moeten
beide wisserbladen vervangen wor-
den. 3)
Monteer het nieuwe blad, waarbij
het wisserblad goed in de wisserarm
geborgd moet zijn.
BELANGRIJK Controleer na de
vervanging of de wisserbladen goed in
de wisserarm geborgd zijn.
fig. 21
P4T0228

Page 222 of 283

221
fig. 22
P4T0176
Het systeem gebruikt
koelmiddel R134a. Bij
lekkage is dit middel niet
schadelijk voor het milieu. Ge-
bruik in geen geval het middel
R12, omdat dit middel de compo-
nenten van het systeem beschadigt
en omdat dit middel CFK’s
(chloorfluorkoolwaterstoffen) be-
vat.
fig. 23
P4T0274
KOPLAMP -
SPROEIERS
(indien aanwezig)
Controleer regelmatig of de kop -
lamp sproeiers schoon en in goede
staat zijn (fig. 23).
De koplampsproeiers werken auto-
matisch als het dim-/grootlicht brandt
en de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
AIRCONDITIONING
Schakel in de winter de airconditio-
ning 1 keer per maand gedurende 10
minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de
werking van de airconditioning con-
troleren door de Lancia-dealer.
RUITENSPROEIERS (fig. 22)
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje: zie “Niveaus
controleren” in dit hoofdstuk.Contro-
leer vervolgens of de ruitensproeier-
monden niet verstopt zijn. Deze kun-
nen zonodig met een speld worden
doorgeprikt.
De richting van de stralen Avan de
ruitensproeiers kunnen worden afge-
steld. Stel de sproeiermonden zodanig
af dat de stralen de ruit raken op het
hoogste punt in de slag van de rui-
tenwissers.

Page 223 of 283

TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
LakDe lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende func-
tie.
Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddel-
lijk worden bijgewerkt om roest -
vorming te voorkomen.
Ook het bijwerken van metallic lak
levert geen problemen op.
Het bijwerken dient met de originele
lak te worden uitgevoerd (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de
frequentie afhankelijk is van het ge-
bruik van de auto en van de omge-
ving. Het is raadzaam de auto vaker
te wassen bij sterke luchtverontreini-
ging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
222
– Het gebruik van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onder-
zijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruimtes,
met een hoog beschermend vermogen.
– Het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwetsbare
delen: onderzijde van de portieren,
binnenzijde van de spatborden, na-
den, randen enz.
– Toepassing van “open” holle ruim-
tes om condensvorming te voorkomen
en binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt
voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de Lybra is de carrosserie tegen
doorroesten van alle originele compo-
nenten van de carrosserie en van alle
dragende delen gegarandeerd. Voor
de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de
“SERVICE- EN GARANTIEHAND-
LEIDING”.CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
– luchtverontreiniging;
– zoutgehalte in de lucht en lucht-
vochtigheid (gebieden aan zee, warm
en vochtig klimaat);
– omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende ele-
menten, zoals stoffige omgeving,
opwaaiend zand, modder en steenslag
op de lak en de onderzijde moet niet
worden onderschat.
LANCIA heeft voor de Lybra de be-
ste technologische oplossingen toege-
past om de carrosserie efficiënt tegen
roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:
– De toepassing van aangepaste
spuittechnieken en lakproducten die
de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen ver -
lenen.

Page 224 of 283

223
De juiste wasmethode:
1)Verwijder de antenne van het dak
om te voorkomen dat deze beschadigt
in een autowasserette.
2) Spoel de auto eerst met een
water straal onder lage druk af.
3) Was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale zeep;
spoel daarbij de spons regelmatig uit.
4) Spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht of
een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de
randen van de portieren, het koffer-
deksel en de koplampranden moeten
niet vergeten worden, omdat daar
water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.niet onmiddellijk binnen te zetten,
maar de auto nog even buiten te laten
staan, zodat waterresten buiten kun-
nen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: omdat dan de
glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kun-
nen op dezelfde wijze worden gewas-
sen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen,
aangezien harsdruppels bij langere
inwerking de lak kunnen beschadi-
gen, waardoor de kans op roestvor-
ming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen
dienen zo snel en zo goed mogelijk
van de lak verwijderd te worden, om-
dat door de agressieve bestanddelen
de lak kan beschadigen. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van
de ruiten een daarvoor geschikt
schoonmaakmiddel.
Gebruik een
schone, zachte doek om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het
schoon maken van de binnenzijde van
de achterruit op, dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruit-
verwarming niet worden beschadigd.
Veeg voorzichtig in de richting van de
draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motor-
ruimte na het winterseizoen zorgvul-
dig te laten uitspuiten. Laat dit ver-
zorgen door een gespecialiseerd be-
drijf.

Page 225 of 283

224
MET ALCANTARA BEKLEDE
STOELEN SCHOONMAKENAlcantara kan op dezelfde wijze
behandeld en gereinigd worden als de
andere bekleding. Voor het reinigen
van alcantara gelden dezelfde aan -
wijzingen als voor het reinigen van
stoffen bekleding.INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de
vloerbedekking geen water is blijven
staan (dooiwater van sneeuwresten
aan schoenen, lekkende paraplu’s,
enz.), waardoor roestvorming op de
bodem veroorzaakt zou kunnen wor-
den.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING SCHOONMAKEN
– Verwijder stof met een zachte bor-
stel of een stofzuiger.
– Reinig de zittingen met een voch-
tige spons en een oplossing van neu-
trale zeep.
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd. BELANGRIJK
Voor het uitspuiten
van de motorruimte moet het con-
tactslot in stand STOP staan en de
motor koud zijn. Controleer na het
reinigen of de verschillende bescher-
mingen (rubber kappen, deksels, enz.)
nog op hun plaats zitten en niet be-
schadigd zijn.

Page 226 of 283

Bewaar nooit spuitbussen
in de auto. Ontploffingsge-
vaar. Spuitbussen mogen
niet worden blootgesteld aan tem-
peraturen boven 50°C. In de zomer
kan de temperatuur in het inte-
rieur ver boven deze waarde op -
lopen.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Gebruik speciale reinigingsmiddelen
om het visuele effect van de compo-
nenten niet te wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit al-
cohol of benzine om het glas van het
instrumentenpaneel schoon te maken.MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
– Verwijder droog vuil met een
zeemleer of een iets vochtige doek,
zonder hard te drukken.
– Dep een vochtige vlek of vet met
een droge en absorberende doek en
wrijf daarbij niet. Behandel de plek
vervolgens met een doek of zeem be-
vochtigd met water en een neutrale
zeep.
– Als de vlek nog niet verwijderd is,
behandel de vlek dan met een speciaal
schoonmaakmiddel, waarbij de in-
structies op de verpakking strikt moe-
ten worden opgevolgd.
BELANGRIJK Gebruik nooit alco -
hol of producten op basis van alcohol.
225

Page 227 of 283

226
LYBRA STATION WAGON
De beschrijvingen en afbeeldingen in dit
hoofdstuk hebben uitsluitend betrekking op de
Lybra SW. In dit hoofdstuk worden uitsluitend
de onderwerpen behandeld die verschillen van
de vorige hoofdstukken in dit boekje.
Met de Lybra SW bent u net zoals de Lybra
sedan verzekerd van veiligheid, perfect rijple-
zier en milieubewust autorijden. Naast dit alles
biedt de Lybra SW u iets extra’s:met deze auto
heeft u de beschikking over een zeer grote
bagageruimte.ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER............... 227
INTERIEURVERLICHTING ........................... 228
AUTORADIO................................................... 228
AUTOMATISCHE NIVEAUREGELING OP
DE ACHTERWIELEN ..................................... 229
BAGAGERUIMTE ........................................... 230
IMPERIAAL/SKIDRAGER .............................. 237
HET SLEPEN VAN DE AUTO
OF EEN ANDERE AUTO ................................ 237
EEN LEKKE BAND ....................................... 238
GLOEILAMP VERVANGEN............................ 239

Page 228 of 283

227
ACHTERRUIT -
WISSER/-SPROEIER
WERKING (fig. 1)
Deze werkt uitsluitend als de con-
tactsleutel in stand MAR staat.
Draai de schakelaar Ain stand 
om de achterruitwisser in te schake-
len. De achterruitwisser wist met in-
terval.
Als u de bedieningshendel B naar
voren duwt, schakelt de achterruit-
sproeier in; als u de hendel loslaat
schakelt hij automatisch uit.
Als de achterruitsproeier wordt in-
geschakeld, gaat automatisch ook de
achterruitwisser enkele seconden
werken. Als u bij ingeschakelde ruitenwissers
de achteruit inschakelt, gaat automa-
tisch ook de achterruitwisser enkele
seconden werken.
WISSERBLAD VERVANGEN
(fig. 2)
Het wisserblad van de achter-
ruitwisser moet samen met de wisser -
arm vervangen worden.
1) Kantel het dopje A, draai de moer
B los, waarmee de wisserarm aan de
as is bevestigd, en neem de arm van
de as.
2) Plaats de nieuwe wisserarm in de
juiste stand en draai de moer zorg-
vuldig vast.
3) Kantel het dopje dicht. ACHTERRUITSPROEIER (fig. 3)
Als de achterruitsproeier niet werkt,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje: zie de aanwij-
zingen in het hoofdstuk “Onderhoud
van de auto”.
De sproeiermond kan worden afge-
steld door met een schroevendraaier
het huis A te verdraaien.
fig. 1
P4T0177
fig. 2
P4T0178
fig. 3
P4T0179

Page 229 of 283

228
INTERIEUR -
VERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING
MIDDENACHTER (fig. 4)
Als de schakelaar Ain stand 0 staat,
gaat bij het openen van de achterklep
de plafondverlichting branden.
Als de schakelaar in de middelste
stand 1staat, blijft de plafondver -
lichting altijd branden.
Als u de schakelaar naar links (stand
2 ) schuift, blijft de plafondverlichting
altijd gedoofd.
BELANGRIJK Controleer voordat
u de auto verlaat of de schakelaar van
de plafondverlichting niet in stand 1
staat. Als de schakelaar bij geopende
achterklep in stand 0 staat, gaat de
plafondverlichting na ongeveer 15 mi-
nuten automatisch uit.
AUTORADIO
LUIDSPREKERS ACHTER
(fig. 5)
De luidsprekers achter A bevinden
zich aan de zijkanten van de bagage-
ruimte.
ANTENNE
De antenne is op het dak van de
auto geplaatst.
Het is raadzaam de antenne van het
dak te verwijderen als de auto in een
wastunnel wordt gereinigd, om te
voor komen dat hij wordt beschadigd. CD-SPELER - C
D-SPELER
VOOR ICS VAN LANCIA MET
NAVIGATIESYSTEEM (fig. 6-7)
(indien aanwezig)
De CD-speler Aen de CD-speler B
voor het ICS-navigatiesysteem van
Lancia bevinden zich in een door een
klep afgesloten ruimte links in de
bagageruimte C.
Om de geklemde klep te verwijde-
ren, moet u de klep openen door aan
de handgreep D te trekken. Verwijder
vervolgens de klep. Plaats om de klep
terug te plaatsen eerst het onderste
deel en druk vervolgens de klep stevig
dicht.
In het bovenste deel van de ruimte E
kunnen de CD’s worden opgeborgen.
fig. 4
P4T0180
fig. 5
P4T0181
fig. 6
P4T0182

Page 230 of 283

229
Het gebruik van de CD-speler staat
beschreven in de paragraaf “Auto -
radio” in dit boekje.
Voor het gebruik van het ICS van
Lancia met navigatiesysteem en van
de CD-speler voor het navigatie -
systeem wordt verwezen naar het be-
treffende supplement dat bij dit in-
structieboekje wordt geleverd.
BOSE HIFI-AUDIOSYSTEEM
(indien aanwezig)
Subwoofer (fig. 8-9)
In de door een klep afgesloten
ruimte rechts in bagageruimte A
bevindt zich een bass box Bmet een
volume van 14 dm
3. U kunt de klep openen door aan de
handgreep Cte trekken, waarna de
klep volledig kan worden verwijderd.
Plaats om de klep terug te plaatsen
eerst het onderste deel en druk ver-
volgens de klep stevig dicht.
fig. 7
P4T0224
fig. 8
P4T0225
fig. 9
P4T0185
AUTOMATISCHE
NIVEAUREGELING
OP DE ACHTER -
WIELOPHANGING
(indien aanwezig)
In plaats van de conventionele
schokdempers zijn bij de auto schok-
dempers met hydro-pneumatische ni-
veauregeling (dankzij een in de
schokdemper ingebouwd actief ele-
ment) op de achterwielen gemonteerd.
Als de auto beladen is (passagiers, ba-
gage), zakt de auto achterover en wijzigt
de wielgeometrie, afhankelijk van de
schokdemperafstelling en de lading. Zo-
dra de auto wegrijdt, wordt de wiel-
beweging als gevolg van oneffenheden
in het wegdek door de schokdempers ge-
bruikt om de carrosserie weer op zijn
oorspronkelijke rijhoogte te brengen. De
rijhoogte is dus niet langer afhankelijk
van de beladingsgraad.

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 290 next >