airbag Lancia Phedra 2005 Instructieboek (in Dutch)
Page 131 of 246
127
Het kussen blaast onmiddellijk op
en vult de ruimte tussen het zijpa-
neel van de auto en het lichaam van
de inzittenden. Direct daarna loopt
het kussen weer leeg.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen
(waarbij de veiligheidsgordel de
inzittende op zijn plaats houdt),
worden de airbags niet geactiveerd.
De zij-airbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veilig-
heidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk
verplicht in Europa (en in de meeste
landen daarbuiten).
De werking van de zij-airbags
wordt niet uitgeschakeld als de air-
bag voor aan passagierszijde wordt
uitgeschakeld, zoals beschreven in
de vorige paragraaf. Zo wordt bij
een zijdelingse aanrijding ook het
eventueel vervoerde kind
beschermd.BELANGRIJKDe airbags voor en/of
aan de zijkant kunnen worden geacti-
veerd bij zware botsingen of als de auto
aan de onderzijde wordt geraakt, bij-
voorbeeld bij zware botsingen tegen
treden of stoepranden of obstakels op
het wegdek of als de auto terecht komt
in grote gaten of verzakkingen in het
wegdek.
BELANGRIJKAls de airbag in
werking treedt, ontsnapt een beetje
rook. Deze rook is niet schadelijk en
duidt niet op brand; bovendien kan
het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder-
achtige stof: dit poeder kan de huid
en de ogen irriteren. Als u hiermee in
aanraking bent gekomen, moet u
zich met neutrale zeep en water was-
sen.BELANGRIJKAls tijdens het rij-
den het lampje îgaat branden
(storingsmelding), wendt u dan
onmiddellijk tot de Lancia-dealer
om de storing te laten verhelpen.
Het airbagsysteem heeft een gel-
digheid van 10 jaar. Laat na het ver-
strijken van deze termijn het sys-
teem door de Lancia-dealerver-
vangen.
Page 132 of 246
128
BELANGRIJKNa een ongeval
waarbij de airbag in werking is
getreden, dient u zicht tot de
Lancia-dealerte wenden om de
airbag, de elektronische regeleen-
heid, de veiligheidsgordels, en de
gordelspanners te laten vervangen
en de werking van de elektrische
installatie te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden,
reparaties en de vervanging van de
airbag moeten door een Lancia-
dealerworden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levens-
duur van uw auto, moet u contact
opnemen met een Lancia-dealer
om het systeem buiten werking te
laten stellen.
Bij verkoop van de auto moet de
nieuwe eigenaar op de hoogte
gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het
instructieboekje ontvangen.BELANGRIJKHet in werking tre-
den van de gordelspanners, de air-
bags voor en de zij-airbags wordt
door de elektronische regeleenheid
bepaald, afhankelijk van het type
ongeval. Als een van deze onderde-
len niet in werking treedt, dan duidt
dat niet op een storing in het sys-
teem.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand M draait, gaat het
lampjeïbranden. Na 4
seconden moet het lampje
doven. Als het waarschuwings-
lampje niet gaat branden, constant
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wendt u dan onmid-
dellijk tot de Lancia-dealer.Als u de contactsleutel in
stand M draait, gaat het
lampjeï(met de schake-
laar voor uitschakeling van airbag
voor aan passagierszijde in stand
ON) ongeveer 4 seconden branden
en vervolgens 4 seconden knippe-
ren, om aan te geven dat de airbag
voor aan passagierszijde en de zij-
airbags bij een ongeval worden ge-
activeerd. Hierna moet het lampje
doven.
Rijd altijd met beide
handen op de stuurwiel-
rand, zodat bij het in wer-
king treden van de airbag, het
systeem niet wordt gehinderd
door obstakels die ernstig letsel
kunnen veroorzaken. Rijd niet
met voorover gebogen lichaam,
maar ga goed rechtop zitten en
steun tegen de rugleuning.
Page 133 of 246
129
Plaats geen stickers of
andere objecten op het
stuurwiel, op de plek van
de airbag aan passagierszijde of
de zijkant van de hemelbekle-
ding.
Reis niet met voorwer-
pen op schoot en houd
vooral geen pijp, potlood,
enz in de mond. Bij een ongeval
waarbij de airbag in werking
treedt, kan dit ernstig letsel ver-
oorzaken.Bedenk dat als de con-
tactsleutel in stand M
staat, ook bij uitgezette
motor de airbags geactiveerd
kunnen worden als de auto wordt
aangereden door een andere
auto. Ook bij een stilstaande auto
mogen dus absoluut geen kinde-
ren op de voorstoel worden ver-
voerd.
Als bij een stilstaande auto en
met uitgenomen contactsleutel de
airbags bij een ongeval niet in
werking treden, betekent dit ech-
ter niet dat het systeem niet goed
werkt.Laat bij diefstal of een
poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de
auto bij een overstroming onder
water is geweest, het airbagsys-
teem door de Lancia-dealer con-
troleren.
De rugleuningen van de
voorstoelen mogen niet
met water worden afgeno-
men of met stoom worden gerei-
nigd in een automatisch wasap-
paraat.
Bedek de rugleuning van
de voorstoelen niet met
hoezen of kleden.
Page 134 of 246
130
De airbag is geen ver-
vanging voor de veilig-
heidsgordels, maar een
aanvulling. De inzittenden wor-
den uitsluitend door de veilig-
heidsgordels beschermd bij fron-
tale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en
als de auto over de kop slaat. De
gordels moeten dus altijd gedra-
gen worden.
De airbag voor treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een bot-
sing waarbij alleen de gordel-
spanners worden geactiveerd. Bij
aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, tre-
den alleen de gordelspanners in
werking.PARKEERSEN-
SOREN
(indien aanwezig)
Dit parkeersysteem attendeert de
bestuurder op de aanwezigheid van
obstakels aan de achterkant van de
auto.
Het is een handig hulpmiddel voor
het opmerken van afzettingen,
muurtjes, cementblokken, paaltjes,
bloembakken en soortgelijke voor-
werpen, en eventuele kinderen die
zich achter de auto bevinden.
Het systeem meet door middel van
vier sensoren die in de achterbum-
per zijn geplaatst (fig. 161), deafstand tussen de auto en eventuele
obstakels; de bestuurder wordt
gewaarschuwd door een repeterend
geluidssignaal dat automatisch in
werking treedt bij het inschakelen
van de achteruit
Als de afstand tot het obstakel klei-
ner wordt, neemt de frequentie van
het geluidssignaal toe.
Het geluidssignaal klinkt ononder-
broken als de afstand tot het obsta-
kel minder is dan ongeveer 25 cm.
Het geluidssignaal stopt onmiddel-
lijk als de afstand tot het obstakel
groter wordt. De frequentie van het
geluidssignaal blijft constant als de
gemeten afstand onveranderd blijft.
fig. 161
L0B0023b
Page 178 of 246
174
Zekeringenkast in het dashboardkastje (fig. 36)
1
2
4
5
7
9
10
11
12
14
15
16
17
18
19
20
22
23
24
2610A
15A
15A
10A
20A
30A
20A
15A
10A
30A
30A
5A
15A
10A
40A
10A
10A
15A
15A
40AMistachterlichten
Achterruitwisser
Voeding functies van belangrijke elektronische regeleenheid
Remlicht links
Spotje, aansteker, verlichting dashboardkastje
passagierszijde, automatische achteruitkijkspiegel
Opendak voor, ruitenwissers voor
Diagnosestekker, aansluiting voor trekhaak
Diefstalalarm, Connect Nav+ telematica-infosysteem,
bedieningsknoppen op stuurwiel, roetfilter (JTD-uitvoeringen);
Parkeerlicht rechts, kentekenplaatverlichting, verlichting bedieningsknoppen
airconditioning, plafondverlichting (eerste, tweede en derde rij)
Centrale portiervergrendeling, extra vergrendeling
Achterruitsproeier
Voeding airbag-systeem, voeding body computer
Remlicht rechts, derde remlicht, remlicht eventuele aanhanger
Voeding diagnosestekker, schakelaar rempedaal en koppeling.
Shunt
Voeding autoradio via body computer
Parkeerlicht links; achterlicht eventuele aanhanger
Sirene diefstalalarm
Voeding parkeersensoren via body computer
Achterruitverwarming
Page 235 of 246
231
ALFABETISCH REGISTER
Aandrijfslipregelsysteem
(ASR) .....................................121
Aansteker .................................100
ABS ..........................................116
-elektronische remdrukverdeling
EBD ......................................118
Accu
-aanwijzingen .........................201
-een lege accu ..........................178
-onderhoud .............................201
-opladen .................................178
-starten met een hulpaccu ......152
-vervangen .............................200
-vloeistofniveau controleren
(elektrolyt) ............................200
Achterruitsproeier
-bediening ................................84
-ruitensproeiervloeistof ...........195
Achterruitverwarming ...........72-76
Achterruitwisser
-bediening ............................ ..84
-wisserbladen vervangen .........207
Achteruitrijlichten-gloeilamp vervangen ........... 166
Afdekhoes bagageruimte ....111-112
Afmetingen ............................. 223
Afvalbakje ...................................98
Airbags voor en zij-airbags .......124
-airbag voor aan
passagierszijde ......................125
-airbag voor aan passagierszijde
handmatig uitschakelen ........126
-algemene richtlijnen ..............128
-zij-airbag (sidebags “
windowbag) ..........................126
Airconditioning, automatisch .....68
-algemeen .................68-69-70-71
-bedieningsknoppen
op het dashboard .....................72
-extra bedieningsknoppen
achter ..........................................77
-inschakeling .............................73
-instellingen ...............................74
-onderhoud ..............................339
-sensoren ...................................72
-storingsmeldingen ....................78
Allesdragers ............................ 114Armsteun ...................................35
Asbak ........................................100
ASR-systeem .......................... 121
Audio-video-aansluiting .............96
Auto langere tijd stallen ......... 150
-weer in gebruik nemen ..........151
Autoclose ....................................20
Automatische inschakeling
koplampen ...............................80
Bagage vastzetten ................. 110
Bagage vervoeren ......................110
-afdekhoes bagageruimte .111-112
Bagagenetten ..............................99
Bagageruimte
-afdekhoes bagageruimte .........111
-bagage vastzetten ..................110
-bagage vervoeren ..................110
-bagagenet ................................99
-bagageruimteverlichting .........104
-openen achterklep
in noodgevallen .....................109