ESP Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)

Page 119 of 246

118
MBA en HBA
(indien aanwezig)
MBA (Mechanic Brake Assistance)
en HBA (Hydraulic Brake Assistance)
zijn systemen die de remdruk tijdens
een noodstop verhogen. Als onder kri-
tieke omstandigheden de bestuurder
krachtig en snel het rempedaal in-
trapt, verhoogt het systeem de rem-
druk, zodat de auto zo snel mogelijk
tot stilstand komt.
De twee systemen werken op de-
zelfde manier, het enige verschil is de
manier waarop de remdruk wordt
verhoogd; in het ene geval wordt ge-
bruik gemaakt van de ESP regeleen-
heid en in het andere geval is de wer-
king mechanisch.
ESP
(indien aanwezig)
Het ESP (Electronic Stability Pro-
gram) is een elektronisch geregeld
systeem dat de stabiliteit van de auto
regelt, door het motorkoppel aan te
passen en de remmen afzonderlijk af
te remmen, in situaties met weinig
grip. Hierdoor blijft de auto in de ge-
wenste richting rijden.
Tijdens de rit is de auto onderwor-
pen aan krachten in dwars- en leng-
terichting; deze kunnen door de be-
stuurder worden gecontroleerd zolang
de banden voldoende grip hebben; als
de grip onder het minimum niveau
daalt, begint de auto af te wijken van
de gewenste rijrichting.
Als wordt gereden op een ongelijke
ondergrond (zoals klinkers of met wa-
ter, ijs of modder op het wegdek),
kunnen snelheidswijzigingen (accele-
reren of remmen) en/of richtingwijzi-
gingen (bochten of als een obstakel
moet worden vermeden) kan de grip
worden verloren. Als de motor draait en
al-
 leen het lampje
branden, wordt gewoonlijk
een storing in alleen het ABS aan-
gegeven. In dit geval behoudt het
remsysteem de remcapaciteit,
maar wordt geen gebruik gemaakt
van het antiblokkeersysteem. On-
der deze omstandigheden is de
werking van het EBD beperkt. Ook
in dit geval moet u zich onmiddel-
lijk tot de dichtstbijzijnde Lancia-
dealer wenden om het systeem te
laten controleren; vermijd krach-
tig remmen.
Als het lampje [“te laag
remvloeistofniveau” gaat
branden, breng de auto
dan onmiddellijk tot stilstand en
wendt u tot de dichtstbijzijnde
Lancia-dealer. Als de remvloeistof
weglekt, dan wordt de werking van
het remsysteem negatief beïnvloed.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 118
gaat

Page 120 of 246

119
Als de sensoren signaleren dat de
auto kan gaan slippen, grijpt het ESP
in op de motorwerking en de remmen
waardoor een stabiliserend koppel
ontstaat.
De mogelijkheden van
het systeem wat betreft de
actieve veiligheid, mogen
er nooit toe leiden dat de bestuur-
der onnodige risico’s neemt. Het
rijgedrag moet altijd worden aan-
gepast aan de omstandigheden
(het wegdek, het zicht en het ver-
keer). De verantwoordelijkheid
voor de verkeersveiligheid ligt al-
tijd en overal bij de bestuurder
van de auto.
Het ESP ondersteunt de bestuurder
om de auto onder controle te houden
als de banden de grip verliezen. De
krachten die door het ESP worden ge-
leverd om de stabiliteit van de auto te
bewaren zijn altijd afhankelijk van de
grip van de banden op de ondergrond. WERKING VAN HET ESP
Het ESP wordt automatisch inge-
schakeld als de motor wordt gestart;
de functie kan handmatig worden in-
en uitgeschakeld door knop A
(fig. 156) op het dashboard in te
drukken.
De belangrijkste componenten van
het ESP zijn:
– een elektronische regeleenheid, die
in staat is om de signalen van de sen-
soren te verwerken en de beste wer-
king in te stellen;
– een hoeksensor die de stand van
het stuur signaleert;
– vier sensoren die de draaisnelheid
van alle wielen signaleren;
– een remdruksensor;
fig. 156
L0B0112b
– een gierhoeksensor waarmee de
draaiing van de auto om de verticale
as wordt gesignaleerd;
– een dwarsversnellingssensor (cen-
trifugale kracht).
Het hart van het systeem is de ESP-
regeleenheid; deze ontvangt de gege-
vens van de sensoren in de auto en be-
rekent de centrifugale krachten die
worden opgewekt als de auto in een
bocht rijdt. De gierhoeksensor meet de
draaiing van de auto om de verticale
as. De centrifugale krachten die wor-
den opgewekt als de auto in een bocht
rijdt, worden echter gemeten door een
zeer gevoelige dwarsversnellingssen-
sor.
De stabiliserende werking van het
ESP is afhankelijk van de door de
elektronische regeleenheid van het
systeem uitgevoerde berekeningen;
deze verwerkt de signalen die worden
ontvangen van de stuurhoeksensor, de
dwarsversnellingssensor en de draai-
snelheid van elk wiel. Met behulp van
deze signalen kan de regeleenheid de
gewenste uitkomst van de bestuurder
herkennen als de bestuurder het stuur
verdraait.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 119

Page 121 of 246

120
INGRIJPEN VAN HET ESP
Als het ESP ingrijpt gaat het lampje
hknipperen om de bestuurder te in-
formeren dat de auto zich onder kri-
tische omstandigheden bevindt wat
betreft de stabiliteit en de grip.
Storing van het ESP aangeven
Bij een storing, wordt het ESP auto-
matisch uitgeschakeld en gaat het
lampje
hcontinu branden; tegelij-
kertijd verschijnt en mededeling op
het display van het infotelematica-
systeem CONNECT Nav+.
Bij een storing van het ESP reageert
de auto hetzelfde als een auto die niet
is uitgerust met dit systeem: wendt u
in dit geval zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer.
Voor de juiste werking
van het ESP moeten de
banden van hetzelfde
merk en type zijn en dezelfde ban-
denmaat hebben. Bovendien moe-
ten alle banden in een zeer goede
conditie zijn.
De regeleenheid verwerkt de van de
sensoren ontvangen informatie, kent
zo op elk moment de positie van de
auto en kan deze positie vergelijken
met de richting die de door bestuur-
der wordt gewenst. Als deze niet over-
eenkomt, kiest de regeleenheid in een
fractie van een seconde de handelin-
gen om de auto in de gewenste
richting te laten rijden en voert die
handelingen uit: remmen met een ver-
schillende remkracht op een of meer
wielen en verlagen van het motorver-
mogen.
De corrigerende handelingen worden
doorlopend gewijzigd, terwijl gezocht
wordt naar de door de bestuurder ge-
wenste richting.
De werking van het ESP verhoogt de
actieve veiligheid van de auto’s aan-
zienlijk in veel kritieke omstandighe-
den en is vooral nuttig als de grip op
de weg wijzigt.TC en ASR
De functies TC (Traction Control)
en ASR (Anti Slip Regulation) zijn in
het ESP geïntegreerd; deze functies
regelen de trekkracht van de auto en
grijpen automatisch in als een of beide
aangedreven wielen dreigen door te
slaan.
Afhankelijk
van de omstandigheden
waarin het doorslaan plaatsvindt,
worden de twee verschillende functies
ingeschakeld:
– als het doorslaan bij beide aange-
dreven wielen plaatsvindt, door een te
grote overgebrachte kracht, grijpt de
ASR in, door het vermogen te verlagen,
dat door de motor wordt geleverd;
– als doorslaan alleen plaatsvindt
bij één van de aangedreven wielen,
grijpt de TC in en remt het doorslaande
wiel af; het effect is gelijk aan de
werking van een sperdifferentieel.
De werking van de TC en de ASR
zijn onder de volgende omstandighe-
den nuttig:
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 120

Page 122 of 246

121
– slippen van het binnenste wiel in
een bocht door de dynamische wijzi-
ging van de belasting en een te snelle
acceleratie;
– te hoog overgebracht vermogen
naar de wielen, ook in samenhang
met de conditie van het wegdek,
– acceleratie op gladde, besneeuwde
of beijzelde wegen,
– als de grip wordt verloren op een
nat wegdek.De mogelijkheden van de
functies wat betreft de ac-
tieve veiligheid, mogen er
nooit toe leiden dat de bestuurder
onnodige risico’s neemt. Het rijge-
drag moet altijd worden aangepast
aan de omstandigheden (het weg-
dek, het zicht en het verkeer). De
verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal
bij de bestuurder van de auto.
Voor de juiste werking
van de TC en de ASR
moeten de banden van
hetzelfde merk en type zijn en de-
zelfde bandenmaat hebben. Bo-
vendien moeten alle banden in een
zeer goede conditie zijn.WAARSCHUWING Als op een be-
sneeuwd oppervlak met gemonteerde
sneeuwkettingen wordt gereden, kan
het nuttig zijn om het ESP uit te scha-
kelen. In dat geval
worden tegelijker-
tijd ook de TC en de ASR uitgescha-
keld: onder deze omstandigheden le-
vert het doorslaan van de aangedre-
ven wielen bij het wegrijden juist meer
trekkracht op.
MSR
Het is systeem is ook voorzien van
MSR (Motor Schleppmoment Rege-
lung) dat het afremmen op de motor
regelt. Deze regelt automatisch het
motorkoppel als wordt teruggescha-
keld; als bruusk wordt teruggescha-
keld, wordt snel het motorkoppel ver-
hoogd; hierdoor wordt voorkomen dat
de aangedreven wielen blokkeren
waardoor, vooral op een ondergrond
met weinig grip, de auto minder sta-
biel wordt.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 121

Page 124 of 246

De aanwezigheid van het
TPMS ontslaat de bestuur-
der niet van de plicht om
regelmatig de bandenspanning
(ook van het reservewiel) te con-
troleren.
AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingen worden niet opgeslagen en
worden ook niet weergegeven voor het
uitzetten en vervolgens starten van de
motor.
123
WAARSCHUWINGDe banden-
spanning moet worden gecontroleerd
bij koude banden; in ruststand als om
wat voor reden dan ook de spanning
bij warme banden moet worden ge-
controleerd, verlaag dan niet de span-
ning als deze te hoog blijkt te zijn, maar
herhaal de controle bij koude banden.
Als er storingen blijven optreden, zendt
de regeleenheid de betreffende mel-
dingen uitsluitend naar het instrumenten-
paneel als de auto een korte periode
heeft gereden.
WAARSCHUWINGHet TPMS kan
niet waarschuwen als de banden-
spanning plotseling wegvalt (bijvoor-
beeld bij een klapband). Breng in dit
geval de auto tot stilstand door voor-
zichtig te remmen en zonder heftige
stuurbewegingen uit te voeren.
WAARSCHUWINGAls de normale
banden worden vervangen door win-
terbanden of andersom, moet ook het
TPMS worden afgesteld; wendt u
hiervoor tot de Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGHet TPMS ver-
eist het gebruik van een speciale uit-
rusting. Wendt u tot de Lancia-
dealervoor informatie over de acces-
soires die bij dit systeem kunnen wor
-
den gebruikt (velgen, wieldeksels
enz.). Als andere accessoires worden
gebruikt, kan dit de normale werking
van het systeem negatief beïnvloeden.
WAARSCHUWINGDe banden-
spanning is afhankelijk van de bui-
tentemperatuur. Het TPMS kan tij-
delijk een te lage bandenspanningaangeven. Controleer in dat geval de
bandenspanning als de band koud is
en herstel, zonodig, de bandenspan-
ning.
WAARSCHUWINGAls de auto is
uitgerust met TPMS, moeten bij het
monteren/ demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen; Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, moeten de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespecialiseerd
personeel worden vervangen. Wendt
u tot de Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGAls de auto is
uitgerust met TPMS en een band
wordt vervangen, moet ook het ventiel
worden vervangen.Wendt u tot de
Lancia-dealer.
WAARSCHUWINGStoringen door
een radiofrequentie kunnen de juiste
werking van het TPMS verhinderen.
Om de bestuurder te informeren ver-
schijnt een mededeling op het display.
Deze melding verdwijnt automatisch
zodra de storing het systeem niet meer
hindert.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 123

Page 133 of 246

132
EXTRA
ACCESSOIRES
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOON
Mobiele telefoons en andere zendap-
paratuur (bijv. 27 mc) mogen niet in
de auto worden gebruikt, tenzij m.b.v.
een aparte antenne aan de buitenkant
van de auto.
WAARSCHUWINGAls een mobiele
telefoon, 27 mc apparatuur of verge-
lijkbare apparatuur zonder externe an-
tenne in het interieur wordt gebruikt,
worden elektromagnetische velden op-
gewekt, die als ze versterkt worden
door de reflectie in het interieur, mo-
gelijk schadelijk zijn voor de gezond-
heid van de inzittenden en de werking
van de elektronische systemen in de
auto negatief beïnvloeden. Hierdoor
kan de veiligheid in gevaar worden ge-
bracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt
door de afscherming door de carros-
serie.Let op bij de montage van
extra spoilers, lichtmetalen
velgen en niet standaard
wieldoppen: hierdoor kan de venti-
latie van de remmen worden ver-
minderd, waardoor de werking van
de remmen na krachtig en herhaal-
delijk remmen of bij remmen tijdens
een lange afdaling terugloopt. Con-
troleer bovendien of door obstakels
(matten enz.) de slag van de pedalen
beperken.
INSTALLATIE VAN
ELEKTRISCHE/ELEKTRO-
NISCHE SYSTEMEN
De elektrische/elektronische syste-
men die na aankoop van de auto ge-
monteerd worden, moeten voorzien
zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. geeft toestemming
dat zenders/ontvangers worden ge-
monteerd, op voorwaarde dat dit pro-
fessioneel door een gespecialiseerd be-
drijf en volgens de aanwijzingen van
de fabrikant wordt uitgevoerd.WAARSCHUWING Als apparatuur
wordt gemonteerd, waardoor de spe-
cificaties van de auto worden gewij-
zigd, kan het kentekenbewijs door de
verantwoordelijke autoriteiten worden
ingenomen en kan de garantie moge-
lijk vervallen die de defecten dekt die
zowel direct als indirect veroorzaakt
zijn door de genoemde wijziging.
Fiat Auto S.p.A. wijst elke verant-
woordelijkheid af voor schade die ver-
oorzaakt is door de installatie van ac-
cessoires die niet geleverd of aanbe-
volen zijn door Fiat Auto S.p.A. en
niet gemonteerd zijn volgens de bij-
geleverde voorschriften.
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOON
Radiozendapparaten (mobiele tele-
foons, 27 mc en soortgelijke appara-
tuur) mogen niet in de auto worden
gebruikt, tenzij gebruik wordt ge-
maakt van aparte antenne aan de bui-
tenkant van de auto.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 132

Page 140 of 246

139
TIJDENS DE RIT
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– de belangrijkste regel voor veilig
rijden is voorzichtigheid; voorzichtig-
heid houdt ook in dat rekening moet
worden gehouden met onjuiste of on-
voorzichtige handelingen van ande-
ren;
– houd beslist de wegenverkeerswet
van het land waarin wordt gereden
aan en respecteer altijd de maximum
snelheid;
– controleer altijd of uzelf én alle
passagiers in de auto de veiligheids-
gordel dragen, dat kinderen worden
vervoerd in geschikte beveiligings-
middelen en dat eventuele dieren bij
voorkeur in een afgeschermd deel van
de auto worden vervoerd;
– een lange reis moet altijd in een
optimale conditie worden begonnen;– rijd nooit uren achter elkaar, maar
stop regelmatig, waarbij enige bewe-
ging moet worden genomen en u weer
op krachten kunt komen;
– zorg ervoor dat de lucht in het in-
terieur constant wordt ververst;
– rijd nooit hellingen af met een uit-
geschakelde motor: u kunt in deze situ-
atie geen gebruik maken van het rem-
men op de motor, de rembekrachti-
ging en de stuurbekrachtiging, omdat
voor het remmen en sturen meer
kracht moet worden uitgeoefend op
het rempedaal en het stuur.Water, ijs en strooizout
op het wegdek kunnen
zich op de remschijven af-
zetten, waardoor de gewenste rem-
vertraging bij de eerste keer rem-
men iets later wordt bereikt.
Let op bij de montage van
extra spoilers, lichtmeta-
len velgen en niet stan-
daard wieldoppen: hierdoor kan
de ventilatie van de remmen wor-
den verminderd, waardoor de
werking van de remmen na krach-
tig en herhaaldelijk remmen of bij
remmen tijdens een lange afdaling
terugloopt. Rijden onder invloed van
alcohol, verdovende mid-
delen of bepaalde medicij-
nen is gevaarlijk voor u en ande-
ren.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 139

Page 144 of 246

143
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– tijdens een noodstop of bij weinig
grip kan een trillend rempedaal wor-
den waargenomen; dit is een teken
dat het ABS werkt; laat het pedaal
niet los, maar houdt het ingetrapt om
de remwerking niet te laten stoppen;
– het ABS voorkomt het blokkeren
van de wielen, maar verhoogt de grip-
limiet tussen de band en het wegdek
niet; daarom moet, ook bij auto’s met
ABS altijd een veilige afstand tot de
voor u rijdende auto worden aange-
houden en moet de snelheid in een
bocht worden beperkt.
Het ABS dient om de bestuurbaar-
heid van de auto te verbeteren en niet
om harder te kunnen rijden.KOSTENBESPARING EN
MILIEUBESCHERMING
Banden
Controleer regelmatig, ten minste
een keer per maand, de bandenspan-
ning: als de spanning veel te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt
het verbruik toe. Bovendien slijten de
banden sneller, wordt het weggedrag
negatief beïnvloed en wordt daardoor
de veiligheid in gevaar gebracht.
Overbodige bagage
Rijd nooit met een te veel bagage in
de bagageruimte. Het gewicht van de
auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op
het brandstofverbruik en de stabili-
teit. Hierna worden enige nuttige sug-
gesties gegeven om kosten te bespa-
ren en het milieu te sparen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
De conditie van de auto is zeer be-
langrijk bij het beperken van het
brandstofverbruik, het comfort tijdens
de rit en de levensduur van de auto.
Daarom moet het onderhoud volgens
het Geprogrammeerd Onderhouds-
schema worden uitgevoerd (zie de on-
derdelen .... luchtfilter enz.) in het
hoofdstuk “Onderhoud van de auto”.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 143

Page 148 of 246

147
Laat de motor voordat u wegrijdt
niet warmdraaien met stationair toe-
rental, behalve als de buitentempera-
tuur zeer laag; ook in dat geval mag
de motor niet langer dan 30 seconden
warmdraaien.Monteer geen andere hitteschilden
en verwijder de bestaande hitteschil-
den op de katalysator en de uitlaat
niet.TREKKEN VAN
AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een geschikte
elektrische installatie.
Bovendien is om schade aan het
elektrische systeem te voorkomen de
auto voorzien van een speciale elek-
tronische regeleenheid voor de aan-
hanger.
De montage van de trekhaak moet
door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Ook moet documentatie
worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zonodig speciale en/of ex-
tra spiegels, waarmee wordt voldaan
aan de geldende wegenverkeerswet.
Let er op dat het maximum klim-
vermogen van de auto door het ge-
wicht van een aanhanger wordt be-
perkt. Bovendien wordt de remweg
langer en is meer tijd nodig om in te
halen.
Onder normale bedrijfs-
omstandigheden wordt de
katalysator zeer warm.
Parkeer de auto dus niet boven
brandbaar materiaal (gras, droge
bladeren, dennennaalden enz.):
brandgevaar.
Spuit niets op de kataly-
sator, de lambdasonde en
de uitlaat.
Als deze normen niet in
acht worden genomen,
neemt het risico op brand
toe.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 147

Page 151 of 246

150
SNEEUWKET-
TINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is
afhankelijk van de geldende wetten
van het land waarin wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Gebruik alleen dunne sneeuwkettin-
gen (maximale dikte: 12 mm boven
het profiel van de band).
Wij bevelen u aan sneeuwkettingen
uit het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma te gebruiken.
Controleer na enkele meters rijden
of de sneeuwkettingen nog goed ge-
spannen zijn.Wij raden u aan om het
ESP uit te schakelen als
sneeuwkettingen zijn ge-
monteerd.
AUTO LANGERE
TIJD STALLEN
Als de auto langere tijd niet wordt
gebruikt, moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen worden uitgevoerd:
– zet de auto in een overdekte, droge
en zo mogelijk geventileerde ruimte;
– schakel een versnelling in of stand
Pbij uitvoeringen met een automati-
sche versnellingsbak;
– trek de handrem aan;
– maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
– smeer de rubbers van de ruiten-
wissers voor en achter in met talk-
poeder en laat de wissers los van de
ruit staan;
– zet de ruiten een klein stukje open;
Rijd met beperkte
snelheid als sneeuw-
kettingenzijn ge-
monteerd; rijd niet harder dan 50
km/h. Vermijd kuilen, stoepran-
den of andere obstakels en rijd
geen lange stukken op wegen zon-
der sneeuw, om de auto en het
wegdek niet te beschadigen.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 150

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >