Lancia Ypsilon 2016 Instructieboek (in Dutch)

Page 41 of 208

BELANGRIJK
23)Als, tijdens de werking op aardgas, het
aardgas opraakt, schakelt het systeem
automatisch over op benzine en gaan alle
streepjes op het display uit. Deze
weergave blijft zo tot de volgende
aardgastankbeurt.
24)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar aardgas.
25)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt kan er een metaalachtig geluid
van de kleppen gehoord worden als deze
het circuit onder druk zetten. Bij de
omschakelingslogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het display
volstrekt normaal.26)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking bij lage
buitentemperatuur kan het systeem tijdelijk
omschakelen naar de werking op benzine,
zonder dat er een indicatie verschijnt of een
lampje gaat branden. Als het
aardgasniveau in de tank laag is of als er
hoge prestaties gevraagd worden (bijv.
inhalen, volgeladen auto, steile hellingen)
kan het systeem automatisch omschakelen
naar de werking op benzine om het
vereiste motorvermogen te garanderen; het
symbool op het display gaat branden
om dit aan te geven. Als de
bovengenoemde omstandigheden niet
langer aanwezig zijn, keert het systeem
automatisch terug naar de werking op
aardgas en gaat het
symbool uit. Om
bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.
39

Page 42 of 208

KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.BEDIENINGSPANEEL EN
BOORDINSTRUMENTEN ................ 41
DISPLAY ......................................... 43
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 46
-Rode waarschuwingslampjes/
symbolen............................................ 46
-Rode
waarschuwingslampjes/symbolen........ 54
-Rode
waarschuwingslampjes/symbolen........ 63
-Blauwe controlelampjes.................... 65
-KANS OP GLAD WEGDEK................. 66
40
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 43 of 208

BEDIENINGSPANEEL EN BOORDINSTRUMENTEN
27)
VERSIES MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
A. Snelheidsmeter B. Multifunctioneel display C. Toerenteller D. Brandstofmeter met reservelampje
E. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting
42L0F0413C
41

Page 44 of 208

VERSIES MET HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
A. Snelheidsmeter B. Herconfigureerbaar multifunctioneel display C. Toerenteller D. Brandstofmeter met reservelampje
E. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting
BELANGRIJK
27)Als de wijzer in de rode zone komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en neem contact op met het Lancia Servicenetwerk.
43L0F0418C
42
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 45 of 208

DISPLAY
Multifunctioneel display
De volgende informatie wordt op het
display weergegeven fig. 44:
A - Datum
B - Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)
C - Aanduiding Start&Stopfunctie (voor
bepaalde versies/markten)
D - Tijd (altijd weergegeven, ook bij
verwijderde contactsleutel en gesloten
portieren)
E - Kilometerteller (weergave
totaalstand aantal gereden kilometers/
mijlen)
F - Buitentemperatuur
G - Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)H - Dualdrive elektrische
stuurbekrachtiging (opschrift CITY) of
ECO-rijmodus (opschrift ECO) aan
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display
De volgende informatie wordt op het
display weergegeven fig. 45:
A-Tijd
B - Datum of weergave dagteller in
kilometer (of mijl)
C - Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)
D - Aanduiding Start&Stopfunctie (voor
bepaalde versies/markten)
E - Kilometerteller (weergave
totaalstand aantal gereden kilometers/
mijlen)
F - Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
G - BuitentemperatuurH - Waarschuwing autotoestand (bijv.
open portieren, eventuele ijsvorming op
de weg, etc.)
Bij sommige versies wordt op het
display de turbinedruk weergegeven.
SCHAKELINDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciale melding
op het instrumentenpaneel.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt getoond,
geeft de GSI het advies om een hogere
versnelling in te schakelen, terwijl
wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT) wordt getoond, adviseert
de GSI de bestuurder een lagere
versnelling in te schakelen.
De aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
44L0F1008C
45L0F1007C
43

Page 46 of 208

BEDIENINGSKNOPPEN
Deze bevinden zich op het dashboard
fig. 46.
/: druk de knoppen in en
laat ze los om omhoog of omlaag
door de menuopties te bladeren, of om
de weergegeven waarde te verhogen/
verlagen.
: kort indrukken om het menu te
openen en/of naar de volgende
schermpagina te gaan of de gewenste
keuze te bevestigen. Ingedrukt houden
om terug te keren naar het
standaardscherm.SET-UP-MENU
Het menu omvat de volgende opties:
MENU
VERLICHTING
PIEP SNELHEID
SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde versies/markten)
REGENSENSOR (voor bepaalde
versies/markten)
ACTIVERING TRIP B/GEGEVENS
STEL UUR IN
STEL DATUM IN
EERSTE PAGINA (voor bepaalde
versies/markten)
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
GELUIDSSTERKTE TOETSEN
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS
SERVICE
AIRBAG/PASSENGER BAG (voor
bepaalde versies/markten)
DAGRIJLICHTEN
RESET BANDEN
RESET OLIEPEIL (voor bepaalde
versies/markten)
EXIT MENUInschakeling/uitschakeling
passagiersairbag voor en zijairbag
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopen druk na
weergave van het bericht
"Passagiersairbag: Uit (om uit te
schakelen) of het bericht
"Passagiersairbag: Aan (om in te
schakelen) door op
ofte
drukken, nogmaals op INSTELLEN
;
op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppenof
om "Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te bevestigen)
of "Nee" (om te annuleren);
druk kort op de knop;er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om naar
het standaardscherm terug te keren
zonder op te slaan.
46L0F0414C
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 47 of 208

Oliepeil resetten
(voor bepaalde versies/markten)
28)
Met deze functie wordt de
waarschuwing de olie bij te vullen
gereset die circa elke 8.000 km
verschijnt.
Ga als volgt te werk om deze
waarschuwing na het bijvullen van olie
te resetten:
Druk kort op de knop. Het
display vraagt u de reset te bevestigen.
Druk op de knopofen
selecteer “JA” om de waarschuwing te
resetten of “NEE” om de bewerking
te annuleren.
TRIP COMPUTER
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.“Trip A” kan worden gebruikt om de
waarden weer te geven over: "Bereik",
"Afgelegde afstand A", "Gemiddeld
brandstofverbruik A", "Huidig
brandstofverbruik", "Gemiddelde
snelheid A", "Reistijd A (rijtijd)".
“Trip B” geeft informatie over:
"Gereden afstand B", "Gemiddeld
brandstofverbruik B", "Gemiddelde
snelheid B", "Reisduur B (rijtijd)".
Beide functies kunnen gereset worden
(reset – begin van een nieuwe reis).
Om te resetten, de TRIP-knop op de
rechter stuurkolomhendel ingedrukt
houden.
OPMERKING De parameters
“Actieradius:” en "Huidig
brandstofverbruik" kunnen niet gereset
worden.
BELANGRIJK
28)Als de olie niet wordt bijgevuld kan het
oliepeil te laag worden, waardoor de
auto mogelijk niet meer normaal
functioneert en zelfs kan stilvallen.
45

Page 48 of 208

LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding
moet men zich altijd aan de instructies houden die in dit hoofdstuk zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De weergavecyclus van beide categorieën kan worden onderbroken
door op de knop
te drukken. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN SYMBOLEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes/symbolen
Waarschuwingslampje Wat het betekent
GORDELVERKLIKKER
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of
passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer het voertuig in beweging is en de veiligheidsgordels van de voorstoelen niet goed zijn
vastgemaakt, dan gaat het lampje knipperen en klinkt er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat Belt
Reminder), contact op met het Lancia Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het Set-up-menu
weer ingeschakeld worden.
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

Page 49 of 208

Waarschuwingslampje Wat het betekent
STORING EBD
Wanneer bij draaiende motor de lampjes (rood)
, (geel)enESCgelijktijdig branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard
remmen plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies verschijnt een
speciaal bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE”
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven.
Als het lampje (of, bij sommige versies, het bericht en het symbool op het display) blijft/blijven branden, zou
de elektrische stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is
om de auto te besturen; het sturen blijft echter wel mogelijk. Neem in dat geval contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden kan het branden van het lampje op het
instrumentenpaneel te wijten zijn aan andere factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging. Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand (indien in beweging), zet de motor af en wacht ongeveer 20
seconden alvorens de motor opnieuw te starten. Als het lampje (of bij sommige versies, een bericht en een
symbool op het display) continu blijft/blijven branden, neem dan contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat branden om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het stuurwiel van het ene
uiteinde naar het andere terwijl op een rechtlijnig traject van ongeveer honderd meter wordt gereden.
47

Page 50 of 208

Waarschuwingslampje Wat het betekent
LAADSTROOM ACCU ONVOLDOENDE
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje (of symbool bij versies met multifunctioneel herconfigureerbaar display) gaat
branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet doven nadat de
motor is gestart (als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft).
Als het waarschuwingslampje continu blijft branden of knippert (bij sommige versies verschijnen er een
bericht en een symbool op het display), neem dan contact op met het Lancia Servicenetwerk.
STORING AIRBAGSYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje gaat continu branden (bij sommige versies verschijnen er een bericht en een symbool op het
display) als er een storing in het airbagsysteem is vastgesteld.
34) 35)
BELANGRIJK
34)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, hetlampje niet gaat branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Lancia Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
35)De storing van het
waarschuwingslampje wordt, afhankelijk van de versie, aangegeven door het aangaan van hetsymbool op het
display of door het knipperen van hetwaarschuwingslampje. In dat geval kan hetlampje mogelijk geen storingen in de
veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Lancia Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
48
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 210 next >