Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 531 of 624

5318-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Er is geprobeerd de stand van de selectiehendel te wijzi-
gen naar R, D of B terwijl het contact AAN staat (contro-
lelampje READY is UIT).
Er klinkt ook een zoemer.
Zet de selectiehendel in stand R, D of B
* na het star-
ten van het hybridesysteem.
*: Om de selectiehendel in stand B te zetten: zet de
selectiehendel eerst in stand D en vervolgens in
stand B.
Er is geprobeerd de stand P van de selectiehendel te wij-
zigen zonder daarbij het rempedaal in te trappen.
Er klinkt ook een zoemer.
Druk het rempedaal in wanneer u de selectiehendel
vanuit P in een ander stand schakelt.
Er is geprobeerd de stand van de selectiehendel te wijzi-
gen vanuit R of B.
Er klinkt ook een zoemer.
De schakelstand wijzigt automatisch naar N.
Zet de selectiehendel in stand D en vervolgens in
stand B.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert)

Page 532 of 624

5328-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Er is geprobeerd de selectiehendel in stand D te plaat-
sen terwijl de auto achteruit reed.
Er klinkt ook een zoemer.
De schakelstand wijzigt automatisch naar N.
Breng de auto tot stilstand en zet de selectiehendel
in een andere stand.
Er is geprobeerd de selectiehendel in stand R te plaat-
sen terwijl de auto vooruit reed.
Er klinkt ook een zoemer.
De schakelstand wijzigt automatisch naar N.
Breng de auto tot stilstand en zet de selectiehendel
in een andere stand.
Geeft aan dat op de schakelaar voor stand P wordt
gedrukt terwijl de auto rijdt.
Er klinkt ook een zoemer.
De schakelstand wijzigt automatisch naar N.
Breng, om schakelstand P in te schakelen de auto
volledig tot stilstand en druk op de schakelaar voor
stand P.
Zet, om te kunnen blijven rijden, de selectiehendel
in schakelstand D of R.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert)

Page 533 of 624

5338-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de sensor van het Dynamic Radar Cruise
Control-systeem vuil is of bedekt is met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
Reinig de sensor.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem de afstand tot de voorligger niet kan bepalen
Er klinkt ook een zoemer.
Als de ruitenwissers aan zijn, zet ze dan uit of in de
intervalstand of in de stand langzaam.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het cruise control-systeem; of
• Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem
uit te schakelen en druk vervolgens opnieuw op de
toets om het systeem in te schakelen.
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen

Page 534 of 624

5348-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Pre-
Crash Safety-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat het contact UIT of in stand ACC is gezet
en het bestuurdersportier geopend wordt terwijl de ver-
lichting is ingeschakeld.
Er klinkt ook een zoemer.
Schakel de verlichting uit.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het schuifdak niet geheel gesloten is (als
het contact UIT staat en het bestuurdersportier geopend
is)
Er klinkt ook een zoemer.
Sluit het schuifdak.
Geeft aan dat het hybridesysteem oververhit is geraakt
Deze melding wordt mogelijk weergegeven tijdens
het rijden onder zware omstandigheden. (Bijvoor-
beeld wanneer u een lange steile helling op rijdt.)
Er klinkt ook een zoemer.
Stoppen en controleren. (Blz. 574)
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
(Knippert)

Page 535 of 624

5358-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LED-kop-
lampen
Er klinkt ook een zoemer.
Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Geeft aan dat het ruitensproeiervloeistofniveau laag is
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Pre-Crash Safety-systeem op dit
moment niet in werking kan treden, omdat de lenskap of
de sensor vuil is.
Deze melding wordt ook weergegeven als het Pre-
Crash Safety-systeem niet in werking kan treden van-
wege oververhitting.
Controleer het embleem en de sensor en reinig
deze onderdelen zo nodig.
In het geval van oververhitting kan het systeem na
afkoeling weer in werking treden.
Geeft aan dat de EV-modus niet beschikbaar is*
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar is (motor
draait stationair, ladingstoestand batterij is laag, rij-
snelheid is hoger dan de snelheid waarbij de EV-
modus werkt, gaspedaal is te ver ingetrapt) kan wor-
den weergegeven.
Er klinkt ook een zoemer.
Gebruik de EV-modus wanneer deze beschikbaar
is.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)

Page 536 of 624

5368-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
*: Werkingsvoorwaarden EV-modus: Blz. 181
■Waarschuwingsmeldingen
De afbeeldingen van waarschuwingsmeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts
als voorbeeld en verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het multi-informatie-
display.
■Waarschuwingsmelding bij ingeschakeld Dynamic Radar Cruise Control-systeem
(indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden wordt de waarschuwingsmelding mogelijk niet
weergegeven, ook niet als de afstand tot de voorligger afneemt:
●Wanneer uw auto en de voorligger met dezelfde snelheid rijden of als de voorligger
sneller rijdt dan uw auto
●Als de voorligger extreem langzaam rijdt
●Onmiddellijk nadat de cruise control-snelheid is ingesteld
●Op het moment dat het gaspedaal wordt ingetrapt
■Waarschuwingszoemer
Blz. 521
Geeft aan dat de EV-modus automatisch uitgeschakeld
is
*
De reden voor het niet beschikbaar zijn van de EV-
modus (ladingstoestand batterij is laag, rijsnelheid is
hoger dan de snelheid waarbij de EV-modus werkt,
gaspedaal is te ver ingetrapt) wordt mogelijk weerge-
geven.
Er klinkt ook een zoemer.
Rijd een tijdje met de auto.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert
3 keer)

Page 537 of 624

5378-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
Het contact is UIT gezet door de
automatische power off-functie.
Wanneer u de volgende keer
het hybridesysteem start laat
het dan minstens 5 minuten
draaien om zo de 12-volt batterij
op te laden.
Con-
tinu
Het bestuurdersportier werd ge-
opend terwijl de selectiehendel in
een andere stand dan P stond zon-
der dat het contact UIT werd gezet.
Zet de selectiehendel in stand P.
Con-
tinuCon-
tinu
De elektronische sleutel bevond
zich buiten de auto en het bestuur-
dersportier werd geopend en geslo-
ten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd ge-
zet zonder het contact UIT te zetten.
Zet de selectiehendel in stand P.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
(Knippert)
(Afwisselend weergegeven)
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)

Page 538 of 624

5388-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Een
keer
Er werd geprobeerd het hybridesys-
teem zonder de elektronische sleu-
tel te starten of de elektronische
sleutel werkte niet normaal.
Start het hybridesysteem met
de elektronische sleutel in de
buurt.
Er is geprobeerd om te rijden terwijl
de gewone sleutel zich niet in de
auto bevond.
Ga na of de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
Een
keer3 keer
De elektronische sleutel bevond
zich buiten de auto en er werd een
ander portier dan het bestuurders-
portier geopend en gesloten terwijl
het contact niet UIT stond.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
De elektronische sleutel bevond
zich buiten de auto en het bestuur-
dersportier werd geopend en geslo-
ten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd
gezet zonder het contact UIT te zet-
ten.
Zet het contact UIT.
Neem de elektronische sleutel
weer mee in de auto.
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)

Page 539 of 624

5398-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Een
keer
Klinkt
een-
maal
gedu-
rende
5
secon-
den
Er wordt geprobeerd de auto te ver-
laten met de elektronische sleutel en
de portieren te vergrendelen zon-
der het contact UIT te zetten.
Zet het contact UIT en vergren-
del de portieren opnieuw.
Een
keer
Er werd geprobeerd om het contact
UIT te zetten terwijl de selectiehen-
del niet in schakelstand P stond.
Zet eerst de selectiehendel in
schakelstand P en zet dan het
contact UIT als u het hybride-
systeem uit wilt schakelen.
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Afwisselend weergegeven)
(Afwisselend weergegeven)
(Knippert)
(Knippert)

Page 540 of 624

5408-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Een
keer
Klinkt
een-
maal
gedu-
rende
5
secon-
den
• Er is geprobeerd de portieren te
vergrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop ter-
wijl de elektronische sleutel zich
nog in de auto bevond.
• Er is geprobeerd een van de
voorportieren te vergrendelen
door een portier te openen en de
vergrendelknop aan de binnen-
zijde in de vergrendelstand te zet-
ten, en het portier vervolgens te
sluiten door aan de buitenportier-
greep te trekken terwijl de elek-
tronische sleutel zich nog steeds
in de auto bevond.
Neem de elektronische sleutel
uit de auto en vergrendel de
portieren opnieuw.
Een
keer
• Toen de portieren werden ont-
grendeld met de mechanische
sleutel en de startknop vervol-
gens werd ingedrukt, kon de elek-
tronische sleutel niet worden
gesignaleerd in de auto.
• De elektronische sleutel kon niet
worden gesignaleerd, ook niet
nadat de startknop tweemaal ach-
ter elkaar werd ingedrukt.
Houd de elektronische sleutel
tegen de startknop terwijl u het
rempedaal intrapt.
Interieur-
zoemerExterieur-
zoemerWaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)

Page:   < prev 1-10 ... 491-500 501-510 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 ... 630 next >