Lexus GS300h 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 301 of 600

3014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het sys-
teem is stilgezet tijdens de afstandsre-
geling)
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
omhoog of omlaag om de snelheid te
wijzigen en laat hem los als de
gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
Europa
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
Behalve Europa
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)
*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus (→Blz. 304) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 301 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 302 of 600

3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt gewij-
zigd:
Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook weergegeven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De tus-
senafstand is afhankelijk van de rijsnelheid. Wanneer de auto is stilgezet door het
systeem, is de afstand tot de voorligger ongeveer 3 tot 5 m, ongeacht de instel-
ling voor de tussenafstand.
Druk de hendel omhoog als uw voor-
ligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal intrapt
wanneer uw voorligger begint te rijden.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool
voorligger
1
2
3
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTu s s e n a f s t a n d
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem (afstandsregelmodus)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 302 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 303 of 600

3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het sys-
teem, wordt de snelheidsinstelling niet
geannuleerd als het rempedaal wordt
ingetrapt.)
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
Wanneer er echter geen voorligger wordt gesignaleerd, wordt de cruise control niet
hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40 km/h of lager is.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snelheid
van uw eigen auto
●Als de voorligger extreem langzaam rijdt
●Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
●Bij het intrappen van het gaspedaal
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 303 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 304 of 600

3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een
ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze
modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed werkt als gevolg van
een vuile radarsensor, enz.
Houd, terwijl de cruise control is uit-
geschakeld, de toets ON/OFF ten
minste 1,5 seconde ingedrukt.
Direct nadat de toets ON/OFF is inge-
drukt, gaat het controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control branden. Vervol-
gens gaat het controlelampje cruise
control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als
de hendel wordt bediend terwijl de
cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 301
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 303
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 304 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 305 of 600

3054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaar.
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rijsnelheid ongeveer
50 km/h of lager is.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijsnel-
heid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de voorlig-
ger gehandhaafd blijft.
■Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h en er worden geen voorliggers
gesignaleerd.
●De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een lagere rijsnelheid dan
ongeveer 40 km/h. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste manier signaleren.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Als de SNOW-modus is ingeschakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de vol-
gende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 305 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 306 of 600

3064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
●Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op. (→Blz. 466)
■Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing (→Blz. 303) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de sen-
sor hindert
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 306 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 307 of 600

3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 307 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 308 of 600

3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Cruise control∗
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden zonder
dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje cruise control gaat
branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid in
te stellen.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
Instellen van de rijsnelheid
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 308 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 309 of 600

3094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel in de
gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Met ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of verlaagd totdat
de hendel wordt losgelaten.
Door de hendel naar u toe te trek-
ken wordt de constante-snelheids-
regeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
onderbroken als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te drukken
wordt de constante-snelheidsrege-
ling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnel-
heid van hoger dan ongeveer 40 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
●Schakelbereik 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift-schakelaars.
●De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 309 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page 310 of 600

3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF in te
drukken.
■Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WA A R S C H U W I N G
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON/OFF als deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met ernstig
letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 310 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 600 next >