MAZDA MODEL 2 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 271 of 735

$IVWDQGKHUNHQQLQJVKXOSV\VWHHP '566
+HW'566PHHWGHDIVWDQGWXVVHQXZDXWRHQHHQYRRUOLJJHUPHWEHKXOSYDQHHQUDGDUVHQVRU
YRRU ELMHHQULMVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRIKRJHUHQDOVXZDXWRHHQYRRUOLJJHU
GLFKWHUQDGHUWGDQZDWRSEDVLVYDQGHULMVQHOKHLGGHMXLVWHDDQWHKRXGHQWXVVHQDIVWDQGLV
ZRUGWHHQPHOGLQJLQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\ZHHUJHJHYHQRPXWHZDDUVFKXZHQHHQ
YHLOLJHDIVWDQGWHQRS]LFKWHYDQXZYRRUOLJJHUDDQWHKRXGHQ
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het DRSS en rijd altijd voorzichtig:
De mogelijkheid voor het bespeuren van een voorliggend voertuig is beperkt en afhankelijk
van het soort voorliggende voertuig, de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Als dus
het gaspedaal en rempedaal niet correct bediend worden kan dit een ongeluk veroorzaken.
Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl
u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPMERKING
•Het DRSS functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
•Het contact op ON wordt gezet.
•Het DRSS is ingeschakeld.
•De keuzehendel staat in een andere stand dan de achteruit (R).
•De rijsnelheid is 30 km/h of sneller.
•De objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt zijn 4-wielige voertuigen.
•Het DRSS kan ook in de aanwezigheid van motorfietsen en fietsen functioneren.
•Het is mogelijk dat het DRSS onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt:
•De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) is defect.
•Het voorliggende voertuig rijdt met een buitengewoon lage snelheid.
•Het systeem werkt niet met de volgende objecten:
•Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.
•Stilstaande objecten (stilstaande voertuigen, obstakels)
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 272 of 735

▼,QGLFDWLHRSGLVSOD\
'HEHGULMIVWRHVWDQGYDQKHW'566ZRUGWDDQJHJHYHQLQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\,QJHYDO
YDQGHIHFWHQGHWRHVWDQGYDQGHDXWRFRQWUROHUHQRIGHDXWRGRRUHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU
ELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUODWHQLQVSHFWHUHQRYHUHHQNRPVWLJGHLQKRXGYDQ
KHWJHWRRQGHEHULFKW
=LH:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVRSSDJLQD
OPMERKING
•Wanneer het contact wordt uitgezet, wordt de bedrijfstoestand aangehouden die bestond
alvorens het systeem werd uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het contact op OFF wordt
gezet terwijl het DRSS gebruiksklaar is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het
contact de volgende keer op ON gezet wordt.
•Het DRSS kan worden in-/uitgeschakeld en de gevoeligheid van het systeem kan worden
gewijzigd.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-13.

Voorliggend-
voertuig display
5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQGWXVVHQYRHUWXLJHQ

'LVSOD\5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQGWXVVHQ
YRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQRQJHYHHU
NPK 5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQGWXVVHQ
YRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQRQJHYHHU
NPK
Licht oranje op2QJHYHHUPRIPLQGHU 2QJHYHHUPRIPLQGHU

 'HDIVWDQGWXVVHQYRHUWXLJHQYHUVFKLOWDOQDDUJHODQJGHULMVQHOKHLG
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 273 of 735

9HUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
'H'$$LVHHQV\VWHHPGDWYHUPRHLGKHLGHQYHUPLQGHUGHDDQGDFKWYDQGHEHVWXXUGHU
GHWHFWHHUWHQGHEHVWXXUGHUDDQUDDGWHHQUXVWSDX]HWHQHPHQ
:DQQHHUGHDXWRELQQHQULMVWURRNVWUHSHQULMGWPHWHHQVQHOKHLGWXVVHQRQJHYHHUHQ
NPKVFKDWGH'$$GHPDWHYDQJHDFFXPXOHHUGHYHUPRHLGKHLGHQYHUPLQGHUGH
RSOHWWHQGKHLGYDQGHEHVWXXUGHURSEDVLVYDQGHLQIRUPDWLHYDQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6&
HQRYHULJHYRHUWXLJLQIRUPDWLHHQZRUGWGHEHVWXXUGHUDDQJHUDGHQHHQUXVWSDX]HWHQHPHQ
GRRUPLGGHOYDQHHQLQGLFDWLHRSGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\HQHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLG
*HEUXLNGH'$$RSVQHOZHJHQRIKRRIGZHJHQ
=LH9RRUXLWULMFDPHUD )6& RSSDJLQD
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op de DAA en rijd altijd voorzichtig:
De DAA bespeurt de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de bestuurder en raadt
de bestuurder aan een rustpauze te nemen, echter het is niet bedoeld om van de weg afwijken
van de auto te voorkomen. Teveel vertrouwen op de DAA kan ongelukken veroorzaken. Rijd
voorzichtig en bedien het stuurwiel op de juiste wijze.
Ook is het mogelijk dat het systeem de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de
bestuurder niet correct bespeurt, afhankelijk van de verkeerssituatie en rijomstandigheden.
De bestuurder dient met het oog op veiliger rijden steeds voldoende rust te nemen.
OPMERKING
•De DAA functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 274 of 735

•De rijsnelheid is tussen ongeveer 65 en 140 km/h.
•Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen.
•Het systeem heeft de registratie van de rijgegevens van de bestuurder voltooid.
•De DAA werkt niet onder de volgende omstandigheden.
•De rijsnelheid is minder dan ongeveer 65 km/h.
•De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 140 km/h.
•De auto maakt een scherpe bocht.
•Het voertuig verandert van rijstrook.
•Het is mogelijk dat de DAA onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt.
•Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed zichtbaar zijn doordat deze vuil
zijn of de verf afgesleten is.
•De auto schokt of slingert voortdurend als gevolg van sterke wind of oneffen wegen.
•Er wordt agressief met de auto gereden.
•Bij het veelvuldig wisselen van rijstrook.
•De DAA bespeurt de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de bestuurder op
basis van de rijgegevens bij een rijsnelheid tussen ongeveer 65 en 140 km/h gedurende
ongeveer 20 minuten. De rijgegevens zullen onder de volgende omstandigheden worden
teruggesteld.
•De auto wordt gedurende 15 minuten of langer stopgezet.
•De rijsnelheid is minder dan ongeveer 65 km/h gedurende ongeveer 30 minuten.
•Het contact is uitgezet.
•Nadat de DAA het eerste bericht dat een rustpauze aanraadt heeft getoond, wordt geen
volgend bericht getoond totdat er 45 minuten verstreken zijn.
▼'LVSOD\YDQ
YHUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
:DQQHHUKHWV\VWHHPYHUPRHLGKHLGRI
YHUPLQGHUGHRSOHWWHQGKHLGYDQGH
EHVWXXUGHUEHVSHXUWZRUGWKHW
ZDDUVFKXZLQJVJHOXLGJHDFWLYHHUGHQ
YHUVFKLMQWHUHHQDODUPPHOGLQJLQGH
$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
▼▼8LWVFKDNHOHQYDQGH
YHUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
'H'$$NDQLQJHVWHOGZRUGHQ]RGDWGH]H
QLHWZRUGWJHDFWLYHHUG
=LH*HEUXLNHUVLQVWHOOLQJHQRSSDJLQD

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 275 of 735

$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
+HW5&7$LVEHGRHOGRPGHEHVWXXUGHUWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQWHDVVLVWHUHQELMKHW
FRQWUROHUHQYDQKHWJHELHGDDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWRDDQEHLGHNDQWHQGRRUGH
EHVWXXUGHUWHZDDUVFKXZHQYRRUGHDDQZH]LJKHLGYDQYRHUWXLJHQGLHYDQDIGHDFKWHU]LMGH
QDGHUHQ
+HW5&7$EHVSHXUWYRHUWXLJHQGLHWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQXLWHHQSDUNHHUUXLPWHYDQDIGH
OLQNHUHQUHFKWHU]LMGHYDQGHDXWRQDGHUHQHQZDDUVFKXZWGHEHVWXXUGHUYRRUPRJHOLMN
JHYDDUPHWEHKXOSYDQGHGRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQGH
ZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
Detectiegebieden
Uw auto
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 276 of 735

%HGLHQLQJYDQKHW5&7$
 +HW5&7$IXQFWLRQHHUWZDQQHHUGHYHUVQHOOLQJVKHQGHO KDQGJHVFKDNHOGH
YHUVQHOOLQJVEDN RIGHNHX]HKHQGHO DXWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH LQGHDFKWHUXLWVWDQG 5
JH]HWZRUGW
 $OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHWHHQQDGHUHQGYRHUWXLJJDDQGH
GRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVNQLSSHUHQHQZRUGW
WHJHOLMNHUWLMGGHZDDUVFKXZLQJV]RHPHUJHDFWLYHHUG
0HWDFKWHUXLWNLMNPRQLWRU
'HZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHYDQKHW5&7$LQGHDFKWHUXLWNLMNPRQLWRUZHUNWRRN
V\QFKURRQPHWKHWGRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHRSGH
SRUWLHUVSLHJHOV
:$$56&+8:,1*
Controleer altijd visueel de directe omgeving alvorens daadwerkelijk uw auto in de achteruit
te zetten:
Het systeem is enkel bedoeld om u bij het achteruitrijden te helpen op achteropkomende
voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten aanzien van de werking
van dit systeem, bestaat de kans dat de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes niet of met vertraging knipperen alhoewel er zich een
voertuig achter uw auto bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw verantwoordelijkheid
te controleren op achteropkomend verkeer.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 277 of 735

OPMERKING
•In de volgende gevallen gaat de dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje branden en wordt de werking van het systeem stopgezet. Laat de
auto zo spoedig mogelijk door een officiële Mazda-dealer inspecteren als de
dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatie/het waarschuwingslampje blijft
branden.
•Er heeft zich een probleem in het systeem voorgedaan, inclusief de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingsindicatielampjes.
•Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
•Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij
een radarsensor (achter).
•Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
•De temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg van
het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
•De accuspanning is afgenomen.
•Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
•De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.
•Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije muur
of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied van de
radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
Uw auto
•Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
Uw auto
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 278 of 735

•De auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto
•(Met dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM) OFF
schakelaar.
(Zonder dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
Direct nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
•In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien
branden/knipperen.
•De portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.
•Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
•Schakel het RCTA uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals
een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden uitgezonden geblokkeerd raken waardoor het
systeem niet meer normaal zal functioneren.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 279 of 735

0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWURO 05&& V\VWHHP
+HW05&&V\VWHHPUHJHOWGHYROJDIVWDQG
DOQDDUJHODQJGHULMVQHOKHLGPHWEHKXOSYDQHHQ
UDGDUVHQVRU YRRU GLHGHDIVWDQGWHQRS]LFKWHYDQHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJPHHW]RGDWGH
EHVWXXUGHUKHWJDVSHGDDORIKHWUHPSHGDDOQLHWFRQVWDQWKRHIWWHJHEUXLNHQ

 9ROJDIVWDQGUHJHOLQJ5HJHOLQJYDQGHDIVWDQGWXVVHQXZDXWRHQKHWYRRUOLJJHQGH
YRHUWXLJGDWGRRUKHW05&&V\VWHHPLVJHGHWHFWHHUG
$OVXZDXWRKHWYRRUOLJJHQGHYRHUWXLJGLFKWHUEHJLQWWHQDGHUHQRPGDWELMYRRUEHHOGKHW
YRRUOLJJHQGHYRHUWXLJSORWVHOLQJDIUHPWZRUGWWHJHOLMNHUWLMGHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLGHQ
HHQZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHRSGHGLVSOD\JHDFWLYHHUGRPXWHZDDUVFKXZHQYROGRHQGH
DIVWDQGWXVVHQGHYRHUWXLJHQWHEHZDUHQ
'HYROJHQGHULMVQHOKHGHQNXQQHQLQJHVWHOGZRUGHQ
• (XURSHHVPRGHO
2QJHYHHUNPKWRWNPK
• %HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
2QJHYHHUNPKWRWNPK
*HEUXLNKHW05&&V\VWHHPRSVQHOZHJHQHQRYHULJHDXWRZHJHQZDDUELMQLHWYHHO
KHUKDDOGHDFFHOHUDWLHHQVQHOKHLGVPLQGHULQJYHUHLVWLV
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het MRCC systeem en rijd altijd voorzichtig:
Het MRCC systeem is bedoeld om de bestuurder te ontlasten en hoewel een constante
rijsnelheid wordt aangehouden, of specifieker, er overeenkomstig de rijsnelheid een constante
afstand wordt aangehouden tussen uw auto en het bespeurde voorliggende voertuig, heeft
het systeem detectiebeperkingen afhankelijk van het soort voorliggende voertuig en de
conditie ervan, de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat het
systeem niet in staat is voldoende af te remmen om een botsing met het voorliggende
voertuig te vermijden als het voorliggende voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in
de rijstrook snijdt, waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
Gebruik het MRCC systeem niet op de volgende plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot
gevolg hebben:
¾Wegen met scherpe bochten en met druk verkeer waar er onvoldoende ruimte is tussen de
voertuigen. Wegen waar veelvuldig en herhaaldelijk geaccelereerd en afgeremd moet
worden (rijden onder deze omstandigheden met gebruik van het MRCC systeem is niet
mogelijk).
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 280 of 735

¾Bij het rijden op op- en afritten van snelwegen, in- en uitrijden van tankstations en
parkeerplaatsen langs snelwegen (als u een snelweg verlaat terwijl de volgafstandregeling
in gebruik is, wordt het voorliggende voertuig niet langer gevolgd en bestaat de kans dat
uw auto tot aan de ingestelde rijsnelheid accelereert).
¾Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen (de banden kunnen gaan slippen
waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen).
¾Lange
aflopende hellingen (voor het aanhouden van de afstand tussen voertuigen, worden
de remmen automatisch en continu door het systeem in werking gesteld, hetgeen verlies
van remkracht tot gevolg kan hebben).
Met het oog op de veiligheid, het MRCC systeem uitschakelen wanneer dit niet wordt gebruikt.
23*(/(7
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het MRCC systeem uitschakelen
om een verkeerde bediening te voorkomen.
OPMERKING
•Het MRCC systeem functioneert wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan.
•De rijsnelheid is als volgt:
•(Europees model)
Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
•(Behalve Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
•Het MRCC systeem is ingeschakeld.
•De handrem is niet aangetrokken.
•Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is niet defect.
•De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt normaal.
•Alle portieren zijn gesloten.
•De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
•De keuzehendel staat in een andere stand dan achteruit (R) of neutraal (N).
•Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
(Automatische transmissie)
•De keuzehendel staat in de stand (D) of de stand handmatig (M) (handmatige functie).
•In de volgende gevallen bestaat de kans dat de waarschuwingen niet geactiveerd worden
als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen.
•U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 ... 740 next >