sensor MAZDA MODEL 2 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 646 of 735

6LJQDDO :DDUVFKXZLQJ
:DDUVFKXZLQJV
ODPSMHYDQULMVWURR
NDIZLMNLQJVZDDU
VFKXZLQJVV\VWHHP
/':6

•$OVHUHHQVWRULQJLVLQKHWV\VWHHPEOLMIWKHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHEUDQGHQ/DDWXZDX
WRELMHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROH
UHQ
•+HW/':6ZHUNWQLHWZDQQHHUKHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHEUDQGW
23*(/(7
¾De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur controleren.
¾Wanneer het lampje tijdens het rijden blijft branden.
Wanneer het systeem automatisch uitgeschakeld wordt, gaat het lampje branden.
Normaal herstelt het systeem zich automatisch en gaat het lampje uit, echter als het
lampje blijft branden, bestaat de kans dat er een storing is in het systeem.
¾Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van hetzelfde
merk, soort en
profielpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar verschil‐
lende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke ongeschikte banden
gebruikt worden, bestaat de kans dat het LDWS niet normaal functioneert.
¾Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet nor‐
maal functioneert.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC) beslagen
of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een storing in het systeem.
'RGHKRHNPRQLWRU
%60 2))LQGLFD
WLHODPSMH

'HYROJHQGHJHYDOOHQNXQQHQGXLGHQRSHHQVWRULQJLQKHWV\VWHHP
/DDWXZDXWRELMHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU
FRQWUROHUHQ
•+HWODPSMHJDDWQLHWEUDQGHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HW•+HWODPSMHEOLMIWEUDQGHQRRNZDQQHHUKHWGRGHKRHNPRQLWRUV\VWHHP %60 JHEUXLNW
NDQZRUGHQ
•+HWODPSMHJDDWWLMGHQVKHWULMGHQEUDQGHQ
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig voertui-
gen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert (de dodehoekmonitor
(BSM) OFF indicatielampje in de instrumentengroep gaat branden). Dit duidt echter niet
op een defect.
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 648 of 735

6LJQDDO :DDUVFKXZLQJ 7HQHPHQPDDWUHJHO
:DDUVFKXZLQJVODPSMH
YHLOLJKHLGVJRUGHO
YRRU]LWWLQJ +HWYHLOLJKHLGVJRUGHOZDDUVFKXZLQJVODPSMH
JDDWEUDQGHQDOVGHEHVWXXUGHUVVWRHORI
YRRUSDVVDJLHUV]LWWLQJEH]HWLVHQGHYHLOLJ
KHLGVJRUGHOQLHWYDVWJHPDDNWLVWHUZLMOKHW
FRQWDFWRS21VWDDW
$OVGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHU
RIGHYRRUSDVVDJLHUQLHWDDQJHJHVSWLV DO
OHHQZDQQHHUGHYRRUSDVVDJLHUV]LWWLQJEH]HW
LV HQGHVQHOKHLGYDQGHDXWRKRJHULVGDQ
RQJHYHHUNPKJDDWKHWZDDUVFKXZLQJV
ODPSMHNQLSSHUHQ1DHHQNRUWHWLMGVWRSW
KHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHPHWNQLSSHUHQ
PDDUEOLMIWEUDQGHQ$OVHHQYHLOLJKHLGVJRU
GHOQLHWDDQJHJHVSWEOLMIWJDDWKHWZDDU
VFKXZLQJVODPSMHRSQLHXZYRRUHHQEHSDDO
GHWLMGNQLSSHUHQ
OPMERKING
•Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of de voorpassagier niet aangegespt wordt
nadat het waarschuwingslampje is gaan
branden en de rijsnelheid hoger is dan 20
km/h, gaat het waarschuwingslampje op-
nieuw knipperen.
•Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de veilig-
heidsgordelwaarschuwingsfunctie van de
voorpassagierszitting geactiveerd worden,
afhankelijk van het gewicht van het voor-
werp.
•Geen extra zitkussen op de voorpassa-
gierszitting plaatsen en gebruiken om er
voor te zorgen dat de voorpassagiersge-
wichtsensor juist kan functioneren. De
kans bestaat dat de sensor niet goed func-
tioneert omdat het extra zitkussen de werk-
ing van de sensor zou kunnen hinderen.
•Als een klein kind op de voorpassagierszit-
ting meerijdt, bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt.0DDNGHYHLOLJKHLGVJRUGHOVYDVW
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV


Page 656 of 735

▼:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
YHLOLJKHLGVJRUGHO
9RRU]LWWLQJ
$OVGHULMVQHOKHLGKRJHULVGDQRQJHYHHU
NPKHQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGH
EHVWXXUGHURIYRRUSDVVDJLHUQLHWLV
YDVWJHPDDNWNOLQNWFRQWLQXHHQ
ZDDUVFKXZLQJVSLHSWRRQ$OVGH
YHLOLJKHLGVJRUGHOGDQQRJQLHWLV
YDVWJHPDDNW]DOGHSLHSWRRQHHQPDDO
VWRSSHQHQGDQJHGXUHQGHRQJHYHHU
VHFRQGHQGRRUJDDQ'HSLHSWRRQVWRSW
QDGDWGHYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGH
EHVWXXUGHURIYRRUSDVVDJLHULV
YDVWJHPDDNW
OPMERKING
•Door het plaatsen van zware
voorwerpen op de voorpassagierszitting
kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
•Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat de
voorpassagiersgewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het
extra zitkussen de werking van de sensor
zou kunnen hinderen.
•Wanneer een klein kind op de
voorpassagierszitting zit, is het mogelijk
dat de waarschuwingszoemer niet werkt.
$FKWHU]LWWLQJ

'HZDDUVFKXZLQJV]RHPHUNOLQNWHQNHODOV
HHQYHLOLJKHLGVJRUGHOZRUGWORVJHPDDNW
QDGDWGH]HLVYDVWJHPDDNW
▼:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
QLHWXLWJHVFKDNHOGFRQWDFW 6723
$OVKHWEHVWXXUGHUVSRUWLHUJHRSHQGZRUGW
WHUZLMOKHWFRQWDFWRS$&&VWDDWNOLQNWHU
FRQWLQXHHQSLHSWRRQLQKHWLQWHULHXURP
GHEHVWXXUGHURSGHKRRJWHWHVWHOOHQGDW
KHWFRQWDFWQLHWRS2)) 6723 LVJH]HW
,QGH]HWRHVWDQG]DOKHWDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVV\VWHHPQLHW
IXQFWLRQHUHQNDQKHWYRHUWXLJQLHW
YHUJUHQGHOGZRUGHQHQ]DOGHDFFX
XLWJHSXWUDNHQ
▼:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOXLWDXWRYHUZLMGHUG
$XWR

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50