MAZDA MODEL 2 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 735

3ODDWVYDQPHUNWHNHQ
(HQL6L]HNLQGHU]LWMHNDQDOVYROJWRSGHGDDUYRRUJHVFKLNWH]LWWLQJHQZRUGHQJHwQVWDOOHHUG
9RRUSDVVDJLHUV]LWWLQJ $FKWHU]LWWLQJ EXLWHQ $FKWHU]LWWLQJ PLGGHQ
L6L]HNLQGHU]LWMHV ; L8 ;
%HWHNHQLVYDQGHOHWWHUVGLHLQERYHQVWDDQGHWDEHOZRUGHQJHEUXLNW
L8 *HVFKLNWYRRUL6L]H

Page 52 of 735

.LQGHU]LWMH
JURHS/HHIWLMGV
JURHS*HZLFKWV
JURHS7\SHNLQGHU
]LWMH9RRUSDVVDJLHUV]LWWLQJ
$FKWHU
]LWWLQJ
EXLWHQ $FKWHU
]LWWLQJ
PLG
GHQ =RQGHU
GHDFWL
YHULQJV
VFKDNH
ODDUYDQ
DLUEDJ0HWGHDFWLYH
ULQJVVFKDNHODDU
YDQDLUEDJ
21
$LUEDJ
LQJH
VFKD
NHOG 2))
$LUEDJ
XLWJH
VFKD
NHOG
*52(32QJHYHHU
PDDQGHQWRW
MDDURXGNJ

Page 53 of 735

,QVWDOOHUHQYDQ
NLQGHU]LWMHV
▼$QNHUVWHXQ
'HDXWRLVXLWJHUXVWPHWDQNHUVWHXQHQYRRU
GHEHYHVWLJLQJYDQNLQGHU]LWMHV%HSDDOGH
SODDWVYDQGHDQNHUVWHXQHQDDQGHKDQG
YDQGHDIEHHOGLQJ
9RRUKHWSODDWVHQYDQHHQNLQGHU]LWMHGH
KRRIGVWHXQYHUZLMGHUHQ9ROJDOWLMGGH
DDQZLM]LQJHQLQGHJHEUXLNVDDQZLM]LQJ
YDQKHWNLQGHU]LWMH

3ODDWVYDQDQNHUVWHXQ
*HEUXLNELMKHWSODDWVHQYDQHHQ
NLQGHU]LWMHXLWJHUXVWPHWHHQVSDQULHPGH
DDQJHJHYHQSODDWVHQYDQGHDQNHUVWHXQHQ
AnkerplaatVoor rechts
Voor links Voor midden
(Sedan)
(Hatchback)
Voor links
Voor rechts
:$$56&+8:,1*
Bevestig de spanriem altijd aan het juiste
spanriemverankeringspunt:
Bevestigen van de spanriem aan het
verkeerde spanriemverankeringspunt is
gevaarlijk. Bij een botsing zou de spanriem
los kunnen schieten waardoor het
kinderzitje zou kunnen losraken. Als het
kinderzitje van zijn plaats schuift, zou dit
aan het kind letsel mogelijk met dodelijke
afloop kunnen toebrengen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 54 of 735

Verwijder bij het installeren van een
kinderzitje altijd de hoofdsteun:
Het installeren van een kinderzitje zonder
de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk.
Het kinderzitje kan dan niet correct
geïnstalleerd worden waardoor het kind bij
een botsing letsel kan oplopen, mogelijk
met dodelijke afloop.
Ankerplaat
Spanriem (Sedan)
Ankerplaat
Spanriem
Spanriem
Voorwaarts(Hatchback)
Installeer altijd de hoofdsteun en stel deze
nadat het kinderzitje is verwijderd in de
juiste positie af:
Rijden zonder de hoofdsteun is gevaarlijk,
aangezien tijdens plotseling afremmen of
een botsing het hoofd van de inzittende
dan niet tegen schokken is beschermd, wat
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-11.
▼▼*HEUXLNYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHO
9ROJELMKHWSODDWVHQYDQHHQNLQGHU]LWMHGH
JHEUXLNVDDQZLM]LQJGLHELMKHWSURGXFW
ZRUGWJHOHYHUG
9HUZLMGHUERYHQGLHQGHKRRIGVWHXQ
(FKWHUELMKHWLQVWDOOHUHQYDQHHQ
YHUVWHYLJLQJV]LWMHDOWLMGGHKRRIGVWHXQYDQ
GHDXWRDDQEUHQJHQRSGH]LWWLQJZDDURS
KHWYHUVWHYLJLQJV]LWMHZRUGWJHwQVWDOOHHUG
▼*HEUXLNYDQ,VRIL[DQNHUV
:$$56&+8:,1*
Volg de instructies van de fabrikant voor
het gebruik van het kinderzitje:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is
gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een
aanrijding zou het kinderzitje van zijn
plaats kunnen schuiven en ernstig letsel,
mogelijk met dodelijke
afloop, aan het kind
of andere inzittenden kunnen toebrengen.
Zorg ervoor dat het kinderzitje dat u
gebruikt goed op zijn plaats bevestigd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 55 of 735

Zorg er voor dat het kinderzitje op de juiste
wijze bevestigd wordt:
Een kinderzitje dat niet op zijn plaats is
bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling
stoppen of een aanrijding zou het
kinderzitje door het interieur geslingerd
kunnen worden en iemand kunnen raken,
hetgeen ernstig letsel tot gevolg kan
hebben. Wanneer u het kinderzitje niet
gebruikt, dit uit de auto verwijderen, in de
bagageruimte opbergen of tenminste
ervoor zorgen dat het stevig aan de
Isofix-ankers is vastgemaakt.
Let erop dat er zich geen veiligheidsgordels
of andere voorwerpen in de nabijheid
bevinden van het kinderzitje dat met
Isofix-ankers is vastgemaakt:
Het is gevaarlijk wanneer de instructies van
de fabrikant van het kinderzitje bij het
installeren van een kinderzitje niet worden
opgevolgd. Als het kinderzitje door de
veiligheidsgordels of een ander voorwerp
wordt gehinderd en daardoor niet stevig
aan de Isofix-ankers bevestigd kan worden
en het kinderzitje verkeerd wordt
geïnstalleerd, zou het kinderzitje bij
plotseling afremmen of een botsing van
zijn plaats kunnen schuiven en ernstig
letsel mogelijk met dodelijke afloop aan
het kind of andere inzittenden kunnen
toebrengen. Let erop bij het installeren van
een kinderzitje dat er zich geen
veiligheidsgordels of andere voorwerpen in
de nabijheid van de Isofix-ankers bevinden.
Volg steeds de instructies van de fabrikant
van het kinderzitje.
 6WHOHHUVWGHYRRUVWRHODIRPUXLPWHWH
PDNHQWXVVHQKHWNLQGHU]LWMHHQGH
YRRUVWRHO SDJLQD  /HWHURSGDWGHUXJOHXQLQJVWHYLJ
YHUJUHQGHOGLVGRRUGHUXJOHXQLQJQDDU
DFKWHUHQWHGXZHQWRWGDWGH]HYROOHGLJ
YHUJUHQGHOGLV
 7UHNGHQDGHQDDQGHDFKWHU]LMGHYDQ
KHW]LWNXVVHQHHQZHLQLJXLWHONDDURP
GHSODDWVHQYDQKHW,VRIL[DQNHURSWH
]RHNHQ

Type A Type B
OPMERKING
De markeringen boven de
Isofix-ankers geven de plaatsen van de
Isofix-ankers aan voor de bevestiging
van een kinderzitje.
 9HUZLMGHUGHKRRIGVWHXQ(FKWHUELMKHW
LQVWDOOHUHQYDQHHQYHUVWHYLJLQJV]LWMH
DOWLMGGHKRRIGVWHXQYDQGHDXWR
DDQEUHQJHQRSGH]LWWLQJZDDURSKHW
YHUVWHYLJLQJV]LWMHZRUGWJHwQVWDOOHHUG
=LH+RRIGVWHXQRSSDJLQD
 %HYHVWLJKHWNLQGHU]LWMHPHWEHKXOS
YDQGH,VRIL[DQNHUVHQYROJGDDUELMGH
LQVWUXFWLHVYDQGHIDEULNDQWYDQKHW
NLQGHU]LWMH
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 56 of 735

 $OVXZNLQGHU]LWMHXLWJHUXVWLVPHWHHQ
VSDQULHPEHWHNHQWGLWZDDUVFKLMQOLMN
GDWKHWYRRUGHYHLOLJKHLGYDQKHWNLQG
YDQJURRWEHODQJLVGHVSDQULHPVWHYLJ
WHEHYHVWLJHQ9ROJELMKHWEHYHVWLJHQ
YDQVSDQULHPHQQDXZNHXULJGH
LQVWUXFWLHVYDQGHIDEULNDQWYDQKHW
NLQGHU]LWMH SDJLQD 
:$$56&+8:,1*

Bevestig de spanriem altijd aan het juiste
spanriemverankeringspunt:
Bevestigen van de spanriem aan het
verkeerde spanriemverankeringspunt is
gevaarlijk. Bij een botsing zou de spanriem
los kunnen schieten waardoor het
kinderzitje zou kunnen losraken. Als het
kinderzitje van zijn plaats schuift, zou dit
aan het kind letsel mogelijk met dodelijke
afloop kunnen toebrengen.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer
het kinderzitje (behalve bij het installeren
van een verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de
hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk. Het
kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd
worden waardoor het kind bij een botsing
letsel kan oplopen, mogelijk met dodelijke
afloop.
Ankerplaat
Spanriem (Sedan)
Spanriem
Voorwaarts(Hatchback)
Installeer altijd de hoofdsteun en stel deze
nadat het kinderzitje is verwijderd in de
juiste positie af:
Rijden zonder de hoofdsteun is gevaarlijk,
aangezien tijdens plotseling afremmen of een
botsing het hoofd van de inzittende dan niet
tegen schokken is beschermd, wat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-11.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 57 of 735

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQEHWUHIIHQGHGHDDQYXOOHQGH
EHYHLOLJLQJVV\VWHPHQ 656
'HDDQYXOOHQGHEHYHLOLJLQJVV\VWHPHQ 656 YDQGHYRRUHQ]LMNDQWRPYDWWHQYHUVFKLOOHQGH
W\SHQDLUEDJV*DQDPHWZHONHYHUVFKLOOHQGHVRRUWHQDLUEDJVXZDXWRLVXLWJHUXVWGRRU
GHSODDWVHQPHWGHDDQGXLGLQJ

Page 58 of 735

:$$56&+8:,1*
In auto's uitgerust met airbags dienen veiligheidsgordels gedragen te worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de airbags voor bescherming tijdens een aanrijding is
gevaarlijk. Airbags alleen kunnen geen ernstig letsel voorkomen. De
betreffende airbags
worden uitsluitend opgeblazen bij het eerste ongeval, zoals een frontale, bijna frontale of
zijdelingse botsing met een gematigde of grotere kracht. De inzittenden dienen dus altijd hun
veiligheidsgordels te dragen.

Kinderen mogen niet meerijden op de voorpassagierszitting:
Het plaatsen van een kind van 12 jaar of jonger op de voorzitting is gevaarlijk. In het geval
een airbag geactiveerd wordt, zou het kind ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen oplopen. Een
slapend kind is geneigd tegen een portier te leunen en loopt daardoor meer risico bij een
gematigde botsing aan de voorpassagierszijde van het voertuig door de zij-airbag geraakt te
worden. Bevestig een kind van 12 jaar of jonger voor zover mogelijk steeds op de
achterzittingen en maak daarvoor gebruik van het juiste kinderzitje overeenkomstig de
leeftijd en de grootte van het kind.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde door
een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag, bij het plaatsen van een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de stand OFF zetten.

%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 59 of 735

Ga niet te dichtbij de airbags van bestuurder en voorpassagier zitten:
Het te dichtbij de airbagmodules van bestuurder en voorpassagier zitten of er handen of
voeten op plaatsen is uiterst gevaarlijk. De airbags van bestuurder en voorpassagier worden
met grote kracht en snelheid opgeblazen. Als iemand er zich te dichtbij bevindt kan dit ernstig
letsel veroorzaken. De bestuurder dient altijd alleen de rand van het stuurwiel vast te houden.
De passagier op de voorzitting dient beide voeten op de vloer te houden. De inzittenden van
de voorzitting dienen hun zittingen zover mogelijk naar achteren af te stellen en altijd rechtop
tegen de rugleuningen te zitten en op de juiste wijze gebruik te maken van de
veiligheidsgordels.
Ga in het midden van de zitting zitten en draag de veiligheidsgordels op de juiste wijze:
Het te dichtbij de zij-airbagmodules zitten of er handen op plaatsen of tegen het portier
geleund slapen of uit de ramen hangen is uiterst gevaarlijk. De zij- en gordijn-airbags worden
met grote kracht en snelheid direct langs het portier aan de zijde waar de auto geraakt is
opgeblazen. Ernstig letsel kan worden veroorzaakt als iemand te dicht bij het portier zit of
tegen een raam leunt of als passagiers op de achterzitting zich aan de zijkanten van de
rugleuningen van de voorzittingen vasthouden. Geef de zij- en gordijn-airbags voldoende
ruimte om te functioneren door tijdens het rijden in het midden van de zitting plaats te
nemen en de veiligheidsgordels op de juiste wijze te dragen.
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar de airbags van bestuurder en
voorpassagier geactiveerd worden:
Het bevestigen van een voorwerp aan de airbagmodules van bestuurder en voorpassagier of
iets voor de modules plaatsen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp de activering
van de voor-airbag kunnen hinderen en aan de inzittenden letsel kunnen toebrengen.
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een zij-airbag geactiveerd
wordt:
Het bevestigen van voorwerpen aan de voorzitting op zodanige manier dat de buitenste zijde
van de zitting op enigerlei wijze wordt afgedekt, is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het
voorwerp de werking van de zij-airbag welke vanuit de buitenste zijde van de rugleuning van
de voorzitting wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging van
het zij-airbagsysteem ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting kunnen sturen
die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden wordt en dat het gas
ontsnapt.
Hang geen opbergnetten, kaartzakjes of rugzakken met riemen aan de voorzittingen. Gebruik
nooit zittinghoezen op de voorzittingen. Houd de zij-airbagmodules in uw voorzittingen
steeds vrij van obstakels, zodat de zij-airbags bij een botsing vanaf de zijkant ongehinderd in
werking kunnen treden.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 60 of 735

Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een gordijn-airbag
geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen op plaatsen waar de gordijn-airbags geactiveerd worden
zoals op de voorruit, de zijportierruit, op de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand
en op de steungrepen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp de werking van de
gordijn-airbag die vanuit de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand wordt
opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging van de
gordijn-airbagsystemen ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting kunnen sturen
die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden wordt en dat het gas
ontsnapt.
Geen kleerhangers of andere voorwerpen aan de steungrepen ophangen. Bij het ophangen
van kleding, deze rechtstreeks aan de kledinghaak hangen. Houd de gordijn-airbagmodules
steeds vrij van obstakels, zodat de airbags bij een botsing vanaf de zijkant ongehinderd in
werking kunnen treden.
Raak nadat de airbags zijn opgeblazen de onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem niet aan:
Aanraken van de onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem nadat de airbags zijn
opgeblazen is gevaarlijk. Onmiddellijk na het opblazen zijn deze bijzonder heet. Hierdoor
bestaat de kans op brandwonden.
Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar
(kangoeroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren is
gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash sensoren.
Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt verhinderd dat
de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden voorin zouden als
gevolg hiervan ernstig letsel kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de vering
veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren, hetgeen een
onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben waarbij de kans
bestaat op ernstig letsel.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 740 next >