tow MAZDA MODEL 2 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 306 of 735

•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Lage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.
•Hoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.
•Kleine obstakels.
•Dunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.
•Obstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.
•De buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet verticaal ten opzichte van de auto.
•Zachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.
•Onregelmatig gevormde obstakels.
•Obstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.
•In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet correct
bespeuren en bestaat de kans dat de SCBS R niet functioneert.
•Er zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).
•Het stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.
•Nabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.
•Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
•Hoge of lage vochtigheid.
•Hoge of lage temperaturen
•Harde wind.
•Het wegtraject is niet vlak.
•Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.
•Objecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
•De richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van bijvoorbeeld
een botsing.
•De auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
•In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
•Rijden op een steile helling.
•Wielblokken.
•Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.
•Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
•Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.
•Bij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.
•Wanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 377 of 735

$QWHQQH
7\ S H  $
'UDDLGHDQWHQQHQDDUOLQNVRPKHPWH
YHUZLMGHUHQ
'UDDLGHDQWHQQHQDDUUHFKWVRPKHPWH
EHYHVWLJHQ
/HWHURSGHDQWHQQHVWHYLJWHEHYHVWLJHQ
Installeren Verwijderen
23*(/(7
¾Om beschadiging van de antenne te
voorkomen, deze verwijderen, alvorens
een autowasinstallatie binnen te rijden
of lage doorgangen te passeren.
OPMERKING
Het verdient aanbeveling de antenne te
verwijderen en in de cabine op te bergen
wanneer u de auto onbeheerd achterlaat.
7\ S H  %

Antenne
7\ S H  &
'HDQWHQQHLVLQKHWUXLWJODVLQJHERXZG
23*(/(7
Gebruik voor het reinigen van de
binnenzijde van een ruit met een antenne
een zachte doek bevochtigd met lauw
water en veeg de antennedraden
voorzichtig af.
Het gebruik van ruitreinigingsmiddelen
kan beschadiging van de antenne
veroorzaken.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
9RRUGDWXGHDXGLRLQVWDOODWLHJDDWJHEUXLNHQ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 594 of 735

¾(Met afneembare antenne)
Om beschadiging van de antenne te
voorkomen, deze verwijderen, alvorens
een autowasinstallatie binnen te rijden
of lage doorgangen te passeren.
%HVWHHGVSHFLDOHDDQGDFKWDDQKHW
YHUZLMGHUHQYDQRSHHQKRSLQJHQYDQ]RXW
YXLOPRGGHURIDQGHUHVXEVWDQWLHVYDQGH
RQGHU]LMGHYDQGHVSDWERUGHQ/HWHURS
GDWGHDIYRHUJDWHQLQGHEHQHGHQUDQGHQ
YDQGHSRUWLHUHQHQGUHPSHONRNHUVVFKRRQ
]LMQ

%HVFKDGLJLQJYDQGHODNNDQYHURRU]DDNW
ZRUGHQGRRUNOHLQHRSHHQKRSLQJHQYDQ
WHHULQGXVWULsOHQHHUVODJERRPKDUV
LQVHFWHQHQXLWZHUSVHOHQYDQYRJHOV
LQGLHQGH]HVXEVWDQWLHVQLHWGLUHFW
YHUZLMGHUGZRUGHQ:DQQHHUKHW
RQPLGGHOOLMNDIVSRHOHQPHWHQNHOZDWHU
JHHQHIIHFWKHHIWHHQ]DFKW
UHLQLJLQJVPLGGHOJHEUXLNHQGDWVSHFLDDO
EHVWHPGLVYRRUDXWR
V

1DKHWZDVVHQGHDXWRJURQGLJPHWODXZ
RINRXGZDWHUDIVSRHOHQ/DDWGH]HHSQLHW
RSKHWRSSHUYODNYDQGHNDSGURJHQ

1DKHWZDVVHQGHDXWRDIGURJHQPHWHHQ
VFKRQH]HHPRPGHYRUPLQJYDQ
ZDWHUYOHNNHQWHYRRUNRPHQ:$$56&+8:,1*
Droog remmen die nat geworden zijn door
langzaam te rijden, het gaspedaal los te
laten en het rempedaal enkele malen licht
in te trappen totdat de remwerking weer
normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk. De
grotere remafstand of het naar één kant
trekken van de auto tijdens het remmen
kan een ernstig ongeluk veroorzaken. Licht
afremmen geeft aan of het remvermogen
verminderd is.
*HEUXLNYDQHHQDXWRPDWLVFKH
DXWRZDVLQVWDOODWLH
•.ODSGHSRUWLHUVSLHJHOVLQ
•'HNDQVEHVWDDWGDWGRRUGHERUVWHOVYDQ
GHDXWRPDWLVFKHDXWRZDVLQVWDOODWLHGH
ODNODDJVQHOOHU]LMQJODQVYHUOLHVWRI
YHURXGHUW
%LMJHEUXLNYDQHHQKRJHGUXN
DXWRZDVLQULFKWLQJ
(U]LMQDXWRZDVLQULFKWLQJHQGLHZHUNHQPHW
KRJHZDWHUWHPSHUDWXXUHQKRJHZDWHUGUXN
DIKDQNHOLMNYDQKHWW\SHDXWRZDVPDFKLQH$OV
KHWVSURHLHUPRQGVWXNYDQGHDXWRZDVLQULFKWLQJ
WHGLFKWELMGHDXWRZRUGWJHKRXGHQNDQGRRU
GHNUDFKWYDQGHZDWHUVWUDDOGHVLHUOLMVW
EHVFKDGLJGRIYHUYRUPGZRUGHQZDDUGRRUGH
DIGLFKWLQJYDQRQGHUGHOHQZRUGWDDQJHWDVWHQ
ZDWHUKHWLQWHULHXUNDQELQQHQGULQJHQ=RUJ
YRRUYROGRHQGHUXLPWH FPRIPHHU WXVVHQ
KHWVSURHLHUPRQGVWXNHQGHDXWR5LFKWGH
ZDWHUVWUDDOQLHWJHGXUHQGHODQJHUHWLMGRS
KHW]HOIGHJHGHHOWHYDQGHDXWRHQZHHVXLWHUVW
YRRU]LFKWLJELMKHWVSXLWHQWXVVHQRSHQLQJHQLQ
SRUWLHUHQHQURQGRPUDPHQ
2QGHUKRXGHQYHU]RUJLQJ
9HU]RUJLQJYDQKHWXLWHUOLMN


Page 611 of 735

23*(/(7
¾Bij het gebruik van het noodreservewiel is
het mogelijk dat de rijstabiliteit
vermindert vergeleken met wanneer
enkel de conventionele band wordt
gebruikt. Rijd voorzichtig.
¾Ter voorkoming van beschadiging van
het noodreservewiel of van de auto
dienen de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht genomen
te worden:
¾Rijd niet sneller dan 80 km/h.
¾Vermijd het rijden over obstakels. Rijd
niet met de auto door een
automatische autowas-installatie. De
diameter van deze band is kleiner dan
die van een conventionele band, de
grondspeling wordt daardoor
verminderd.
¾Geen sneeuwketting op deze band
gebruiken, aangezien deze niet goed
zal passen.
¾Gebruik dit noodreservewiel niet op
een andere auto, aangezien dit wiel
speciaal voor gebruik op uw Mazda
ontworpen is.
¾Gebruik slechts één noodreservewiel
tegelijkertijd op uw auto.
9HUZLMGHUHQYDQKHWUHVHUYHZLHO
 7LOGHNRIIHUUXLPWHEDJDJHUXLPWHPDW
RS

 'UDDLGHEHYHVWLJLQJVERXWYDQKHW
UHVHUYHZLHOOLQNVRP

Reservewielbevestigingsbout
9DVW]HWWHQYDQKHWUHVHUYHZLHO
%HUJKHWUHVHUYHZLHORSLQGHRPJHNHHUGH
YROJRUGHYDQKHWYHUZLMGHUHQ&RQWUROHHU
QDKHWRSEHUJHQGDWKHWUHVHUYHZLHOVWHYLJ
LVYDVWJH]HW
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
/HNNHEDQG