sensor MAZDA MODEL 2 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 384 of 827

xHet voorliggende voertuig rijdt
abnormaal als gevolg van een
ongeluk of schade.
xWegen met herhaalde op- en
aflopende hellingen.
xRijden op slechte wegen of
onverharde wegen.
xDe afstand tussen uw auto en het
voorliggende voertuig is
buitengewoon kort.
xEen voertuig komt plotseling dichtbij
zoals bij het snijden in de rijstrook.
xGebruik om onjuiste werking van het
systeem te voorkomen banden van
dezelfde voorgeschreven maat,
fabrikant, merk en profiel op alle 4
wielen. Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen of bandenspanningen
op dezelfde auto gebruiken (inclusief
het noodreservewiel).
xAls de accucapaciteit zwak is, bestaat
de kans dat het systeem niet correct
functioneert.
xBij het rijden op wegen met weinig
verkeer en weinig voorliggende
voertuigen of obstakels voor de
radarsensor (voor) om te bespeuren,
bespeurt de sensor dat de radarsensor
(voor) vuil is en bestaat de kans dat het
Smart Brake Support/Smart City Brake
Support (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (oranje) tijdelijk
gaat branden. Dit duidt echter niet op
een defect.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land
waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 385 of 827

5DGDUVHQVRUHQ DFKWHU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU 'HYROJHQGHV\VWHPHQPDNHQHYHQHHQV
JHEUXLNYDQGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU 
x'RGHKRHNPRQLWRUV\VWHHP %60
x$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
'HUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU GHWHFWHUHQGHUDGLRJROYHQGLHGRRUGHUDGDUVHQVRUZRUGHQ
XLWJH]RQGHQHQRSKXQEHXUWZHHUNDDWVWZRUGHQGRRUHHQYRHUWXLJGDWYDQDFKWHUHQQDGHUWRI
GRRUHHQREVWDNHO
Sedan Hatchback
Radarsensoren (achter) Radarsensoren (achter)
'HUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU ]LMQLQJHERXZGLQGHDFKWHUEXPSHUppQDDQGHUHFKWHU]LMGHHQ
ppQDDQGHOLQNHU]LMGH
+RXGKHWRSSHUYODNYDQGHDFKWHUEXPSHULQGHEXXUWYDQGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU DOWLMG
VFKRRQ]RGDWGHUDGDUVHQVRUHQ DFKWHU QRUPDDONXQQHQIXQFWLRQHUHQ%UHQJRRNJHHQ
YRRUZHUSHQ]RDOVVWLFNHUVDDQ
=LH9HU]RUJLQJYDQGHFDUURVVHULHRSSDJLQD
23*(/(7
Als de achterbumper een zware impact ontvangt, is het mogelijk dat het systeem niet meer
normaal functioneert. Stop onmiddellijk met het gebruik van het systeem en laat de auto
door een officiële Mazda-dealer inspecteren.
OPMERKING
xDe detectiecapaciteit van de radarsensoren (achter) heeft beperkingen. In de volgende
gevallen bestaat de kans dat het detectievermogen is verminderd en dat het systeem niet
normaal functioneert.
xDe achterbumper in de buurt van de radarsensoren (achter) is vervormd geraakt.
xNabij de radarsensoren (achter) op de achterbumper heeft zich sneeuw, ijs of modder
verzameld.
xBij slechte weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw en mist.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 386 of 827

xOnder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen doelobjecten
bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
xStilstaande objecten op of langs de weg, zoals kleine, tweewielige voertuigen, fietsen,
voetgangers, dieren en winkelwagens.
xVoertuigen met vormen die radargolven niet goed weerkaatsen, zoals lege opleggers
met een lage voertuighoogte en sportauto's.
xBij het verlaten van de fabriek is bij alle voertuigen de richting van de radarsensoren
(achter) afgesteld voor een voertuig in beladen toestand, zodat de radarsensoren (achter)
naderende voertuigen correct kunnen bespeuren. Laat de auto door een officiële
Mazda-dealer inspecteren als de richting van de radarsensoren (achter) om een bepaalde
reden is afgeweken.
xRaadpleeg een officiële Mazda-dealer voor reparatie of vervanging van de radarsensoren
(achter), of bumperreparaties, lakherstellingen en vervanging van onderdelen in de buurt
van de radarsensoren.
xSchakel het systeem uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals
een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven die door de radar worden uitgezonden geblokkeerd raken waardoor het
systeem niet meer normaal zal functioneren.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan de betreffende radiogolfbepalingen van het land
waarin met de auto wordt gereden. Als de auto in het buitenland wordt gebruikt, is er
mogelijk goedkeuring vereist van het land waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 387 of 827

8OWUDVRQLVFKHVHQVRU $FKWHU
'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ DFKWHU ]HQGHQXOWUDVRQLVFKHJROYHQXLWGLHZHHUNDDWVWZRUGHQ
GRRUREVWDNHOVDDQGHDFKWHU]LMGHHQGLHYHUYROJHQVZHHUGRRUGHXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ
DFKWHU ZRUGHQRSJHYDQJHQ
Sedan Hatchback
Ultrasonische sensor (achter)
Ultrasonische sensor (achter)
'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ DFKWHU ]LMQJHPRQWHHUGLQGHDFKWHUEXPSHU
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 395 of 827

%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP
+HWEDQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP 7306 FRQWUROHHUWGHEDQGHQVSDQQLQJYDQDOOHYLHU
EDQGHQ$OVGHEDQGHQVSDQQLQJYDQppQRIPHHUGHUHEDQGHQWHODDJLVZDDUVFKXZWKHW
V\VWHHPGHEHVWXXUGHUGRRUPLGGHOYDQKHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHYDQKHW
EDQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHPLQGHLQVWUXPHQWHQJURHSHQHHQSLHSWRRQ+HWV\VWHHP
FRQWUROHHUWGHEDQGHQVSDQQLQJLQGLUHFWRSEDVLVYDQGHJHJHYHQVGLHGRRUGH$%6
ZLHOVQHOKHLGVVHQVRUHQZRUGHQYHU]RQGHQ
2PKHWV\VWHHPFRUUHFWWHNXQQHQODWHQZHUNHQGLHQWKHWV\VWHHPPHWGHYRRUJHVFKUHYHQ
EDQGHQVSDQQLQJ ZDDUGHRSEDQGHQVSDQQLQJVODEHO JHwQLWLDOLVHHUGWHZRUGHQ9ROJGH
SURFHGXUHHQYRHUGHLQLWLDOLVDWLHXLW
=LH,QLWLDOLVHUHQYDQKHWEDQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHPRSSDJLQD
+HWZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDWNQLSSHUHQDOVKHWV\VWHHPGHIHFWLV
=LH:DDUVFKXZLQJVODPSMHVRSSDJLQD

ABS wielsnelheidssensor
23*(/(7
¾Elke band, inclusief het reservewiel (indien voorzien), dient maandelijks in koude toestand
gecontroleerd te worden en op de bandenspanning gebracht te worden welke wordt
aanbevolen door de autofabrikant op het voertuiginformatieplaatje of
bandenspanningslabel. (Als uw auto banden van een verschillende maat heeft dan de
maat die op het voertuiginformatieplaatje of bandenspanningslabel staat aangegeven,
dient u de juiste bandenspanning voor deze banden te bepalen.)
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 402 of 827

▼:HHUJDYHEHUHLNRSKHWVFKHUP
'HEHHOGHQRSKHWVFKHUPNXQQHQDIZLMNHQYDQGHZHUNHOLMNHRPVWDQGLJKHGHQ

(Schermdisplay)
Bumper
Vo o r w e r p
(Werkelijke aanzicht)
Kofferdeksel
(Sedan)/Bumper
(Hatchback)Indicatie voor
obstakeldetectie in
parkeersensorsysteem
(Displaytype met hulplijnen
voor geprojecteerd rijtraject)
Bepaalde modellen
OPMERKING
xHet weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie.
xHet weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
xDe afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke afstand
omdat de achteruitparkeercamera uitgerust is met een specifieke lens.
xHet is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van de
camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt van
reflecterend materiaal.
xOnder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar is,
echter dit duidt niet op een defect.
xOp donkere plaatsen.
xWanneer de temperatuur rondom de lens hoog/laag is.
xWanneer de camera nat is, zoals op een regenachtige dag of tijdens perioden van hoge
luchtvochtigheid.
xWanneer zich vreemde bestanddelen zoals modder rondom de camera hebben
vastgehecht.
7LMGHQVKHWULMGHQ
$FKWHUXLWNLMNPRQLWRU


Page 409 of 827

3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP
'HSDUNHHUVHQVRUHQPDNHQJHEUXLNYDQXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQGLHREVWDNHOVURQGRPGHDXWR
RSVSRUHQELMKHWULMGHQPHWODJHVQHOKHGHQ]RDOVELMKHWSDUNHUHQLQHHQJDUDJHRIKHWILOH
SDUNHUHQHQGHEHVWXXUGHUZRUGWGRRUHHQ]RHPHUHQHHQGHWHFWLHLQGLFDWRU

JHwQIRUPHHUG
RYHUGHDIVWDQG ELMEHQDGHULQJ YDQGHDXWRWRWGHRPOLJJHQGHKLQGHUQLV

Voorste sensorAchterste sensor Achterste sensor
Voor Achter
Sedan Hatchback
Voorste hoeksensor
Achterste hoeksensorAchterste hoeksensor
Bepaalde modellen.
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het parkeersensorsysteem en controleer tijdens het rijden steeds
visueel de veiligheid rondom uw auto:
Het systeem kan de bestuurder assisteren bij de besturing van de auto in voorwaartse en
achterwaartse richting tijdens het parkeren. Het detectiebereik van de sensoren is beperkt,
dus door tijdens het rijden enkel op het systeem te vertrouwen kunnen er ongelukken
veroorzaakt worden. Controleer tijdens het rijden steeds visueel de veiligheid rondom uw
auto.
OPMERKING
xBreng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de werking
van het systeem hinderen.
xAfhankelijk van de soort hindernis en de omgevingsomstandigheden kan het
detectiebereik van een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de
hindernissen niet kunnen opsporen.
xHet is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt:
xWanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht (wanneer
dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
xWanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het systeem
weer normaal).
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 410 of 827

xWanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.
xWanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.
xWanneer de auto buitengewoon scheef staat.
xOnder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.
xWanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met gras
bedekte wegen wordt gereden.
xAlles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een
andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
xWanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden die
opspattend water veroorzaken.
xWanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
xWanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.
xWanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
xHindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Obstakels die lager zijn
dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel gedetecteerd maar
worden naarmate de auto deze dichter nadert niet meer gedetecteerd.
xHet is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet worden gedetecteerd:
xDunne voorwerpen zoals kabel of touw
xMaterialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuw
xHoekvormige voorwerpen
xBijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijde
xKleine, korte voorwerpen
xLaat het systeem altijd inspecteren door een deskundige reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur) als de bumpers een schok of stoot hebben gekregen, ook bij
een klein ongeluk. Als de sensoren een afwijking hebben, kunnen ze hindernissen niet
opsporen.
x(Met voorste sensor en voorste hoeksensor)
Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon niet werkt of als het
indicatielampje niet brandt wanneer de parkeerhulpsensorsschakelaar wordt
ingeschakeld. Raadpleeg een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
x(Zonder voorste sensor en voorste hoeksensor)
Als er geen zoemtoon wordt gegeven is er mogelijk een defect in het systeem. Raadpleeg
een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur).
x(Met voorste sensor en voorste hoeksensor)
Het is mogelijk dat er een storing is in het systeem als de zoemtoon die een systeemstoring
aangeeft gehoord wordt en als het indicatielampje knippert. Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur).
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP


Page 411 of 827

xHet is mogelijk dat de zoemer die een storing in het systeem aangeeft niet wordt gehoord
als de omgevingstemperatuur buitengewoon laag is, of als er zich modder, ijs of sneeuw
aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het
sensorgedeelte.
▼6HQVRUGHWHFWLHEHUHLN
'HVHQVRUHQNXQQHQKLQGHUQLVVHQRSVSRUHQELQQHQKHWYROJHQGHEHUHLN

Detectiebereik van achterste sensor
Detectiebereik van achterste hoeksensor
B
Detectiebereik van voorste sensor
Detectiebereik van voorste hoeksensor
A
CA: Ongeveer 55 cm
B: Ongeveer 55 cm
C: Ongeveer 100 cm
D: Ongeveer 150 cm
D
2YHU]LFKWYDQGHDIVWDQGZHHUJDYH
'LVSOD\$IVWDQGWXVVHQKHWYRHUWXLJHQGHKLQGHU(
QLV
=RQGHU

Page 413 of 827

▼*HEUXLNYDQKHWSDUNHHUKXOSVHQVRUV\VWHHP
9RHUWXLJHQ]RQGHUYRRUVWHVHQVRUYRRUVWHKRHNVHQVRU
'HSDUNHHUVHQVRUHQNXQQHQZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUKHWFRQWDFWRS21VWDDWHQGH
YHUVQHOOLQJVKHQGHONHX]HKHQGHOLQGHVWDQG5ZRUGWJH]HW
9RHUWXLJHQPHWYRRUVWHVHQVRUYRRUVWHKRHNVHQVRU
:DQQHHUKHWFRQWDFWRS21VWDDWHQGHSDUNHHUVHQVRUVFKDNHODDUZRUGWLQJHGUXNWNOLQNWGH
]RHPHUHQJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
:DQQHHUGHSDUNHHUVHQVRULVJHDFWLYHHUGHQKHWFRQWDFWRS21ZRUGWJH]HWJDDWKHW
LQGLFDWLHODPSMHEUDQGHQ
'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPKHWV\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ
Indicatielampje
%HGLHQLQJVYRRUZDDUGHQ
+HWSDUNHHUVHQVRUV\VWHHPNDQZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUDDQDOOHRQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQ
LVYROGDDQ
x+HWFRQWDFWZRUGWRS21JH]HW
x'HSDUNHHUVHQVRUVFKDNHODDULVDDQJH]HW
OPMERKING
x(Voertuig met automatische transmissie)
De detectie-indicator en de zoemer van de voorste sensoren/voorste hoeksensoren werken
niet wanneer de keuzehendel in de stand P staat.
xWanneer de handrem wordt aangetrokken, worden de detectie-indicator en de zoemer niet
geactiveerd.
7LMGHQVKHWULMGHQ
3DUNHHUVHQVRUV\VWHHP


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >