Tanken MAZDA MODEL 2 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 117 of 827

¾Als er niet regelmatig met de originele Mazda-kleppenreiniger wordt gereinigd, zijn
reparatiekosten vanwege motorstoringen ten gevolge van afzettingen voor rekening van
de klant.
*HEUXLNYDQGHUHLQLJHU
=RUJYRRUHHQYROOHEUDQGVWRIWDQNHQJLHWIOHVRULJLQHOH0D]GDNOHSSHQUHLQLJHUGLUHFWLQ
GHWDQN
OPMERKING
xWanneer de kleppenreiniger aan een volle brandstoftank wordt toegevoegd, wordt de
juiste concentratie bereikt. Dit zorgt dat de brandstof met de kleppenreiniger gedurende
een lange periode in aanraking komt met de afzettingen, waardoor de beste reiniging
wordt behaald.
xAls de kleppenreiniger wordt toegevoegd wanneer de brandstoftank niet vol is, moet u zo
snel mogelijk bijtanken. Zie de periodieke onderhoudsbeurten (pagina 6-4) voor
informatie over de regelmaat waarmee de kleppenreiniger moet worden toegevoegd.
▼9HUHLVWHEUDQGVWRI 6.<$&7,9'
'HDXWR]DOHIILFLsQWIXQFWLRQHUHQRSGLHVHOEUDQGVWRIPHWVSHFLILFDWLH(1RI
JHOLMNZDDUGLJ
23*(/(7
¾Gebruik voor uw auto nooit andere brandstof dan specificatie EN590 of gelijkwaardig.
Gebruik van benzine of petroleum in dieselmotoren heeft beschadiging van de motor tot
gevolg.
¾Voorzie het brandstofsysteem nooit van toevoegingen anders dan een origineel
Mazda-product, aangezien het uitlaatgasreinigingssysteem daardoor beschadigd kan
worden. Raadpleeg een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor bijzonderheden.
OPMERKING
Bij het tanken altijd ten minste 10 liter brandstof bijvullen.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%UDQGVWRIHQHPLVVLH


Page 121 of 827

$IVOXLWNOHSYDQ
EUDQGVWRIWDQNGRSHQ
EUDQGVWRIWDQNGRS
:$$56&+8:,1*
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein stukje
losdraaien, wachten tot het sissende geluid
ophoudt en vervolgens de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk. Brandstof die
op de huid of in de ogen terechtkomt kan
brandwonden veroorzaken en bij inslikken
ziekte tot gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in de
brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd wordt.
Alvorens te tanken, de motor stopzetten en
vonken en open vuur steeds uit de buurt
van de vulhals houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur tot
ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de verkeerde
brandstoftankdop of het niet gebruiken
van een brandstoftankdop
brandstoflekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
Niet verder bijtanken nadat het mondstuk
van de brandstofpompslang automatisch
is gestopt:
Doorgaan met tanken nadat het mondstuk
van de brandstofpompslang automatisch
is gestopt is gevaarlijk, aangezien het
overmatig vullen van de brandstoftank
overstroming van brandstof of lekkage kan
veroorzaken. Overstroming van brandstof
en lekkage kan het voertuig beschadigen
en als de brandstof ontvlamt kan dit brand
en ontploffing veroorzaken met ernstig of
dodelijk letsel als gevolg.
23*(/(7
Gebruik altijd uitsluitend een originele
Mazda tankdop of een gelijkwaardige voor
uw auto geschikte brandstoftankdop,
verkrijgbaar bij deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële Mazda-reparateur).
Een verkeerde tankdop kan een ernstige
storing in het brandstofsysteem of het
uitlaatgasreinigingssysteem veroorzaken.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%UDQGVWRIHQHPLVVLH


Page 186 of 827

OPMERKING
x(Auto’s met type B audio)
Als dagteller TRIP A wordt teruggesteld
met behulp van de dagteller wanneer de
functie die de brandstofverbruikmonitor
aan de dagteller koppelt (terugstelt) is
ingeschakeld, worden de
brandstofverbruikgegevens in
samenhang met dagteller TRIP A
teruggesteld.
Zie Brandstofverbruikmonitor op pagina
4-98.
xEnkel door de dagtellers worden tienden
van kilometers geregistreerd.
xDe registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
xDe stroomtoevoer wordt onderbroken
(zekering is doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
xDe gereden afstand 9.999,9 km
overschrijdt.
%RRUGFRPSXWHU
7HUZLMOKHWFRQWDFWRS21VWDDWNDQGRRU
KHWLQGUXNNHQYDQGHNHX]HVFKDNHODDUGH
YROJHQGHLQIRUPDWLHZRUGHQJHVHOHFWHHUG
x*HVFKDWWHDIVWDQGGLHXNXQWDIOHJJHQ
PHWGHYRRUUDGLJHEUDQGVWRI
x+XLGLJHEUDQGVWRIYHUEUXLN
5DDGSOHHJHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU ELM
YRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU
DOVXSUREOHPHQKHHIWPHWGH
ERRUGFRPSXWHU
0RGXVYRRUDIVWDQGGLHPHWYRRUUDGLJH
EUDQGVWRINDQZRUGHQDIJHOHJG
%LMJHEUXLNYDQGH]HIXQFWLHZRUGWGH
DIVWDQG ELMEHQDGHULQJ EHUHNHQGGLHX
PHWGHYRRUUDGLJHEUDQGVWRINXQW
DIOHJJHQJHEDVHHUGRSKHW
EUDQGVWRIYHUEUXLN
'HDIVWDQGGLHPHWGHYRRUUDGLJH
EUDQGVWRINDQZRUGHQDIJHOHJGZRUGW
EHUHNHQGHQ]DOHONHVHFRQGHZRUGHQ
JHWRRQG
OPMERKING
xAlhoewel de indicatie voor de afstand
die kan worden afgelegd met de
voorradige brandstof een voldoende
resterend aantal kilometers aangeeft
alvorens bijtanken noodzakelijk wordt,
zo spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
xDe indicatie verandert mogelijk niet
tenzij u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
,QVWUXPHQWHQJURHSHQGLVSOD\


Page 188 of 827

OPMERKING
Wanneer de naald van de toerenteller in de
GESTREEPTE ZONE komt, toont dit de
bestuurder dat de versnelling
overgeschakeld moeten worden alvorens
de naald in de RODE ZONE komt.
▼%UDQGVWRIPHWHU
'HEUDQGVWRIPHWHUJHHIWELMEHQDGHULQJGH
LQGHEUDQGVWRIWDQNUHVWHUHQGHKRHYHHOKHLG
EUDQGVWRIDDQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS21
ZRUGWJH]HW+HWZRUGWDDQEHYROHQGHWDQN
YRRUPHHUGDQJHYXOGWHKRXGHQ

Vo l
1/4 Vol
Leeg
$OVKHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHYRRUODDJ
EUDQGVWRISHLOJDDWEUDQGHQRIKHW
EUDQGVWRISHLOHUJODDJLVGHWDQN]R
VSRHGLJPRJHOLMNELMYXOOHQ
$OVGHPRWRURQUHJHOPDWLJJDDWGUDDLHQRI
DIVODDWDOVJHYROJYDQHHQODDJ
EUDQGVWRISHLO]RVSRHGLJPRJHOLMN
ELMWDQNHQHQWHQPLQVWHOLWHUEUDQGVWRI
ELMYXOOHQ
=LH0DDWUHJHOHQQHPHQRSSDJLQD
OPMERKING
xNa het bijtanken van brandstof kan het
enige tijd duren voordat de indicator
stabiel wordt. Bovendien kan bij het
rijden op hellingen of in bochten de
indicator afwijken als gevolg van de
beweging van de brandstof in de tank.
xDe display die een kwart of minder
resterende brandstof aangeeft heeft
meer segmenten om het resterende
brandstofniveau in groter detail te
tonen.
xDe richting van de pijl () geeft aan
dat de afsluitklep van de
brandstoftankdop zich aan de linkerzijde
van de auto bevindt.
▼▼'DVKERDUGYHUOLFKWLQJ
=RQGHUDXWRPDWLVFKH
YHUOLFKWLQJVUHJHOLQJ
:DQQHHUKHWFRQWDFWRS21VWDDWHQGH
SRVLWLHODPSHQZRUGHQLQJHVFKDNHOGZRUGW
GHKHOGHUKHLGYDQGHGDVKERDUGYHUOLFKWLQJ
JHGLPG
0HWDXWRPDWLVFKHYHUOLFKWLQJVUHJHOLQJ
:DQQHHUKHWFRQWDFWRS21VWDDWHQGH
SRVLWLHODPSHQZRUGHQLQJHVFKDNHOGZRUGW
GHKHOGHUKHLGYDQGHGDVKERDUGYHUOLFKWLQJ
JHGLPG:DQQHHUHFKWHUGHOLFKWVHQVRU
EHVSHXUWGDWGHRPJHYLQJKHOGHULV]RDOV
ZDQQHHUGHSRVLWLHODPSHQRYHUGDJZRUGHQ
LQJHVFKDNHOGGLPWGH
GDVKERDUGYHUOLFKWLQJQLHW
7LMGHQVKHWULMGHQ
,QVWUXPHQWHQJURHSHQGLVSOD\


Page 191 of 827

▼%RRUGFRPSXWHUHQ,1)2
VFKDNHODDU

7HUZLMOKHWFRQWDFWRS21VWDDWNDQGRRU
KHWLQGUXNNHQYDQGH,1)2VFKDNHODDUGH
YROJHQGHLQIRUPDWLHZRUGHQJHVHOHFWHHUG
x0RGXVYRRUDIVWDQGGLHPHWYRRUUDGLJH
EUDQGVWRINDQZRUGHQDIJHOHJG
x*HPLGGHOGEUDQGVWRIYHUEUXLNPRGXV
x+XLGLJHEUDQGVWRIYHUEUXLNPRGXV
x0RGXVYRRUJHPLGGHOGHULMVQHOKHLG
x5LMVQHOKHLGVDODUPPRGXV
5DDGSOHHJHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU ELM
YRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXU
DOVXSUREOHPHQKHHIWPHWGH
ERRUGFRPSXWHU
0RGXVYRRUDIVWDQGGLHPHWYRRUUDGLJH
EUDQGVWRINDQZRUGHQDIJHOHJG
%LMJHEUXLNYDQGH]HIXQFWLHZRUGWGH
DIVWDQG ELMEHQDGHULQJ EHUHNHQGGLHX
PHWGHYRRUUDGLJHEUDQGVWRINXQW
DIOHJJHQJHEDVHHUGRSKHW
EUDQGVWRIYHUEUXLN

'HDIVWDQGGLHPHWGHYRRUUDGLJH
EUDQGVWRINDQZRUGHQDIJHOHJGZRUGW
EHUHNHQGHQ]DOHONHVHFRQGHZRUGHQ
JHWRRQG
(XURSHHVPRGHO
%HKDOYH(XURSHHVPRGHO
OPMERKING
xAlhoewel de indicatie voor de afstand die
kan worden afgelegd met de voorradige
brandstof een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens bijtanken
noodzakelijk wordt, zo spoedig mogelijk
bijtanken als het brandstofpeil erg laag is
of als het waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
xDe indicatie verandert mogelijk niet tenzij
u meer dan ongeveer 9 liter brandstof
tankt.
xDe afstand die kan worden afgelegd met
de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de auto
gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter (die de
resterende brandstofvoorraad aangeven)
verdwijnen.
xAls er geen historische
brandstofverbruiksgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist heeft
aangeschaft of de gegevens als gevolg van
het losmaken van de accukabels zijn
gewist, is het mogelijk dat de feitelijke
afstand die met de voorradige brandstof
kan worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
,QVWUXPHQWHQJURHSHQGLVSOD\

%HSDDOGHPRGHOOHQ