gas type MAZDA MODEL 2 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 47 of 827

OPMERKING
xHet is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet functioneert,
afhankelijk van het type botsing. Zie
voor bijzonderheden, Criteria voor SRS
airbag activering (pagina 2-65).
xBij het in werking treden van de airbags
en de voorspanners zal er enige rook
(een niet-toxisch gas) vrijkomen. Dit
duidt echter niet op brand. Dit gas heeft
normaal geen effect op de inzittenden,
echter bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of van
het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in de
ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 141 of 827

OPMERKING
Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen op de
voorwielen.9ORHUPDW
:HUDGHQKHWJHEUXLNYDQRULJLQHOH
0D]GDYORHUPDWWHQDDQ
:$$56&+8:,1*
Zet de vloermatten met de doorvoerbuisjes
of de houders vast om te voorkomen dat
deze onder de voetpedalen beklemd raken
(bestuurderszijde):
Gebruik van een vloermat die niet goed is
bevestigd is gevaarlijk aangezien deze de
bediening van het gas- en rempedaal
(bestuurderszijde) zal hinderen wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Gebruik enkel een vloermat die
overeenkomt met de vorm van de vloer
aan de bestuurderszijde en plaats deze in
de juiste richting.
Zet de vloermat vast met gebruik van de
openingen of sluitingen.
Er zijn diverse manieren om vloermatten
vast te zetten afhankelijk van het gebruikte
type, dus zet de mat vast overeenkomstig
het type.
Controleer na het aanbrengen van de
vloermat dat deze niet heen en weer of van
voren naar achteren schuift en dat er
voldoende ruimte is tussen de mat en de
gas- en rempedalen aan de
bestuurderszijde.
Nadat u voor schoonmaken of om een
andere reden de vloermat heeft verwijderd,
deze altijd weer stevig op zijn plaats
aanbrengen en daarbij de zojuist vermelde
voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
5LMWLSV


Page 314 of 827

¾Auto rijdt op andere wegen dan snelwegen of hoofdwegen.
¾Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.
¾Wanneer banden van een andere dan de voorgeschreven maat worden gebruikt, zoals een
noodreservewiel.
23*(/(7
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat het LAS en LDWS systeem normaal
kan functioneren.
¾Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen.
¾Gebruik altijd velgen van het voorgeschreven type en formaat voor de voor- en
achterwielen. Raadpleeg een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor het vervangen van de banden.
OPMERKING
xWanneer de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om van rijstrook te veranderen, wordt
het LAS en LDWS systeem automatisch uitgeschakeld. Het LAS en LDWS systeem wordt
weer operationeel wanneer de richtingaanwijzerhendel wordt teruggezet en het systeem
witte (gele) rijstrookstrepen bespeurt terwijl met de auto normaal binnen de rijstrook
wordt gereden.
xAls het stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal abrupt worden bediend en de auto dicht
in de buurt van een witte (gele) streep komt, bepaalt het systeem dat de bestuurder van
rijstrook verandert en wordt de werking van het LAS en LDWS systeem tijdelijk
uitgeschakeld. Het LAS en LDWS systeem wordt weer operationeel wanneer het systeem
witte (gele) rijstrookstrepen bespeurt terwijl met de auto normaal binnen de rijstrook
wordt gereden.
xAls de auto binnen een korte periode van tijd bij herhaling van de rijstrook afwijkt,
bestaat de kans dat het LAS en LDWS systeem niet functioneert.
xHet LAS en LDWS systeem functioneert niet wanneer witte (gele) rijstrookstrepen niet
worden bespeurd.
xOnder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat het LAS en LDWS systeem de
witte (gele) rijstrookstrepen niet correct kan bespeuren en dat het systeem niet normaal
functioneert.
xAls een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is in de voorruit weerkaatst
wordt en door de camera wordt opgenomen.
xWanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst en de
auto overhelt.
xWanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.
xWanneer andere banden dan conventionele banden zijn gemonteerd.
xAuto rijdt op een kruising of een splitsende weg.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(