radio MAZDA MODEL 2 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 90 of 827

6OHXWHOV
:$$56&+8:,1*
Laat nooit de sleutel in uw auto achter
wanneer er zich kinderen in bevinden en
bewaar ze op een plaats waar uw kinderen
ze niet kunnen vinden en er niet mee
kunnen spelen:
Het is gevaarlijk kinderen in een auto
achter te laten waarvan de sleutel in het
contact steekt. Dit kan tot gevolg hebben
dat iemand ernstig letsel wordt
toegebracht of zelfs tot een ongeluk met
dodelijke afloop leiden. Kinderen vinden
deze sleutels mogelijk interessant
speelgoed en zouden de elektrische
ruitbediening of andere functies in werking
kunnen stellen of zelfs de auto in beweging
kunnen zetten.
23*(/(7
¾Aangezien de sleutel (zender) gebruik
maakt van radiogolven van lage
intensiteit, bestaat de kans dat deze
onder de volgende omstandigheden niet
correct functioneert:
¾De sleutel wordt meegedragen samen
met communicatieapparatuur zoals
mobiele telefoons.
¾De sleutel komt in contact met of
wordt afgedekt door een metalen
voorwerp.
¾De sleutel bevindt zich in de buurt van
elektronische apparatuur zoals
personal computers.
¾Er is niet-originele Mazda apparatuur
in de auto geïnstalleerd.
¾Er bevindt zich apparatuur welke
radiogolven uitzendt in de buurt van
de auto.
¾Het is mogelijk dat de sleutel (zender)
buitengewoon veel batterijvermogen
verbruikt als deze radiogolven van hoge
intensiteit ontvangt. Plaats de sleutel niet
in de buurt van elektronische apparatuur
zoals televisies of personal computers.
¾Volg onderstaande instructies om
beschadiging van de sleutel (zender) te
voorkomen:
¾Laat de sleutel niet vallen.
¾Laat de sleutel niet nat worden.
¾Demonteer de sleutel niet.
¾Stel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals het
dashboard of de motorkap, onder
direct zonlicht.
¾Stel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
¾Plaats geen zware voorwerpen op de
sleutel.
¾Plaats de sleutel niet in een
ultrasonisch reinigingsapparaat.
¾Plaats geen magnetische voorwerpen
in de buurt van de sleutel.

+HWFRGHQXPPHUYDQGHVOHXWHOVLV
LQJHSRQVWRSKHWSODDWMHGDWDDQGH
VOHXWHOVHWEHYHVWLJGLVPDDNGLWSODDWMHORV
HQEHZDDUGLWRSHHQYHLOLJHSODDWV QLHWLQ
GHDXWR YRRUKHWJHYDOXHHQQLHXZH
VOHXWHOPRHWEHVWHOOHQ KXOSVOHXWHO 
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
6OHXWHOV


Page 97 of 827

*HDYDQFHHUGH
DIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJ

:$$56&+8:,1*
Radiogolven van de sleutel kunnen van
invloed zijn op medische apparatuur zoals
pacemakers:
Alvorens de sleutel te gebruiken in de
nabijheid van personen die medische
apparatuur gebruiken, de fabrikant van de
apparatuur of uw arts vragen of de
radiogolven van de sleutel van invloed zijn
op de apparatuur.
0HWGHJHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLHNXQWXKHW
SRUWLHUHQGHDFKWHUNOHSKHWNRIIHUGHNVHO
YHUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQRIGH
DFKWHUNOHSKHWNRIIHUGHNVHORSHQHQWHUZLMO
XGHVOHXWHOELMXGUDDJW

6\VWHHPGHIHFWHQRIZDDUVFKXZLQJHQ
ZRUGHQDDQJHJHYHQGRRUGHYROJHQGH
ZDDUVFKXZLQJVSLHSWRQHQ
x:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
YHU]RHNVFKDNHODDUEXLWHQZHUNLQJ
=LH:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
YHU]RHNVFKDNHODDUEXLWHQZHUNLQJ PHW
JHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH RSSDJLQD

x:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOLQEDJDJHUXLPWH
NRIIHUUXLPWHDFKWHUJHODWHQ
=LH:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOLQEDJDJHUXLPWH
NRIIHUUXLPWHDFKWHUJHODWHQ
ZDDUVFKXZLQJV]RHPWRRQ PHW
JHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH RSSDJLQD

x:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
VOHXWHOLQDXWRDFKWHUJHODWHQ
=LH:DDUVFKXZLQJV]RHPHU
6OHXWHOLQDXWRDFKWHUJHODWHQ PHW
JHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH RSSDJLQD

OPMERKING
De functies van het geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kunnen
buiten werking gesteld worden om
mogelijke nadelige invloeden op een
gebruiker die een pacemaker of andere
medische apparatuur draagt te
voorkomen. Als het systeem buiten
werking is gesteld, zult u de motor niet
kunnen starten wanneer u de sleutel bij u
draagt. Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor bijzonderheden.
Als het geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingssysteem buiten
werking is gesteld, kunt u de motor starten
door het volgen van de procedure die
wordt aangegeven voor wanneer de
sleutelbatterij uitgeput is.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina 4-10.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
*HDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGHSRUWLHUYHUJUHQGHOLQJ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 98 of 827

:HUNLQJVEHUHLN
+HWV\VWHHPZHUNWXLWVOXLWHQGZDQQHHUGH
EHVWXXUGHU]LFKLQGHDXWRRIELQQHQKHW
ZHUNLQJVEHUHLNEHYLQGWHQGHVOHXWHOELM
]LFKKHHIW
OPMERKING
Wanneer de batterij bijna uitgeput is of op
plaatsen waar er radiogolven met hoge
intensiteit of storing is, bestaat de kans dat
het werkingsbereik kleiner wordt of dat het
systeem niet functioneert. Zie voor het
bepalen van het vernieuwen van de
batterij Afstandbediende
portiervergrendeling op pagina 3-3.
▼9HUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSKHW
NRIIHUGHNVHO
Buitenantenne
80 cm 80 cm
Werkingsbereik
OPMERKING
xDe kans bestaat dat het systeem niet
werkt als u zich te dicht bij de ramen of
de portierkrukken bevindt.
xAls de sleutel op de volgende plaatsen is
achtergelaten en u de auto verlaat,
bestaat de kans dat de portieren
afhankelijk van de condities van de
radiogolven vergrendeld worden, ook
als de sleutel in de auto is achtergelaten.
xRondom het instrumentenpaneel
xIn een opbergvak zoals het
dashboardkastje of de middenconsole
xOp de hoedenplank (sedan)
xVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
▼▼2SHQHQYDQGHDFKWHUNOHSKHW
NRIIHUGHNVHO
Buitenantenne
80 cm
Werkingsbereik
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
*HDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGHSRUWLHUYHUJUHQGHOLQJ


Page 100 of 827

OPMERKING
xZet de motor altijd stop en sluit de
portieren. Laat bovendien ter
voorkoming van diefstal nooit
waardevolle voorwerpen in het interieur
achter.
xAls de sleutel op de volgende plaatsen is
achtergelaten en u de auto verlaat,
bestaat de kans dat de portieren
afhankelijk van de condities van de
radiogolven vergrendeld worden, ook
als de sleutel in de auto is achtergelaten.
xRondom het instrumentenpaneel
xIn een opbergvak zoals het
dashboardkastje of de middenconsole
xOp de hoedenplank (sedan)
xVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
xDe buitensluitingspreventiefunctie
voorkomt dat u uzelf uit de auto kunt
buitensluiten.
(Europees model)
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van de
centrale portiervergrendeling wanneer
een van de portieren geopend is.
Als alle portieren gesloten zijn zullen
alle portieren vergrendeld worden,
alhoewel de achterklep/het kofferdeksel
open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van de
centrale portiervergrendeling wanneer
een van de portieren of de achterklep
geopend is.
x(Portierontgrendel(regel)systeem met
botsingsdetectie)
*
Dit systeem ontgrendelt automatisch de
portieren en de achterklep/het
kofferdeksel in het geval de auto bij een
ongeluk is betrokken om de passagiers
in staat te stellen het voertuig
onmiddellijk te verlaten en te voorkomen
dat zij binnenin opgesloten raken. In het
geval de auto een botsing te verwerken
krijgt die krachtig genoeg is om de
airbags op te blazen en het contact is
ingeschakeld, worden ongeveer 6
seconden na het tijdstip van het ongeval
alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel automatisch ontgrendeld.
Het is mogelijk dat de portieren en de
achterklep/het kofferdeksel niet
ontgrendelen afhankelijk van hoe de
botsing wordt opgevangen, de kracht
van de botsing en andere
omstandigheden die zich bij het ongeval
voordoen.
Als systemen die verband houden met de
portieren of de accu defect zijn geraakt,
zullen de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel niet ontgrendelen.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 133 of 827

¾Als de motor niet met de correcte sleutel
gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindicatielampje blijft
branden of knipperen, is er mogelijk een
defect in het systeem. Raadpleeg een
deskundige reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur).
OPMERKING
xDe sleutels bevatten een unieke
elektronische code. In verband hiermee
en om veiligheidsredenen is er een
wachttijd voor het verkrijgen van een
vervangende sleutel. Deze sleutels zijn
uitsluitend verkrijgbaar via een officiële
Mazda reparateur.
xHoud steeds een reservesleutel bij de
hand voor het geval er een sleutel
verloren raakt. Raadpleeg in het geval
van verlies van een sleutel zo spoedig
mogelijk een officiële Mazda reparateur.
xAls u een sleutel verliest, zal een
officiële Mazda reparateur de
elektronische codes van uw resterende
sleutels en het start-blokkeersysteem
opnieuw instellen. Breng alle resterende
sleutels naar de officiële Mazda
reparateur om deze opnieuw te laten
instellen.
Starten van uw auto met een sleutel
waarvan de code niet opnieuw is
ingesteld zal niet mogelijk zijn.
▼:HUNLQJ
OPMERKING
xDe kans bestaat dat de motor niet start
en dat het
beveiligingssysteemindicatielampje
brandt of knippert als de sleutel op
plaatsen gelegd wordt waar het moeilijk
is voor het systeem het signaal te
ontvangen, zoals op het
instrumentenpaneel of in het
dashboardkastje. Breng de sleutel naar
een plaats binnen het signaalbereik, zet
het contact uit en start vervolgens de
motor opnieuw.
xHet is mogelijk dat uw
start-blokkeersysteem storing
ondervindt van signalen van een TV of
radiozender, van zend/ontvang
apparatuur of van een mobiele telefoon.
Als u de juiste sleutel gebruikt en u de
motor niet kunt starten, het
beveiligingssysteemindicatielampje
controleren.
,QVWDDWYDQSDUDDWKHLGEUHQJHQ
+HWV\VWHHPLVLQVWDDWYDQSDUDDWKHLG
ZDQQHHUKHWFRQWDFWYDQXLW21RSXLW
JH]HWZRUGW
+HWEHYHLOLJLQJVV\VWHHPLQGLFDWLHODPSMHLQ
GHLQVWUXPHQWHQJURHSNQLSSHUWHONH
VHFRQGHQWRWGDWKHWV\VWHHPEXLWHQ
ZHUNLQJJHVWHOGZRUGW

$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%HYHLOLJLQJVV\VWHHP


Page 162 of 827

'HPRWRUVWDUWHQ
:$$56&+8:,1*
Radiogolven van de sleutel kunnen van
invloed zijn op medische apparatuur zoals
pacemakers:
Alvorens de sleutel te gebruiken in de
nabijheid van personen die medische
apparatuur gebruiken, de fabrikant van de
apparatuur of uw arts vragen of de
radiogolven van de sleutel van invloed zijn
op de apparatuur.
OPMERKING
xU dient de sleutel met u mee te dragen
omdat in de sleutel een
start-blokkeerchip is ingebouwd die op
korte afstand met het motorstuursysteem
moet communiceren.
xDe motor kan gestart worden wanneer
de startdrukknop vanuit uit, ACC of ON
wordt ingedrukt.
xDe functies van het
startdrukknopsysteem (functie waarmee
de motor gestart kan worden door enkel
het meedragen van de sleutel) kunnen
buiten werking gesteld worden om
mogelijke nadelige invloeden op een
gebruiker die een pacemaker of andere
medische apparatuur draagt te
voorkomen. Als het systeem buiten
werking is gesteld, zult u de motor niet
kunnen starten wanneer u de sleutel bij
u draagt. Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor
bijzonderheden. Als de functies van het
startdrukknopsysteem buiten werking
zijn gesteld, kunt u de motor starten
door het volgen van de procedure die
wordt aangegeven voor wanneer de
sleutelbatterij uitgeput is.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-10.
xNa het starten van een koude motor,
neemt het motortoerental toe en wordt
een gierend geluid vanuit de
motorruimte hoorbaar.
Dit is om de uitlaatgasreiniging te
verbeteren en duidt niet op defecte
onderdelen.
 =RUJHUYRRUGDWXGHVOHXWHOELMX
GUDDJW
 'HLQ]LWWHQGHQGLHQHQKXQ
YHLOLJKHLGVJRUGHOVYDVWWHPDNHQ
 =RUJHUYRRUGDWGHKDQGUHP
DDQJHWURNNHQLV
 %OLMIKHWUHPSHGDDOVWHYLJLQWUDSSHQ
WRWGDWGHPRWRUYROOHGLJJHVWDUWLV
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 281 of 827

xDe kans bestaat dat een BSM waarschuwingsindicatielampje gaat knipperen of dat de
waarschuwingszoemer en de weergave van een waarschuwingsindicatie op het scherm
enkele malen worden geactiveerd bij het afslaan op een kruising in een stad.
xSchakel de BSM uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een
fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven van de radar geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal
functioneren.
xIn de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de BSM waarschuwingsindicatielampjes die
op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/knipperen.
xWanneer de portierspiegels bedekt zijn met sneeuw of ijs.
xWanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
xHet systeem schakelt over naar de functie van het achteruitrijwaarschuwingssysteem
wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
Zie Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) op pagina 4-139.
▼'RGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHV'RGHKRHNPRQLWRU
%60 ZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
+HW%60V\VWHHPRIDFKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$ DWWHQGHHUWGHEHVWXXUGHURS
GHDDQZH]LJKHLGYDQYRHUWXLJHQLQQDDVWJHOHJHQULMVWURNHQRIDDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWR
PHWEHKXOSYDQKHW%60ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHKHWZDDUVFKXZLQJVJHOXLGHQGH
GLVSOD\LQGLFDWRU YRHUWXLJHQPHW$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\  %60 ZDQQHHUGHV\VWHPHQ
RSHUDWLRQHHO]LMQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 299 of 827

xDe auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto
x(Met dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM) OFF
schakelaar.
(Zonder dodehoekmonitor (BSM) OFF schakelaar)
Direct nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
xIn de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien
branden/knipperen.
xDe portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.
xWanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder.
xSchakel het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) uit wanneer u een aanhanger trekt
of wanneer u hulpuitrusting zoals een fietsdrager aan de achterzijde van de auto hebt
geïnstalleerd. Anders zullen de radiogolven die door de radar worden uitgezonden
geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal functioneren.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 383 of 827

¾Als het voorste gedeelte van de auto bij een botsing beschadigd is geraakt, bestaat de kans
dat de radarsensor (voor) uit zijn positie is verschoven. Zet het systeem onmiddellijk stop en
laat de auto altijd door een deskundige reparateur (bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) inspecteren.
¾Gebruik de voorbumper niet om tegen andere voertuigen of obstakels te duwen, zoals bij
het wegrijden uit een parkeerruimte. Anders bestaat de kans dat tegen de radarsensor
(voor) wordt gestoten en dat de positie ervan gaat afwijken.
¾De radarsensor (voor) niet verwijderen, demonteren of wijzigen.
¾Neem voor reparaties, vervangen van onderdelen of spuitwerk rondom de radarsensor
(voor) contact op met een deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
¾Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen. Als er wijzigingen aan de vering worden
aangebracht, kan dit de hoogte van de auto veranderen en bestaat de kans dat de
radarsensor (voor) het voorliggende voertuig of een obstakel niet correct kan bespeuren.
OPMERKING
xOnder de volgende omstandigheden
bestaat de kans dat de radarsensor
(voor) voorliggende voertuigen of
obstakels niet correct kan bespeuren en
dat de systemen niet normaal
functioneren.
xDe radiogolven worden door de
achterzijde van een voorliggend
voertuig niet effectief weerkaatst,
zoals bij een ongeladen aanhanger of
een auto met een laadbak die door
een canvaszeil is afgedekt, voertuigen
met een achterklep van hard plastic
en voertuigen met ronde vormen.
xVoorliggende voertuigen die laag zijn
met dus een kleiner gebied voor het
weerkaatsen van radiogolven.
xHet uitzicht wordt verminderd als
gevolg van het opspatten van water,
sneeuw of zand van de banden van
een voorliggend voertuig op uw
voorruit.
xWanneer de kofferruimte/
bagageruimte beladen is met zware
voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
xIJs, sneeuw of verontreiniging op de
voorzijde van het voorembleem
aanwezig is.
xTijdens slechte
weersomstandigheden, zoals regen,
sneeuw of zandstormen.
xBij het rijden in de buurt van
installaties of voorwerpen die
krachtige radiogolven uitzenden.
xOnder de volgende omstandigheden is
het mogelijk dat de radarsensor (voor)
voorliggende voertuigen of obstakels
niet kan bespeuren.
xHet begin en het einde van een bocht.
xContinu bochtige wegen.
xWegen met smalle rijstroken als
gevolg van wegwerkzaamheden of
afgesloten rijstroken.
xHet voorliggende voertuig komt in de
dode hoek van de radarsensor.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 384 of 827

xHet voorliggende voertuig rijdt
abnormaal als gevolg van een
ongeluk of schade.
xWegen met herhaalde op- en
aflopende hellingen.
xRijden op slechte wegen of
onverharde wegen.
xDe afstand tussen uw auto en het
voorliggende voertuig is
buitengewoon kort.
xEen voertuig komt plotseling dichtbij
zoals bij het snijden in de rijstrook.
xGebruik om onjuiste werking van het
systeem te voorkomen banden van
dezelfde voorgeschreven maat,
fabrikant, merk en profiel op alle 4
wielen. Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen of bandenspanningen
op dezelfde auto gebruiken (inclusief
het noodreservewiel).
xAls de accucapaciteit zwak is, bestaat
de kans dat het systeem niet correct
functioneert.
xBij het rijden op wegen met weinig
verkeer en weinig voorliggende
voertuigen of obstakels voor de
radarsensor (voor) om te bespeuren,
bespeurt de sensor dat de radarsensor
(voor) vuil is en bestaat de kans dat het
Smart Brake Support/Smart City Brake
Support (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (oranje) tijdelijk
gaat branden. Dit duidt echter niet op
een defect.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land
waarin met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   1-10 11-20 21-30 next >