display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 553 of 741

*Bepaalde modellen.6–15
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderhoudsmonitor *
Onderhoudsmonitor (Type A/Type B audio)
“Olie verversen” met fl exibele instelling *1 is beschikbaar. Raadpleeg een offi ciële
Mazda reparateur voor details *2 . Zodra het systeem wordt geactiveerd, gaat het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep branden wanneer de resterende
gebruiksduur van de olie minder is dan 500 km of het resterende aantal dagen minder is dan
15 (naargelang de situatie welke zich het eerst voordoet).
Terugstelmethode
Houd met het contact uitgeschakeld de TRIP toets ingedrukt en schakel het contact
vervolgens in. Blijf de TRIP toets gedurende 5 seconden of langer ingedrukt houden. Het
hoofdwaarschuwingslampje gaat gedurende enkele seconden knipperen wanneer het resetten
voltooid is.
*1 Er is een fl exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de
motorolie beschikbaar (alleen in bepaalde landen van Europa). Op basis van de
gebruiksomstandigheden van de motor, berekent de boordcomputer in uw auto de
resterende gebruiksduur van de olie.
*2 Wanneer eenmaal de fl exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de
motorolie is geselecteerd, moet het systeem bij elke olieverversing teruggesteld worden,
ongeacht het verschijnen van het moersleutelindikatielampje.
Onderhoudsmonitor (Type C/Type D audio)
1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm en toon het “Applicaties” scherm.
2. Selecteer “Onderhoud” voor het tonen van het onderhoudsbeurtenscherm.
3. Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Verklaring
Onderhoud Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Tijd (maanden) Toont de tijd of de afstand tot aan de volgende
onderhoudsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de onderhoudsperiode.
“Nu gepland!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat
branden wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km of
het resterende aantal dagen minder is dan 15 (al naargelang wat
zich het eerst voordoet). Afstand (mijl of km)
Reset Stelt de tijd en afstand terug op de beginwaarden.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens
wanneer onderhoud wordt uitgevoerd worden teruggesteld.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 554 of 741

6–16
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Tabblad Onderwerp Verklaring
Bandenrotatie Instellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km) Toont de afstand tot aan de volgende beurt voor het onderling
verwisselen van de banden.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand voor het
onderling verwisselen van de banden.
“Bandenrotatie gepland!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat
branden wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
Reset Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit
telkens na het onderling verwisselen van de banden worden
teruggesteld.
Olie verversen Instellingen
*1 Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km) Toont de afstand tot aan de volgende olieverversingsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand tot aan de
volgende olieverversingsbeurt.
“Ververs olie!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat
branden wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
Reset Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens
na het verversen van de motorolie worden teruggesteld.
*1 Er is een fl exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie
beschikbaar (alleen in bepaalde landen van Europa). Raadpleeg een offi ciële Mazda
reparateur voor details.
Wanneer de fl exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie
eenmaal is geselecteerd, ziet u de volgende items in de display. De auto berekent de
resterende gebruiksduur van de olie op basis van de gebruiksomstandigheden van de
motor en u wordt op de hoogte gesteld wanneer een olieverversingsbeurt nodig is door
het oplichten van het moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep.
Tabblad Onderwerp Verklaring
Olie verversen Olie periode (%) Toont de gebruiksduur van de motorolie tot aan de volgende
olieverversingsbeurt.
“Ververs olie!” wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep
gaat branden wanneer de resterende afstand voor de
oliegebruiksduur minder is dan 500 km of het resterende
aantal dagen minder is dan 15 (al naargelang wat zich het eerst
voordoet).
Reset Stelt de resterende oliegebruiksduur terug naar 100 %.
Na het verversen van de motorolie moet het systeem steeds
worden teruggesteld.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 621 of 741

6–83
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
OPGELET
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
reinigingsmiddelen en procedures.
Andere middelen kunnen het uiterlijk
en de brandbestendigheid nadelig
beïnvloeden.
Paneel
Wanneer de interieurpanelen gereinigd
moeten worden, zacht materiaal gebruiken
zoals een zachte doek die is gedompeld
in schoon water en goed is uitgewrongen.
Verwijder daarmee het vuil voorzichtig
van het oppervlak. Volg onderstaande
procedure als een paneel verdere reiniging
behoeft.
1. Veeg het vuil weg met behulp van een
zachte doek die is gedompeld in een
zacht schoonmaakmiddel (ongeveer 5%
oplossing).
2. Veeg de restanten reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
OPMERKING
  Veeg lederen delen niet af met behulp
van alcohol, chloorbleekmiddel of
organische oplosmiddelen zoals
verdunner, benzeen of benzine.
Anders kan dit verkleuring of
vlekken veroorzaken.
  Krassen of deukjes in de panelen en
metalen bekleding die het gevolg zijn
van het gebruik van een harde borstel
of doek zijn mogelijk niet meer te
repareren.
  Wees vooral voorzichtig bij het
reinigen van hoogglanspanelen en
metalen bekleding aangezien deze
gemakkelijk bekrast raken.
Onderhoud van de actief rijden
display
Het buitenoppervlak van de combiner en
de spiegel zijn voorzien van een speciale
laag. Gebruik bij het reinigen geen grove
doek, of schoonmaakmiddel. In het geval
een chemisch oplosmiddel op de actief
rijden display is terechtgekomen, dit
onmiddellijk wegvegen. Anders bestaat de
kans dat de combiner en spiegel worden
beschadigd en dat de buitenste laag
bekrast wordt. Gebruik een dunne, zachte
doek, zoals gebruikt voor het reinigen van
brillenglazen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 623 of 741

*Bepaalde modellen.7–1
7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem
voordoet met de auto.
 
Parkeren in noodgevallen ................... 7-2
Parkeren in noodgevallen ............... 7-2
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
* ............................ 7-3
Lekke band .......................................... 7-4
Opbergplaatsen van reservewiel en
gereedschapset ............................... 7-4
Lekke band noodreparatieset
* ........ 7-9
Verwisselen van een lekke band (Met
reservewiel) .................................. 7-17
Accu is uitgeput ................................. 7-24
Starten met een hulpaccu ............. 7-24
Starten in noodgevallen .................... 7-28
Starten van een verzopen motor
(MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5 en
SKYACTIV-G 2.0) ....................... 7-28
Starten door aanduwen ................. 7-28
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2) ..................... 7-29
Oververhitting ................................... 7-30
Oververhitting .............................. 7-30
Slepen in noodgevallen ..................... 7-32
Sleepmethoden ............................. 7-32
Sleephaken ................................... 7-33 Waarschuwings-/indikatielampjes en
waarschuwingszoemers .................... 7-36
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen ................... 7-36
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ......................... 7-50
Berichten die verschijnen op de
display
* ......................................... 7-52
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd ................................... 7-54
Wanneer de achterklep/het kofferdeksel
niet geopend kan worden.................. 7-60
Wanneer de achterklep/
het kofferdeksel niet geopend kan
worden .......................................... 7-60
Actief rijden display functioneert
niet ...................................................... 7-62
Als de actief rijden display niet
functioneert .................................. 7-62
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 662 of 741

7–40
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Indikatielampje
voor defecte
stuurbekrachtiging Het lampje gaat branden/knipperen als er een defect is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Als het lampje gaat branden/knipperen, de auto op een veilige plaats tot stilstand
brengen en het stuurwiel niet draaien. Als het lampje na enige tijd uit gaat, is er geen
probleem. Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur als het lampje blijft branden/knipperen.
OPMERKING
Als het indikatielampje brandt/knippert, zal de stuurbekrachtiging niet normaal
functioneren. In dat geval kan het stuurwiel alsnog gedraaid worden, echter het
sturen gaat dan zwaarder dan normaal of het is mogelijk dat het stuurwiel tijdens
het draaien trilt.
Als tijdens stilstand of uiterst langzaam rijden het stuurwiel bij herhaling naar
links en naar rechts gedraaid wordt, is het mogelijk dat de defectbeveiliging van
het stuurbekrachtigingssysteem in werking treedt waardoor het sturen zwaarder
wordt. Dit duidt echter niet op een probleem. Parkeer in dit geval de auto op een
veilige plaats en wacht enkele minuten totdat het systeem weer normaal werkt.
Neem contact op met een offi ciële Mazda reparateur en laat de auto
inspecteren
Als een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, is er mogelijk
een defect in het systeem. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur, om uw auto te laten inspecteren.
Signaal Waarschuwing
Hoofdwaarschuwingslampje
(Voertuigen met type C/type D audio)
Het lampje gaat branden wanneer er een defect is in het systeem.
Bedien de middendisplay en controleer de gegevens.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-36 .
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Het lampje gaat in de volgende gevallen continu branden. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
Er is een defect in het accubeheersysteem. Er is een defect in de remschakelaar.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 671 of 741

*Bepaalde modellen.7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Oranje)
Waarschuwingslampje
van Smart
Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-
remassistent (SBS/
SCBS)
*
Het lampje gaat branden als de voorruit en
de radarsensor vuil zijn of als er een defect is
in het systeem.
(Voertuigen met type C/type D audio)
Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay (pagina 7-36 ).
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg is
van een verontreinigde voorruit, de voorruit
reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur controleren als er andere redenen
zijn.
(Voertuigen zonder type C/type D audio)
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg is
van een verontreinigde voorruit, de voorruit
reinigen. Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur controleren als er andere redenen
zijn.
KEY waarschuwingslampje
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Rood)
(Knippert) De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina 6-44 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten
het werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het
werkingsbereik (pagina 3-9 ). De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen
van het interieur waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant
welke gelijkt op de geavanceerde sleutel
uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur
genomen en vervolgens zijn alle portieren
gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het
interieur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 672 of 741

7–50
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-46 )
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 673 of 741

7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop
om de motor te starten. Zet bij
voertuigen met automatische
transmissie de keuzehendel in stand P
alvorens de motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 674 of 741

*Bepaalde modellen.7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Berichten die verschijnen op de display *
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (Type C/Type D audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (Type C/Type D audio),
is er mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een offi ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 675 of 741

7–53
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Let er op dat het bericht niet langer getoond wordt
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Wordt getoond als het i-ELOOP systeem moet worden
geladen. Laat de motor stationair draaien en wacht
totdat het bericht verdwenen is.
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden terwijl het
bericht wordt getoond, gaat er een zoemer klinken.
Als u het stuurwiel draait terwijl het bericht wordt
getoond, voelt dit zwaarder dan normaal. Dit duidt
echter niet op een afwijking. Nadat het bericht
is verdwenen zal het gebruik van het stuur weer
normaal worden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 next >