MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 211 of 741

*Bepaalde modellen.4–47
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje *1 7-36
Remsysteemwaarschuwingslampje *1*2 7-36
ABS waarschuwingslampje *1 7-36
Laadsysteemwaarschuwingslampje *1 7-36
Motoroliewaarschuwingslampje *1 7-36
Motorwaarschuwingslampje *1 7-36
(Rood) Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur
*1 7-36
(Oranje) * i-stop waarschuwingslampje *1 4-26
(Oranje) RVM waarschuwingslampje *1 7-36
* Waarschuwingslampje voor automatische transmissie *1 7-36
Indikatielampje voor defecte stuurbekrachtiging *1 7-36
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels*1 7-36
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-36
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 7-36
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 212 of 741

*Bepaalde modellen.4–48
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
Open-portier waarschuwingslampje 7-36
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-36
* Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 7-36
* Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem *1 7-36
(Rood) KEY waarschuwingslampje
*1 7-36
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) 7-36
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)*1*3 7-36
Indikatielampje voor defect automatisch koplampafstelsysteem *1 7-36
(Oranje)
* Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje *1 7-36
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *1 7-36
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
*3 Het lampje gaat branden wanneer het systeem standby is. Het lampje gaat knipperen als het systeem defect is.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 213 of 741

*Bepaalde modellen.4–49
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Indikatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indikatielampjes Pagina
(Groen) * RVM indikatielampje 4-133
(Groen)
* Indikatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) 4-124
(Groen) KEY indikatielampje 3-10
(Groen)
* Koplampregelsysteem (HBC) indikatielampje 4-118
* Voorgloei-indikatielampje *1 4-52
* Dieseldeeltjesfi lter indikatielampje *1 4-183
* Moersleutelindikatielampje *1 4-52
* TCS/DSC indikatielampje *1 4-101 ,
4-102
* DSC OFF indikatielampje *1 4-102
* AFS OFF indikatielampje *1 4-117
(Rood)
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
indikatielampje*1 4-160 ,
4-163
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
OFF indikatielampje *1 4-160
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 214 of 741

*Bepaalde modellen.4–50
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Signaal Indikatielampjes Pagina
(Groen) * i-stop indikatielampje 4-26
* i-ELOOP Indikatielampje 4-106
(Blauw) Indikatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-52
* Schakelstandindikatie 4-57
Grootlichtindikatielampje 4-76 ,
4-76
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten indikatielampjes 4-82 ,
4-91
Beveiligingssysteemindikatielampje *1 3-50
(Groen)
* Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem indikatielampje 4-142
(Oranje)
* Hoofdindikatielampje van kruissnelheidsregelaar 4-173
(Groen)
* Indikatielampje voor ingestelde kruissnelheid 4-173
(Oranje)
* Hoofdindikatielampje van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-151
(Groen)
* Indikatielampje van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-151
Verlichting-aan indikatielampje 4-70
* Indikatielampje voor mistvoorlicht 4-79
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 215 of 741

*Bepaalde modellen.4–51
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Signaal Indikatielampjes Pagina
* Indikatielampje voor mistachterlicht 4-80
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 216 of 741

*Bepaalde modellen.4–52
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Moersleutelindikatielampje *
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het waarschuwingslampje branden en
vervolgens na enkele seconden uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindikatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-15 .
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit fi lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur te raadplegen.
Indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende
is opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.
Voorgloei-indikatielampje
(SKYACTIV-D 2.2)
Dit indikatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indikatielampje branden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 217 of 741

4–53
Tijdens het rijden
Transmissie
Bediening van de
handgeschakelde
versnellingsbak
Schakelpatroon van de
handgeschakelde versnellingsbak
5-versnellingsbak
6-versnellingsbakNeutraalstand
Neutraalstand
De auto is uitgerust met een 5-versnelling
of 6-versnelling handgeschakelde
versnellingsbak. Het schakelpatroon van
beide wordt hierboven getoond.
Druk het koppelingspedaal tijdens het
overschakelen volledig in; laat het
vervolgens langzaam opkomen.
(5-versnellingsbak)
Een speciale beveiliging voorkomt dat
u per ongeluk van de 5de versnelling in
de stand R (achteruit) kunt schakelen.
Alvorens in de stand R te kunnen
schakelen, moet de versnellingshendel
eerst in de neutraalstand teruggezet
worden.(6-versnellingsbak)
Modellen met een 6-versnellingsbak
zijn uitgerust met een inrichting welke
voorkomt dat per ongeluk naar R
(achteruit) overgeschakeld wordt. Duw de
versnellingshendel omlaag en schakel over
naar R. WAARSCHUWING
Op gladde wegen of bij hoge snelheden
niet plotseling afremmen op de motor:
Het terugschakelen tijdens het rijden
op natte of met sneeuw of ijs overdekte
wegen, of tijdens het rijden met hoge
snelheden veroorzaakt plotseling
afremmen op de motor, hetgeen
gevaarlijk is. Door de plotselinge
verandering in de draaisnelheid van
de banden kunnen de banden gaan
slippen. Dit kan er toe leiden dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Zorg ervoor de keuzehendel in de stand
1 of R te zetten en de handrem aan te
trekken alvorens de auto onbeheerd
achter te laten:
De auto zou anders plotseling in
beweging kunnen komen en een
ongeluk veroorzaken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 218 of 741

4–54
Tijdens het rijden
Transmissie
OPGELET
  Laat tijdens het rijden uw voet nooit
op het koppelingspedaal rusten.
Gebruik de koppeling niet om de
auto op een helling in stilstaande
positie te houden. Wanneer u uw
voet op het koppelingspedaal laat
rusten wordt onnodige slijtage
van de koppeling en beschadiging
veroorzaakt.
  Oefen geen onnodige zijdelingse
kracht uit op de versnellingshendel
bij het overschakelen van de 5de
naar de 4de versnelling. Dit kan er
toe leiden dat per ongeluk de 2de
versnelling wordt gekozen, wat
beschadiging van de transmissie kan
veroorzaken.
  Zorg er voor dat de auto volledig
tot stilstand is gebracht alvorens
naar stand R over te schakelen.
Overschakelen naar stand R terwijl
de auto nog in beweging is kan
beschadiging van de versnellingsbak
tot gevolg hebben.
OPMERKING
  Bij voertuigen met een type C
instrumentengroep*1
 Als het motortoerental op het punt
staat het toegestane motortoerental te
overschrijden, klinkt er een zoemer.
 Zie Waarschuwingszoemer
motortoerental op pagina 7-59 .
 Zie Meters en tellers op pagina
4-28 om te bepalen met welke
instrumentengroep uw Mazda is
uitgerust.
  Indien het moeilijk is in naar stand
R te schakelen, naar de vrijstand
terugschakelen, het koppelingspedaal
loslaten en vervolgens nogmaals
proberen.
  (Met i-stop functie)  Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
 De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
 


 Het bestuurdersportier geopend is. 


 De veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
 

 Na het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
 

 Het koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 219 of 741

*Bepaalde modellen.4–55
Tijdens het rijden
Transmissie
Schakelstand-indikatie *
Het schakelstand-indikatielampje dient
als hulp voor vermindering van het
brandstofverbruik en het verkrijgen van
betere rijprestaties. Deze toont de gekozen
schakelstand in de instrumentengroep
en raadt tevens de bestuurder aan over
te schakelen naar de schakelstand
die het beste past bij de huidige
rijomstandigheden.
Geselecteerde
schakelstandGeschikte
schakelstand
Aanduiding Conditie
Nummer De geselecteerde schakelstand
wordt getoond.
en nummer Opschakelen of terugschakelen
naar de aangegeven schakelstand
wordt aanbevolen.
OPGELET
Vertrouw niet enkel op de opschakel/
terugschakel-aanbevelingen van
de indikaties. Het is mogelijk dat
bij werkelijke rijomstandigheden
anders geschakeld moet worden
dan de indikatielampjes aangeven.
Om het risico van ongevallen te
voorkomen, dient de bestuurder
alvorens te schakelen de weg- en
verkeersomstandigheden correct te
beoordelen.
OPMERKING
Het schakelstand-indikatielampje wordt
op de volgende manieren uitgeschakeld.
 
 De auto wordt stopgezet. 
 De neutraalstand wordt ingeschakeld. 
 Bij achteruit rijden. 
 Wanneer bij het wegrijden vanuit
stilstand de koppeling niet volledig is
opgekomen.
  Het koppelingspedaal tijdens het
rijden gedurende 2 seconde of langer
ingetrapt blijft.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 220 of 741

4–56
Tijdens het rijden
Transmissie
Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Vergrendelknop
Geeft aan dat de keuzehendel vrij naar elke stand verplaatst kan worden.
Geeft aan dat u om over te kunnen schakelen de vergrendelknop
in
gedrukt moet houden.
Geeft aan dat u om over te kunnen schakelen het rempedaal moet intrappen en
de vergrendelknop ingedrukt moet houden (het contact dient op ON te staan).
Diverse blokkeringen:
OPMERKING
De Sport AT heeft een optie die niet in de traditionele automatische transmissie is
opgenomen - aan de bestuurder de optie geven de versnellingen te kiezen in plaats van
het overschakelen van de versnellingen aan de transmissie over te laten. Als u de functies
van de automatische transmissie als een traditionele automaat wilt gebruiken, dient u zich
er ook van bewust te zijn dat u per ongeluk naar de handbediende overschakelfunctie
zou kunnen overschakelen en dat bij het toenemen van de rijsnelheid een verkeerde
versnelling aangehouden wordt. Als u bemerkt dat het motortoerental hoger wordt of
dat u hoort dat de motor gaat loeien, controleren of u niet per ongeluk de handbediende
overschakelfunctie heeft ingeschakeld (pagina 4-60 ).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 750 next >