MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 261 of 741

*Bepaalde modellen.4–97
Tijdens het rijden
Remmen
Hellingwegrijsysteem
(HLA)
*
Het hellingwegrijsysteem (HLA) is een
functie welke de bestuurder helpt bij het
vanuit stilstand wegrijden op een helling.
Wanneer de bestuurder op een helling het
rempedaal loslaat en het gaspedaal intrapt,
voorkomt de functie dat de auto wegrolt.
De remkracht blijft automatisch behouden
nadat het rempedaal op een steile helling
wordt losgelaten.
Bij voertuigen met een handgeschakelde
versnellingsbak functioneert het
hellingwegrijsysteem (HLA) op een
afl opende helling wanneer de keuzehendel
in de stand R (achteruit) staat en op een
oplopende helling wanneer de keuzehendel
in een andere stand dan R (achteruit) staat.
Bij voertuigen met een automatische
transmissie functioneert het
hellingwegrijsysteem (HLA) op een
afl opende helling wanneer de keuzehendel
in de stand R (achteruit) staat en op een
oplopende helling wanneer de keuzehendel
in een vooruitversnelling staat.
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het
hellingwegrijsysteem (HLA):
Het hellingwegrijsysteem (HLA) is
een hulpinrichting voor het vanuit
stilstand wegrijden op een helling.
Het systeem functioneert enkel
gedurende ongeveer twee seconden
en daarom is het gevaarlijk bij het
wegrijden vanuit stilstand enkel op het
systeem te vertrouwen, omdat de auto
plotseling in beweging zou kunnen
komen (wegrollen) en een ongeluk
veroorzaken.
De auto zou anders kunnen wegrollen
afhankelijk van de belading en of
er al dan niet een aanhangwagen
getrokken wordt. Bij voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak
kan de auto echter alsnog
wegrollen afhankelijk van hoe het
koppelingspedaal of het gaspedaal
bediend wordt.
Controleer alvorens met de auto te
gaan rijden steeds de veiligheid rondom
de auto.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 262 of 741

4–98
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Het hellingwegrijsysteem (HLA)
functioneert niet op een lichte
helling. Bovendien verandert de
hellingsgraad waarbij het systeem
in werking treedt afhankelijk van de
belasting van de auto.
  Het hellingwegrijsysteem (HLA)
functioneert niet als de handrem is
aangetrokken, de auto niet volledig
tot stilstand is gebracht of het
koppelingspedaal is losgelaten.
  De kans bestaat dat tijdens
het functioneren van het
hellingwegrijsysteem (HLA) het
rempedaal stroef aanvoelt en trilt,
echter dit duidt niet op een defect.
  Wanneer het TCS/DSC
indikatielampje brandt werkt het
hellingwegrijsysteem (HLA) niet.
 Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-46 .

 Het hellingwegrijsysteem (HLA)
wordt niet uitgeschakeld als de DSC
OFF schakelaar ingedrukt wordt
om het TCS/DSC systeem uit te
schakelen.
  (Automatische transmissie)  Hoewel het hellingwegrijsysteem
(HLA) tijdens stationair-stop
niet functioneert, werkt de
hellingstopfunctie om te voorkomen
dat de auto wegrolt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 263 of 741

4–99
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Anti-blokkeer remsysteem
(ABS)
De besturingseenheid van het ABS
systeem houdt de snelheid van elk wiel
voortdurend in het oog. Zodra een van de
wielen op het punt staat te blokkeren, zorgt
het ABS systeem er voor dat de remkracht
op het betreffende wiel automatisch met
korte tussenpozen onderbroken wordt.
Het is mogelijk dat de bestuurder dan een
lichte trilling in het rempedaal voelt en een
kloppend geluid in het remsysteem hoort.
Dit is de normale werking van het ABS
systeem. Blijf het rempedaal ingetrapt
houden zonder de remmen te pompen.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-47 .
WAARSCHUWING
Het ABS systeem kan niet beschouwd
worden als remedie voor onveilige
rijtechnieken:
Het ABS systeem biedt geen vrijwaring
tegen onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden, het te
dicht achter een ander voertuig rijden,
rijden op ijs en sneeuw of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
  Houd er rekening mee dat de
remafstand langer is op wegen met
een losse bovenlaag, (zoals sneeuw
of grind) welke zich vaak boven
op het verharde wegdek bevindt.
Onder dergelijke omstandigheden
kan het voorkomen dat een auto
met een conventioneel remsysteem
sneller tot stilstand komt omdat bij
het slippen van de wielen een laag
los materiaal door de banden als een
blok opgestuwd wordt.
  Bij het starten van de motor of
onmiddellijk na het wegrijden met de
auto kan het werkingsgeluid van het
ABS systeem hoorbaar zijn, dit duidt
echter niet op een defect.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 264 of 741

*Bepaalde modellen.4–10 0
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Anti-wielspin regeling
(TCS)
*
De anti-wielspin regeling (TCS) zorgt
via regeling van het motorkoppel en
de remmen voor een verhoging van de
aandrijfkracht en een verbetering van
de veiligheid. Wanneer door het TCS
systeem het doorspinnen van een van de
aangedreven wielen wordt geregistreerd,
wordt het motorkoppel verminderd om
verlies van aandrijfkracht te voorkomen.
Dit betekent dat op een glad wegdek de
motor automatisch wordt afgesteld voor
het leveren van de optimale aandrijfkracht
voor de aangedreven wielen, om
doorspinnen en verlies van aandrijfkracht
te beperken.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-47 .
WAARSCHUWING
De anti-wielspin regeling (TCS) kan
dus niet beschouwd worden als remedie
voor onveilige rijtechnieken:
De anti-wielspin regeling (TCS) biedt
geen vrijwaring tegen onveilig of
roekeloos rijgedrag, buitensporig hoge
snelheden, het te dicht achter een
ander voertuig rijden of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
Gebruik winterbanden of
sneeuwkettingen en rijd met
verminderde snelheid wanneer wegen
met sneeuw en/of ijs overdekt zijn:
Rijden zonder de juiste
aandrijfkrachthulpmiddelen op wegen
die met sneeuw en/of ijs overdekt zijn
is gevaarlijk. De anti-wielspin regeling
(TCS) alleen kan geen voldoende
aandrijfkracht leveren en ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
Voor het uitschakelen van de TCS, op de
DSC OFF schakelaar drukken (pagina
4-102 ).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 265 of 741

*Bepaalde modellen.4–101
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
TCS/DSC indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt. Als het TCS
of DSC systeem in werking is, gaat het
indikatielampje knipperen.
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur.
OPMERKING
  Afgezien van het knipperen van
het indikatielampje, is een licht
“afremmend” geluid van de motor
hoorbaar. Dit geeft aan dat het TCS/
DSC systeem juist werkt.
  Op gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een
hoog toerental te bereiken wanneer
het TCS systeem is ingeschakeld.
Dynamische
stabiliteitsregeling (DSC)
*
De Dynamische Stabiliteitsregeling (DSC)
regelt automatisch het remvermogen
en het motorkoppel in samenhang met
systemen zoals ABS en TCS voor de
regeling van de zijslip tijdens het rijden
op een glad wegdek of bij het maken van
plotselinge uitwijkingsmanoeuvres voor
een verbetering van de veiligheid.
Zie ABS (pagina 4-99 ) en TCS (pagina
4-100 ).
De DSC regeling functioneert bij
snelheden hoger dan 20 km/h.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-47 .
WAARSCHUWING
De Dynamische stabiliteitsregeling mag
niet beschouwd worden als remedie
voor onveilige rijtechnieken:
De Dynamische Stabiliteitsregeling
(DSC) biedt geen vrijwaring tegen
onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden,
bumperkleven (het te dicht achter een
ander voertuig rijden) en aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 266 of 741

4–102
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
OPGELET
  Wanneer de volgende punten niet
in acht worden genomen bestaat
de kans dat het DSC systeem niet
correct werkt:
 


 Gebruik banden van de juiste
maat die voor uw Mazda zijn
gespecifi ceerd op alle vier wielen.




 Gebruik banden van dezelfde
fabrikant, soort en profi elpatroon
op alle vier wielen.
 


 Niet tezamen gebruiken met
versleten banden.
 
 Het is mogelijk dat het DSC systeem
niet correct functioneert wanneer
sneeuwkettingen worden gebruikt
of wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd omdat de diameter van
de band verandert.
TCS/DSC indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt. Als het TCS
of DSC systeem in werking is, gaat het
indikatielampje knipperen.
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur.
DSC OFF indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende enkele
seconden branden wanneer het contact op
ON gezet wordt.
Dit lampje gaat ook branden wanneer
op de DSC OFF schakelaar wordt
gedrukt en het TCS/DSC systeem wordt
uitgeschakeld.
Zie de DSC OFF schakelaar op pagina
4-102 .
Als het lampje blijft branden wanneer
het TCS/DSC systeem niet wordt
uitgeschakeld, uw auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur brengen. Er is
mogelijk een defect in het DSC systeem.
DSC OFF schakelaar
Druk op de DSC OFF schakelaar om
het TCS/DSC systeem uit te schakelen.
Het DSC OFF indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 267 of 741

4–103
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Druk nogmaals op de schakelaar om
het TCS/DSC systeem opnieuw in te
schakelen. Het DSC OFF indikatielampje
gaat uit.
OPMERKING
  Wanneer het DSC systeem is
ingeschakeld en u probeert de auto
vrij te krijgen wanneer deze vast
is komen te zitten, of wanneer u
probeert uit vers gevallen sneeuw
weg te rijden, zal het TCS systeem
(onderdeel van het DSC systeem)
geactiveerd worden. Door het
indrukken van het gaspedaal zal het
motorvermogen niet toenemen zodat
het moeilijk kan zijn de auto vrij te
krijgen. Schakel in dit geval het TCS/
DSC systeem uit.
  Als het TCS/DSC systeem
uitgeschakeld is wanneer de motor
wordt stopgezet, zal dit automatisch
geactiveerd worden wanneer het
contact op ON wordt gezet.
  Door het TCS/DSC systeem
ingeschakeld te laten wordt de beste
aandrijfkracht verkregen.
  Als de DSC OFF schakelaar
gedurende 10 seconden of langer
ingedrukt wordt gehouden, treedt
de defectbeveiligingsfunctie van de
DSC OFF schakelaar in werking en
wordt het DSC systeem automatisch
geactiveerd. Het DSC OFF
indikatielampje gaat uit zodra het
DSC systeem geactiveerd wordt.
  Als de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) in bedrijf is terwijl het TCS/
DSC systeem uit is, wordt het TCS/
DSC systeem automatisch in bedrijf
gesteld.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 268 of 741

*Bepaalde modellen.4–104
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP *
Bij conventionele voertuigen komt de kinetische energie die gegenereerd wordt wanneer het
voertuig snelheid mindert door het in werking stellen van de remmen of tijdens afremmen
op de motor als hitte vrij. Door deze vrijkomende kinetische energie om te zetten in
elektriciteit en deze te gebruiken voor de aandrijving van de apparatuur en accessoires van
het voertuig zoals de airconditioning en de audio-installatie, kan het brandstofverbruik
teruggebracht worden. Mazda's systeem voor het genereren van elektriciteit uit deze
kinetische energie wordt het Regeneratief Remsysteem (i-ELOOP) genoemd.
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Accelerator UIT
Accelerator AANEnergieregeneratie
LadenAccu
Accu
Elektrische
stroom
Elektrische
stroom
Elektrische componenten
Motorcomponenten
Voertuigsystemen:
Airconditioning
Audio
Koplampen, enz.
Motor
Variabele
spanning
dynamo
Variabele
spanning
dynamo Motor
Band BandCondensator
CondensatorDC-DC omzetter
DC-DC omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 269 of 741

4–105
Tijdens het rijden
i-ELOOP
In de inrichting die gebruikt wordt voor het opslaan van de opgewekte elektriciteit is een
condensator ingebouwd die grote hoeveelheden elektriciteit onmiddellijk kan opslaan en
gebruiken.
Variabele
spanning
dynamo
CondensatorDC-DC omzetter
OPGELET
Op de volgende plaatsen vloeit hoge spanning, dus deze niet aanraken.
 
 Variabele spanning dynamo 
 DC-DC omzetter 
 Condensator
OPMERKING

 Bij het installeren van apparatuur met hoog stroomverbruik, zoals hoog rendement
luidsprekers, een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
raadplegen.
  Er kan zich een verschil in het brandstofverbruik voordoen afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals bij gebruik van de airconditioning en de koplampen.
  Als de condensator wordt opgeruimd, altijd een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur raadplegen. Zie voor details de volgende URL.
 http://www.mazda.com/csr/environment/recycling
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 270 of 741

4–106
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indikatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van
het i-ELOOP indikatielampje en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP Indikatielampje
Brandt (Voertuigen zonder type C/type
D audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Knipperen
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat het i-ELOOP
indikatielampje gaat knipperen. Laat de
motor stationair draaien en wacht totdat
het indikatielampje uit gaat.
OPMERKING
  Er klinkt een pieptoon als er met
de auto wordt gereden terwijl het
i-ELOOP indikatielampje knippert.
Bovendien, als u het stuurwiel draait
terwijl het lampje knippert, zal dit
zwaarder voelen dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor
op een veilige plaats en probeer
het stuurwiel niet te draaien. Nadat
het i-ELOOP indikatielampje is
opgehouden met knipperen zal de
werking van het stuur weer normaal
worden.
 (Voertuigen met type C/type D
audio)
 Er verschijnt een melding op de
middendisplay en het i-ELOOP
indikatielampje gaat tegelijkertijd
knipperen.
 Zie Waarschuwingsberichten die
verschijnen op de display op pagina
7-52 .
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type C/type D audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-109 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 ... 750 next >